BE1026369B1

BE1026369B1 - Buisrailwagen en werkwijze voor het oogsten van vruchten of groenten met behulp van zulke buisrailwagen

Info

Publication number: BE1026369B1
Application number: BE20185330A
Authority: BE
Inventors: Joris Bogaerts
Original assignee: B&A Automation Bvba
Priority date: 2018-05-23
Filing date: 2018-05-23
Publication date: 2020-01-23
Also published as: NL1043264A; BE1026369A1; NL1043264B1

Abstract

Buisrailwagen (1) die voorzien is van een centraal platformgedeelte (7) en die aan minstens één kopse zijde (17, 18) voorzien is van een zijdelings platformgedeelte (19, 20) dat tweedelig is uitgevoerd met een bodem (23) die beweegbaar is verbonden met het centraal platformgedeelte (7) en een schuif (24) die verschuifbaar is over de bodem (23) tussen een ingeschoven stand, waarbij de schuif (24) zich uitstrekt over de bodem (23) en een uitgeschoven stand waarbij de schuif (24) zich zijdelings van de bodem (23) uitstrekt ter verlenging van het zijdelings platformgedeelte (19, 20).

Description

Buisrailwagen en werkwijze voor het oogsten van vruchten of groenten met behulp van zulke buisrailwagen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een buisrailwagen.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een buisrailwagen die bedoeld is om over buizen van een tuinbouwserre te rijden, waarbij de buisrailwagen voorzien is van een centraal platformgedeelte.

De buizen zijn typisch verwarmingsbuizen van de tuinbouwserre, die tevens dienst doen als rails voor zulke buisrailwagen.

Een buisrailwagen waarop de uitvinding betrekking heeft, is voorts aan minstens één kopse zijde van het centraal platformgedeelte voorzien van een zijdelings platformgedeelte dat beweegbaar is aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte tussen een werkingsstand en een opbergstand.

In de opbergstand is de lengte van de buisrailwagen beperkt of nagenoeg beperkt tot de lengte van het centraal platformgedeelte, terwijl in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte de lengte van de buisrailwagen is uitgebreid met de lengte van het betreffende zijdelings platformgedeelte.

Zulke buisrailwagens zijn uiteraard bedoeld voor het verzorgen van de planten in de tuinbouwserre en/of voor

BE2018/5330 het plukken van de vruchten of groenten die aan deze planten groeien.

Het centraal platformgedeelte is hierbij typisch op en neer beweegbaar uitgevoerd ten opzichte van een onderstel en zulke buisrailwagens zijn voorts doorgaans voorzien van aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen over de buizen, van middelen voor het op en neer bewegen van het centraal platformgedeelte; evenals van bedieningsmiddelen waarmee een operator de aandrijfmiddelen en de middelen het op en neer bewegen van het centraal platformgedeelte kan bedienen.

Er zijn reeds zulke buisrailwagens bekend die naargelang de uitvoering uitgerust zijn met meer of minder gesofisticeerde technologie voor het voortbewegen ervan, of die zelfs voorzien zijn van één of twee zijdelingse platformgedeelten waarmee de bewegingsvrijheid en de mogelijkheden van een operator tijdens het werken wordt vergroot, bijvoorbeeld om gedeelten van de planten te bereiken die hoog dan wel laag in de tuinbouwserre gelegen zijn en dergelijke meer.

Deze bekende buisrailwagens kunnen echter nog verbeterd worden, in het bijzonder met de bedoeling het oogsten van groenten en vruchten in de tuinbouwserre met zulke buisrailwagen te vergemakkelijken.

Het is namelijk zo dat tijdens het oogsten van groenten of vruchten in de tuinbouwserre liefst een zo groot mogelijk aantal laadbakken of verpakkingen in één keer kan worden gevuld, om deze lading bestaande uit meerdere laadbakken

BE2018/5330 of verpakkingen daarna in één keer te kunnen afvoeren naar een stockeerplaats, verwerkingseenheid of veiling of dergelijke meer.

Liefst wordt hierbij uiteraard het aantal trajecten een buisrailwagen doorheen de tuinbouwserre dient af dat te leggen zoveel mogelijk beperkt door zo groot mogelijke ladingen met groenten en fruit één keer te kunnen afvoeren.

Bij de bekende buisrailwagens het doorgaans de bedoeling dat de operator op het centraal platformgedeelte staat om aan de planten te werken.

Het organiseren en stapelen van de gevulde laadbakken en lege laadbakken op het centraal platformgedeelte vormt hierbij door de beperkte ruimte die beschikbaar is op het centraal platformgedeelte een grote moeilijkheid.

Hierbij vormt de operator tijdens het oogsten zelf tevens een belemmering.

Het is ook duidelijk dat het oogsten van groenten en fruit een zekere dynamiek vergt bij het stapelen, aangezien het de bedoeling is dat de stapels met lege laadbakken of verpakkingen tijdens het oogsten worden omgevormd tot stapels gevulde laadbakken of verpakkingen.

Bij bepaalde soorten bekende buisrailwagens is het ook mogelijk dat de operator zich op een zijdelings platformgedeelte opstelt, doch hierbij is het eerder de

BE2018/5330 bedoeling de operator tot bij moeilijk bereikbare gedeelten van de planten te brengen.

Het is echter duidelijk dat ook bij dit laatste soort bekende buisrailwagens er geen voorzieningen zijn getroffen die het oogsten van vruchten en groenten en meer bepaald het stapelen van verpakkingen en laadbakken op de buisrailwagen vergemakkelijken.

De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan het voornoemde probleem en/of andere problemen.

Meer bepaald is het een doel van de uitvinding een buisrailwagen aan te reiken waarbij de maximale laadcapaciteit of het maximale volume geoogste groenten of vruchten dat op de buisrailwagen kan worden gestapeld sterk wordt vergroot vergeleken bij de bekende buisrailwagens.

