NL1040824B1 - Wegdekgedeelte. - Google Patents

Wegdekgedeelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1040824B1
NL1040824B1 NL1040824A NL1040824A NL1040824B1 NL 1040824 B1 NL1040824 B1 NL 1040824B1 NL 1040824 A NL1040824 A NL 1040824A NL 1040824 A NL1040824 A NL 1040824A NL 1040824 B1 NL1040824 B1 NL 1040824B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ridges
road surface
surface portion
longitudinal edge
travel
Prior art date
Application number
NL1040824A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1040824A (nl
Inventor
Bruins Slot Albert
Original Assignee
Abs Infradvies B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Abs Infradvies B V filed Critical Abs Infradvies B V
Priority to NL1040824A priority Critical patent/NL1040824B1/nl
Publication of NL1040824A publication Critical patent/NL1040824A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1040824B1 publication Critical patent/NL1040824B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C9/00Special pavings; Pavings for special parts of roads or airfields
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F9/00Arrangement of road signs or traffic signals; Arrangements for enforcing caution
    • E01F9/50Road surface markings; Kerbs or road edgings, specially adapted for alerting road users
    • E01F9/535Kerbs or road edgings specially adapted for alerting road users

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Abstract

Wegdekgedeelte voor in een rijrichting rijdend rijverkeer, met een rijoppervlak voor ondersteuning van de banden van het rijverkeer, waarbij het rijoppervlak een ribbelpatroon omvat dat gevormd is door een aantal ribbels of ribben, welke ribbels in rijrichting beschouwd op ribbelafstanden van elkaar gelegen zijn, met het kenmerk, dat, beschouwd in een verticaal vlak van doorsnede parallel aan de rijrichting, de onderlinge ribbelafstanden variëren.

Description

Weqdekqedeelte
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een wegdekgedeelte voor rijdend verkeer, in het bijzonder gemotoriseerd rijdend verkeer.
Verkeerswegen in buitengebieden kunnen zijn voorzien van verharde bermen. Deze kunnen zijn opgebouwd uit betonblokken die voorzien zijn van gaten voor drainage en/of voor grond waarop vegetatie kan groeien. De blokken zijn vervaardigd van beton en kunnen al dan niet in een verband gelegd zijn, zie bijvoorbeeld NL octrooi 1028441. Het is voorts bekend om de betonblokken in het bovenvlak te voorzien van een ribbelprofiel, waardoor bij het rijden over de betonblokken een opmerkelijk geluid wordt gegenereerd dat de bestuurder van het betreffende motorvoertuig er op attendeert dat de berm bereden wordt en een stuurcorrectie nodig is, zie bijvoorbeeld NL octrooi 1035416 en NL octrooi 1023270.
Het door het over de betonblokken in het wegdekgedeelte, dat de berm vormt, gegenereerde geluid is nuttig voor de verkeersveiligheid, maar kan een bron van ergernis zijn voor personen die zich in de nabije omgeving bevinden, zoals omwonenden of toeristen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een wegdekgedeelte voor rijdend verkeer te verschaffen dat een ribbelvormig rijvlak biedt waarop bij het daarover rijden een geluid gegenereerd wordt dat als minder doordringend wordt ervaren door personen die zich in de nabije omgeving bevinden.
Een doel van de uitvinding is een wegdekgedeelte in de vorm van een verharde berm te verschaffen, welke een ribbelvormig rijvlak biedt waarop bij het daarover rijden een geluid gegenereerd wordt dat als minder doordringend wordt ervaren door personen die zich in de nabije omgeving bevinden.
Een doel van de uitvinding is een betonblok te verschaffen dat geschikt is als onderdeel van een dergelijke bermverharding.
Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een wegdekgedeelte voor in een rijrichting rijdend rijverkeer, uitgevoerd als een uit betontegels samengestelde bermverharding naast een hoofdrijbaan, waarbij het wegdekgedeelte een rijoppervlak heeft voor ondersteuning van de banden van het rijverkeer, waarbij het rijoppervlak een ribbelpatroon omvat dat gevormd is door een aantal ribbels of ribben, welke ribbels in rijrichting beschouwd op ribbelafstanden van elkaar gelegen zijn, waarbij, beschouwd in een verticaal vlak van doorsnede parallel aan de rijrichting, de onderlinge ribbelafstanden variéren.
