NL1031504C2 - Waterafvoerrooster voor een afvoergoot. - Google Patents

Description

Waterafvoerrooster voor een afVoergoot BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een waterafvoerrooster voor een afvoergoot omvattende een aantal op afstand van en parallel aan elkaar aanwezige staven, 10 voorzien van een bovenzijde, waarover gelopen/gereden kan worden, en een onderzijde.

Stand van de techniek.

Een dergelijk waterafvoerrooster is algemeen bekend en wordt onder andere 15 toegepast bij drempelloze overgangen tussen ruimtes, drempelloze toegangen naar ruimtes, bij afvoergoten voor natte ruimtes zoals douches, badkamers, waslokalen etc. Nadeel van de bekende waterafvoerrooster is dat vallend water opspat van de roosters. Bovendien worden de staven naar verloop van tijd vuil door het erlangs naar beneden lopend (vuile) water.

20

Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een waterafvoerrooster van de in de aanhef omschreven soort waarbij minder erop vallend water opspat en dat minder 25 snel vuil wordt dan het bekende waterafvoerrooster. Hiertoe is het waterafvoerrooster volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de staven een dwarsdoorsnede bezitten die naar onderen toe smaller wordt. Door deze vorm zijn de staven zelfreinigend en spat minder erop vallend water op.

Bij voorkeur omvat het waterafvoerrooster voorts ten minste twee op afstand 30 van en parallel aan elkaar aanwezige dragers, die zich in hoofdzaak dwars op de staven uitstrekken en waarop de staven met hun onderzijden rlisten.

Een uitvoeringsvorm van het waterafvoerrooster volgens de uitvinding is 1031504 2 gekenmerkt, doordat de dwarsdoorsnede van de staven naar onderen toe taps toeloopt.

Een verdere uitvoeringsvorm van het waterafvoerrooster volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de dwarsdoorsnede een vorm heeft van een afgeknotte kegel.

5 Nog een verdere uitvoeringsvorm van het waterafvoerrooster volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat aan de bovenzijde van de staven de breedte van de spieetvormige openingen tussen de staven groter is dan de breedte van de staven.

Voorts is het waterafvoerrooster bij voorkeur langwerpig en strekken de staven zich in lengterichting van het waterafvoerrooster uit.

10 Om te voorkomen dat de staven doorbuigen is de hoogte van de staven bij voorkeur ten minste drie keer de breedte van de staven aan de bovenzijde.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

15 Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van het waterafvoerrooster volgens de uitvinding. Hierbij toont;

Figuur 1 een douchegoot voorzien van een eerste uitvoeringsvorm van de waterafvoerrooster volgens de uitvinding; 20 Figuur 2 een dwarsdoorsnede van het in figuur 1 weergegeven waterafvoerrooster;

Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van het waterafvoerrooster volgens de uitvinding; en

Figuur 4 een dwarsdoorsnede van de in figuur 3 weergegeven 25 waterafvoerrooster.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een douchegoot voorzien van een eerste uitvoeringsvorm van 30 de waterafvoerrooster volgens de uitvinding weergegeven. De douchegoot 1 heeft een afvoerbak 3 voorzien van een afvoerpijp 5 met stankslot 7. De afvoerbak 3 is aan de bovenzijde afgedekt door het waterafvoerrooster 9. Het waterafvoerrooster 9 heeft een 3 aantal op afstand van en parallel aan elkaar aanwezige staven 11, alsmede een aantal op afstand van en parallel aan elkaar aanwezige dragers 13, die zich dwars op de staven uitstrekken. Het waterafvoerrooster 9 is langwerpig waarbij de staven 11 zich in lengterichting van het waterafvoerrooster uitstrekken.

5 De staven 11 hebben een onderzijden 15 waarmee zij op de dragers 13 rusten, zie figuur 2 waarin het waterafvoerrooster in dwarsdoorsnede is weergegeven, en een bovenzijde 17, waarover gelopen/gereden kan worden. De staven hebben een naar onderen steeds smaller wordende dwarsdoorsnede in de vorm van een afgeknotte kegel.

In de figuren 3 en 4 is een tweede uitvoeringsvorm van het 10 waterafvoerrooster 21 volgens de uitvinding weergegeven in perspectief respectievelijk dwarsdoorsnede. Hierbij lopen de dwarsdoorsnede van de staven 23 naar onderen toe taps toe en zijn de staven 23 met hun onderzijden aanwezig in V-vormige uitsparingen in de dragers 25. Aan de bovenzijde 27 van de staven is de breedte B van de spleetvormige openingen 29 tussen de staven groter dan de breedte D van de staven 23. De hoogte H van 15 de staven 23 is meer dan drie keer de breedte D van de staven aan de bovenzijde. De breedte D van de staven is bijvoorbeeld 3 mm en de hoogte H bijvoorbeeld 10 mm en de breedte B van de uitsparingen is bijvoorbeeld 4 mm.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen 20 getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

1031504-

Claims (7)

1. Waterafvoerrooster voor een afvoergoot omvattende een aantal op afstand van en parallel aan elkaar aanwezige staven, voorzien van een bovenzijde, waarover gelopen/gereden kan worden, en een onderzijde, met het kenmerk, dat de staven een 5 dwarsdoorsnede bezitten die naar onderen toe smaller wordt.

2. Waterafvoerrooster volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het waterafvoerrooster voorts ten minste twee op afstand van en parallel aan elkaar aanwezige dragers omvat, die zich in hoofdzaak dwars op de staven uitstrekken en waarop de staven met hun onderzijden rusten.

3. Waterafvoerrooster volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede van de staven naar onderen toe taps toeloopt.

4. Waterafvoerrooster volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede een vorm heeft van een afgeknotte kegel.

5. Waterafvoerrooster volgens één der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat aan de bovenzijde van de staven de breedte van de spieetvormige openingen tussen de staven groter is dan de breedte van de staven.

6. Waterafvoerrooster volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het waterafvoerrooster langwerpig is en de staven zich in lengterichting van het waterafvoerrooster uitstrekken.

7. Waterafvoerrooster volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van de staven ten minste drie keer de breedte van de staven aan de bovenzijde is. 1*031504-