Voorts is het een doel van de uitvinding een buisrailwagen aan te bieden die toelaat het stapelen van lege laadbakken en/of verpakkingen zowel als van gevulde laadbakken en/of verpakkingen op een meer efficiënte manier te organiseren, zodat het proces dat erin bestaat lege laadbakken of verpakkingen te vullen met groenten of fruit op een meer gestructureerde manier kan gebeuren, dan thans het geval is met de bekende buisrailwagens, en zodat aldus de oogst sneller kan verlopen.

Nog een doel van de uitvinding bestaat erin een buisrailwagen aan te bieden die zodanig is aangepast dat

BE2018/5330 een operator er op een comfortabele manier mee kan oogsten.

Meer bepaald is het hierbij een doel van de uitvinding ervoor te zorgen dat een operator stapels laadbakken kan manipuleren over de buisrailwagen zonder hierbij noemenswaardig belast te worden, bijvoorbeeld door het heffen van lege of volle laadbakken of verpakkingen.

Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin een aangepaste buisrailwagen aan te reiken die zeer praktisch in gebruik is en die in alle standen van het platform gemakkelijk bestuurbaar is, zelfs tijdens het oogsten en meer bepaald wanneer de buisrailwagen zijn maximale laadcapaciteit of nagenoeg deze laadcapaciteit heeft bereikt.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een buisrailwagen die bedoeld is om over buizen van een tuinbouwserre te rijden, welke buizen dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen voorzien is van een centraal platformgedeelte, waarbij aan minstens één kopse zijde van het centraal platformgedeelte een zijdelings platformgedeelte is voorzien dat beweegbaar is aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte tussen een werkingsstand en een opbergstand, waarbij het zijdelings platformgedeelte minstens tweedelig is uitgevoerd met een bodem die beweegbaar is verbonden met het centraal platformgedeelte en een schuif die verschuifbaar is over de bodem tussen een ingeschoven stand, waarbij de schuif zich uitstrekt over de bodem, en een uitgeschoven stand,

BE2018/5330 waarbij de schuif zich zijdelings van de bodem uitstrekt ter verlenging van het zijdelings platformgedeelte.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding is het centraal platformgedeelte aan beide kopse zijden voorzien van een voornoemd zijdelings platformgedeelte dat beweegbaar is aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte tussen een werkingsstand en een opbergstand en dat tweedelig is uitgevoerd met een voornoemde bodem en schuif.

Een groot voordeel van zulke buisrailwagen volgens de uitvinding is dat de grootte of beschikbare oppervlakte ervan kan uitgebreid worden door één of meerdere zijdelingse platformgedeelten ervan in de werkingstand te brengen, waarbij meer bepaald, zulk zijdelings platformgedeelte zelf ook nog eens uitschuifbaar is uitgevoerd, waardoor nog een bijkomende vergroting van de beschikbare oppervlakte van de buisrailwagen kan worden verkregen.

Zulke vergroting van de oppervlakte van de buisrailwagen heeft uiteraard als voordeel dat meer verpakkingen of laadbakken voor het oogsten van groenten of fruit op de buisrailwagen kunnen gestapeld worden.

Nog een voorkeurdragend kenmerk van een buisrailwagen volgens de uitvinding bestaat erin de buisrailwagen zodanig uit te voeren dat in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte het bovenvlak van de schuif

BE2018/5330 ervan zich uitstrekt in het bovenvlak van het centraal platformgedeelte.

Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding bestaat erin dat de schuif van het voornoemd zijdelings platformgedeelte kan gebruikt worden om één of meerdere stapels laadbakken of verpakkingen op een eenvoudige wijze van het centraal platformgedeelte naar het zijdelings platformgedeelte te verplaatsen en omgekeerd, aangezien deze schuif zich uitstrekt in het bovenvlak van het centraal platformgedeelte.

Een bijkomend voordeel hierbij is dat deze schuif verder nog in een uitgeschoven stand dan wel een ingeschoven stand kan worden gebracht, zodat stapels laadbakken of verpakkingen die op de schuif zijn verplaatst moeiteloos of nagenoeg moeiteloos tot in een positie kunnen gebracht worden respectievelijk weg van het centraal platformgedeelte of omgekeerd tegen het centraal platformgedeelte.

Het is hierbij volgens de uitvinding typisch de bedoeling dat één of meerdere stapels lege laadbakken vanaf het centraal platformgedeelte op de schuif worden geplaatst, wanneer de schuif in de ingeschoven stand is gebracht, om deze stapel of stapels daarna op enige afstand van het centraal platformgedeelte te brengen door de schuif in uitgeschoven stand te brengen.

De operator wordt hierbij volledig ontzien van het heffen van de stapels laadbakken of verpakkingen.

BE2018/5330

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding is het centraal platformgedeelte voorzien van een rollenbaan of transportband voor het verplaatsen van laadbakken of verpakkingen over het centraal platformgedeelte en/of naar de schuif van een zijdelings platformgedeelte dat in de werkingsstand is geplaatst en waarbij de betreffende schuif zich in de ingeschoven stand bevindt.

Liefst strekt deze rollenbaan of transportband zich uit over de ganse lengte van het centraal platformgedeelte van de buisrailwagen.

Het is duidelijk dat met zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding het verplaatsen van stapels laadbakken of verpakkingen nog wordt vereenvoudigd en de fysieke inspanning die van een operator wordt gevergd nog verder wordt beperkt.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding is de voornoemde rollenbaan of de transportband aan weerszijden over de lengte voorzien van een opstaande rand, welke opstaande randen dienst doen als hindernis teneinde te verhinderen dat verpakkingen of laadbakken van de rollenbaan of transportband zouden rollen of vallen.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding is dat laadbakken en verpakkingen niet van het centraal platformgedeelte kunnen vallen tijdens het gebruik van de buisrailwagen.

