BE1022231B1 - Vloerelement - Google Patents

Vloerelement Download PDF

Info

Publication number
BE1022231B1
BE1022231B1 BE2014/0799A BE201400799A BE1022231B1 BE 1022231 B1 BE1022231 B1 BE 1022231B1 BE 2014/0799 A BE2014/0799 A BE 2014/0799A BE 201400799 A BE201400799 A BE 201400799A BE 1022231 B1 BE1022231 B1 BE 1022231B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor
cap
shell
element according
main beams
Prior art date
Application number
BE2014/0799A
Other languages
English (en)
Inventor
Der Velden Gert Van
Original Assignee
Vdv R&D Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vdv R&D Bvba filed Critical Vdv R&D Bvba
Priority to BE2014/0799A priority Critical patent/BE1022231B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022231B1 publication Critical patent/BE1022231B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Vloerelement dat een geprefabriceerd betonnen vloerrooster (1) omvat, waarbij het vloerrooster hoofdbalken (2) met tussenliggende openingen (4) en dwarsbalken (3) omvat, met een gebruiksvlak. (5) en tegenovergelegen bodemvlak (6), daardoor gekenmerkt dat het aan de bovenzijde gelegen vlak (3A) van minstens één van de dwarsbalken (3) tussen minstens twee aanleunende hoofdbalken (2) lager is gelegen dan het gebruiksvlak (5) gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken (2).

