NL8003290A - Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie. - Google Patents

Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie. Download PDF

Info

Publication number
NL8003290A
NL8003290A NL8003290A NL8003290A NL8003290A NL 8003290 A NL8003290 A NL 8003290A NL 8003290 A NL8003290 A NL 8003290A NL 8003290 A NL8003290 A NL 8003290A NL 8003290 A NL8003290 A NL 8003290A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
assemblies
floor
elements
elongated
chamber
Prior art date
Application number
NL8003290A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Parks Donald Merle
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Parks Donald Merle filed Critical Parks Donald Merle
Publication of NL8003290A publication Critical patent/NL8003290A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Description

£ J
I VO 0509 ί
Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie.
De uitvinding betreft een verbeterde constructie voor een afvalopvang- en -afvoervloer van de soort met sleuven en, meer in het bijzonder, een dergelijke inrichting die, als op zichzelf staand deel daarvan, middelen omvat voor het opvan-5 gen en afvoeren van afvalmateriaal, zonder dat het daarvoor nodig is een onderliggende afvalopvangput aan te brengen, zodat de inrichting hetzij rechtstreeks boven op een massieve ondervloer of als een soort verdieping op verhoogd gelegen ondersteuningsliggers kan worden geïnstalleerd, zonder dat af-10 valmateriaal naar een ondergelegen vertrek of ruimte wordt doorgelaten.
Ofschoon inrichtingen van de onderwerpelijke soort gewoonlijk worden toegepast voor uiteenlopende soorten omsloten veeruimten (b.v. varkenshokken voor het werpen van biggen), 15 en de uitvinding in hoofdzaak in dit verband, dat wil zeggen toegepast voor dit doel, toegelicht zal worden, is de verbeterde vloeiconstructie volgens de uitvinding ook, in ruime zin, te gebruiken en van belang voor toepassing in industriële en andere omgevingen.
20 Reeds sedert lang heeft men ingezien, dat hellende ge deelten van veestal- of -hokvloeren uit beton kunnen worden voorzien van goten of dergelijke langs hun onderrand, voor het opvangen en afvoeren van afvalmateriaal. Voorbeelden hiervoor zijn de constructies volgens de Amerikaanse octrooi-25 schriften 469.044; 487.548» 2.437.210 en 3*859.982. Dergelij ke inrichtingen zijn echter behept met een aantal nadelen, waaronder in het bijzonder genoemd moet worden de moeizame en kostbare constructie en de betrekkelijk geringe doelmatigheid van dergelijke systemen wat betreft de gewenste verwijdering 30 van het afvalmateriaal van het vloeroppervlak, tenzij men aan die hellende gedeelten een zó grote helling geeft dat dit bezwaarlijk is voor het vee.
Het Amerikaanse octrooischrift 463.244 vormt een reeds vroegtijdig voorbeeld voor het inzicht, dat van sleuven voor-35 ziene vloeren kunnen worden toegepast voor veestallen en 8003290 - 2 - -hokken om de natuurlijke beweging van het afvalmateriaal te bevorderen van het vloeroppervlak naar een opvangzone, welke wordt gevormd door een onderliggende hellende plaat of dergelijke voor de afvoer naar een goot langs de onderrand van de 5 plaat.
De meer moderne en gebruikelijke praktijk voor van sleuven voorziene vloeren voor veehokken en -stallen omvat de montage van de van sleuven voorziene vloer op verhoogd gelegen liggers of lijsten, boven een betrekkelijk grote, gemeenschap-10 pelijke afvalopvangput of kelder daaronder, vanwaaruit het af valmateriaal dan periodiek kan worden verwijderd, zoals b.v. beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3*716.027} 3.721.2155 3.742.9115 3.815.550 en 4.135.339. Opgemerkt zij in dit verband, dat dergelijke octrooischriften weliswaar ge-15 tuigen van het huidige interesse in verbeterde, van sleuven voorziene vloeren, zoals deze rechtstreeks gering zijn op de constructieve aspecten van gesleufde, vloeren vormende samenstellen op zichzelf en diverse klem- of verbindingsmiddelen voor het monteren en onderling verbinden van die samenstellen 20 in de soort omgeving, waar een gemeenschappelijke opvangput of -kelder toegepast wordt, doch niet zo zeer in de systematische verbetering van de installatie als geheel.