BE2018/5330

Bijkomend is er in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding voor gezorgd dat in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte de bodem ervan, meer bepaald een gedeelte 5 van deze bodem dat vrijkomt nadat de schuif in de uitgeschoven stand is gebracht, dienst kan doen als een werkplatform waarop een operator kan staan tijdens het werken met de buisrailwagen.

Uiteraard is het niet de bedoeling dat de operator zelf plaatsneemt op de rollenbaan of de transportband voorzien over de lengte van het centraal platformgedeelte.

Door ervoor te zorgen dat een operator kan plaatsnemen op een werkplatform dat gevormd wordt door een gedeelte van 15 de bodem van een zijdelings platformgedeelte dat vrijkomt wanneer de schuif in de uitgeschoven stand is gebracht, wordt een configuratie verkregen waarbij het volledige centraal platformgedeelte van de buisrailwagen kan gebruikt worden voor het stapelen van laadbakken en 20 verpakkingen.

Bovendien kunnen, zoals reeds werd opgemerkt, ook op de schuif van het zijdelings platformgedeelte verpakkingen of laadbakken worden gestapeld, zodat het duidelijk is dat de 25 laadcapaciteit van zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding veel groter is dan bij de bekende buisrailwagens.

Bovendien laat zulke configuratie van een buisrailwagen volgens de uitvinding een zeer efficiënte manier van werking toe, wat nog zal geïllustreerd worden aan de hand van de figuren.

BE2018/5330

Bij een buisrailwagen volgens de uitvinding zijn de bedieningsmiddelen liefst ook zodanig geplaatst dat ze door een operator kunnen bediend worden wanneer deze plaatsneemt op het voornoemde werkplatform van een zijdelings platformgedeelte.

De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het oogsten van vruchten of groenten met behulp van een buisrailwagen volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven.

Het is kenmerkend voor een werkwijze volgens de uitvinding dat ze minstens de volgende stappen bevat die erin bestaan:

- lege laadbakken op het centraal platformgedeelte te plaatsen;

- minstens één van de zijdelingse platformgedeelten van de buisrailwagen vanuit de opbergstand in de werkingstand te brengen, waarbij de schuif ervan in eerste instantie in een ingeschoven stand wordt gehouden;

één of meerdere stapels lege laadbakken vanop het centraal platformgedeelte tot op de schuif te verplaatsen;

de schuif met stapels lege laadbakken tot in de uitgeschoven stand te brengen;

- als operator plaats te nemen op het vrije gedeelte van de bodem van het betreffende zijdelings platformgedeelte;

- het veiligheidshek te blokkeren in een dwarse stand; en, lege laadbakken te vullen en op het centraal platformgedeelte te plaatsen of omgekeerd.

BE2018/5330

Bij een werkwijze in overeenstemming met de uitvinding wordt voorts liefst gebruik gemaakt van laadbakken of verpakkingen die voorzien zijn van complementaire gedeelten die zodanig zijn dat door een identieke oriëntatie van zulke laadbakken of verpakkingen door samenwerking van de complementaire gedeelten lege laadbakken of verpakkingen in elkaar gestapeld kunnen worden, waarbij de bodem van een bovenliggende laadbak of verpakking nagenoeg tot tegen de bodem van een onderliggende laadbak of verpakking reikt, en waarbij laadbakken of verpakkingen die omgekeerd ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd, meer bepaald door een rotatie over 180° van één van de laadbakken of verpakkingen ten opzichte van de andere rond een verticale as, de complementaire gedeelten niet meer samenwerken, zodat één van de laadbakken of verpakkingen geplaatst kan worden boven een gevuld gedeelte van de andere onderliggende laadbak of verpakking, waarbij de bodem van de bovenliggende laadbak of verpakking rust op een rand in de onderliggende laadbak of verpakking die zich uitstrekt op een zekere hoogte boven de bodem ervan.

Zulke werkwijze volgens de uitvinding heeft uiteraard als voordeel dat lege laadbakken of verpakkingen zeer compact kunnen worden gestapeld en dat het stapelen van gevulde of te vullen laadbakken of verpakkingen gemakkelijk kan gebeuren door deze telkens beurtelings over 180° te draaien ten opzichte van een onderliggende laadbak of verpakking.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend

BE2018/5330 karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin:

figuur 1 in perspectief een buisrailwagen volgens de uitvinding illustreert in een ongeladen toestand en waarbij de zijdelingse platformgedeelten in de ruststand zijn gebracht; en, figuren 2 tot 9 meerdere stappen illustreren tijdens het gebruik van de buisrailwagen voor het oogsten van groenten of fruit, waarbij de buisrailwagen en een zijdelings platformgedeelte ervan in verschillende standen worden gebracht.

De in de figuren 1 tot 9 weergegeven buisrailwagen 1 volgens de uitvinding is bedoeld om over buizen 2 van een tuinbouwserre 3 te rijden.

Deze buizen 2, die bijvoorbeeld in figuur 1 schematisch zijn weergegeven door middel van de lijnen 2, zijn doorgaans verwarmingsbuizen van de tuinbouwserre 3, die tussen de rijen planten paarsgewijs langs elkaar zijn aangelegd doorheen de tuinbouwserre 3 en die dienst doen als rails voor de buisrailwagen 1.

De buisrailwagen 1 heeft een onderstel 4 dat voorzien is van wielen 5 waarmee de buisrailwagen 1 op de buizen 2 steunt en over de buizen 2 rijdt.

