NL1031990C1 - Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat. - Google Patents

Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat. Download PDF

Info

Publication number
NL1031990C1
NL1031990C1 NL1031990A NL1031990A NL1031990C1 NL 1031990 C1 NL1031990 C1 NL 1031990C1 NL 1031990 A NL1031990 A NL 1031990A NL 1031990 A NL1031990 A NL 1031990A NL 1031990 C1 NL1031990 C1 NL 1031990C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
passive
light
granulate
emitting
granules
Prior art date
Application number
NL1031990A
Other languages
English (en)
Inventor
Harrie Maurice Loevenstein
Original Assignee
Aridvice Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aridvice Beheer B V filed Critical Aridvice Beheer B V
Priority to NL1031990A priority Critical patent/NL1031990C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1031990C1 publication Critical patent/NL1031990C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B3/00Devices or single parts for facilitating escape from buildings or the like, e.g. protection shields, protection screens; Portable devices for preventing smoke penetrating into distinct parts of buildings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/104Treads
    • E04F2011/1046Miscellaneous features of treads not otherwise provided for
    • E04F2011/1048Miscellaneous features of treads not otherwise provided for with lighting means
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2290/00Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for
    • E04F2290/02Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets
    • E04F2290/026Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets for lighting

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Description

Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze waarmee geslepen oppervlakken, waaronder vloeren en plaatmateriaal, voorzien kunnen worden van passief-lichtgevende eigenschappen ten behoeve van veiligheid of decoratie.
10 Met name passief-lichtgevende veiligheidssignalering heeft als voordeel dat het geen onderhoud vergt in tegenstelling tot beduidend duurdere, van accu's of noodaggregaten afhankelijke, aan plafonds bevestigde actieve noodverlichtingen. Bovendien is de bedrijfszekerheid van passief-lichtgevende producten momenteel voor 15 minimaal 10 jaar gegarandeerd.
Toepassing van passief-lichtgevende signalering in vloeroppervlakken is doeltreffend in noodsituaties met lichtuitval, waarbij men intuïtief naar beneden op de vloer kijkt. Extra vloersignaleringen 20 kunnen aldus evacuaties bevorderen en paniekvorming tegengaan. Dit geldt in het bijzonder voor ruimtes met plafonds hoger dan 4 meter, waarbij normaliter hoog geplaatste (accu)noodverlichtingen het vloeroppervlak onvoldoende verlichten. In vloeren verwerkte elektrische lichtsystemen, onder andere op basis van LED-technieken, 25 zijn kostbaar in aanleg en blijven afhankelijk van elektriciteit, die bij calamiteiten kan uitvallen.
Bestaande werkwijzen waarmee (vloer)oppervlakken lichtgevend kunnen worden gemaakt bestaan ondermeer uit het aanbrengen van verven en 30 gietharsen op basis van fotoluminescerende pigmenten.
Nalichtingssterkte van enig belang per oppervlakeenheid vereist een voldoende hoge dekkingsgraad van fotoluminescerende pigmenten, hetgeen bij grote oppervlakken prijstechnisch ongunstig is.
Ook worden passief-lichtgevende stickers, tapes of plaatmaterialen 35 bovenop (vloer)oppervlakken aangebracht. Dergelijk aangebrachte producten kunnen echter loslaten en bij vloerapplicaties aanleiding geven tot struikelen, waardoor tijdens evacuaties gevaarlijke situaties ontstaan.
1031990 2
Met name op vloeroppervlakken aangebrachte passief-lichtgevende plaatmaterialen, coatings of stickers zijn onderhevig aan slijtage en vervuiling, of vallen ten prooi aan vandalisme, waarbij de effectiviteit van dergelijke veiligheidssignaleringen achteruit kan 5 gaan met alle gevaarlijke gevolgen van dien. Daarom verdient het de voorkeur om passief-lichtgevend materiaal niet bovenop een vloer aan te brengen, maar deze in de vloer te integreren. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van keramische tegels op basis van fotoluminescerende pigmenten, hoewel de lichtgevende werking als gevolg van de hoge 10 procestemperaturen tijdens de fabricage nadelig wordt beïnvloed.