Description

Vloerelement.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een vloerelement, meer in het bijzonder op een geprefabriceerd betonnen vloerelement dat uitermate geschikt is voor varkensstallen.
Een bekend type vloerelement voor varkensstallen bestaat in hoofdzaak uit een rooster vervaardigd uit beton, opgebouwd uit balken die op een afstand van elkaar geschikt zijn en onderling verbonden zijn door middel van dwarsbalken, eveneens vervaardigd uit beton.
Tussen de balken zijn openingen voorzien die bedoeld zijn voor de afvoer van de uitwerpselen naar een put die gebruikelijk onder zulk vloerelement voor varkensstallen wordt voorzien. Een vloer voor een varkensstal wordt opgebouwd uit een veelheid van vloerelementen.
Ten behoeve van het dierenwelzijn is het wenselijk varkensstallen met gedeeltelijk dichte vloeren te voorzien.
Onder dichte vloeren wordt verstaan dat het om een vloer met beperkte doorlaat gaat.
Een en ander resulteert in wetgeving welke voorziet in voorschriften voor zulke vloer met een maximaal doorlaatpercentage van maximaal 15% in het ene land, en een doorlaatpercentage van maximaal 5% in het andere land.
Een bekende aanpak waarmee deze beperkingen worden benaderd bestaat erin te voorzien in betonnen vloerroosters waarbij, afhankelijk van de regelgeving, wensen en context zoals bijvoorbeeld de stalindeling, er steeds op maat vloerroosters gemaakt worden met gedeeltelijk dichte en gedeeltelijk open delen.
Het is duidelijk dat veel variante oplossingen gewenst zijn, wat de productie en het stockbeheer bemoeilijkt.
Een andere bestaande oplossing bestaat erin de openingen tussen de balken van de betonnen roosters, of althans een deel ervan te voorzien van kunststof stroken.
Deze stroken bestaan in doorsnede in hoofdzaak uit een schelp of kap waarvan de bolronde zijde in gebruik opwaarts gericht is en welke kap de opening afdekt, waarbij de kap aan weerszijden op de aanleunende betonbalken leunt.
De kap is aan de zijde tegenover de bolronde zijde voorzien van een centrale en dwars op de kap gerichte ribbe welke aan weerszijden van uitstekende vleugels is voorzien welke dienen als bevestigingsmiddelen door klemming.
De kunststof stroken worden op lengtes voorzien welke hoofdzakelijk overeenstemmen met de lengte van de openingen tussen de balken.
Deze lengtes worden begrensd door de dwarsbalken nabij de kopse uiteinden van de vloerroosters en door de verschillende dwarsbalken tussen deze beide kopse uiteinden.
De beperkingen die daarbij ondervonden worden hebben betrekking op het ligcomfort en de verminderde efficiëntie van mest- en urineafvoer.
Om deze verlaagde afvoercapaciteit te compenseren worden de betonnen vloerroosters schuin geplaatst of zelfs voorzien van een bol bovenvlak wat uiteraard leidt tot een duurdere totaalkost voor een aldus opgebouwde vloer.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde nadelen van de bekende vloerelementen en eventueel aan andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een vloerelement dat een geprefabriceerd betonnen vloerrooster omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak en aan de onderzijde een bodemvlak, waarbij het gebruiksvlak is voorzien van één of meer doorgaande openingen welke zich uitstrekken van het gebruiksvlak tot het bodemvlak, waarbij het vloerrooster enkele op een afstand van elkaar geplaatste hoofdbalken omvat, en waarbij de ruimtes tussen de hoofdbalken de voornoemde doorgaande openingen vormen, waarbij de hoofdbalken onderling verbonden zijn door middel van een aantal dwarsbalken, waarbij het aan de bovenzijde gelegen vlak van minstens één van de dwarsbalken tussen minstens twee aanleunende hoofdbalken lager is gelegen dan het gebruiksvlak gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken.
Het voordeel dat daardoor bekomen wordt bestaat erin dat een invoegelement zoals bijvoorbeeld een kunststof strook of dergelijke kan voorzien worden tussen de twee betreffende aanleunende hoofdbalken, boven en eventueel rustend op de lager gelegen bovenzijde van de betreffende dwarsbalk, en dit bij voorkeur zodanig dat de kunststof strook of dergelijke niet hoger reikt dan het gebruiksvlak van de vloerrooster.