In het onderstel 4 zijn aandrijfmiddelen voorzien, zoals een elektrische motor of dergelijke, voor het aandrijven

BE2018/5330 van de buisrailwagen en die verder in de figuren niet zijn weergegeven.

De buisrailwagen 1 heeft verder een platform 6 met een centraal platformgedeelte 7 dat in dit geval dimensies heeft overeenkomstig de dimensies van het onderstel 4.

In tegenstelling tot wat doorgaans het geval is bij de bekende buisrailwagens 1 is het in deze uitvoeringvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding niet de bedoeling dat een operator 8 op het centraal platformgedeelte 7 plaats neemt om met de buisrailwagen 1 te kunnen werken.

Doch in andere uitvoeringsvormen van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding is het niet uitgesloten hiervoor tevens plaats te voorzien op het centraal platformgedeelte 7 .

Dit centraal platformgedeelte 7 is eerder bedoeld voor het stapelen en manipuleren van laadbakken 9 of verpakkingen voor het opbergen van geoogste groenten of fruit.

Het centraal platformgedeelte 7 is hiertoe dan ook voorzien van een rollenbaan 10 die zich uitstrekt over de lengte L van het centraal platformgedeelte 7 en waarmee zulke laadbakken 9 of verpakkingen moeiteloos over het centraal platformgedeelte 7 kunnen worden verplaatst.

Zulke rollenbaan 10 bestaat typisch uit een reeks rollen 11 die parallel aan elkaar tussen de langse zijkanten 12 en 13 van het centraal platformgedeelte 7 zijn aangebracht

BE2018/5330 en die bijvoorbeeld met behulp van rollagers zijn opgehangen, zodat de rollen 11 vrijelijk kunnen roteren ten opzichte van deze zijkanten 12 en 13 van het centraal platformgedeelte 7.

De zijkanten 12 en 13 steken voorts met een zekere hoogte H uit boven de rollen 11, zodat de rollenbaan 10 aan weerszijden 14 en 15 over de lengte L is voorzien van een opstaande rand 16.

De opstaande randen 16 doen dienst als een soort hindernis teneinde te verhinderen dat verpakkingen of laadbakken 9 van het centraal platformgedeelte 7 zouden kunnen vallen tijdens het verplaatsen ervan over de rollen 11 of tijdens het rijden met de buisrailwagen 1.

De laadbakken 9 of verpakkingen hebben in dit geval een breedte X die ietwat kleiner is dan de afstand Y tussen de opstaande randen 16, zodat ze passend doch met enige speling kunnen worden aangebracht op de rollenbaan 10.

Aangezien het in de hier besproken uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding, die is weergegeven in de figuren 1 tot 9, niet de bedoeling is dat een operator 8 tijdens het gebruik van de buisrailwagen 1 op het centraal platformgedeelte 7 staat, is er in dit geval ook geen veiligheidshek rondom dat centraal platformgedeelte 7 voorzien, al is het volgens de uitvinding niet uitgesloten zulk veiligheidshek toe te passen in andere uitvoeringsvormen.

BE201 8/5330

Volgens de uitvinding is aan minstens één kopse zijde van het centraal platformgedeelte 7 een zijdelings platformgedeelte voorzien.

In de uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding weergegeven in de figuren 1 tot 9, is het centraal platformgedeelte 7 van de buisrailwagen 1 aan beide kopse zijden 17 en 18 voorzien van een voornoemd zijdelings platformgedeelte, respectievelijk zijdelings platformgedeelte 19 en zijdelings platformgedeelte 20.

Deze zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 zijn beweegbaar aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte 7 tussen een werkingsstand en een opbergstand.

In de getoonde uitvoeringsvorm is hierbij elk zijdelings platformgedeelte 19 en 20 scharnierend bevestigd aan de betreffende kopse zijde 14 of 15 van het centraal platformgedeelte 7 met behulp van scharnierbevestigingen 21.

Elk zijdelings platformgedeelte 19 of 20 kan aldus met haar scharnierbevestigingen 21 worden geroteerd tussen de opbergstand en de werkingsstand.

In de opbergstand strekt een betreffend zijdelings platformgedeelte 19 of 20 zich in dit geval uit loodrecht op het bovenvlak AA'-BB' van het centraal platformgedeelte 7, welke opbergstand is weergegeven in de figuren 1 en 2.

BE2018/5330

In de werkingsstand strekt het bovenvlak CC'-DD' van het betreffend zijdelings platformgedeelte 19 of 20 zich hoofdzakeli j k uit in het verlengde van het vlak AA'-BB' van het centraal platformgedeelte 7.

In de figuren 4 tot 9 is bij wijze van voorbeeld het zijdelings platformgedeelte 19 weergegeven in de werkingsstand, terwijl het zijdelings platformgedeelte 20 zich nog steeds in de opbergstand bevindt, maar uiteraard kan tevens het zijdelings platform gedeelte 20 in een analoge werkingsstand worden gebracht, al dan niet gelijktijdig met het zijdelings platformgedeelte 19.

De zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 vervullen volgens de uitvinding minstens twee functies, wanneer ze in de werkingsstand zijn gebracht.

Ten eerste is het de bedoeling dat ook op de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 laadbakken 9 of verpakkingen kunnen worden gestapeld.

Voorts is het de bedoeling dat een operator 8 minstens op een gedeelte van de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 kan plaatsnemen tijdens het werken met de buisrailwagen 1.

Het platform 6 is bij voorkeur op en neer beweegbaar ten opzichte van het onderstel 4, waarbij de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 mee op en neer bewegen met het centraal platformgedeelte 7, zodat een operator 8 die met de buisrailwagen 1 werkt tevens planten in de tuinbouwserre 3 op grotere hoogte kan bereiken.