Dergelijke systemen met een gemeenschappelijke opvangput of -kelder laboreren aan een aantal nadelen, waaronder de com-25 pliceerdheid en kostbaarheid van de constructie, de extra hoogte, welke vereist is, omdat de vloer normaliter op voldoende hoogte boven de opvangput moet zijn aangebracht om toegang tot die put te geven voor reinigingsdoeleinden, het duidelijke nadeel dat het afvalmateriaal moet worden verzameld in 30 een verzamelput of opvangkelder, vanwaaruit de verwijdering van het afvalmateriaal moeilijk of bezwaarlijk is, terwijl de bij dergelijke systemen toegepaste, van sleuven voorziene vloerconstructies ook moeilijk aan te passen zijn voor gebruik in die systemen, waar de constructie als een verdieping 35 wordt aangebracht, aangezien het afvalmateriaal afkomstig van 8003290 JR -* - 3 - een bovenste hok of stalruimte daarbij terecht kan komen op dieren of vee in een onderliggend hok of een onderliggend compartiment.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.048.960 openbaart de-5 tails van een constructie voor een van openingen voorziene vloer voor veehokken of -stallen, waarbij betrekkelijk ruime, vloervormende samenstellen worden toegepast, die naast elkaar geplaatst worden en onderling worden verbonden en waarbij gebruik wordt gemaakt van omlaagreikende ondersteuningspootpane-10 len, waarbij het echter onduidelijk is, of deze laatste be stemd zijn om op de gebruikelijke wijze te worden ondersteund door daarvoor geschikte liggers of lijsten, welke verhoogd aangebracht zijn boven een gemeenschappelijke opvangput of -kleder of om rechtstreeks te rusten op een ondervloer, of-15 schoon de eerstgenoemde van deze beide mogelijkheden de meest waarschijnlijke is, aangezien zich anders het afvalmateriaal zou ophopen in de ruimten tussen de ondersteuningspanelen, vanwaaruit verwijdering op zijn minst onpraktisch zou zijn.
Andere octrooipablicaties worden in verschillende van de 20 genoemde octrooischriften aangehaald welke een verder inzicht verschaffen in de ontwikkelingsgeschiedenis van de soort inrichtingen, waar de uitvinding betrekking op heeft.
Met de uitvinding worden nu de nadelen en beperkingen, waarmee de tot dusverre bekende van sleuven voorziene vloer-25 constructies gepaard gingen, ondervangen doordat overeenkom stig de uitvinding een modulaire vloerconstructie wordt verschaft, welke een minimum aan licht-gewicht en eenvoudig uitgevoerde constructiedelen omvat, die betrekkelijk goedkoop te vervaardigen en te transporteren zijn en gemakkelijk en snel 30 kunnen worden geïnstalleerd, zelfs door niet-geschoolde werk krachten en die, wanneer zij eenmaal geïnstalleerd zijn betrouwbaar en efficiënt werken..
Bijzondere voordelen van de uitgevonden inrichting omvatten de toepassing van middelen voor het opvangen en afvoeren 35 van afvalmateriaal als deel van de geassembleerde vloer-een- 8003290 - 4 - heid zélf, zodat geen onderliggende opvangput- of -kelder nodig is; verder de bijzonderheid dat de vloereenheid rechtstreeks boven op een massieve ondervloer kan worden geïnstalleerd, of dat de vloereenheden als een soort verdieping kun-5 nen worden aangebracht om aldus verhoogd gelegen stalruimten te kunnen vormen, zonder dat afvalmateriaal dóórvalt vanuit een bovenste compartiment of stalgedeelte naar een lager gelegen ruimte of compartiment; de wijze, waarop door de samenwerking tussen de configuraties van de vloer vormende samenstel-10 len en de afvalopvang- en -afvoerelementen de juiste plaat sing van die onderdelen tijdens de installatie praktisch automatisch verloopt; en de wijze van samenwerking tussen die configuraties van de samenstellen en elementen, waardoor een onderlinge koppeling tussen die delen van de geassembleerde 15 vloereenheid tot stand wordt gebracht, welke in hoge mate bij draagt tot de er aan inherente sterkte en stabiliteit, en welke desgewenst bovendien op veilige wijze de toepassing van constructiemateriaal van op zichzelf geringere sterkte mogelijk maakt, dan anders nodig zou zijn.
20 Overeenkomstig de uitgevonden constructie wordt in de eerste plaats gebruik gemaakt van een aantal dwarsdoorsneden in höofdzaak T- of nf -vormige, langwerpige samenstellen, welke bij voorkeur zijn gevormd uit geëxtrudeerd metaal en die op afstand uiteen onderling evenwijdig geplaatst worden voor 25 het vormen van een langwerpige afvaldoorgangssleuf tussen de naburige randen van het bovenste vloerstripgedeelte van elk tweetal belendende samenstellen, èn voorts van een aantal langwerpige, in hoofdzaak cilindrische, buisachtige, bakele-menten, welke bij voorkeur zijn vervaardigd door deze af te 30 korten van plastikbuismateriaal en welke respectievelijk zijn geplaatst tussen elk tweetal belendende samenstellen en met deze laatste onderling worden gekoppeld door middel van naar opzij werkzame, wederzijdse ineengrijping en omlaag reikende flenzen aan de randen van de vloerstripgedeelten van de samen-35 stellen, welke reiken in een langwerpige opening langs de bo- 800 32 90 *·> * - 5 - venzijde van elk element, waardoorheen afvalmateriaal kan passeren dóór de corresponderende sleuf van het vloeroppervlak naar een dergelijk bakelement. Bij voorkeur is voorts voorzien in geschikte middelen voor het inhrengen van spoelwater 5 aan één einde van de hakelementen en voor het afvoeren van het afvalmateriaal vanuit het andere einde. Desgewenst kunnen de samenstellen en hakelementen enigszins hellend geplaatst zijn teneinde de afvalafvoer nog verder te bevorderen.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de teke-10 ning, waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uit vinding enkele uitvindingsvormen overeenkomstig de uitvinding zijn weergegeven, nog nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een gedeeltelijk, perspectivisch aanzicht, waarbij belendende einddelen weggebroken zijn, met doorsnede 15 van een gedeelte van een vloer, vervaardigd overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding, met een ondersteuning op dwarsgerichte liggers; fig. 2 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede-met-aanzicht van een gedeelte van de vloer volgens fig. 1, waarbij de voor-20 delige mogelijkheid tot aanpassing van een dergelijke uitvoe-
O
ring voor montage rechtstreeks boven een massieve ondervloer blijkt; fig. 3 is een gedeeltelijk zijaanzicht, dat het onderlinge verband tussen de einden van één van de afvoeropvang -25 afvoerbuiselementen van de vloer laat zien met een spoelwater- spruitstuk respectievelijk met een afvoerleiding, die respectievelijk geassocieerd zijn met die einden; fig. 4 is een gedeeltelijk bovenaanzicht, dat verder het verband verduidelijkt tussen de afvoerleiding met één einde 30 van de opvang- en afvoerbuiselementen; en fig. 5 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede met aanzicht, soortgelijk aan fig. 2, van een gewijzigde uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding, bestemd voor het opnemen van een zwaardere vloerbelasting.