De steun tegen neerwaartse verplaatsing van een invoegelement wordt eventueel geboden door één of meer bovenvlakken van dwarsbalken tussen twee hoofdbalken welke lager zijn gelegen dan het gebruiksvlak van het vloerelement.
Anders gesteld biedt de lager gelegen bovenzijde van de betreffende dwarsbalk een steun en tegelijk de mogelijkheid een invoegelement verzonken of genivelleerd met het gebruiksvlak te voorzien, wat mogelijkheden biedt voor verbeterde mest- en urineafvoer en tegelijk voor het comfort, in het bijzonder ter plaatse van de ligzones.
Een en ander resulteert bijkomend in het feit dat zulke invoegelementen op grotere lengtes kunnen worden voorzien en eventueel in slechts beperkte mate dienen te worden ondersteund ter plaatse van de zones waar geen dwarsbalk is voorzien.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de aanleunende hoofdbalken nabij de overgang van het gebruiksvlak en de naar elkaar gericht flanken welke de openingen in hoofdzaak begrenzen, voorzien van een afschuining of een zogenaamde vellingkant.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het vloerelement volgens de uitvinding naast een geprefabriceerde betonnen vloerrooster tevens een kunststof profiel of strook waarvan de dwarsdoorsnede of het merendeel der plaatsen in hoofdzaak uit een vlakke of concave kap of schelp bestaat waarvan de vlakke of holle zijde in gebruik opwaarts gericht is en welke kap de opening tussen de hoofdbalken waarin het kunststof profiel of strook is aangebracht afdekt, waarbij de kap aan weerszijden op de vellingkant voorzien aan de hoofdbalken leunt.
Deze samenwerking tussen vellingkant en de zijkant van de schelp of kap voorziet met andere woorden in een tweede mogelijke steun tegen neerwaartse verplaatsing.
De schelp of kap is aan de zijde tegenover de in gebruik bovenaan gelegen vlakke of concave zijde minstens op enkele plaatsen voorzien van bijkomende bevestigingsmiddelen welke desgevallend kunnen bestaan uit één of meer dwars op de kap gerichte vinnen of ribben welke op hun beurt voorzien zijn van dwars daarop gerichte vleugels welke dienen als bevestigingsmiddelen door klemming tegen de overstaande wanddelen van de hoofdbalken.
Deze bevestigingsmiddelen zijn in hoofdzaak bedoeld om opwaartse verplaatsing en/of kantelen te voorkomen.
De kunststof stroken of profielen kunnen worden voorzien op lengtes welke groter zijn dan de afstand tussen de dwarsbalken aangezien ze doorlopend kunnen worden aangebracht ter plaatse van de openingen en ter plaatse van de dwarsbalken tussen aanleunende hoofdbalken waarvan het aan de bovenzijde gelegen vlak lager is gelegen dan het gebruiksvlak gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken.
De uitvinding betreft tevens kunststof stroken of profielen met bovenstaande kenmerken.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvariante bestaan de kunststof stroken uit de voornoemde schelp of kap, en is de onderzijde voorzien van bevestigingsmiddelen welke, beschouwd over de lengte van zulke strook of zulk profiel, niet doorlopend zijn uitgevoerd doch hier en daar en/of op regelmatige afstanden zijn onderbroken of versmald.
Zulke onderbrekingen of versmallingen bieden vereenvoudigde plooizones en/of vereenvoudigde knipzones.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvariante is de voornoemde schelp of kap van de kunststof stroken of profielen voorzien van doorgaande openingen welke de doorgang van urine en/of mest toelaten.
Het is duidelijk dat de vloerroosters volgens de uitvinding, al dan niet met vellingkant, in combinatie met het nieuw ontworpen invoegelement, al dan niet voorzien van doorgaande openingen, een oplossing bieden aan tal van problemen.
Inderdaad, bij wijzigingen in regelgeving bieden de vloerroosters volgens de uitvinding de mogelijkheid op flexibele wijze de invoegelementen te vervangen of aan de passen en aldus de fractie dichte vloer te verhogen of te verlagen zonder dat de betonnen vloerroosters vervangen dienen te worden.
Men kan door het vervangen van de invoegelementen op eenvoudige wijze voorzien in grotere ligzones.