Hierdoor wordt gerealiseerd dat tijdens het over de ribbels rollen van de banden van een motorvoertuig de contactmomenten van een band met de opeenvolgende ribbels variéren, en daarmee de frequentie van het gegeneerde geluid varieert. Hierdoor kan de geluidspiek verlaagd worden. Het optreden van één doordringende toon kan hiermee worden tegengegaan. Resonantie kan daarbij worden beperkt.
De ribbels kunnen gevormd zijn als verhevenheden van de betontegels, als één geheel daarmee gevormd. De ribbels zijn bij voorkeur zodanig op de betontegels gelegen dat zij ter plaatse van de overgangen van twee op elkaar aansluitende betontegels in elkaars verlengde liggen, in het bijzonder althans nagenoeg op elkaar aansluiten.
De ribbelafstanden kunnen in het bijzonder zijn de hart-op-hartafstanden (h.o.h.-afstanden) van de ribbels, de tussenafstanden van de ribbels of de afstanden tussen de voorste (in rijrichting meest bovenstroomse) randen/kanten van de ribbels. In bepaalde uitvoeringen zullen de h.o.h.-afstanden gelijk zijn aan de afstanden tussen de voorste randen/kanten van de ribbels.
Opgemerkt wordt dat genoemde variatie volgens de uitvinding anders is dan een variatie die in bestaande wegdekgedeeltes met ribbels kan ontstaan als gevolg van maatafwijkingen, toleranties en onzuivere aanleg. In de uitvinding is de variatie opzettelijk, bedoeld, en niet toevallig.
In een uitvoering wijkt de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand van de ribbels en/of de afstanden tussen de voorste randen/kanten van de ribbels van elk paar opeenvolgende ribbels af van die van de ribbels van het daaropvolgend paar van opeenvolgende ribbels.
De variatie in het ribbelpatroon kan groot zijn, maar dat kan bezwaarlijk zijn uit oogpunt van efficiency. Om bijvoorbeeld in het geval van betonblokken van een bermverharding het aantal benodigde uitvoeringen van betonblokken beperkt te houden kan, beschouwd in een verticaal vlak van doorsnede parallel aan de rijrichting, de ribbelafstand, in het bijzonder hart-op-hartafstanden en/of de tussenafstanden van de ribbels en/of de afstanden tussen de voorste randen/kanten van de ribbels variéren volgens een zich in rijrichting repeterend patroon.
In een eenvoudige uitvoering hebben de ribbels in hoofdzaak dezelfde doorsnede, althans in een bovenste gedeelte daarvan. De ribbels kunnen langs hun lengte doorlopend zijn, of, bijvoorbeeld in het geval van een voornoemd drainageblok, kort onderbroken zijn. Zij kunnen ook onderbroken zijn door drainage- of doorgroeigaten.
De ribbels kunnen toppen hebben, waarbij de toppen van de ribbels in rijrichting beschouwd op een horizontale lijn gelegen zijn. De ribbels kunnen toppen hebben, waarbij de toppen van de ribbels in een horizontaal vlak gelegen zijn of in een vlak dat in een richting dwars op de rijrichting flauw afloopt, in verband met horizontale waterafvoer.
In een uitvoering hebben de ribbels een convexe bovenzijde. In een andere uitvoering hebben de ribbels een vlakke bovenzijde.
In een verdere ontwikkeling staan ribbels niet zuiver dwars op de rijrichting, maar staan althans een aantal ribbels onder van 0 graden en/of van 90 graden afwijkende ribbelhoeken ten opzichte van de rijrichting, waardoor de variatie in het contact van banden met ribbels verder kan worden vergroot.
In een eenvoudige uitvoering zijn de ribbelhoeken over de lengte van de ribbels constant.
De ribbelhoeken kunnen kleiner zijn dan 45 graden, waarbij de ribbelhoeken bij voorkeur in het bereik van 15-45 graden liggen.
De variatie in het contact met de ribbels kan worden vergoot indien, in een uitvoering, de ribbelhoeken van althans een aantal ribbels over de lengte van de ribbels variéren.
In een eenvoudige uitvoering zijn de ribbels over althans nagenoeg hun gehele lengte parallel aan elkaar.
De variatie in het contact met de ribbels kan worden vergroot indien van althans een paar naast elkaar gelegen ribbels de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand en/of de afstand tussen de voorste randen/kanten van de ribbels varieert, langs althans een deel van de lengte van dat paar ribbels. De hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand en/of de afstand tussen de voorste randen/kanten van de ribbels kan althans nagenoeg doorlopend variéren.