BE2018/5330

Voor het op en neer bewegen van het platform 6 is de buisrailwagen 1 liefst voorzien van daartoe geschikte middelen 22, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een schaarmechanisme dat is aangebracht tussen het onderstel 4 en het platform 6 en uit middelen voor het uit elkaar en in elkaar bewegen van dit schaarmechanisme.

Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen niet van de uitvinding uitgesloten.

Het is kenmerkend voor de uitvinding dat de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 met het oog op het vervullen van beide voornoemde functies, minstens tweedelig zijn uitgevoerd.

Meer bepaald, bevat zulk zijdelings platformgedeelte 19 en 20 een bodem 23 die beweegbaar is verbonden met het centraal platformgedeelte 7 en een schuif 24 die verschuifbaar is over de bodem 23.

De beweegbare verbinding van de bodem 23 met het centraal platformgedeelte 7 is enkel bedoeld om het betreffende zijdelings platformgedeelte 19 of 20 in de opbergstand dan wel de werkingstand te kunnen brengen.

In dit geval is deze beweegbare verbinding van de bodem 23 gerealiseerd met behulp van de scharnierverbindingen 21 ter vorming van een roterende verbinding, maar er kunnen volgens de uitvinding andere manieren worden toegepast om de bodem 23 beweegbaar te verbinden met het centraal platformgedeelte 7 om het betreffende zijdelings

BE2018/5330 platformgedeelte 19 of 20 in de gewenste stand te kunnen brengen.

De schuif 24 kan worden verschoven tussen een ingeschoven stand, waarbij de schuif 24 zich uitstrekt over de bodem en een uitgeschoven stand waarbij de schuif 24 zich zijdelings van de bodem 23 uitstrekt ter verlenging van het betreffende zijdelings platformgedeelte 19 of 20.

Hiertoe is in de hier besproken uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding elk van de bodems 23 van de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 voorzien van een paar rails 25 die zich parallel aan elkaar uitstrekken over de betreffende bodem 23 en is de overeenkomstige schuif 24 voorzien van hiermee samenwerkende middelen 26 die verder niet geïllustreerd zijn in de figuren en die bijvoorbeeld gevormd worden door wieltjes waarmee een betreffende schuif 24 over de rails 25 kan rijden of dergelijke meer.

Uiteraard is het niet uitgesloten van de uitvinding allerhande mogelijke technieken te gebruiken om een schuif 24 verschuifbaar te maken over de bodem 23, waarbij er bij voorkeur voor gezorgd wordt dat een verschuiving van de schuif 24 zo weinig mogelijk fysieke energie vergt van een operator 8, zelfs wanneer de schuif 24 is geladen met stapels laadbakken 9 of verpakkingen, zowel in gevulde als in lege toestand.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding zijn de zijdelingse platformgedeelten 19 en 20 zodanig uitgevoerd dat in de

BE2018/5330 werkingsstand ervan het bovenvlak CC'-DD' van de overeenkomstige schuif 24 zich uitstrekt in het bovenvlak AA'-BB' van het centraal platformgedeelte 7.

Dit is bij wijze van voorbeeld geïllustreerd in de figuren 4 tot 9 voor het zijdelings platformgedeelte 19.

Zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding biedt het voordeel dat een stapel 27 van laadbakken 9 of verpakkingen gemakkelijk vanaf het centraal platformgedeelte 7, en meer bepaald vanaf de rollenbaan 10 ervan, naar de schuif 24 van zulk zijdelings platformgedeelte 19 of 20 kan worden verplaatst, wanneer het in de werkingsstand is geplaatst en waarbij de betreffende schuif 24 zich in de ingeschoven stand bevindt.

Figuur 4 illustreert een toestand van de buisrailwagen 1 waarin het zijdelings platformgedeelte 19 in de werkingsstand is gebracht en de schuif 24 van dit zijdelings platformgedeelte 19 zich in de ingeschoven stand bevindt, meer bepaald in een stand waarbij de schuif 24 zich uitstrekt over de bodem 23 en met een rand 28 aanliggend is tegen een rand 29 aan het kopse uiteinde 17 van het centraal platformgedeelte 7.

Een paar stapels 27 van laadbakken 9 gestapeld op de rollenbaan 10 van het centraal platformgedeelte 7 kunnen in deze toestand op zeer eenvoudige wijze verplaatst worden naar de schuif 24, wat resulteert in een toestand van de buisrailwagen 1 zoals is weergegeven in figuur 5.

BE2018/5330

Teneinde ervoor te zorgen dat laadbakken 9 of verpakkingen gemakkelijk over een schuif 24 van een zijdelings platformgedeelte 19 of 20 kunnen worden verplaatst en/of veilig op zulke schuif 24 kunnen gehouden worden, kan volgens de uitvinding zulke schuif 24 tevens van daarvoor geschikte middelen worden voorzien, bijvoorbeeld onder de vorm van een rollenbaan en een paar opstaande randen zoals het geval is bij het centraal platformgedeelte 7.

Andere uitvoeringsvormen van zulke middelen zijn uiteraard niet van de uitvinding uitgesloten.

Zoals reeds vermeld werd, kan de schuif 24 van een zijdelings platformgedeelte 19 of 20 verschoven worden over de bodem 23 tussen een ingeschoven stand en een uitgeschoven stand, welke standen respectievelijk zijn weergegeven in de figuren 4 en 5 en in de figuren 6 tot 9.

Door in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte 19 of 20 de schuif 24 in de uitgeschoven stand te brengen, komt een gedeelte 30 van de bodem 23 vrij en het is volgens de uitvinding de bedoeling dat dat vrijgekomen gedeelte 30 van de bodem 23 dienst kan doen als werkplatform waarop een operator 8 kan staan tijdens het werken met de buisrailwagen 1.