Vooral in representatieve ruimtes wordt de typisch grauw geelgroene aanblik van egaal passief-lichtgevende oppervlakken onder normale lichtomstandigheden als weinig esthetisch ervaren. Dit belangrijke 15 gegeven resulteert in grote terughoudendheid bij de inzet van buitengewoon effectieve, passief-lichtgevende veiligheidsproducten.
De inventieve werkwijze komt bovengenoemde bezwaren tegemoet. De uitvinding is gebaseerd op het feit dat passief-lichtgevend granulaat 20 verspreid geïntegreerd wordt in beoogde (vloer)oppervlakken, waarbij granulaatkorrels afzonderlijk gekenmerkt worden door een acceptabele nalichtingssterkte.
Het passief-lichtgevend granulaat bestaat uit transparant, korrelvormig dragermateriaal, voorzien van passief-lichtgevende 25 pigmenten en omgeven met een niet-lichtgevende opake afdeklaag. Geïntegreerd in de matrix van een (vloer)oppervlak, zal na (vlak)slijpen, schuren of polijsten van dit oppervlak naast enig dragermateriaal ook een deel van de opake afdeklaag verwijderd worden, zodat de lichtgevende eigenschappen van het in dit (vloer)oppervlak 30 verspreide passief-lichtgevend granulaat geactiveerd worden.
Dit granulaat, desgewenst in een bepaald patroon verspreid, worden door een toeschouwer vanaf een meter afstand als één geheel ervaren, vergelijkbaar met beeldpunten in een gerasterde foto, die samen een totaalbeeld oproepen.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat met een relatief beperkte hoeveelheid in passief-lichtgevend granulaat verwerkte fotoluminescerende pigmenten grotere 35 3 (vloer)oppervlakken behandeld worden met behoud van voldoende nalichting in het donker.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als 5 kenmerk dat fotoluminescerende pigmenten op basis van zinksulfide, aluminiumoxide, boronoxide, calciumoxide, europiumoxide, strontiumoxide, strontiumaluminaat, dan wel andere stoffen met fotoluminescerende of fosforescerende eigenschappen, verwerkt zijn in of op een dragermateriaal. Middels deze werkwijze is het doorgaans 10 kwetsbare fotoluminescerende pigment verwerkbaar in andere media zoals cement en epoxy- of polyurethaanhars.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat het passief-lichtgevend granulaat ingebed is in een 15 matrix, waardoor in bedoeld granulaat verwerkte fotoluminescerende pigmenten duurzaam zijn ingesloten en niet blootgesteld worden aan externe factoren, zoals vocht en intensief gebruik, die de nalichtende werking nadelig kunnen beïnvloeden.
20 Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat het passief-lichtgevend granulaat, indien verwerkt in een harde matrix, zoals cement, bij voorkeur bestaat uit hard dragermateriaal, zoals glas of kwarts, of, indien verwerkt in een zachtere matrix, zoals kunststoffen en rubbers, ook kan bestaan uit 25 kunststofmaterialen, zoals styreen, acrylaat, polymethylmetacrylaat, polycarbonaat, polyurethaan, epoxy of (synthetische) rubbers. Bij gebruik van glas, en van kwarts in het bijzonder, kunnen fotoluminescerende pigmenten ondermeer middels gangbare coating technieken worden aangebracht, terwijl pigmenten bij kunststof 30 dragermateriaal ondermeer ook op basis van gangbare extrusie technieken ingemengd kunnen worden.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat het passief-lichtgevend granulaat een doorsnede heeft van 35 een enkele millimeter tot enige centimeters, en als zodanig inzetbaar is bij de behandeling van (vloer)oppervlakken volgens gangbare applicatiemethoden zoals instrooien of inmengen.
Fotoluminescerende pigmenten worden bij voorkeur als coating op het korrelvormige dragermateriaal aangebracht, terwijl dergelijke 4 pigmenten met name bij kleinere korrelgroottes desgewenst ook gemengd in het dragermateriaal verwerkt kunnen worden. Tijdens het slijpproces zal dragermateriaal met daarin opgenomen passief-lichtgevende pigmenten verloren gaan, terwijl dergelijke pigmentverliezen, indien 5 als coating op het korrelvormige dragermateriaal aangebracht, aanzienlijk beperkt blijven.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat het korrelvormig dragermateriaal bij voorkeur transparant 10 is ten behoeve van een hoge nalichtingssterkte, dan wel translucent gekleurd, hetgeen van invloed is op de nalichtingskleur, alsmede de aanblik van het in het (vloer)oppervlak geïntegreerd passief-lichtgevend granulaat bij licht, op grond waarvan verwerkte fotoluminescerende pigmenten gemaskeerd worden.