In een uitvoering hebben de ribbels langs hun lengte gebogen gedeeltes, in het bijzonder gebogen gedeeltes met een positief teken en gebogen gedeeltes met negatief teken.
De ribbels kunnen over hun lengte een vloeiend verloop hebben.
De onderscheidende aspecten volgens de uitvinding kunnen voor een groot deel aangewend worden in verschillende toepassingen.
In het voornoemde geval van over de lengte van de ribbel varierende ribbelhoek kan de ribbelhoek nabij de op de wegverharding aansluitende eerste langsrand anders, bij voorkeur kleiner zijn dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding. Hierdoor zal nabij die tegengestelde rand van de bermverharding een ander effect kunnen worden gegenereerd, waardoor de bestuurder een signaal gegeven wordt. De ribbelhoek kan, in een uitvoering, nabij de wegverharding liggen in het bereik van 0-60 graden en nabij de tegengestelde rand van de bermverharding liggen in het bereik van 70-110 graden, bij voorkeur ongeveer 90 graden. Bij een grotere ribbelhoek nabij de tweede langsrand zal de ribbelafstand, bij van zich de eerste langsrand naar de tweede langsrand uitstrekkende ribbels, bij de tweede langsrand groter zijn dan aan de rand nabij de wegverharding, hetgeen door de bestuurder gesignaleerd zal worden, waarna de bestuurder een correctie kan uitvoeren. Ook kan eventueel de drainage in horizontale dwarsrichting worden bevorderd.
Ter bevordering van de aansluiting op de wegverharding kunnen de betontegels aldaar in rijrichting een gestrekte verhoogde (ribbel)rand hebben.
De toppen van de ribbels liggen op een gelijk niveau als de bovenzijde van de wegverharding, of lager.
Op op zich bekende wijze kunnen de betontegels aan hun andere randen voorzien zijn van in elkaar passende hol-dol vormen.
Op een wijze vergelijkbaar met die welke getoond is in NL octrooi 1028441 kunnen de betontegels gelegd zijn in opeenvolgende dwarsreeksen, met tussen de betontegels dwars op de rijrichting staande dwarsvoegen en parallel aan de rijrichting gerichte langsvoegen, waarbij de dwarsvoegen over de bermverhardingsbreedte doorlopend zijn en de langsvoegen steeds per volgende dwarsreeks versprongen gelegen zijn. Overeenkomstig figuur4 van NL octrooi 1028441 kunnen daarbij betontegels in twee maten zijn gebruikt, met in rijrichting gelijke lengtes en dwarsrichting respectievelijk een halve en een hele tegelbreedte, waarbij de verspringing overeenkomt met een halve tegelbreedte, zoals in een halfsteensverband.
In een uitvoering hebben de betontegels een vlakke onderzijde, waarbij de toppen van de ribbels in een vlak gelegen zijn dat evenwijdig is aan de onderzijde. De ribbels kunnen daarbij uitsteken vanaf een bovenzijde van de betontegel, waarbij de bovenzijde afloopt in dwarsrichting weg van de wegverharding. De hoogte van de ribbels kan toenemen in een dwarsrichting weg van de wegverharding.
De ribbels zijn aldus geprononceerder nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding dan nabij de eerste langsrand, hetgeen ook een signaalfunctie vormt voor de bestuurder van een auto. Voor fietsers heeft dit als voordeel dat voor hen het gebeid nabij de eerste langsrand niet als bijzonder vervelend hoeft te worden ervaren, vanwege de relatief lagere ribbels.