Ook de eenvoud van de vloer biedt voordelen. De onderbouw, zijnde de put met steunmuren, kan onafhankelijk ontworpen worden van de bovenbouw, zijnde de vloerroosters, waardoor ook de onderbouwconstructie eenvoudiger en goedkoper wordt.
Inderdaad, vloerroosters welke onder een helling dienen te worden geplaatst omdat er minder openingen in de vloerroosters voorzien zijn, resulteren in een duurdere want complexe onderbouw.
Als gevolg van de toepassing van standaard vloerroosters in combinatie met variabel te kiezen invoegelementen, wordt maatwerk op het niveau van de betonnen vloerrooster voorkomen en ontstaat er een hogere efficiëntie in de productie en mogelijkheid om op voorraad te produceren, waardoor de productiekost daalt.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een vloerelement voor varkensstallen volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een vloerrooster voor varkensstallen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1; figuur 3 een vooraanzicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 1; figuur 4 een zijaanzicht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 1; figuur 5 een anders georiënteerde en vergrote weergave betreft van het zicht zoals weergegeven in figuur 4; figuur 6 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in'figuur 1 is aangeduid met pijl F6; figuur 7 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 is aangeduid met pijl F7, weliswaar vanuit een ander oogpunt; figuur 8 in zijaanzicht een invoegelement volgens de uitvinding weergeeft; figuur 9 in bovenaanzicht het invoegelement volgens figuur 8 weergeeft; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn A-A in figuur 9.
In de figuren 1 tot 7 is een geprefabriceerd betonnen vloerrooster 1 weergegeven dat deel uitmaakt van een vloerelement voor varkensstallen volgens de uitvinding.
Het vloerrooster 1 bestaat in hoofdzaak uit enkele, in dit geval tien parallel en op een afstand van elkaar geplaatste balken 2, verder ook vaak hoofdbalken 2 genoemd.
Deze hoofdbalken 2 zijn hier onderling verbonden door middel van een aantal dwarsbalken 3, in dit voorbeeld in totaal vier dwarsbalken 3: een dwarsbalk 3 aan elk van de uiteinden van de hoofdbalken 2, verder ook de steundwarsbalken 3 genoemd, en twee dwarsbalken 3 daartussen.
Tussen de hoofdbalken 2 zijn openingen 4 voorzien welke verwijden vanaf een afstand D onder het in gebruik aan de bovenzijde gelegen vlak van het vloerrooster ï, verder het bovenvlak of het gebruiksvlak 5 van het vloerrooster 1 genoemd, naar het tegenover gelegen bodemvlak 6 ervan.
De hoofdbalken 2 vernauwen met andere woorden vanaf een afstand D verwijderd van het gebruiksvlak 5 naar het bodemvlak 6 van het vloerrooster 1.
Vanaf het gebruiksvlak 5 tot op een afstand D daarvan in de richting van het bodemvlak 6 vernauwen de openingen 4 echter eerst, een en ander ter vorming van een vellingkant 7.
Anders gesteld zijn de hoofdbalken 2 voorzien van een afschuining of een zogenaamde vellingkant 7, en dit nabij de overgang van het gebruiksvlak 5 en de naar elkaar gerichte zijwanden of flanken 8 welke de doorgaande openingen 4 zijdelings in hoofdzaak begrenzen.
De hoofdbalken 2 verwijden dus enigszins vanaf het gebruiksvlak 5 tot op een afstand D daarvan verwijderd naar het bodemvlak 6 van het vloerrooster 1 toe.
Aldus de uitvinding is het aan de bovenzijde gelegen vlak 3A, althans in gebruikspositie beschouwd, van minstens één van de dwarsbalken 3 tussen minstens twee aanleunende hoofdbalken 2 lager gelegen dan het gebruiksvlak 5 gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken 2.
Deze relatief verzonken positie van de bovenvlakken 3A van de dwarsbalken 3 voorziet als het ware in groeven 3B in het gebruiksvlak 5 welke in lijn zijn gelegen met de openingen 4.
In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn alle aan de bovenzijde gelegen vlakken 3A van alle dwarsbalken 3 tussen alle aanleunende hoofdbalken 2 lager gelegen dan het gebruiksvlak 5 gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken 2.