15
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat de totale oppervlakte van een in een (vloer)oppervlak geïntegreerde passief-lichtgevend granulaatkorrel, veelal groter is dan de oppervlakte van de doorsnede van bedoelde korrel aan het 20 (vloer)oppervlak, zoals die zichtbaar wordt na het afslijpen.
Aangezien als zodanig meer fotoluminescerend pigment door licht kan worden opgeladen als op grond van enkel de oppervlakte van de doorsnede van een dergelijke granulaatkorrel verwacht zou mogen worden, wordt aldus een hogere nalichtingssterkte per granulaatkorrel 25 gerealiseerd.
Eenzelfde hoeveelheid pigment als verwerkt in een passief-lichtgevend granulaatkorrel, maar dan geconcentreerd op een oppervlak van gelijke grootte als dat van de doorsnede zoals dié ontstaat bij slijpen van bedoelde granulaatkorrel, zou minder nalichten dan volgens de beoogde 30 verwerkingswijze van het pigment, als gevolg van de geringe afstand tussen pigmentdeeltjes onderling, waarbij de lichttoetreding en lichtuittreding beperkt blijft door interne beschaduwing.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als 35 kenmerk dat de opake afdeklaag van het passief-lichtgevend granulaat bij voorkeur een witte kleur heeft, dat als reflectielaag dient om de lichtuitstraling van de passief-lichtgevende pigmenten te versterken. Dit effect is met name van belang in bij integratie van passief-lichtgevend granulaat in een donkerkleurige matrix van een 5 (vloer)oppervlak. In een lichtkleurige matrix kan een witte afdeklaag achterwege blijven.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als 5 kenmerk dat de opake afdeklaag van het passief-lichtgevend granulaat ten behoeve van een decoratief effect diverse kleuren kan aannemen, die ook zichtbaar zijn bij licht. Naarmate de concentratie fotoluminescerende pigmenten afneemt in of rondom het transparante dragermateriaal, wordt de kleur van de afdeklaag bepalend voor het 10 uiterlijk van het passief-lichtgevend granulaat bij licht. Dit kleureffect van de afdeklaag bij licht is ook duidelijker waarneembaar naarmate de coating van fotoluminescerende pigmenten minder egaal op het dragermateriaal is aangebracht, onder andere als gevolg van de onregelmatige korrelvorm, waardoor hogere concentraties pigment zich 15 ondermeer kunnen afzetten in kleine, ondiepe holtes van het dragermateriaal, terwijl de bollere vlakken minder gepigmenteerd blijven. Aldus kan de ongewenste geelgroene eigenkleur van fotoluminescerende pigmenten gemaskeerd worden met behoud van de nalichtende werking in het donker.
20 Als afdekkleur kan ook gebruik worden gemaakt van fluorescerende kleuren, opdat onder ultraviolet licht, zoals uitgestraald door zogenaamde 'black lights', een extra optisch effect kan worden bereikt.
25 Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat bedoeld passief-lichtgevend granulaat gemengd kan worden met andere niet-passief-lichtgevende doch gelijkvormige of gelijkkleurige granulaten desgewenst voorzien van een identieke afdeklaag, dan wel op ondergronden aangebracht met dezelfde dan wel 30 opzettelijk verschillende kleurtoon. Hierdoor kunnen esthetisch verantwoorde kleurcombinaties gemaakt worden, waarbij het bedoelde passief-lichtgevend granulaat in de (dag)licht situatie onopgemerkt kan blijven, maar bij plotseling lichtuitval als enig granulaat opvallend nalicht. Als zodanig kunnen decoratieve oppervlakken met een 35 terrazzo- of granietachtig uitstraling tevens voorzien worden van een veiligheidsfunctie. Naast vloer- en wandoppervlakken kunnen ook tegels en plaatmaterialen op deze wijze behandeld worden onder andere ten behoeve van aanrechten, balies of (design)meubels.