Opgemerkt wordt dat in NL octrooi 2008267 een bermbekleding van grasbetonblokken wordt voorgesteld, waarbij de betonblokken aan de bovenzijde voorzien zijn van opstaande richels die zich uitstrekken tussen twee tegenovergestelde zijden van het betreffende betonblok. De richels volgen een licht golfvormige baan en zijn op onderlinge gelijke tussenafstanden van elkaar gelegen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een wegdekgedeelte voor in een rijrichting rijdend rijverkeer, met een rijoppervlak voor ondersteuning van de banden van het rijverkeer, waarbij het rijoppervlak een ribbelpatroon omvat dat gevormd is door een aantal ribbels of ribben, welke ribbels in rijrichting beschouwdop ribbelafstanden van elkaar gelegen zijn, waarbij het wegdekgedeelte uitgevoerd is als bermverharding die aan een eerste langsrand aansluit aan een rijwegdek en een tegengestelde tweede langsrand bezit, waarbij de onderlinge ribbelafstanden in het randgebied nabij de tweede langsrand afwijkt van, bij voorkeur grater is dan in het randgebied nabij de eerste langsrand. De ribbels strekken zich bij voorkeur uit van de eerste langsrand naar de tweede langsrand. De ribbels kunnen ribbelhoeken maken met de rijrichting, waarbij de ribbelhoek aan de eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding afwijkt van, bij voorkeur kleiner is dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding, waarbij de ribbelhoek nabij de tweede langsrand bij voorkeur ongeveer 70-110 graden bedraagt, bij voorkeur ongeveer 90 graden
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een wegdekgedeelte voor in een rijrichting rijdend rijverkeer, met een rijoppervlak voor ondersteuning van de banden van het rijverkeer, waarbij het rijoppervlak een ribbelpatroon omvat dat gevormd is door een aantal ribbels of ribben, welke ribbels in rijrichting beschouwdop ribbelafstanden van elkaar gelegen zijn, waarbij het wegdekgedeelte uitgevoerd is als bermverharding die aan een eerste langsrand aansluit aan een rijwegdek en een tegengestelde tweede langsrand bezit, waarbij de ribbels ribbelhoeken maken met de rijrichting, waarbij de ribbelhoek aan de eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding afwijkt van, bij voorkeur kleiner is dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding. De ribbels kunnen zich uitstrekken van de eerste langsrand naar de tweede langsrand. De onderlinge ribbelafstanden in het randgebied nabij de tweede langsrand kan afwijken van, is bij voorkeur groter dan in het randgebied nabij de eerste langsrand.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een betontegel, alsmede een set betontegels, kennelijk geschikt en bestemd als betontegel voor een bermverharding volgens de uitvinding.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht op een eerste voorbeelduitvoering van een wegdekgedeelte volgens de uitvinding, in de vorm van een bermverharding;
Figuren 2A-E respectievelijk een schuin bovenaanzicht op een uitgewerkt voorbeeld van een bermverharding volgens de uitvinding, een bovenaanzicht, een eindaanzicht, een dwarsdoorsnede volgens lijn II D en een dwarsdoorsnede volgens lijn II E; en
Figuren 3A en 3B een bovenaanzicht op een weg met een bermverharding volgens figuren 2A-E en een dwarsdoorsnede daarvan.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bermverharding 1 van figuur 1 omvat een aantal betonblokken 2,3,4 en 5, die op repeterende wijze op elkaar aansluiten, in rijrichting A beschouwd blokken 2+5, blokken 3+4, blokken 2+5, blokken 3+4, etcetera. De blokken 2-5 zijn op hun bovenzijde 2a voorzien van langwerpige verhevenheden in de vorm van ribbels 8a-b, die in hoofdzaak niet parallel aan elkaar lopen. Aan hun langsranden 2c en 3c zijn de blokken 2 en 3 voorzien van een langsribbel 6, voor aansluiting op een rijwegdek.
De ribbels 8a-d zijn samengesteld uit in eikaars verlengde gelegen, op elkaar aansluitende ribbelgedeelten, zoals ribbel 8a van gedeelte 8a1 op blok 2, gedeelte 8a2 op blok 3, gedeelte 8a3 op blok 4 en gedeelte 8a4 op blok 5.
Ribbel 8b is opgebouwd uit gedeelte 8b1 op blok 2, en gedeelte 8b2 op blok 4.
Ribbel 8c is opgebouwd uit gedeelte 8c1 op blok 2 en gedeelte 8c2 op blok 4.
Ribbel 8d is opgebouwd uit gedeelte 8d1 op blok 3, gedeelte 8d2 op blok 2 en gedeelte 8d3 op blok 5.
De ribbelgedeelten 8a1, 8b1, 8c1 en 8d1 komen met respectievelijk ribbelhoeken α,β,γ en δ uit op de randen 2c,3c, welke liggen in het bereik van 20-40 graden met rijrichting A, .voorzien zijn van langsribbels 6 en een eerste langsrand vormen. Aan de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding, in de blokken 4 en 5, maken de ribbelgedeelten 8a4, 8b2, 8c2 en 8d3 ribbelhoeken in het bereik van 80-90 graden met de rijrichting A. De ribbels strekken zich alle uit van de eerste langsrand naar de tweede langsrand.