De aan de bovenzijde gelegen vlakken van alle dwarsbalken 3 zijn hier overigens holrond of U-vormig afgerond uitgevoerd.
De dwarsbalken 3 zijn hier overigens als het ware voorzien van uitstekende uiteinden 9, i.e. de uiteinden 9 van dwarsbalken 3 reiken tot voorbij de aan de buitenzijde gelegen hoofdbalken 2, en ook de aan de bovenzijde gelegen vlakken van deze uiteinden 9 van de dwarsbalken 3 zijn lager gelegen dan het gebruiksvlak 5 gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken 2.
De dwarsbalken 3 en ook hun uitstekende uiteinden 9 vernauwen in deze uitvoeringsvorm naarmate de afstand groter wordt van het gebruiksvlak 5 van de vloerrooster 1.
De uiteinden 9 van de steundwarsbalken 3 zijn overigens aan één zijde van de vloerrooster 1 voorzien van koppelmiddelen 10, hier in de vorm van een tand 11 en aan de andere zijde van de vloerrooster 1 van een complementaire groef 12.
In de figuren 8 tot 10 is een invoegelement 13 weergegeven dat kan worden aangebracht ter plaatse van de openingen 4 in een vloerrooster 1 voor varkensstallen volgens de uitvinding, i.e. hoofdzakelijk tussen twee overstaande zijwanden of flanken 8 en in samenwerking met de besproken vellingkanten 7, zijnde de afschuining nabij de overgang van het gebruiksvlak 5 en de naar elkaar gerichte flanken 8 welke de openingen 4 in hoofdzaak begrenzen.
De vormgeving en de maten van het invoegelement 13 zijn zodanig dat het knellend tussen twee overstaande zijwanden of flanken 8 kan worden aangebracht en zodanig dat de naar boven gerichte zijde van de opening 4 volledig of deels wordt afgesloten, een en ander zodanig dat het invoegelement 13 niet hoger reikt dan het gebruiksvlak 5.
Een invoegelement 13 is hier vervaardigd uit rubber of een gepaste kunststof.
Het invoegelement 13, hier vervaardigd als gietstuk, vertoont hier in het algemeen een hoofdzakelijk Π-vormige sectie met kap of schelp 14 en twee benen 15.
De schelp of kap 14 vertoont in doorsnede, wanneer deze in gebruikspositie zoals weergegeven in figuurlO wordt beschouwd, bovenaan een vlakke of concave wand 16, en links en rechts een schuin georiënteerde en neerwaarts vernauwende zijwand 17 waarvan de onderlinge afstand en de oriëntatie hoofdzakelijk overeenstemt met de overstaande vellingkanten 7 voorzien aan de hoofdbalken 2.
Aldus is de schelp of kap 14 voorzien van vellingkanten 7' welke complementair zijn aan de vellingkanten 7 voorzien aan de hoofdbalken 2.
Onderaan is de schelp of kap 14 voorzien van een onderwand 18 waarop de benen 15 zijn voorzien welke hier hoofdzakelijk dwars ten opzichte van de schelp of kap 14 zijn gericht.
De benen 15 van de hoofdzakelijk Π-vormige sectie vertonen elk naar buiten of van elkaar weg gerichte vleugels 19.
Onderaan of maximaal verwijderd van de vlakke of concave wand 16 zijn de benen 15 hier voorzien van steunvlakken 20.
De kap of schelp 14 is hier voorzien van één of meer doorgaande openingen 21 die zich in dit geval in hoofdzaak uitstrekken volgens de lengterichting van het invoegelement 13.
De kap 14 is hier enigszins concaaf of hol uitgevoerd, waarbij de openingen 21 in de lager gelegen zone, hier in de centrale zone, zijn voorzien.
De kap of schelp 14 kan alternatief of in combinatie met de concave eigenschap aan haar bovenzijde, zijnde de zijde van deze kap of schelp 14 die zich tijdens het gebruik van het vloerelement bovenaan bevindt, voorzien zijn van één of meer geulen die in gebruikspositie afwateren naar een voornoemde doorgaande opening 21 doordat de diepte van deze geulen naar een voornoemde opening 21 toe toeneemt.
Dankzij de hoofdzakelijk complementaire vormgeving van de invoegelementen 13 met de openingen 4 tussen de balken 2 van de vloerrooster 1, volstaat het de invoegelementen 13, zoals weergegeven in de figuren 8 tot 10 in deze openingen 4 te plaatsen en wel zodanig dat de vellingkanten 7' voorzien aan de invoegelementen 13 samenwerken met de vellingkanten 7 voorzien aan de hoofdbalken 2 en door de steunvlakken 20 onderaan de benen 15 eventueel te laten rusten op de bovenvlakken 3A van de dwarsbalken 3 tussen de hoofdbalken 2.
Het is niet noodzakelijk dat beide ondersteuningen tegen neerwaartse verplaatsing zoals doordrukken worden aangewend.