35 Thans zal eerst worden verwezen naar de figuren 1-4, 8003290 - 6 - waarin een thans de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van een vloerconstructie volgens de uitvinding is weergegeven, die algemeen is aangeduid met het verwijzingscijfer 10, en die bestemd is voor een belasting, zoals deze vóórkomt bij 5 varkensstallen.
De constructie 10 omvat, in algemene zin, een aantal onderling gelijke, langwerpige in hoofdzaak T-vormige, een vloer vormende samenstellen 12; een aantal onderling gelijke, langwerpige, in hoofdzaak cilindrische, buisachtige, voor het 10 opnemen en afvoeren van afval bestemde bakelementen 14, elk met een langwerpige opening 16 langs de bovenzijde daarvan; een spoelwaterspruitstuk 18, dat is gekoppeld met één einde van elk van de bakelementen 14» een afvoerbak 20 voor het opnemen van afvalmaterialen vanuit het andere einde van de ele-15 menten 14 en voor het afvoeren daarvan naar een verzamelge bied, zoals hieronder nog nader zal worden toegelicht; en geschikte bevestigingsmiddelen 22 ter bevestiging van elk van de samenstellen aan willekeurig passende, ondergelegen onder-steuningsmiddelen 24.
20 Elk van de samenstellen 12 bij voorkeur door extrusie
O
gevormd uit aluminium of een geschikte legering, als eenheids-deel van feitelijk willekeurige lengte, geschikt voor een die-renstal of dergelijke, ofschoon bepaalde plastiksoorten of andere materialen en uitvoeringen dan extrusieprofielen ook kun-25 nen worden toegepast. Elk samenstel 12 omvat als geheel een basisgedeelte of voet 26, een van die voet 26 omhoog reikend lijf 28, op dat lijf 28 een vloerstrookgedeelte 30, dat zich naar weerszijden vanaf het lijf 28 uitstrekt, en een flens 32, welke omlaag reikt van elke zijrand van het strookgedeelte 30 30 en is voorzien van een aanvankelijk omlaag reikend deel 34 en een einddeel 36, dat zich terug naar het lijf 28 uitstrekt. Overeenkomstig de voorkeursuitvoeringsvorm waarin de samenstellen 12 door extrusie vervaardigd zijn, strekken zich de diverse gedeelten 26, 28, 30 en 32 (34, 36) van die samenstel-35 len in hun lengte coëxtensief uit met het samenstel 12, waar 8003290
*· V
- 7 - zij deel van uitmaken, ofschoon het duidelijk zal zijn, dat b.v, de flenzen 32 ook in kortere stukken op afstanden uiteen over de lengte van de strookgedeelten 30 gevormd kunnen zijn* Ofschoon de dimensionering in dwarsdoorsnede van de sa-5 menstellen niet bijzonder kritisch is, behalve dat de gewens te correlatie moet worden bereikt ten opzichte van de afmetingen van de bakelementen 14 om een gewenste breedte of wijdte van de passeersleuf te vormen onder het onderling koppelen van de bakelementen 14 met de samenstellen 12 zoals hieronder 10 nog nader zal worden toegelicht, wordt opgemerkt, dat in voor de uitvinding typerende inrichtingen in varkensstallen of dergelijke een wanddikte kan worden toegepast van ongeveer 2,5 mm terwijl de breedte van de voet 26 ongeveer 2,5 tot 3»8 om kan bedragen, het lijf ongeveer 5» 7 tot 7,5 om hoog kan zijn, 15 terwijl de strookgedeelten ongeveer 5 tot 7 om breed kunnen zijn, afhankelijk uiteraard van de buitendiameter van de bakelementen 14 en de breedte van de tussenruimte tussen toegepaste belendende strookgedeelten 30.