Te zien is dat de ribbels langs hun lengte vloeiend gebogen zijn en in kromteteken kunnen wisselen. Te zien is dat de hart-op-hartafstand s1, s2, s3, en s4 tussen de ribbels volgens een lijn parallel aan de rijrichting A varieert. Dit geldt ook voor andere lijnen parallel aan rijrichting A, zodat de variatie optreedt in nagenoeg elke langsdoorsnede parallel aan rijrichting A.
De blokken 2-5 zijn voorzien van drainage- en doorgroeigaten 7 en in hun randen van hol-dol vormen 9 en 10.
De blokken liggen in een halfsteensverband en kunnen bijvoorbeeld de volgende afmetingen Ixbxh hebben: blokken 2 en 4: 40x40x12 cm en blokken 3 en 5: 40x20x12 cm. De ribbelhoogte kan bijvoorbeeld 0,5-2 cm zijn.
In figuren 2A-E zijn de blokken 2-5 verder uitgewerkt. Te zien is dat de ribbels 8a-d lokaal althans deels kunnen zijn onderbroken door gaten 7, maar in hoofdzaak doorlopend zijn, in het bijzonder in relatie tot het gebruik in ondersteuning van de banden van een motorvoertuig.
Voorts is te zien dat de hoogte waarover de ribbels 8a-d uitsteken vanaf de bovenzijde 2a grater wordt naarmate de ribbel zich verder van de zijden 2c,3c bevindt, vergelijk doorsneden II D en II E. De hoogte over alles (h) van de blokken 2-5 blijft in dwarsrichting B gelijk, maar de bovenzijde 2a-5a loopt in die richting af, zie figuur 2C. Zoals te zien in figuren 2C, 2D en 2 E is de blokdikte d1 (zonder ribbel) grater dan blokdikte d2 en die is weer iets grater dan blokdikte d3 in de rand 5dln het bovenste gedeelte zijn de ribbels in doorsnede gelijk.
De ribbels hebben een platte bovenzijde, welke in een horizontaal vlak H2 gelegen zijn dat parallel is aan de vlakke onderzijdes 2b-5b van de blokken 2-5, horizontaal vlak H1.
In figuur 2E zijn niet alleen de hart-op-hart-afstanden s1,2 weergegeven, maar ook de tussenafstanden t1,2 en de afstanden v1,2 tussen de voorste kanten/randen van de ribbels In dit geval zijn de ribbels in doorsnede zowat congruent, en verschillen zowel s1 en s2 onderling, t1 en t2 onderling als v1 en v2 onderling. Het contactmoment van een in vlak II E over de berm rijdende autoband zal daarmee variéren.
In het geval van opeenvolgende ribbels met ongelijke doorsnede kunnen bijvoorbeeld wel de tussenafstanden t1,t2 onderling gelijk zijn, maar kunnen de h.o.h. afstanden s1,s2 onderling verschillen alsook de afstanden tussen de voorste randen/kanten v1,v2 onderling verschillen. Alternatief is het dan mogelijk dat wel de h.o.h. afstanden s1,s2 onderling gelijk zijn, maar dat de tussenafstanden t1 ,t2 onderling verschillen alsook de afstanden v1 ,v2 tussen de voorste randen/kanten onderling verschillen. Alternatief is het dan mogelijk dat wel de afstanden v1,v2 tussen de voorste randen/kanten onderling gelijk zijn, maar dat de tussenafstanden t1,t2 onderling verschillen alsook de h.o.h. afstanden s1,s2 onderling verschillen.
In de figuren 3A en 3B is als voorbeeld getoond hoe een wegdek 100 kan zijn opgebouwd met een berm 102 van wegdekgedeeltes 1, aangelegd aan weerszijden van een rijweg 101. De rijrichtingen A volgen de weghartlijn S. In dit geval heeft de rijweg 101 twee tegengestelde rijbanen, waarbij de wegdekgedeeltes 1 met de ribbels in beide rijrichtingen overeenkomstig gericht zijn. In geval van een rijweg met een enkele rijbaan maar wel met tweerichtingsverkeer kan dezelfde opstelling toegepast worden. De rijrichting volgens de conclusies dient dan gerelateerd te worden aan de rechterberm, wanneer het verkeer zoals in Nederland rechts houdt en aan de linkerberm indien het verkeer, zoals in UK, links houdt.