6
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat bedoeld passief-lichtgevend granulaat egaal over een oppervlak verspreid kan worden dan wel voor een gedeelte in de vorm van bijvoorbeeld lichtgevende belijningen, veiligheidssignaleringen 5 dan wel decoratieve patronen. Hierbij kan eenvoudig gebruik worden gemaakt van gangbare technieken met mallen en sjablonen.
Een gunstige realisatie volgens een aspect van de uitvinding heeft als kenmerk dat bedoeld passief-lichtgevend granulaat een integraal deel 10 van het te behandelen oppervlak vormt. Aldus vertonen oppervlakken naast een aanzienlijke vandalismebestendigheid, geen verschillen in stroefheid, waardoor bij verwerking als vloeroppervlak struikelen voorkomen wordt en buitensporig vuilaanhechting beperkt blijft. Bovendien vertonen dergelijke vloeroppervlakken, waaronder stenen 15 terrazzovloeren in het bijzonder, een hoge mate van slijtvastheid en verdragen zij een hoge puntdrukbelasting.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarbij: 20
Fig. IA in bovenaanzicht een geslepen oppervlak weergeeft waarin passief-lichtgevend granulaat verspreid is;
Fig. 1B in doorsnede dit geslepen oppervlak weergeeft;
Fig. 2A in bovenaanzicht een concaaf geslepen oppervlak weergeeft 25 waarin passief-lichtgevend en niet-lichtgevend granulaat verspreid is;
Fig. 2B in doorsnede dit concaaf geslepen oppervlak weergeeft;
Fig. 3A in doorsnede een schematisch detail weergeeft van een in een geslepen matrix geborgen granulaatkorrel, waarin 30 fotoluminescerende pigmenten gemengd zijn;
Fig. 3B in doorsnede een schematisch detail weergeeft van een in een geslepen matrix geborgen granulaatkorrel, die ontmanteld is met fotoluminescerende pigmenten;
Fig. 4 in doorsnede een detail weergeeft van een in een geslepen 35 matrix geborgen, onregelmatig gevormde granulaatkorrel met een ongelijkmatige dekking van fotoluminescerende pigmenten,;
Fig. 5A een ruimte weergeeft bij lichtomstandigheden, waar passief- lichtgevend granulaat deels onopvallend aangebracht is in een geslepen vloeroppervlak; 7
Fig. 5B deze ruimte weergeeft in het donker met een in het vloeroppervlak duidelijk opvallende, lichtgevende vluchtwegbegeleiding;
Fig. 6A een pad weergeeft van geslepen tegels, waarin passief-5 lichtgevend granulaat in diverse patronen verwerkt is;
Fig. 6B een trap weergeeft met geslepen treden, waarin passief-lichtgevend granulaat toegepast is; 10 Fig. IA geeft in bovenaanzicht een oppervlak weer, waarbij heterogeen verspreid, passief-lichtgevend granulaat 1 met een doorsnede van een enkele millimeter tot enige centimeters, is ingebed in een matrix 2, die vervolgens vlak is afgeslepen, zodat granulaat 1 deels aan de oppervlakte zichtbaar wordt. Door onderscheid te maken tussen 15 gedeelten van het totale oppervlak die wel en die niet voorzien zijn van passief-lichtgevend granulaat, kunnen vanaf één meter kijkafstand patronen herkenbaar worden gemaakt, zoals veiligheidsmarkeringen waaronder belijningen of pijlen, dan wel decoratieve voorstellingen.