Sik van de bakelementen 14 ia bij voorkeur gevormd als 20 een gewone plastic buis uit PTS materiaal of dergelijke door daaruit een langsstrook weg te snijden, voor het vormen van de opening 16 langs de bovenzijde daarvan, welke opening de gewenste breedte dient te hebben voor het tot in het element 14 doorlaten van afvalmateriaal, welke breedte, in bepaalde 25 gevallen, in de orde van grootte kan zijn van 1,2 tot 2,5 cm voor een varkensstal, ook weer afhankelijk van de grootte van de dieren of het vee waar net om gaat. Het zal voorts duidelijk zijn, dat de elementen 14 ook op andere wijze kunnen zijn gevormd, zoals b.v. door deze rechtstreeks in de gewens-30 te eindconfiguratie te extruderen en dat deze elementen ook uit ander materiaal dan plastic kunnen zijn vervaardigd, ofschoon het voor de praktijk van de onderhavige uitvinding van belang is, dat overeenkomstig de het meest de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm de elementen 14 zodanig zijn vervaar-35 digd, dat zij voldoende veerkracht hebben, om er voor te zor- 8003290 - 8 - gen, dat de randgedeelten 38 en 40, welke grenzen aan de opening 16. de neiging hebben, terug te bewegen naar de normale tussenruimte daartussen, wanneer zij uit die stand spreidend verplaatst zijn. De elementen 14 zijn bij voorkeur iets lan-5 ger, dan de samenstellen 12, zodat zij zich vanuit weersein den van die samenstellen 12 voldoende uitsteken, om de verbinding ermee van het spoelwaterspruitstuk 18 en de afvoerbak 20 te vergemakkelijken. Voor een, voor de uitvinding typerende, varkensstalinrichting kunnen, ofschoon de afmetingen op zich-10 zelf niet bijzonder kritisch zijn, de elementen op passende wijze een binnendiameter hebben van ongeveer 5 - 6,3 cm bij een wanddikte van ongeveer 0,5 -0,6 cm.
Ofschoon de details van het spoelwaterspruitstuk kunnen variëren omvat de voorkeursuitvoeringsvorm, welke weergegeven 15 is in fig. 3> een verdeelbuis 42, die via een elleboogpasstuk 44 is gekoppeld met één einde van elk van de bakelementen 14. Het spoelwater wordt op willekeurig daartoe geschikte wijze toegevoerd aan de buis 42 en wel hetzij continu of intermitterend, in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk, als no-20 dig is om de vereiste stroming tot in elk van de bakelementen 14 te verzekeren om op passende wijze het afvalmateriaal naar het tegenovergelegen einde van de elementen 14 voort te stuwen. Hoewel de hoeveelheid gewenst spoelwater van geval tot geval kan variëren blijkt een spoelwaterstroom van ongeveer 18 li-25 ter per minuut per element 14 voldoende voor een gebruikelij ke varkensstalconstructie.
Op soortgelijke wijze kunnen ook de details van de af-voerbakinrichting 20 aan het tegenovergelegen einde van de elementen 14 worden gevariëerd, dooh wordt bij de voorkeurs-30 uitvoeringsvorm, weergegeven in de figuren 3 en 4, gebruik ge maakt van een hellende bak-buis 46, welke langs zijn boveneinde open is en kan zijn gevormd uit gewone plastic buis van geschikte diameter voor het daardoorheen doorlaten van de beoogde hoeveelheid spoelwater en afvalmateriaal voor de betrokken 35 installatie, tezamen met een naar omlaag afvoerend elleboog- 8003290 - 9 - passtuk 48, om het materiaal van het betrokken einde van elk element 14 in de buis 46 te doen belanden.
Ofschoon een willekeurig geschikte spoelwaterbron kan worden toegepast en de afvoer vanuit de afvoerbak 20 kan ge-5 schieden naar een riool of dergelijke, verdient het om rede nen van conservering de voorkeur een inrichting toe te passen, waarbij de afvoer uit de afvoerbak 20 geschiedt door stroming als gevolg van natuurlijk afschot - of eventueel door pompen, indien nodig - naar een bezinkvijver of -meer van voldoende 10 afmetingen, zodat de vaste bestanddelen in het afvalmateriaal daarin kunnen bezinken en het watergehalte op adequate wijze kan worden gereinigd voor hernieuwd gebruik als spoelwater door natuurlijke processen, waarbij de vereiste hoeveelheid spoelwater afkomstig is uit een gereinigd gedeelte van die-15 zelfde vijver of datzelfde meer en eenvoudigweg wordt gepompt naar het spruitstuk 18, zodat aldus derhalve het spoelwater wordt gerecirculeerd.
Het zal echter duidelijk zijn, dat desgewenst dat wil zeggen wanneer men afstand wil doen van het gemak en de doel-20 matigheid van toepassing van een spruitstuk 18 en van een automatisch of althans centraal geregeld spoelwatersysteem, men zonder de hoofdaspekten van de uitvinding te verlaten, ook eenvoudigweg spoelwater in de elementen 14 met de hand en afzonderlijk door middel van een slang of dergelijke op elk 25 gewenst tijdstip kan inbrengen. Bij toepassing van het soort spoelsysteem, zoals hierboven beschreven vindt voor de elementen 14 in hoofdzaak een zelfreiniging plaats en zullen de extra inspanningen, die men zich moet getroosten, om te voldoen aan de sanitaire vereisten voor de installatie als geheel, 30 praktisch tot een minimum beperkt blijven.