Een eerste mogelijke ondersteuning wordt voorzien door de samenwerking van de vellingkanten 7 en 7' .
Een tweede mogelijke ondersteuning wordt voorzien door de samenwerking van de steunvlakken 20 met de bovenvlakken 3A.
Door gecombineerde aanwending worden de lasten verdeeld doch hiertoe is een nauwkeurige productie vereist.
Door het samenvoegen van een vloerrooster 1 volgens de figuren 1 tot 7 met een invoegelement 13 volgens de figuren 8 tot 10 wordt een stalvloerelement volgens de uitvinding bekomen.
Het invoegelement 13 is hier uitgevoerd als een strook waarvan de lengte groter is dan de afstand tussen twee dwarsbalken 3 aangezien ze doorlopend kunnen worden aangebracht ter plaatse van de openingen 4 en zonder onderbreking in de groeven 3B tussen de hoofdbalken 2 ter plaatse van de dwarsbalken 3.
Zoals gesteld kan een invoegelement 13 optioneel op het betreffende relatief verzonken bovenvlak 3A rusten.
De invoegelementen 13 bestaan hier uit kunststof stroken welke niet doorlopend over hun gehele lengte eenzelfde doorsnede vertonen.
Op regelmatige afstanden zijn de bevestigingenmiddelen, hier in de vorm van benen 15 met vleugels 19 onderaan de kap of schelp 14, onderbroken of afwijkend bijvoorbeeld versmald uitgevoerd, waarbij de overgang tussen twee afwijkende zones P enigszins geleidelijk is uitgevoerd.
Bovendien is ter plaatse van deze zones P ook de bovenzijde van de kap of schelp 14 voorzien van een groef 22 welke zich uitstrekt over de breedte van de kap of schelp 14.
Aldus wordt voorzien in plooizones en/of knipzones.
Centraal is deze groef 22 telkens voorzien van een doorgang 23 voor de afvoer van urine.
Het gebruik en de werking van zulke vloerelement voor varkensstallen is eenvoudig en als volgt.
Een invoegelement 13 kan voorzien worden tussen twee betreffende aanleunende hoofdbalken 2, en ter plaatse van de dwarsbalken 3 boven en eventueel met de steunvlakken 20 onderaan de benen 15 rustend op de lager gelegen bovenzijde 3A van de betreffende dwarsbalk 3, en dit eventueel zodanig dat de kunststof strook of dergelijke niet hoger reikt dan het gebruiksvlak 5 van de vloerrooster 1.
De lager gelegen bovenzijde 3A van de betreffende dwarsbalk 3 ten opzichte van het gebruiksvlak 5 biedt met andere woorden een steun en tegelijk de mogelijkheid een invoegelement 13 doorlopend of zonder onderbreking en verzonken of genivelleerd met het gebruiksvlak 5 te voorzien ter plaatse van de dwarsbalken 3.
De verzonken of genivelleerde positie van de vlakke of concave wand 16 van de kap of schelp 14 ter plaatse van de doorgaande openingen 4 is te danken aan de ondersteuning door de samenwerking van de vellingkanten 7 voorzien aan de betonnen hoofdbalken 2, enerzijds, met de complementaire vellingkanten 1' gevormd door de schuin georiënteerde zijwanden 17 aan de schelp of kap 14, anderzijds, en/of aan de eventuele ondersteunende samenwerking tussen de steunvlakken 20 van de invoegelementen 13 en de bovenvlakken 3A van de dwarsbalken 3.
De verzonken of genivelleerde positie van de vlakke of concave wand 16 van de kap of schelp 14 resulteert in een verbeterde mest- en urineafvoer en tegelijk een verhoogd comfort, in het bijzonder ter plaatse van de ligzones.
Het is duidelijk dat de één of meer doorgaande openingen 21 niet noodzakelijk dienen te worden voorzien, en zeker niet in alle invoegelementen 13.
Het is ook duidelijk dat in een stalvloer tussen aansluitende vloerelementen volgens de uitvinding tevens invoegelementen volgens de uitvinding kunnen voorzien worden.
Merk op dat de lager gelegen bovenzijde 3A van een dwarsbalk 3 tevens andere mogelijkheden biedt, bijvoorbeeld in vloerelementen welke bedoeld zijn voor ventilatievloeren zoals voorzien in een bewaarloods waarin gebruikelijk aardappelen of ajuinen worden bewaard tussen oogst en verkoop. Een vloerelement volgens de uitvinding is met andere woorden ook inzetbaar als bouwsteen of deel van een vloer in een bewaarloods.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een vloerelement volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