20 Fig. 1B geeft in detail een doorsnede (a-a') van granulaat 1 weer, ingebed in matrix 2 die vervolgens vlak is afgeslepen. Matrix 2 bestaat uit voor (vloer)oppervlakken gebruikelijk materialen zoals cement of acrylaat, die mede bepalend zijn voor eigenschappen zoals hardheid, slijtvastheid en vlamwerendheid. Na slijpen kan het 25 oppervlak desgewenst voorzien worden van een toplaag 3 zoals een coating of impregneermiddel om oppervlakte-eigenschappen te beïnvloeden zoals waterafstotendheid, vuilwerendheid en stroefheid. De gebruikte toplaag dient voldoende doorschijnend te zijn om de nalichtende werking van het passief-lichtgevend granulaat te behouden. 30
Fig. 2A geeft in bovenaanzicht een oppervlak weer, waarbij heterogeen verspreid, passief-lichtgevend granulaat 1 en niet-lichtgevend granulaat 2, beide in diverse doorsneden variërend van een enkele millimeter tot enige centimeters, ingebed zijn in een matrix 3. Het 35 niet-lichtgevend granulaat 2 bestaan uit voor de in vloer- of wandoppervlakken gangbaar toegepaste toeslagmaterialen, waaronder marmer of kwarts in één of meerdere kleuren. Indien de daglicht kleuren van granulaat 2 vergelijkbaar zijn met die van granulaat 1, zal granulaat 1 nagenoeg onopgemerkt blijven, hoewel bij lichtuitval 8 granulaat 1, in tegenstelling tot granulaat 2, opvallend zal nalichten. Een dergelijke camouflage onder lichtomstandigheden is soms gewenst vanuit esthetisch oogpunt. Anderzijds kunnen door gebruik van juist contrasterend gekleurd granulaat 1 ten opzichte van granulaat 2, 5 ondermeer afbeeldingen zoals logo's of pictogrammen onder lichtomstandigheden worden weergegeven op wanden en vloeren.
Fig. 2B geeft in detail doorsnede a-a' van een desgewenst concaaf geslepen oppervlak weer, waarbij heterogeen verspreid, passief-10 lichtgevend granulaat 1 en niet-lichtgevend granulaat 2 ingebed zijn in een matrix 3, desgewenst voorzien van een toplaag 4, zoals nader omschreven in Fig. 1B.
Fig. 3A geeft in doorsnede een schematisch detail weer van een 15 passief-lichtgevend granulaat, zoals ingebed in een matrix 8. Bedoeld granulaat bestaat uit één of meerdere types van fotoluminescerende pigmenten, op basis van ondermeer zinksulfide, aluminiurnoxide, boronoxide, calciumoxide, europiumoxide, strontiumoxide, en strontiumaluminaat, verwerkt in een transparant dan wel translucent 20 gekleurd dragermateriaal 3, zoals glas, kwarts of acrylaat, dat vervolgens ommanteld is met een opake afdeklaag 2 met een dikte van hooguit een halve millimeter. De verschillende typen fotoluminescerende pigmenten worden gekenmerkt door verschillende passief-lichtgevende eigenschappen, zoals nalichtingssterkte, 25 nalichtingsduur en nalichtingskleur en kleur bij daglicht. Afhankelijk van praktijkomstandigheden en specifieke wensen kunnen één of meerdere fotoluminescerende pigmenten ingezet worden. De maximale concentratie van fotoluminescerende pigmenten in het dragermateriaal is van dien aard, dat enige doorschijnendheid gewenst blijft, opdat alle 30 ingesloten pigmenten (aan het oppervlak, 4, of dieper gelegen, 5) in meer of mindere mate kunnen bijdragen aan de nalichtende werking van bedoeld granulaat.
Als gevolg van het slijpen van matrix 8, zal eveneens afdeklaag 2 gedeeltelijk verwijderd worden (inclusief verlies aan enig 35 dragermateriaal 3 met daarin opgesloten fotoluminescerende pigmenten), zodat licht in- en uittreding gerealiseerd wordt aan slijpoppervlak 1. In verband met de bijdrage van dieper gelegen pigmenten in bedoeld granulaat, wordt aan het slijpoppervlak van een granulaatkorrel een hogere nalichtingssterkte gerealiseerd.
9
Een witte of ander lichtkleurige afdeklaag 2 versterkt de lichtuittreding, dat gegenereerd wordt na aanlichting van in het dragermateriaal aanwezige fotoluminescerende pigmenten. De afdeklaag dient als een reflectielaag om uittredend licht 6 te bundelen en 5 lichtabsorptie 7 door de matrix te beperken. Ten behoeve van decoratieve, dan wel ten opzichte van de matrix camouflerende doeleinden kunnen ook andere, (donker)kleurige afdeklagen worden gebruikt, die weliswaar een geringere reflecterende werking hebben.
10 Fig. 3B geeft in doorsnede een schematisch detail weer van een passief-lichtgevend granulaat, zoals ingebed in een matrix 8. Granulaten bestaan uit een transparant dan wel translucent gekleurd dragermateriaal 4, zoals glas, kwarts of acrylaat, dat vervolgens ommanteld is met een coating bestaande uit fotoluminescerende 15 pigmenten 3, gevolgd door een opake afdeklaag 2.