In figuur 6 is een toestand weergegeven van de buisrailwagen 1 waarbij het zijdelings platformgedeelte 19 in de werkingsstand is gebracht en de schuif 24 ervan verschoven is tot in de uitgeschoven stand en dit terwijl de schuif 24 geladen is met stapels 27 van laadbakken 9.

BE2018/5330

De figuren 7 en 8 illustreren verder hoe een operator 8 kan plaatsnemen op het vrijgekomen gedeelte 30 van de bodem 23 van het zijdelings platformgedeelte 19, nadat de schuif 24 in de uitgeschoven stand is gebracht.

Aan de hoekpunten 31 en 32 van het centraal platformgedeelte 7 ter plaatse van een betreffende kopse zijde 17 en 18 van het centraal platformgedeelte 7 waaraan een zijdelings platformgedeelte 19 of 20 is voorzien, is in de getoonde uitvoeringsvorm in dit geval telkens een steunpaal 33 voorzien die zich uitstrekt in een richting VV' loodrecht op het bovenvlak ΆΆ.' -BB' van het centraal platformgedeelte 7.

In de opbergstand strekt een zijdelings platformgedeelte 19 of 20 zich uit tussen het paar overeenkomstige steunpalen 33.

Voorts zijn er aan de buisrailwagen 1 bedieningsmiddelen 34 voorzien die een operator 8 toelaten het platform 6 op en neer te doen bewegen of de buisrailwagen 1 te verplaatsen door het aansturen van de aandrijfmiddelen ervan.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn er telkens zulke bedieningsmiddelen 34 geïntegreerd in één van de steunpalen 33 bij elk paar steunpalen 33 van een kopse zijde 17 of 18 van de buisrailwagen 1.

Aldus kan een operator 8, ongeacht op welk zijdelings platformgedeelte 19 of 20 hij plaatsneemt, gemakkelijk de

BE2018/5330 bedieningsmiddelen 34 bereiken om de buisrailwagen 1 aan te sturen.

Ter bescherming van de operator 8 is er op de buisrailwagen 1 voor elk van de zijdelingse platformgedeelten 19 of 20 een veiligheidshek voorzien.

Deze veiligheidshekken 35 kunnen in een dwarse stand gebracht worden, dwars op de betreffende steunpalen 33, welke dwarse stand bij wijze van voorbeeld is weergegeven in de figuren 8 en 9.

Zulk veiligheidshek 35 kan in deze dwarse stand geblokkeerd worden.

De veiligheidshekken 35 kunnen eveneens in een parallelle stand worden gebracht, parallel aan het vlak gevormd door het betreffende paar steunpalen 33, welke parallelle stand bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 1.

In de hier besproken uitvoeringsvorm wordt zulk veiligheidshek 35 gevormd door een paar L-vormige beugels 36 waarvan telkens één uiteinde 37 scharnierend is verbonden met behulp van een scharnier 38 aan één van de voornoemde steunpalen 33.

Hierbij bevat een voornoemde L-vormige beugel 36 een eerste gedeelte 39 dat zich uitstrekt vanaf het betreffende scharnier 38, waarbij dit eerste gedeelte 39 een lengte I heeft die overeenstemt met de lengte J van het vrije gedeelte 30 van de bodem 24 van het overeenkomstig zijdelings platformgedeelte 29 dat

BE2018/5330 beschikbaar is voor een operator als een werkplatform wanneer de schuif 24 ervan in de uitgeschoven stand is gebracht.

De L-vormige beugels 36 bevatten tevens een tweede gedeelte 40 dat dwars op het eerste gedeelte 39 staat en dat een lengte P heeft overeenkomstig de helft van de breedte Q van de buisrailwagen 1.

Uiteraard zijn vele andere mogelijke uitvoeringsvormen waarbij veiligheidshekken 35 met ander vormen worden toegepast niet van de uitvinding uitgesloten.

Een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor het oogsten van vruchten of groenten in de tuinbouwserre 3, waarbij een mogelijke werkwijze volgens de uitvinding die zeer efficiënt is hierna wordt toegelicht.

In eerste stap laadt een operator 8 stapels 27 van lege laadbakken 9 op het centraal platformgedeelte 7.

Deze stap is geïllustreerd in de figuren 1 en 2.

In een volgende stap kan de operator 8 één van de zijdelingse platformgedeelten 19 vanuit de opbergstand in de werkingstand brengen, waarbij de schuif 24 ervan in eerste instantie in een ingeschoven stand wordt gehouden.

Deze stap is geïllustreerd in de figuren 3 en 4.

Vervolgens verplaatst de operator 8 in een volgende stap van de werkwijze één of meerdere stapels 27 van lege

BE2018/5330 laadbakken 9 vanop het centraal platformgedeelte 7 tot op de schuif 24 van het zijdelings platformgedeelte 19.

Hij kan hierbij gebruik maken van de rollen 11 van de rollenbaan 10.

De verkregen toestand is geïllustreerd in figuur 5.

Daarna brengt de operator 8 de schuif 24 met stapels 27 van lege laadbakken 9 tot in de uitgeschoven stand, wat is weergegeven in figuur 6.

De operator 8 kan in een volgende stap van de werkwijze plaatsnemen op het vrije gedeelte 30 van de bodem 23 van het betreffende zijdelings platformgedeelte 19.

Door de L-vormige beugels 36 van het veiligheidshek 35 rond de scharnieren 38 te roteren tot in de gepaste stand kan er tijdens de voorgaande stappen voor gezorgd worden dat het veiligheidshek 35 geenszins een belemmering vormt voor het verplaatsen van stapels 27 van lege laadbakken 9 op het zijdelings platformgedeelte 19.

Nadat de operator 8 op het vrije gedeelte 30 van de bodem 23 plaats heeft genomen, is het de bedoeling het veiligheidshek 35 in de dwarse stand te blokkeren.