  1. Conclusies.
    1. Vloerelement dat een geprefabriceerd betonnen vloerrooster (1) omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak (5) en aan de onderzijde een bodemvlak (6), waarbij het gebruiksvlak (5) is voorzien van één of meer doorgaande openingen (4) welke zich uitstrekken van het gebruiksvlak (5) tot het bodemvlak (6), waarbij het vloerrooster enkele op een afstand van elkaar geplaatste hoofdbalken (2) omvat, en waarbij de ruimtes tussen de hoofdbalken (2) de voornoemde doorgaande openingen (4) vormen, waarbij de hoofdbalken (2) onderling verbonden zijn door middel van een aantal dwarsbalken (3), waarbij het aan de bovenzijde gelegen vlak (3A) van minstens één van de dwarsbalken (3) tussen minstens twee aanleunende hoofdbalken (2) lager is gelegen dan het gebruiksvlak (5) gevormd door de aan de bovenzijde gelegen vlakken van de hoofdbalken (2), daardoor gekenmerkt dat de relatief verzonken positie van de bovenvlakken (3A) van de dwarsbalken (3) voorziet in groeven (3B) in het gebruiksvlak (5) welke in lijn zijn gelegen met de openingen (4), een en ander zodanig dat invoegelementen (13) kunnen worden voorzien ter plaatse van de openingen (4) en doorlopend in de groeven (3B) ter plaatse van de dwarsbalken.
  2. 2. Vloerelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de aanleunende hoofdbalken (2) nabij de overgang van het gebruiksvlak (5) en de naar elkaar gerichte zijwanden of flanken (8) welke de openingen (4) in hoofdzaak begrenzen, voorzien zijn van een afschuining of een zogenaamde vellingkant (7).
  3. 3. Vloerelement volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het naast een geprefabriceerde betonnen vloerrooster (1) tevens een invoegelement (13) in de vorm van kunststof profiel of strook of dergelijke omvat, waarvan de meerderheid der dwarse doorsneden in hoofdzaak bestaan uit een vlakke of concave kap of schelp (14) waarvan de vlakke of holle wand (16) in gebruik opwaarts gericht is en welke kap of schelp (14) de opening tussen de hoofdbalken (2) waarin het kunststof profiel of strook of dergelijke is aangebracht hoofdzakelijk afdekt, waarbij de kap of schelp (14) niet hoger reikt dan het gebruiksvlak (5).
  4. 4. Vloerelement volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de schelp of kap (14) in doorsnede, wanneer in gebruikspositie beschouwd, bovenaan een vlakke of concave wand (16) omvat, en links en rechts daarvan een schuin georiënteerde zijwand (17) waarvan de onderlinge afstand en de oriëntatie overeenstemt met de overstaande vellingkanten (7) voorzien aan de hoofdbalken (2), welke schuin georiënteerde zijwanden (17) in een vellingkant (7') voorzien aan de zijranden van de schelp of kap (14) van het invoegelement (13).
  5. 5. Vloerelement volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de schelp of kap (14) aan de zijde tegenover de in gebruik bovenaan gelegen vlakke of concave wand (16) minstens op enkele plaatsen voorzien is van bevestigingsmiddelen welke desgevallend kunnen bestaan uit één of meer dwars op de kap gerichte benen (15) welke op hun beurt voorzien zijn vleugels (19) welke dienen als bevestigingsmiddelen door klemming tegen de overstaande zijwanden of flanken (8) van de hoofdbalken (2).
  6. 6. Vloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat een invoegelement (13) voorzien is op een lengte welke groter is dan de afstand tussen de dwarsbalken (3).
  7. 7. Vloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de kap of schelp (14) van het invoegelement (13) voorzien is van één of meer doorgaande openingen (21).
  8. 8. Vloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de schelp of kap (14) aan de zijde tegenover de in gebruik bovenaan gelegen vlakke of concave wand (16) voorzien is van één of meer steunvlakken (20) welke in geplaatste toestand kunnen steunen op de bovenvlakken (3A) van de dwarsbalken (3).
  9. 9. Vloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen, beschouwd over de lengte van zulke strook, niet doorlopend zijn uitgevoerd doch hier en daar en/of op regelmatige afstanden zijn onderbroken.
  10. 10. Vloerelement volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat in lijn met zulke onderbreking van de bevestigingsmiddelen, de vlakke of concave wand (16) , zijnde de bovenzijde van de kap of schelp (14), voorzien is van een groef (22) welke zich uitstrekt over de breedte van de kap of schelp (14).
  11. 11. Vloerelement volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat in zulke groef (22) voorzien is van een doorgang (23).
  12. 12. Invoegelement dat deel uitmaakt van een vloerelement volgens één of meer conclusies 3 tot 11.
  13. 13. Vloerrooster dat deel uitmaakt van een vloerelement volgens één of meer conclusies 1 tot 11.
BE2014/0799A 2014-10-29 2014-10-29 Vloerelement BE1022231B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0799A BE1022231B1 (nl) 2014-10-29 2014-10-29 Vloerelement