Als gevolg van het slijpen van matrix 8, zal eveneens afdeklaag 2 gedeeltelijk verwijderd worden (inclusief verlies aan enig dragermateriaal 3, en overigens beperkt verlies aan fotoluminescerende pigmenten in vergelijking tot de situatie in Fig. 3A), zodat licht in-20 en uittreding gerealiseerd wordt aan slijpoppervlak 1.
In verband met de bijdrage van over het resterende granulaatoppervlak aanwezige fotoluminescerende pigmenten, wordt aan het slijpoppervlak van een granulaatkorrel een verhoogde nalichtingssterkte gerealiseerd. Een witte of ander lichtkleurige afdeklaag 2 versterkt de 25 lichtuittreding 5 dat gegenereerd wordt na aanlichting van in het dragermateriaal aanwezige fotoluminescerende pigmenten, door lichtreflectie 6 te bevorderen, en lichtabsorptie 7 te beperken. Ten behoeve van decoratieve, dan wel ten opzichte van de matrix camouflerende doeleinden kunnen ook andere, (donker)kleurige 30 afdeklagen worden gebruikt, die weliswaar een geringere reflecterende werking hebben.
Fig. 4 geeft in doorsnede een detail weer van een passief-lichtgevend granulaat, zoals verspreid in een matrix 8. Granulaten bestaan uit een 35 transparant dan wel translucent gekleurd dragermateriaal 4, zoals glas, kwarts of acrylaat, dat vervolgens ommanteld is met een coating bestaande uit fotoluminescerende pigmenten 3, gevolgd door een opake afdeklaag 2. Mede door het (desgewenst met opzet gecreëerde) onregelmatig gevormde oppervlak van een granulaatkorrel ontstaat een 10 ongelijkmatige verdeling van fotoluminescerende pigmenten langs het korreloppervlak, hetgeen kan leiden tot lokaal relatief grote ophopingen van pigmenten met sterk nalichtende eigenschappen.
Als gevolg van het slijpen van matrix 8, zal eveneens afdeklaag 2 5 gedeeltelijk verwijderd worden (inclusief enig dragermateriaal 4, met overigens zeer beperkt verlies aan fotoluminescerende pigmenten in vergelijking tot de situatie in Fig. 3A en 3B), zodat licht in- en uittreding gerealiseerd wordt aan slijpoppervlak 1.
Een witte of ander lichtkleurige afdeklaag 2 versterkt de 10 lichtuittreding dat gegenereerd wordt na eerdere aanlichting van in het drager materiaal aanwezige fotoluminescenerende pigmenten, door lichtreflectie 6 te bevorderen, en lichtabsorptie 7 te beperken. In verband met de heterogene dekking van het oppervlak met fotoluminescerende pigmenten, is bij de daglicht situatie de kleur van 15 de afdeklaag 2 zichtbaar, terwijl passief-lichtgevende eigenschappen van het granulaat behouden blijft. Door kleurvariaties van de afdeklaag zijn granulaten in verschillende daglichtkleuren te realiseren, hetgeen ondermeer extra mogelijkheden biedt om de normaliter minder esthetische eigenkleur van fotoluminescerende 20 pigmenten te camoufleren. Bovendien kan aan passief-lichtgevende granulaten extra eigenschappen worden toegevoegd, door bijvoorbeeld een fluorescerende kleur in de afdeklaag te verwerken, die sterk oplicht onder invloed van ultraviolet licht ('black light').
25 Fig. 5A geeft een ruimte met een nooduitgang 5 weer, waartoe een aantal passief-lichtgevende veiligheidsvoorzieningen getroffen zijn. Afhankelijk van het type vloeren zijn lijnmarkeringen 1 met richtingselementen 2 aangebracht bestaande uit heterogeen verspreid, passief-lichtgevend granulaat. Afhankelijk van de kleur van het niet-30 lichtgevende deel van het vloeroppervlak kan het passief-lichtgevend granulaat onopgemerkt blijven in de daglicht situatie. Soms echter kan juist een combinatie met contrasterende niet-lichtgevend granulaat 4 gewenst zijn om op deze wijze een vloerpictogram te realiseren, die behalve in de lichtsituatie ook in de donkersituatie informatie 35 verschaft middels passief-lichtgevend granulaat 3 over de locatie van de nooduitgang 5.
