NL192446C - Inrichting voor zijdelingse overdracht van rol-pallets. - Google Patents

Description

1 192446

Inrichting voor do zijdelingse overdracht van rolpallets

De uitvinding betreft een inrichting voor de zijdelingse overdracht van rolpallets, die één of meer, langs rails beweegbare rolpallets bijvoorbeeld vanuit schappen opneemt, en die is voorzien van één of meer van 5 nokken voorziene staven, waarbij deze staven zijn uitgerust met nokken voor het bewegen van de rolpallets, en waarbij rolpallets op de zijdelingse transporteur door een van meeneemnokken voorziene eindloze bandtransporteur worden getrokken en waarbij de zijdelingse transporteur de rolpallets zonodig zijdelings beweegt en deze ter linker of ter rechter zijde van de transporteur aflevert, en waaibij de staven bij de schappen en de transporteur zijn voorzien van beweegbare nokken die in dezelfde richting draaibaar zijn.

10 De Nederlandse octrooiaanvrage 8204622 beschrijft een dergelijke inrichting voor het opnemen van rolpallets, die de pallets traploos tot op een transportband die uit een van aangrijpuitsteeksel voorziene eindloze band bestaat, beweegt, waarbij de transportband op een wagen die in staat is zijdelings te bewegen, is gemonteerd. De planken waar vanuit de rolpallets tot op de zijdelingse transporteur worden bewogen, zijn voorzien van krachtcilinders die dienen de pallets dicht genoeg bij de wagen te bewegen om 15 door de transportband aangegrepen te worden en verder tot op de wagen bewogen te worden.

Een nadeel bij deze opneem-inrichting volgens de stand van de techniek is de noodzaak van veel krachtcilinders, 'daar de wagen en elke plank in de opslagplanken van afzonderlijke krachtcilinders moeten zijn voorzien.

Het doel van de uitvinding is een inrichting voor de zijdelingse overdracht van rolpallets te verschaffen, 20 die minder krachtcilinders vereist voor het proces van het opnemen en het afleveren van de pallets, daar dergelijke cilinders duur zijn.

Dienovereenkomstig is de zijdelingse transporteur volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de zijdelingse transporteur voorzien is van een nokstaaf die in langsrichting beweegbaar is ten opzichte van de romp van de transporteur, waarbij de nokstaaf de nokstaaf van de schappen aangrijpt gedurende het 25 opnemen of afleveren van rolpallets, waarbij de nokstaaf is voorzien van de beweegbare nokken voor het bewegen van rolpallets, waarbij deze wordt bewogen door bewegingsmiddelen, zoals een krachtcilinder die is opgenomen in de zijdelingse transporteur.

Het belangrijkste voordeel bij de transporteur volgens de uitvinding, is, dat deze de noodzaak van afzonderlijke krachtcilinders in de planken wegneemt en zodoende de kosten van de uitrusting reduceert.

30 Bovendien is de inrichting volgens de uitvinding simpel qua structuur en betrouwbaar qua werking.

’’Rolpallet” heeft betrekking op een voor het dragen van goederen gebruikt platform en is voorzien van wielen en kan ook voorzien zijn van wanden en een dak. De rolpallets hebben eveneens één of twee metalen uitsteeksels aan hun onderzijde voor het verschaffen van een greep voor het bewegen van de pallet.

35 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting voor de zijdelingse overdracht van rolpallets _ volgens de uitvinding kan de draairichting van de nokken worden veranderd door middel van schakelings-middelen. De bovengenoemde uitvoeringsvormen maken het mogelijk rolpallets in beide richtingen over de zijdelingse transporteur te bewegen.

40 In het volgende wordt de uitvinding in meer detail beschreven met behulp van het voorbeeld, waarbij gerefereerd wordt aan de tekeningen, waarin tonen: figuur 1-4: in detail een zijdelingse transporteur volgens de uitvinding, met aanzichten van de opslagplanken en verschillende fasen van het proces van opnemen van een rolpallet.

figuur 5: een bovenaanzicht van een zijdelingse transporteur volgens de uitvinding.

45

De verschillende delen van de uitvinding zijn duidelijk te zien in het doorsnede-aanzicht van figuur 1. De rolpallet 10 wordt door wielen 12 op rails op de plank 11 gesteund. Wanneer een rolpallet van de plank tot op de zijdelingse transporteur wordt bewogen, treedt het volgende proces op: de in de zijdelingse transporteur opgenomen krachtcilinder 7 duwt de van tanden voorziene transporteurstaaf geheel uit, zodat het eind 50 20 van de staaf met de van tanden voorziene staaf in de planken in aangrijping komt. Vervolgens trekt de krachtcilinder 7 de van tanden voorziene staaf 6 half weer in, waardoor de van tanden voorziene staaf 5 over eenzelfde afstand wordt verplaatst en bij het door middel van tanden 17 aangrijpen van de pallet trekt deze de pallet dichter naar de zijdelingse transporteur toe. De van tanden voorziene staaf wordt opnieuw geheel uitgedrukt en, daar de tanden 17 draaibaar op de van tanden voorziene staaf 5 zijn aangebracht, 55 kan de staaf 5 van onder de pallet vandaan worden gedrukt zonder laatstgenoemde terug te doen bewegen. De volgende tand 17 grijpt dan de pallet aan, die zodoende de over een gelijke afstand aan de verplaatsing van de krachtcilinderzuiger naar voren wordt getrokken, wanneer deze weer terug naar binnen beweegt.