Zoals te zien in de figuren 3A en 3B wordt de afloop van water in dwarsrichting B bevorderd door de vorming van kanalen tussen de ribbels en de aflopende bovenzijden van de blokken 2-5.
Wanneer een motorvoertuig met de banden van de rijweg 101 geraakt zullen de banden over de ribbels 8a-d rijden. Door de varierende ribbelafstanden en daardoor de variatie in contactmomenten band-ribbel in rijrichting A wordt daarbij een geluid gegenereerd met verschillende frequenties. De variatie van dat geluid wordt verder bevorderd door de variatie van de oriéntatie van de ribbels in dwarsrichting B. Hierdoor wordt het geluid minder storend voor in de omgeving aanwezige personen, in het bijzonder omwonenden. Door de toenemende ribbelhoek naar de tweede langsrand toe wordt de ribbelafstand vergroot, hetgeen bij contact met de ribbels als irritant zal worden ervaren en dus een signaalfunctie verschaft. Een signaalfunctie wordt ook verschaft doordat de ribbelhoogte in de dwarsrichting weg van de rijweg 101 toeneemt.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (41)

1. Wegdekgedeelte voor in een rijrichting rijdend rijverkeer, uitgevoerd als een uit betontegels samengestelde bermverharding naast een hoofdrijbaan, waarbij het wegdekgedeelte een rijoppervlak heeft voor ondersteuning van de banden van het rijverkeer, waarbij het rijoppervlak een ribbelpatroon omvat dat gevormd is door een aantal ribbels of ribben, welke ribbels in rijrichting beschouwd op ribbelafstanden van elkaar gelegen zijn, met het kenmerk, dat, beschouwd in een verticaal vlak van doorsnede parallel aan de rijrichting, de onderlinge ribbelafstanden variéren.
2. Wegdekgedeelte volgens conclusie 1, waarbij de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand van de ribbels en/of de afstanden tussen de voorste randen/kanten van de ribbels van elk paar opeenvolgende ribbels afwijkt van de tussenafstand van de ribbels van het daaropvolgend paar van opeenvolgende ribbels.
3. Wegdekgedeelte volgens conclusie 1 of 2, waarbij, beschouwd in een verticaal vlak van doorsnede parallel aan de rijrichting, de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstanden en/of de tussenafstanden van de ribbels en/of de afstanden tussen de voorste randen/kanten van de ribbels variéren volgens een zich in rijrichting repeterend patroon.
4. Wegdekgedeelte volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de ribbels in hoofdzaak dezelfde doorsnede hebben, althans voor een bovenste gedeelte daarvan.
5. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ribbels toppen hebben, waarbij de toppen van de ribbels in rijrichting beschouwd op een horizontale lijn gelegen zijn.
6. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ribbels toppen hebben, waarbij de toppen van de ribbels in een horizontaal vlak gelegen zijn.
7. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ribbels een convexe bovenzijde hebben.
8. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 1-6, waarbij de ribbels een vlakke bovenzijde hebben.
9. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans een aantal ribbels onder van 0 graden en/of van 90 graden afwijkende ribbelhoeken staan ten opzichte van de rijrichting.
10. Wegdekgedeelte volgens conclusie 9, waarbij de ribbelhoeken over de lengte van de ribbels constant zijn.
11. Wegdekgedeelte volgens conclusie 9 of 10, waarbij de ribbelhoeken kleiner zijn dan 45 graden, waarbij de ribbelhoeken bij voorkeur in het bereik van 15-45 graden liggen.
12. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 9-11, waarbij van althans een aantal ribbels de ribbelhoeken over de lengte van de ribbels variéren.
13. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ribbels over althans nagenoeg hun gehele lengte parallel aan elkaar zijn.
14. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 8-13, waarbij van althans een paar naast elkaar gelegen ribbels de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand en/of de afstand tussen de voorste randen/kanten van de ribbels varieert, langs althans een deel van de lengte van dat paar ribbels.
15. Wegdekgedeelte volgens conclusie 14, waarbij de ribbelafstand, in het bijzonder de hart-op-hartafstand en/of de tussenafstand en/of de afstand tussen de voorste randen/kanten van de ribbels althans nagenoeg doorlopend varieert.