Thans zal nader worden ingegaan op de vloerconstructie zélf, waarbij speciaal aandacht zal worden geschonken aan het voordelige onderlinge verband tussen de delen, wanneer deze zijn geassembleerd. Blijkens de figuren 1 en 2 zijn, in geas-35 sembleerde toestand van de vloer 10, de samenstellen 12 op af- 800 32 90 - 10 - stand uiteen evenwijdig aan elkaar gericht geplaatst, zodat tussen elk tweetal belendende samenstellen 12 een kamer 50 wordt gevormd voor het opnemen van een corresponderend exemplaar van de bakelementen 14· De keuze van de afmetingen voor
V
5 de samenstellen 12 en de elementen 14 en de onderlinge afstand tussen belendende samenstellen 12 is zodanig en de onderlinge verhoudingen zijn dusdanig dat een doorgangssleuf 52 voor af-valmateriaal van de gewenste breedte wordt gevormd tussen de naburige randen van elk tweetal belendende samenstellen 12, 10 waarbij op het ondervlak van de elementen 14 onderliggende on-dersteuningsmiddelen 24 werkzaam zijn en de zijden van elk element 14 opzij in aanraking zijn met de lijven 2Θ van de belendende samenstellen 12, om zo een bijdrage te leveren tot handhaving van de gewenste onderlinge afstand van deze samen-15 stellen 12, waarbij de randgedeelten 38 en 40, welke grenzen aan de opening 16 van elk element 14 genesteld zijn in de holte, die wordt gevormd door de flens 32 van de corresponderende samenstellen 14 en verend aangrijpen op de gedeelten 34 van die flenzen 3«i» waardoor voorkomen wordt dat de afzonderlijke 20 samenstellen 18 door kanteling of anderszins uiteen zouden kunnen bewegen.
Opgemerkt wordt, dat aan het genoemde, nieuwe, onderlinge verband van de delen een zodanige mechanische koppeling tussen de samenstellen 12 en de elementen 14 te danken is, dat de 25 sterkte en stabiliteit van de vloer als geheel in aanzienlijke mate wordt bevorderd, waarbij de elementen 14 aldus bijdragen tot de gewenste constructieve eigenschappen van de vloer en tevens hun afval opvang- en afvoerfunctie verrichten. Daarbij dient te worden bedacht, dat het onderling koppelend verband 30 tussen de samenstellen 12 en de elementen 14 er toe leidt, dat kan worden volstaan met een minimum aan, voor het monteren van de uitgevonden vloerconstructie 10 op de onderliggende onder-steuningsmiddelen 24 vereiste bevestigingsvoorzieningen.
Toorts wordt opgemerkt, dat niet slechts de betrekkelijk be-35 scheiden dikte van de uitgevonden vloerconstructie 10 een be- 800 32 90 - 11 - sparing op verticale constructiehoogte betekent, doch dat het in die vloerconstructie opgenomen zijn van de afvalopneemele-menten 14 binnen de vloerdikte de mogelijkheid schept, om de vloer 10 met even groot gemak en vrijheid van dóórval van af-5 valmateriaal hetzij op ondersteuningsmiddelen 24 in de vorm van eventueel verhoogde dwarsliggers 54» zoals weergegeven in fig, 1, of rechtstreeks op een massieve ondervloer 56, zoals weergegeven in fig. 2, te monteren.
De uitgevonden vloerconstructie 10 betekent ook een ver-10 eenvoudiging en bespoediging van de installatie, hetgeen thans nader zal blijken, wanneer de voor de installatie benodigde stappen zullen worden bezien.
Bij de wijze van installatie, welke de voorkeur verdient, wordt begonnen met het op zijn plaats leggen van het samen-15 stel 12 aan de éne zijde van de te formeren op de ondersteu ningsmiddelen 24 en het daaraan bevestigen door willekeurige daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen 22, zoals b.v. normale schroeven 58» Vervolgens wordt eerst het bakelement 14 op zijn plaats op de ondersteuningsmiddelen 24 gelegd met zijn 20 randgedeelte 58 in de holte, welke wordt bepaald door de flens 32 van het eerste samenstel 12. Hierna wordt de flens 52 van het volgende samenstel 12 in de opening 16 van het eerste element 14 "gehaakt", met het randgedeelte 40 van dat element 14 reikend in de holte, welke wordt bepaald door de flens 32 van 25 dat volgende samenstel 12. Dit volgende samenstel 12 wordt vervolgens in zijn overeindstaande stand gekanteld met zijn lijf 28 opzij aangrijpend op het element 14 en met zijn flens 32 in stevige contact gedrukt tegen de veerkracht van het randgedeelte 40 van het element 14» waarna dat volgende samen-30 stel 12, ook weer op geschikte wijze, aan de ondersteunings middelen 24 bevestigd wordt. De beschreven cyclus wordt nu herhaald, totdat een vloer 10 van de gewenste breedte geassembleerd is.
Ofschoon het vermoedelijk niet essentieel is in de meeste 55 installatiegevallen, in het bijzonder wanneer tijdens de in- 800 32 90 - 12 - stallatie een goed verend contact tot stand komt, is er overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitgevonden constructie tevens in voorzien, dat een strook of lijst van geschikt verbindingsmateriaal, zoals aangegeven hij het ver-5 wijzingscijfer 59 fig. 2, hij de installatie wordt aangebracht in de holte, die wordt bepaald door elke flens 32, voor het tot stand brengen van een afdichtende verbinding tussen de flenzen 32 en de randgedeelten 38 ®n 40 van de elementen 14.