11
Fig. 5B toont de ruimte zoals weergegeven in Fig. 5A in het donker, waarbij genoemde passief-lichtgevende voorzieningen, 1,2, en 3 nu wel opvallen.
5 Fig. 6A geeft diverse tegels weer, die geheel of gedeeltelijk voorzien zijn van heterogeen verspreid, passief-lichtgevend granulaat 1 tegenover een niet-lichtgevende, veelal contrasterende achtergrond 2. In de tegels zijn diverse patronen aan te brengen, waaronder voetafdrukken en pictogrammen. Tegels kunnen als plavuizen op de vloer 10 of als wandtegels in gebouwen worden geplaatst ter decoratie of ten behoeve van de veiligheid. In de buitensituatie kan een pad 3 bestaande uit tegels waarin passief-lichtgevend granulaat verwerkt is in onverlichte situaties, zoals donkere stegen, bijdragen tot een veiliger gevoel.
15
Fig. 6B geeft een trap weer bestaande uit treden waarin passief-lichtgevend granulaat 1 heterogeen verspreid is in diverse patronen tegenover een niet-lichtgevende, desgewenst onder lichtomstandigheden contrasterende achtergrond 2.
20 1031990

Claims (17)

1. Werkwijze voor het bevorderen van fotolurainescerende of fosforescerende eigenschappen van oppervlakken ten behoeve van 5 veiligheidssignalering of ter decoratie, met het kenmerk dat, passief-lichtgevend granulaat, voorzien van een opake, optisch actieve afdeklaag, ingebed is in een matrix, die na gedeeltelijke afslijpen en eventueel polijsten lichtgevende eigenschappen verkrijgt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, passief- lichtgevend granulaat verwerkbaar is in uiteenlopende matrices, bestaande uit ondermeer cement, of opake dan wel transparante of translucente kunststoffen, zoals acrylaten, polyurethanen, epoxies of polyesterharsen. 15
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, passief-lichtgevend granulaat verwerkbaar is in diverse oppervlakken, waaronder plaatmaterialen en vloeroppervlakken, zoals terrazzovloeren en gietvloeren. 20
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, passief-lichtgevend granulaat verwerkbaar is in vloerdelen, waaronder tegels en traptreden.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, passief- lichtgevend granulaat verwerkbaar is in oppervlakken van meubilair.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, de in de matrix verspreide, passief-lichtgevende granulaatkorrels, afhankelijk 30 van onderlinge samenhang als geheel een betekenisvolle vorm kunnen aannemen, typisch herkenbaar als passief-lichtgevende belijning, pictogram of markering anderszins.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, de passief-35 lichtgevende granulaatkorrels, afhankelijk van de kleur en structuur van het matrixmateriaal, of van de kleur van de gebruikte afdeklaag, of van de combinatie met niet-lichtgevende, desgewenst gelijkvormige toeslagmaterialen zoals kwarts, marmer, graniet, acrylaat of glas, met opzet niet opvallen onder lichtomstandigheden. 1031990
8. Passief-lichtgevende granulaatkorrels, verdeeld over geslepen oppervlakken, die door deze oppervlaktebewerking fotoluminescerende of fosforescerende eigenschappen verkrijgen, met het kenmerk, dat 5 bedoelde granulaatkorrels bestaan uit dragermateriaal, voorzien van passief-lichtgevende pigmenten, alsmede een opake, optisch actieve afdeklaag.
9. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusie 8, met 10 kenmerk dat, zij in doorsnede variëren van een enkele millimeter tot enige centimeters.
10. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusie 8, met kenmerk dat, zij fotoluminescerende pigmenten bevatten, ondermeer op 15 basis van zinksulfide, alurniniumoxide, boronoxide, calciumoxide, europiumoxide, strontiumoxide of strontiumaluminaat.
11. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusie 8, met kenmerk dat, dragermateriaal, zoals glas, kwarts of acrylaat, 20 transparant dan wel translucent gekleurd is om fotoluminescerende eigenschappen te kunnen waarnemen.
12. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusies 8, 10 en 11, met kenmerk dat, fotoluminescerende pigmenten ingesloten zijn in 25 bedoeld dragermateriaal.
13. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusies 8, 10 en 11, met kenmerk dat, fotoluminescerende pigmenten als coating zijn aangebracht op bedoeld dragermateriaal met een laagdikte van hooguit 30 een halve millimeter.
14. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusies 8, 12 en 13, met kenmerk dat, nalichting van een granulaatkorrel in het donker sterker is dan op basis van eenzelfde hoeveelheid pigmenten 35 gerealiseerd zou worden, indien enkel geconcentreerd op het slijpoppervlak van bedoelde granulaatkorrel.
15. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusies 8, 10 en 11, met kenmerk dat, de fotoluminescerende coating ongelijkmatig verdeeld is over het dragermateriaal zodat de kleur van de opake afdeklaag van invloed is op het uiterlijk van bedoelde korrels na gedeeltelijk afslijpen.
16. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusie 8, met kenmerk dat, de optisch actieve afdeklaag hooguit een halve millimeter dik is en bij voorkeur een witte dan wel lichte kleur heeft, om interne lichtreflectie in het dragermateriaal te bevorderen en als zodanig een sterkere nalichting van bedoelde granulaatkorrels in het 10 donker.
17. Passief-lichtgevende granulaatkorrels volgens conclusie 8, met kenmerk dat, de optische actieve afdeklaag fluorescerende pigmenten in diverse kleurtonen bevat, met een hoge attentiewaarde onder ultra 15 violet licht. 1031990
NL1031990A 2006-06-12 2006-06-12 Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat. NL1031990C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031990A NL1031990C1 (nl) 2006-06-12 2006-06-12 Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031990A NL1031990C1 (nl) 2006-06-12 2006-06-12 Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat.
NL1031990 2006-06-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031990C1 true NL1031990C1 (nl) 2007-12-13

Family

ID=39018102

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031990A NL1031990C1 (nl) 2006-06-12 2006-06-12 Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1031990C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016062873A1 (en) * 2014-10-23 2016-04-28 Italcementi S.P.A. Photoluminescent cementitious compositions based on hydraulic binders particularly suitable for use in safety signs

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016062873A1 (en) * 2014-10-23 2016-04-28 Italcementi S.P.A. Photoluminescent cementitious compositions based on hydraulic binders particularly suitable for use in safety signs

Similar Documents

Publication Publication Date Title
TWI296337B (en) Luminescence face body structure
US6696126B1 (en) Visual-tactile signage
CN100453616C (zh) 夜光及发光性人造石及其结构体
US7291288B2 (en) Artificial stone and formation therefor
CN1240029A (zh) 逆反射板
WO2004024444A1 (ja) 発光膜被覆物品
JP2012502122A (ja) 発光素子およびその製造方法
JP2010008624A (ja) 蓄光性と防滑性を有する視線誘導シート
NL1031990C1 (nl) Werkwijze voor het beïnvloeden van optische eigenschappen van in geslepen oppervlakken verwerkte fotoluminescerend granulaat.
EP1217144B1 (en) Anti-skid glass pane for construction, lighting engineering and decoration, space illumination module using the pane and method for fabricating the pane
JP2009208367A (ja) 積層体
JP4067170B2 (ja) 人造石成形体
JP4007290B2 (ja) 発光膜被覆物品
NL1027587C1 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van heterogeen verspreid lichtgevend materiaal op diverse oppervlakken.
NL1032762C1 (nl) Werkwijze voor het introduceren van fluorescerende eigenschappen in diverse materialen voor signaleringsdoeleinden.
JP2000213135A (ja) ノンスリップ蓄光段鼻材
JPH1088531A (ja) 蓄光性道路標示材
KR100268605B1 (ko) 야광성 타일 및 그 제조방법
JP5460844B2 (ja) 積層体
KR101493027B1 (ko) 광확산 도료와 글래스 비드를 포함하는 광확산 부재 및 이를 이용한 광표지판
CN101845877A (zh) 一种新型凸棱抛光板材及其制作方法
KR100550880B1 (ko) 축광 및 재귀반사 시이트
KR20180066127A (ko) 미끄럼 방지 및 자체 조명식 전면 발광 물품
JP3043466U (ja) 道路標識発光体
JP2017128087A (ja) 意匠材及び構造体

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110101