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0799A BE1022231B1 (nl) 2014-10-29 2014-10-29 Vloerelement

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022231B1 true BE1022231B1 (nl) 2016-03-03

Family

ID=52736778

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0799A BE1022231B1 (nl) 2014-10-29 2014-10-29 Vloerelement

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022231B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1122477A (en) * 1967-05-17 1968-08-07 Ralph Blatchford & Company Ltd Improvements in or relating to concrete floors and structures incorporating such floors
DE2530567A1 (de) * 1975-07-09 1977-02-03 Paul Werner Schnellreinigungs-gitterrost fuer viehstaelle
DE29914676U1 (de) * 1999-08-21 2000-12-28 Greten, Alfons, 49632 Essen Stahlbeton-Spaltenplatte zur Bildung eines Spaltenbodens in Tierställen
WO2012004717A1 (en) * 2010-07-09 2012-01-12 Vdv R&D Bvba Stable floor element
GB2500682A (en) * 2012-03-30 2013-10-02 G E Baker Uk Ltd Slotted flooring plate

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1122477A (en) * 1967-05-17 1968-08-07 Ralph Blatchford & Company Ltd Improvements in or relating to concrete floors and structures incorporating such floors
DE2530567A1 (de) * 1975-07-09 1977-02-03 Paul Werner Schnellreinigungs-gitterrost fuer viehstaelle
DE29914676U1 (de) * 1999-08-21 2000-12-28 Greten, Alfons, 49632 Essen Stahlbeton-Spaltenplatte zur Bildung eines Spaltenbodens in Tierställen
WO2012004717A1 (en) * 2010-07-09 2012-01-12 Vdv R&D Bvba Stable floor element
GB2500682A (en) * 2012-03-30 2013-10-02 G E Baker Uk Ltd Slotted flooring plate

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018081A3 (nl) Stalvloerelement.
IS2861B (is) Steinsteyptur mótasteinn og mótasteinshönnun tilbúin til samsetningar
WO2012004717A1 (en) Stable floor element
EP3162196B1 (en) A grooved floor element for a cowshed, a substrate and a flexible mat
ATE334088T1 (de) Hin- und hergehender hochleistungslattenförderer
BE1022231B1 (nl) Vloerelement
NL8003290A (nl) Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie.
NL2001454C2 (nl) Vloerelement voor een stalvloer voorzien van een sleuvenpatroon voor afwatering van vloeistoffen en vaste stoffen.
NL1003271C2 (nl) Stalvloer alsmede vloerelement voor toepassing in een dergelijke vloer.
NL1028299C2 (nl) Spoorbaanconstructie met fundatieplaat en spoorplaten.
DK170455B1 (da) Plove til lægning og optagning ved dyrkning af kartofler i græstørv
DK2936977T3 (en) Stable Floor element
KR101753318B1 (ko) 고 하중 지지용 배수로 덮개
NL1018903C2 (nl) Stalvloer.
BE1031140B1 (nl) Invoegelement voor een stalvloerelement
JP7006924B2 (ja) 害獣侵入防止装置
NL2006917C2 (nl) Afdichtsysteem voor plaatsing onder de vloer van een stal op een mestopvang.
JP3236910U (ja) 排水路ユニット
GB2333306A (en) Improved driving and guide arrangement for a scraper chain conveyor
JP4172794B2 (ja) 苗箱収納ラック
US3804067A (en) Slatted flooring connector system
BE1024275B1 (nl) Constructiemiddelen bedoeld voor het vormen van een vloer boven een ventilatiekelder van een bewaarloods voor landbouwproducten en werkwijze voor het monteren en bijregelen van zulke vloer met behulp van zulke constructiemiddelen.
NL1013163C2 (nl) Stalvloer.
BE1002472A6 (nl) Betonnen roosterelement.
GB2248076A (en) Slatted floor panel

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160303

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171031