10 Zoals in het voorgaande reeds opgemerkt, kan een licht afschot van de vloer 10 in de stroomrichting door de elementen 14 op gewenste wijze het afvoereffect van die elementen 14 bevorderen, in het bijzonder wanneer het de bedoeling is van tijd tot tijd te spoelen en wanneer het gewenst is, dat 15 de elementen 14 tussen de spoelwerkgangen in hoofdzaak alle vloeistof er uit op de afvoerbak 20 lozen. Hiervoor kan b.v, worden gezorgd bij het oriënteren van de vloer 10 boven een op geschikte wijze hellende, bestaande ondervloer 58 of bij de constructie van deze laatste, dan wel ook door gebruik te 20 maken van betrekkelijk dunne liggers 54 van variërende dikte als vulstukken tussen een waterpas gelegen ondervloer 58 en de vloer 10, of wanneer toch gewone dwarsbalken 54 moeten worden gebruikt, door deze op geschikte wijze zodanig te leggen dat hierdoor het gewenste afschot wordt verkregen, waarbij op-25 gemerkt wordt dat ongeveer 1,2 cm afschot per 3 m vloerlengte voor de vloer 10 een geschikte maat is voor de meeste installaties, en gering genoeg om geen hinder voor het vee op te leveren.
Ofschoon het juiste onderlinge verband bij de keuze van 30 de afmetingen voor elk bepaald soort installatie door eenvou dige berekening kan worden bepaald, zij niettemin opgemerkt, dat de buitendiameter van de elementen 14 (verminderd met een geschikte spelingmaat voor de verminderde hoogte van de elementen 14 als gevolg van openingen 16) in hoofdzaak de vereis-35 te hoogte in de samenstellen 12 zal bepalen, gerekend vanaf 8003290 - 13 - de ondersteuningsmiddelen 24 totaan het ondervlak van het vloerstrookgedeelte, dat de bovenwand vormt van de holte die wordt bepaald door de flens 32, terwijl de breedte van de vloerstrookgedeelten 30 daarbij zodanig moet worden gekozen, 5 dat de gewenste zijwaartse ineengrijping tussen de elementen 14 en de lijven 28, alsmede de gewenste breedte van de sleuven 52 in verband met de voor de openingen 16 in de elementen 14 gekozen breedte wordt bereikt»
Thans zal nog nader worden verwezen naar fig. 5» waarin 10 een gewijzigde uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is weergegeven, die de voorkeur verdient voor vloerinstalla-ties waarbij een zwaardere belasting moet worden opgenomen of waarbij bredere vloerstroken worden gewenst, zoals b.v. in een veestal. De vloerconstructie volgens fig. 5 is algemeen 15 aangeduid met het verwijzingscijfer 110. Aangezien deze uit voering van de vloerconstructie 110 van die van de vloerconstructie 10 in hoofdzaak slechts verschilt door de dwarsdoor-snede-configuratie en -afmetingen, zijn diverse onderdelen van deze uitvoering 110, die in hoofdzaak analoog zijn aan de 20 overeenkomstige delen van de in het voorgaande beschreven uit voering van de vloerconstructie 10 aangeduid met verwijzings-cijfers, welke telkens honderd hoger liggen.
Bij de uitvoeringsvorm 110 is de binnendiameter van de elementen 114 zoveel groter, als gewenst voor de zich van ge-25 val tot geval voordoende toepassing en zijn de daarmee in ver band staande afmetingen van de samenstellen 112 dienovereenkomstig vastgesteld. In het bijzonder is echter de totale breedte van het vloerstrookgedeelte 130 van de samenstellen 114 vergroot, overeenkomstig de behoefte om het vee, waar het 30 om gaat op geschikte wijze onder te brengen, aangezien slechts het zijwaartse overstek daarvan in verband met de di-mensionering van de elementen 114 behoeft te worden gekozen. Elke aanzienlijke vergroting van de breedte van de vloerstrookgedeelten 130 maakt het wenselijk - tenzij men de wand-35 dikte van de samenstellen 112 aanzienlijk zou vergroten - dat 8003290 - 14 - extra steun van onderen wordt verschaft voor de samenstellen 112. Dienovereenkomstig is bij de uitvoeringsvorm met het verwijzingscijfer 110 in plaats van één enkel lijf 28 en één voet 26 zoals bij de in het voorafgaande beschreven uitvoe-5 ringsvorm een dubbel lijf 128 toegepast elk met een bijbeho rende voet 26, hetgeen het hoofdverschil in configuratie van de vloerconstructie 110 ten opzichte van de uitvoeringsvorm met het verwijzingscijfer 10 uitmaakt. Hierdoor verkrijgt de uitvoeringsvorm 110 een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak " 7f "-10 vormige dwarsdoorsnedeconfiguratie, in plaats van de in hoofdzaak "T"-vormige dwarsdoorsnedeconfiguratie bij de in het voorafgaande beschreven uitvoering van de vloerconstructie 10.
Voor een deskundige op het onderhavige gebied zal het 15 duidelijk zijn, dat het wanneer de breedte van het strookge- deelte 130 nog verder vergroot wordt, mogelijk is, nóg een lijf 128 toe te passen, tussen die welke in fig. 5 afgebeeld zijn.