Claims (2)

192446 2 Deze omgekeerde actie van de krachtcilinder wordt voortgezet, totdat de rolpallet zó ver is bewogen, dat deze direct boven de van tanden voorziene staaf 6 staat. In dit stadium wordt de van tanden voorziene staaf geheel ingetrokken, waarna de rolpallet door middel van de tanden 19 naar voren wordt gedrukt. De krachtcilinder 7 herneemt de omgekeerde actie daarvan, die nu plaatsvindt tussen de ”midden”-stand en de 5 ”geheel-in”-stand, maar zonder de van tanden voorziene staaf 5 in de planken aan te grijpen. De tanden 19 zijn eveneens draaibaar en passeren zodoende onder de pallet, wanneer de van tanden voorziene staaf naar buiten vanuit de ”geheel-in”-stand wordt gedrukt. Volgens hetzelfde principe, wordt de rolpallet verder naar de stand boven de van tanden voorziene staaf 8 bewogen, waarna de krachtcilinder 9 wordt geactiveerd en de pallet verder door wordt bewogen. De rolpallet kan vanaf de transporteur hetzij aan dezelfde, 10 hetzij aan de tegenover de zijde waar de pallet was opgenomen gelegen zijde, worden afgeleverd. Voor het mogelijk maken, dat de rolpallets in elk van beide richtingen over de transporteur bewegen, zijn de tanden zodanig ontworpen, dat hun draairichting veranderd kan worden. Dit wordt bereikt door middel van schuifdelen 13, 14 en 15. Het schuifdeel 13 is gelijk qua lengte aan de van tanden voorziene staaf 6. De schuifdelen worden door een afzonderlijke cilinder gestuurd. Vanwege de aanwezigheid van het 75 schuifdeel 14 in het middendeel van de transporteur, kunnen rolpallets naar het gebied boven het schuifdeel 14 eveneens vanaf de rechterzijde worden bewogen. Zonder dit schuifdeel, hetgeen niet mogelijk zou zijn, zou dé pallet niettegenstaande, aangegrepen door de tanden 19, heen en weer bewegen met de bewegingen van de van tanden voorziene staaf 8 mee. Om het mogelijk te maken, dat de tanden 19 naar beneden draaien, zijn de schuifdelen voorzien van kepen 13a en 15a en voor het schuifdeel 14 met kepen 14a aan 20 beide zijden van de tanden 19. Tussen de planken 11 en de zijdelingse transporteur zijn de bruggen 4, als de het meest de voorkeur hebbende uitvoering bediend door een aparte krachtcilinder, aanwezig. Wanneer de transporteur van één plank naar een andere wordt bewogen, worden de bruggen tot een verticale stand geheven. 25

1. Inrichting voor de zijdelingse overdracht van rolpallets, of zijdelingse transporteur, die één of meer, langs rails beweegbare rolpallets bijvoorbeeld vanuit schappen opneemt, en die is voorzien van één of meer van 30 nokken voorziene staven, waarbij deze staven zijn uitgerust met nokken voor het bewegen van de rolpallets, en waarbij rolpallets op de zijdelingse transporteur door een van meeneemnokken voorziene eindloze bandtransporteur worden getrokken en waarbij de zijdelingse transporteur de rolpallets zonodig zijdelings beweegt en deze ter linker of ter rechter zijde van de transporteur aflevert en waarbij de staven bij de schappen en de transporteur zijn voorzien van beweegbare nokken die in dezelfde richting draaibaar zijn, 35 met het kenmerk, dat de zijdelingse transporteur voorzien is van een nokstaaf (6) die in tangsrichting beweegbaar is ten opzichte van de romp van de transporteur, waarbij de nokstaaf (6) de nokstaaf'(5)~ van “ de schappen (11) aangrijpt gedurende het opnemen of afleveren van rolpallets, waarbij de nokstaaf (6) is voorzien van de beweegbare nokken (19) voor het bewegen van rolpallets, waarbij deze wordt bewogen door bewegingsmiddelen, zoals een krachtcilinder (7) die is opgenomen in de zijdelingse transporteur.

2. Inrichting voor de zijdelingse overdracht van rolpallets volgens conclusie 1, met kenmerk, dat de draairichting van de nokken (19) kan worden veranderd door middel van schakelingsmiddelen (13, 14, 15). Hierbij 2 bladen tekening