16. Wegdekgedeelte volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ribbels langs hun lengte gebogen gedeeltes hebben.
17. Wegdekgedeelte volgens conclusie 16, waarbij de ribbels gebogen gedeeltes hebben met positief teken en gebogen gedeeltes met negatief teken.
18. Wegdekgedeelte volgens conclusie 16 of 17, waarbij de ribbels over hun lengte een vloeiend verloop hebben.
19. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 1-18, , waarbij de ribbels zich uitstrekken van een eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding naar de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding
20. Wegdekgedeelte volgens conclusie 19, waarbij de ribbels gevormd zijn als verhevenheden van de betontegels, als één geheel daarmee gevormd.
21. Wegdekgedeelte volgens conclusie 19 of 20, wanneer afhankelijk van conclusie 12, waarbij de ribbelhoek aan de eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding afwijkt van, bij voorkeur kleiner is dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding.
22. Wegdekgedeelte volgen conclusie 21, waarbij de ribbelhoek nabij de wegverharding ligt in het bereik van 0-60 graden en nabij de tegengestelde rand van de bermverharding ligt in het bereik van 70-110 graden, bij voorkeur ongeveer 90 graden.
23. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 19-22, waarbij de betontegels die aansluiten op de wegverharding aldaar in rijrichting een gestrekte verhoogde (ribbel)rand hebben.
24. Wegdekgedeelte volgens conclusie 23, waarbij de betontegels aan hun andere randen voorzien zijn van in elkaar passende hol-dol vormen.
25. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 19-24, waarbij de ribbels zodanig op de betontegels zijn gelegen dat zij ter plaatse van de overgangen van twee op elkaar aansluitende betontegels in eikaars verlengde liggen, in het bijzonder althans nagenoeg op elkaar aansluiten.
26. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 19-25, waarbij de betontegels gelegd zijn in opeenvolgende dwarsreeksen, met tussen de betontegels dwars op de rijrichting staande dwarsvoegen en parallel aan de rijrichting gerichte langsvoegen, waarbij de dwarsvoegen over de bermverhardingsbreedte doorlopend zijn en de langsvoegen steeds per volgende dwarsreeks versprongen gelegen zijn.
27. Wegdekgedeelte volgens conclusie 26, waarbij betontegels in twee maten zijn gebruikt, met in rijrichting gelijke lengtes en dwarsrichting respectievelijk een halve en een hele tegelbreedte, waarbij de verspringing overeenkomt met een halve tegelbreedte.
28. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 19-27, waarbij de betontegels een vlakke onderzijde hebben, waarbij de toppen van de ribbels in een vlak gelegen zijn dat evenwijdig is aan de onderzijde.
29. Wegdekgedeelte volgens conclusie 28, waarbij de ribbels uitsteken vanaf een bovenzijde van de betontegel, waarbij de bovenzijde afloopt in dwarsrichting weg van de wegverharding.
30. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 19-29, waarbij de hoogte van de ribbels toeneemt in een dwarsrichting weg van de wegverharding.
31. Wegdekgedeelte volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de bermverharding aan een eerste langsrand aansluit aan een rijwegdek en een tegengestelde tweede langsrand bezit, waarbij de onderlinge ribbelafstanden in het randgebied nabij de tweede langsrand afwijkt van, bij voorkeur groter is dan in het randgebied nabij de eerste langsrand.
32. Wegdekgedeelte volgens conclusie 31, waarbij de ribbels zich uitstrekken van de eerste langsrand naar de tweede langsrand.
33. Wegdekgedeelte volgens conclusie 31 of 32, waarbij de ribbels ribbelhoeken maken met de rijrichting, waarbij de ribbelhoek aan de eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding afwijkt van, bij voorkeur kleiner is dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding, waarbij de ribbelhoek nabij de tweede langsrand bij voorkeur ongeveer 70-110 graden bedraagt, bij voorkeur ongeveer 90 graden.
34. Wegdekgedeelte volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de bermverharding aan een eerste langsrand aansluit aan een rijwegdek en een tegengestelde tweede langsrand bezit, waarbij de ribbels ribbelhoeken maken met de rijrichting, waarbij de ribbelhoek aan de eerste langsrand van de bermverharding nabij de wegverharding afwijkt van, bij voorkeur kleiner is dan de ribbelhoek nabij de tweede, tegengestelde langsrand van de bermverharding, waarbij de ribbelhoek nabij de tweede langsrand bij voorkeur ongeveer 70-110 graden bedraagt, bij voorkeur ongeveer 90 graden.