Voorts wordt opgemerkt dat door het onderlinge koppe-20 lingsverband tussen de samenstellen 112 en de elementen 114 er bij de meeste installaties mee kan worden volstaan slechts één voet of basisgedeelte 126 van elk samenstel 112 aan de onderliggende ondersteuningsmiddelen 156 door middel van schroeven of dergelijke 122 te bevestigen. De vervaardiging, 25 het samenvoegen en de werking van de inrichting 110 is overi gens in wezen gelijk aan de in het voorgaande beschreven uitvoering met het verwijzingscijfer 10 en behoeft hier derhalve niet nader te worden toegelicht.
Gemeend wordt, dat uit de beide, ter verduidelijking van 30 de uitvinding afgeheelde en in het voorgaande beschreven uit- voeringsvoorbeelden voor een deskundige op het onderhavige gebied blijkt, dat de uitvinding een gesleufde vloerconstructie verschaft, die een aanzienlijke verbetering vormt ten opzichte van hetgeen tot dusverre bekend en verkrijgbaar was.
35 Het zal echter tevens duidelijk zijn, dat binnen het kader 80 0 3 2 90 .*>· -* - 15 - van de uitvinding tal van varianten en gewijzigde uitvoeringsvormen in constructiedetails ten opzichte van hetgeen in het voorgaande beschreven en in de tekening afgeheeld is, mogelijk zijn.
800 32 90

Claims (2)

1. Modulaire afvalopneem- en -afvoervloerconstructie, ingericht voor installatie op onderliggende ondersteuningsmidde-len van uiteenlopende soort, met inbegrip van die, waarbij een rechtstreeks onderliggende ondervloer wordt toegepast, 5 gekenmerkt door - een aantal langwerpige samenstellen, elk met een voet of basis, een van die voet of basis omhoog reikende constructie en een door die constructie boven die voet of basis ondersteunde vloerstrook; 10. middelen, voor het monteren van die samenstellen op de onder liggende ondersteuningsmiddelen, waarbij die samenstellen op afstand uiteen en in hoofdzaak onderling evenwijdig geplaatst worden en een langwerpige kamer of een langwerpige compartiment bepalen tussen de genoemde constructies van 15 telkens een tweetal naast elkaar gelegen samenstellen, waar bij de belendende randen van elk naast elkaar gelegen tweetal vloerstroken in hoofdzaak onderling evenwijdig op afstand uiteen liggen, onder het tussen elkaar in bepalen van een langwerpige sleuf, welke in verbinding staat met de be- 20 trokken kamer; en - een aantal bakelementen, welke respectievelijk in het inwendige van die kamer aangebracht zijn en elk in verbinding staan met de betrokken sleuf voor het opnemen en afvoeren van afvalmaterialen, dat naar omlaag dó<5r de genoemde sleu- 25 ven tussen die vloerstroken passeert; - waarbij elk van die bakelementen een langwerpig in hoofdzaak cilindrisch buisachtig element omvat, dat rust op de onderliggende ondersteuningsmiddelen, en aan weerszijden op de gevormde omhoog reikende constructies van de naburige sa- 30 menstellen aangrijpt, en is voorzien van een langwerpige opening langs zijn bovenoppervlak, in verbinding met de betrokken sleuf; en - elk van de stroken is voorzien van flensmiddelen, welke omlaag reiken vanaf de randen daarvan en zich uitstrekken tot 8003290 - 17 - in de opening van het betrokken element, zodat die flens-middelen werkzaam zijn voor het handhaven van de verbinding van die openingen met de genoemde sleuven en de elementen werkzaam zijn voor het in hun onderlinge stand koppelen van 5 de samenstellen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde elementen in omtreksrichting veerkrachtig zijn en de breedte van de openingen normaliter niet groter is, dan de tussenruimte tussen het corresponderende tweetal flensmidde-10 len, om de genoemde samenstellen nog aanvullend in hun onder-' linge stand te houden, en de genoemde elementen in hun werkzame stand binnen die kamer met de genoemde openingen in uit-gelijnde verbinding met die sleuven te houden. 8003290
NL8003290A 1979-06-06 1980-06-05 Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie. NL8003290A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US4605079 1979-06-06
US06/046,050 US4231325A (en) 1979-06-06 1979-06-06 Modular, waste collecting and draining floor apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003290A true NL8003290A (nl) 1980-12-09

Family

ID=21941311

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003290A NL8003290A (nl) 1979-06-06 1980-06-05 Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4231325A (nl)
JP (1) JPS565029A (nl)
BR (1) BR8003489A (nl)
CA (1) CA1125591A (nl)
DE (1) DE3020742A1 (nl)
ES (1) ES8101843A1 (nl)
NL (1) NL8003290A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5477654A (en) * 1993-02-02 1995-12-26 Weelink; Johannes M. W. Grid floor for a cattle stable

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI844277L (fi) * 1984-10-31 1986-05-01 Neste Oy Plastprofil och dess anvaendning.
AU662057B2 (en) * 1992-10-06 1995-08-17 Stockyard Industries Pty. Ltd. Flushing systems
NL9401469A (nl) * 1994-09-09 1996-04-01 Fransiscus Johannus Anthonius Mestafdekmiddelen en mestopslagmiddelen voorzien van mestafdekmiddelen.