Tot slot kan het eigenlijke oogsten beginnen door de lege laadbakken 9 te vullen en op het centraal platformgedeelte 7 te plaatsen.

BE2018/5330

Bij een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding wordt er gebruik gemaakt van laadbakken 9 die voorzien zijn van complementaire gedeelten 41 en 42 die zodanig zijn dat door een identieke oriëntatie van zulke laadbakken 9 door samenwerking van de complementaire gedeelten 41 en 42 lege laadbakken 9 in elkaar gestapeld kunnen worden.

Hierbij reikt de bodem 43 van een bovenliggende laadbak 9 nagenoeg tot tegen de bodem 44 van een onderliggende laadbak 9.

Zulke identieke oriëntatie van de laadbakken 9 wordt bij voorkeur toegepast bij het stapelen van lege laadbakken 9, zodat plaats kan worden bespaard.

In al de figuren 1 tot 8 zijn de laadbakken 9 op deze wijze gestapeld.

Bij deze voorkeurdragende werkwijze zijn de complementaire gedeelten 41 en 42 verder zodanig dat ze niet meer samenwerken wanneer laadbakken 9 omgekeerd ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd, meer bepaald door een rotatie over 180° van één van de laadbakken ten opzichte van de andere rond een verticale as ZZ'.

Hierdoor kan één van de laadbakken 9 boven een gevuld gedeelte van de andere onderliggende laadbak 9 worden geplaatst, waarbij de bodem 43 van de bovenliggende laadbak rust op een rand 4 5 in de onderliggende laadbak 9 die zich uitstrekt op een zekere hoogte boven de bodem 44 ervan.

BE2018/5330

In een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding worden bij het stapelen van gevulde of te vullen laadbakken 9, de laadbakken 9 telkens beurtelings over 180° gedraaid ten opzichte van een onderliggende laadbak

9.

Dit is geïllustreerd in figuur 9, waarbij de operator 8 op het zijdelings platformgedeelte 19 staat en lege laadbakken 9 heeft gevuld met groenten of fruit en op de voornoemde wijze door bij het stapelen laadbakken 9 beurtelings reeds een stapel 46 van gevulde laadbakken 9 heeft gevormd op het aanliggende gedeelte van het centraal platformgedeelte 7.

In de getoonde uitvoeringsvorm worden de gedeelte 41 gevormd door ribbels 41 die zich uitstrekken over de hoogte van een laadbak 9 en die asymmetrisch zijn aangebracht op de buitenzijde van de laadbak 9.

De hieraan complementaire gedeelten 42 bestaan uit gleuven 42 in de binnenzijde van de laadbak 9 en zijn niet verder in detail weergegeven in de figuren.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding, doch zulke buisrailwagen 1 kan op andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

De uitvinding is eveneens geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren

BE2018/5330 geïllustreerde werkwijze volgens de uitvinding, doch ook andere werkwijzen kunnen worden toegepast zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

1. Buisrailwagen (1) die bedoeld is om over buizen (2) van een tuinbouwserre (3) te rijden, welke buizen (2) dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen (1) voorzien is van een centraal platformgedeelte (7), waarbij aan minstens één kopse zijde (17, 18) van het centraal platformgedeelte (7) een zijdelings platformgedeelte (19, 20) is voorzien dat beweegbaar is aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte (7) tussen een werkingsstand en een opbergstand, daardoor gekenmerkt dat het zijdelings platformgedeelte (19, 20) minstens tweedelig is uitgevoerd met een bodem (23) die beweegbaar is verbonden met het centraal platformgedeelte (7) en een schuif (24) die verschuifbaar is over de bodem (23) tussen een ingeschoven stand, waarbij de schuif (24) zich uitstrekt over de bodem (23) en een uitgeschoven stand waarbij de schuif (24) zich zijdelings van de bodem (23) uitstrekt ter verlenging van het zijdelings platformgedeelte (19, 20).

2. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het centraal platformgedeelte (7) aan beide kopse zijden (17, 18) is voorzien van een voornoemd zijdelings platformgedeelte (19, 20) dat beweegbaar is aangebracht ten opzichte van het centraal platformgedeelte (7) tussen een werkingsstand en een opbergstand en dat tweedelig is uitgevoerd met een voornoemde bodem (23) en schuif (24) .

BE2018/5330

3. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat elk zijdelings platformgedeelte (19,20) scharnierend is aangebracht aan de betreffende kopse zijde (17, 18) van het centraal platformgedeelte (7) en geroteerd kan worden tussen een opbergstand, waarbij een betreffend zijdelings platformgedeelte (19, 20) zich uitstrekt loodrecht op het bovenvlak (AA'-BB') van het centraal platformgedeelte (7), en een werkingsstand, waarbij het bovenvlak (CC'-DD') van het betreffend zijdelings platformgedeelte (19, 20) zich hoofdzakelijk uitstrekt in het verlengde van het bovenvlak (AA' BB') van het centraal platformgedeelte (7).

4. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte (19, 20) het bovenvlak (CC'-DD') van de schuif (24) ervan zich uitstrekt in het bovenvlak (AA' -BB' ) van het centraal platformgedeelte (7).

5. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het centraal platformgedeelte (7) voorzien is van een rollenbaan (10) of transportband voor het verplaatsen van laadbakken (9) of verpakkingen over het centraal platformgedeelte (7) en/of naar de schuif (24) van een zijdelings platformgedeelte (19, 20) dat in de werkingsstand is geplaatst en waarbij de betreffende schuif (24) zich in de ingeschoven stand bevindt.

BE2018/5330

6. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de rollenbaan (10) of de transportband aan weerszijden over de lengte (L) is voorzien van een opstaande rand (16) welke opstaande randen (16) dienst doen als hindernis teneinde te verhinderen dat verpakkingen of laadbakken (9) van de rollenbaan (10) of transportband zouden rollen of vallen.

7. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de werkingsstand van een zijdelings platformgedeelte (19, 20) de bodem (24) ervan, meer bepaald een gedeelte (30) van deze bodem (24) dat vrijkomt nadat de schuif (24) in de uitgeschoven stand is gebracht, dienst kan doen als een werkplatform waarop een operator (8) kan staan tijdens het werken met de buisrailwagen (1).

8. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de hoekpunten (31, 32) van het centraal platformgedeelte (7) ter plaatse van een betreffende kopse zijde (17, 18) van het centraal platformgedeelte (7) waaraan een zijdelings platformgedeelte (19, 20) is voorzien, telkens een steunpaal (33) is voorzien die zich uitstrekt in een richting (VV') loodrecht op het bovenvlak (AA'-BB') van het centraal platformgedeelte (7) .

9. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het centraal platformgedeelte (7) op en neer beweegbaar

BE2018/5330 is ten opzichte van een onderstel (4) en waarbij de buisrailwagen (1) voorzien is van aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen (1) over de buizen (2); van middelen (22) voor het op en neer bewegen van het centraal platformgedeelte (7); evenals van bedieningsmiddelen (34) waarmee een operator (8) de aandrijfmiddelen en de middelen (22) voor het op en neer bewegen van het centraal platformgedeelte (7) kan bedienen.

10. Buisrailwagen (1) volgens conclusies 8 en 9, daardoor gekenmerkt dat de bedieningsmiddelen (34) zijn geïntegreerd in één of meerdere van de voornoemde steunpalen (33).

11. Buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat er op de buisrailwagen (1) voor elk van de zijdelingse platformgedeelten (19, 20) een veiligheidshek 35) voorzien is, waarbij zulk veiligheidshek (35) in een dwarse stand kan gebracht worden, dwars op de betreffende steunpalen (33), en in deze dwarse stand kan worden geblokkeerd, evenals in een parallelle stand kan worden gebracht, parallel aan het vlak van het betreffende paar steunpalen (33).

12. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat zulk veiligheidshek (35) gevormd wordt door een paar L-vormige beugels (36) waarvan telkens één uiteinde (37) scharnierend is verbonden met behulp van een scharnier (38) aan één van de voornoemde steunpalen (33).

BE2018/5330

13.

Buisrailwagen (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat een voornoemde L-vormige beugel (36) een eerste gedeelte (39) bevat dat zich uitstrekt vanaf het betreffende scharnier (38), waarbij dit

gedeelte (39) een lengte (I) heeft die overeenstemt met de lengte (J) van het vrije gedeelte (30) van de bodem (23) van het overeenkomstig zijdelings

platformgedeelte (7) dat beschikbaar is voor een operator (8) als een werkplatform, wanneer de schuif (24) ervan in de uitgeschoven stand is gebracht, en waarbij zulke L-vormige beugel (36) een tweede gedeelte (40) bevat dat dwars op het eerste gedeelte (39) staat en dat een lengte (P) heeft overeenkomstig de helft van de breedte (Q) van de buisrailwagen (1).

14 .

Werkwij ze voor het oogsten van vruchten of groenten met behulp van een buisrailwagen (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwij ze minstens de volgende stappen bevat die erin bestaan :

- lege laadbakken (9) of verpakkingen op het centraal platformgedeelte (7) te plaatsen;

- minstens één van de zijdelingse platformgedeelten (19, 20) vanuit de opbergstand in de werkingsstand te brengen, waarbij de schuif (24) ervan in eerste instantie in een ingeschoven stand wordt gehouden;

- één of meerdere stapels (27) lege laadbakken (9) of verpakkingen vanop het centraal platformgedeelte (7) tot op de schuif (24) te verplaatsen;

- de schuif (24) met stapels (27) van lege laadbakken (9) of verpakkingen tot in de uitgeschoven stand te brengen;

BE2018/5330 als operator (8) plaats te nemen op het vrije gedeelte (30) van de bodem (23) van het betreffende zijdelings platformgedeelte (19);

- het veiligheidshek (35) te blokkeren in een dwarse stand; en,

- lege laadbakken (9) of verpakkingen te vullen en op het centraal platformgedeelte (7) te plaatsen of omgekeerd.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat er gebruik gemaakt wordt van laadbakken (9) of verpakkingen die voorzien zijn van complementaire gedeelten (41, 42) die zodanig zijn dat door een identieke oriëntatie van zulke laadbakken (9) of verpakkingen door samenwerking van de complementaire gedeelten (41, 42) lege laadbakken (9) of verpakkingen in elkaar gestapeld kunnen worden, waarbij de bodem (43) van een bovenliggende laadbak (9) of verpakking nagenoeg tot tegen de bodem (44) van een onderliggende laadbak (9) of verpakking reikt, en waarbij de complementaire gedeelten (41, 42) niet meer samenwerken wanner de laadbakken (9) of verpakkingen omgekeerd ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd, meer bepaald door een rotatie over 180° van één van de laadbakken (9) of verpakkingen ten opzichte van de andere rond een verticale as ZZ' , zodat één van de laadbakken (9) of verpakkingen geplaatst kan worden boven een gevuld gedeelte van de andere onderliggende laadbak (9) of verpakking, waarbij de bodem (43) van de bovenliggende laadbak (9) of verpakking rust op een rand (45) in de onderliggende laadbak (9) of verpakking die zich

BE2018/5330 uitstrekt op een zekere hoogte boven de bodem (44) ervan.

16.

Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat bij het stapelen van gevulde of te vullen laadbakken (9) of verpakkingen, deze telkens beurtelings over 180° worden gedraaid ten opzichte van een onderliggende laadbak (9) of verpakking.