35. Wegdekgedeelte volgens conclusie 34, waarbij de ribbels zich uitstrekken van de eerste langsrand naar de tweede langsrand.
36. Wegdekgedeelte volgens conclusie 35, waarbij de onderlinge ribbelafstanden in het randgebied nabij de tweede langsrand afwijkt van, bij voorkeur groter is dan in het randgebied nabij de eerste langsrand.
37. Wegdekgedeelte volgens één der conclusies 34-36, voorzien van de kenmerkende aspecten beschreven in één of meer der conclusies 1-30.
38. Betontegel kennelijk geschikt en bestemd als betontegel voor een bermverharding volgens één der conclusies 19-30, 31-37.
39. Set van betontegels kennelijk geschikt en bestemd als betontegels voor een bermverharding volgens één der conclusies 19-30, 31-37.
40. Wegdekgedeelte voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
41. Betontegel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o-
NL1040824A 2014-05-30 2014-05-30 Wegdekgedeelte. NL1040824B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040824A NL1040824B1 (nl) 2014-05-30 2014-05-30 Wegdekgedeelte.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040824A NL1040824B1 (nl) 2014-05-30 2014-05-30 Wegdekgedeelte.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1040824A NL1040824A (nl) 2016-02-15
NL1040824B1 true NL1040824B1 (nl) 2016-06-27

Family

ID=51302730

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1040824A NL1040824B1 (nl) 2014-05-30 2014-05-30 Wegdekgedeelte.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1040824B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH08246406A (ja) * 1995-01-12 1996-09-24 Nippon Video Center:Kk 道路施工方法
CZ290399B6 (cs) * 1998-12-30 2002-07-17 Blastrak-Morava, Spol. S R. O. Povrchová úprava vozovky
US20040253053A1 (en) * 2003-06-10 2004-12-16 Shyh-Jye Wang Roadway shoulder rumble strips apparatus
NL2008267C2 (nl) * 2012-02-09 2013-08-14 Morssinkhof Groep B V Verbeterde grasbetontegel.

Also Published As

Publication number Publication date
NL1040824A (nl) 2016-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5073061A (en) Industrial restraint edging system for segmented paving units
NL1040824B1 (nl) Wegdekgedeelte.
NL1041602B9 (nl) Wegdekgedeelte in de vorm van wildrooster.
JP3900500B1 (ja) 構造物の目地の構造
KR101256341B1 (ko) 길어깨 보호수단을 갖는 도로 경계 이음부 설치 구조 및 그 시공방법과, 도로 경계 이음부 설치용 콘크리트 도로포장장치의 사이드 폼 성형장치
JP4663442B2 (ja) 横断歩道用防滑ライナー
JP6067661B2 (ja) 防草構造
NL2008267C2 (nl) Verbeterde grasbetontegel.
KR101843988B1 (ko) 횡단보도 진출입로의 도로경계석
DE102010061119A1 (de) Profiliert geneigtes Rinnensteinsystem
RU2417282C1 (ru) Бордюр дорожный наращиваемый
CN105926407A (zh) 一种高速公路渗水结构
KR100734468B1 (ko) 바닥포장용 블럭
KR100589444B1 (ko) 건축구간 부대시설용 보도블록 설치구조
CN206666973U (zh) 一种用于路面排水的沥青混凝土路面横向刻槽结构
RU2528073C1 (ru) Конструкция дорожной одежды
NL2028281B1 (en) Shaped block for separating traffic routes of different road users
JP7291450B1 (ja) 歩車道境界ブロックによるセミフラット街渠
JP3227102U (ja) 側溝埋設舗装道路の路盤構造
KR102235093B1 (ko) 토사유실 차단패널
JP7124188B1 (ja) セミフラット街渠用縁石付き蓋掛けu形側溝
RU2640609C1 (ru) Завышенный самофиксирующийся бордюрный камень
CN216712600U (zh) 一种市政道路设计防滑结构
KR200212558Y1 (ko) 인터록킹형 도로 경계블록
JP3221927U (ja) 防草機能付ブロック