US5937793A (en) * 1997-02-10 1999-08-17 Faroex Ltd. Flooring system for farrowing pen
US6029608A (en) * 1998-07-30 2000-02-29 Johnson; Terry D. Animal containment device
JP4484287B2 (ja) * 1999-08-09 2010-06-16 株式会社木村技研 建築物の床
ES2166731B1 (es) * 2000-09-11 2003-01-01 Prat Ramon Sala Suelo para criaderos de animales.
US7028437B2 (en) * 2002-07-31 2006-04-18 Hauck Robert F Above-joist, integrated deck-gutter system
GB0304822D0 (en) 2003-03-03 2003-04-09 Dca Internat Ltd Improvements in and relating to a pen-type injector
IT1394078B1 (it) * 2009-04-15 2012-05-25 Lusetti Pavimento componibile aerato in particolare per stalle e/o porcilaie
JP2016504505A (ja) * 2012-11-13 2016-02-12 セイフスピル・システムズ・エルエルシーSafespill Systems LLC モジュラー型防火フローリング
FR3048849B1 (fr) * 2016-03-15 2018-07-27 Bioret Agri-Logette Confort Systeme pour la collecte des dejections s'ecoulant sur le sol d'une enceinte pour l'elevage d'animaux, par exemple de bovins
CN106879489B (zh) * 2017-03-23 2023-05-09 宜川县鑫丰生态养殖有限责任公司 一种自动控制喂食的鸡舍
FR3077952B1 (fr) * 2018-02-20 2021-08-27 Bioret Agri Logette Confort Revetement de sol, en particulier pour le sol d'une enceinte pour l'elevage d'animaux
DE202018100956U1 (de) 2018-02-21 2018-05-28 Wimeko GmbH Stallboden mit Rinnen
FR3121458B1 (fr) * 2021-03-30 2023-04-14 Bbdo Système et procédé de drainage de fluides polluants, inflammables et/ou combustibles

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US463244A (en) * 1891-11-17 Stall-floor
US428848A (en) * 1890-05-27 Martin logan
US469044A (en) * 1892-02-16 Johann jungblutii
US386997A (en) * 1888-07-31 Maetin logan
US487548A (en) * 1892-12-06 Stable-gutter
CH67062A (de) * 1914-03-14 1914-11-02 Sohn Kueng Wilhelm Boden, insbesondere für Ställe
US2437210A (en) * 1944-10-18 1948-03-02 Walter W Riebli Drainage system for stables
US3721215A (en) * 1971-08-13 1973-03-20 Reynolds Metals Co Connector-spacer and floor construction using same
US3716027A (en) * 1971-08-13 1973-02-13 Reynolds Metals Co Floor construction and member for making same
US3815550A (en) * 1972-09-05 1974-06-11 Becker Mfg Co Inc Floor assembly for animal enclosures
US3742911A (en) * 1972-09-13 1973-07-03 Norandex Inc Slatted flooring connector system
US3848568A (en) * 1972-12-29 1974-11-19 Univ Iowa State Res Found Inc Ribbed floor and method of waste removal
US3859962A (en) * 1973-08-03 1975-01-14 Erickson Lennart G Sanitary flushable floor for cattle confinement feedlots
US4048960A (en) * 1976-05-05 1977-09-20 Danforth Agri-Resources Slotted surface flooring for use in animal husbandry
US4135339A (en) * 1977-05-20 1979-01-23 Pawlitschek Donald P Slatted floor system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5477654A (en) * 1993-02-02 1995-12-26 Weelink; Johannes M. W. Grid floor for a cattle stable

Also Published As

Publication number Publication date
CA1125591A (en) 1982-06-15
BR8003489A (pt) 1981-01-05
ES492124A0 (es) 1980-12-16
US4231325A (en) 1980-11-04
ES8101843A1 (es) 1980-12-16
DE3020742A1 (de) 1980-12-11
JPS565029A (en) 1981-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8003290A (nl) Modulaire afvalopvang- en -afvoervloerinstallatie.
US5477654A (en) Grid floor for a cattle stable
AU2006282054B2 (en) Self-cleaning flooring system
KR100258421B1 (ko) 합성 말 깔개(Synthetic Horse Bedding)
US20090241442A1 (en) Self-cleaning flooring system
US3528391A (en) Floor construction for an animal enclosure and method of making same
US3177848A (en) Small animal cage with connectible drainage troughs
EP0560448A1 (en) Draining floor covering
US5116256A (en) Kennel run isolating means
US4520759A (en) Waste flushing unit for hog farrowing
US4294195A (en) Hog farrowing module
US3837319A (en) Slatted floor system
US6141803A (en) Floor protection and cleaning in male toilets
US6152080A (en) Panel leveling system for use with animal kennels
EP2243355A1 (en) Modular ventilated flooring in particular for stables and /or piggeries
US4781149A (en) Prefabricated cattle stall
USRE28834E (en) Floor construction for an animal enclosure and method of making same
US20040194726A1 (en) Flume flush floor for livestock
EP1219168B1 (en) Separation panel for a space for keeping animals and method for manufacturing such separation panel
FR3070823B1 (fr) Revetement de sol, destine a recouvrir le sol d&#39;une enceinte pour l&#39;elevage d&#39;animaux, par exemple le plancher ajoure d&#39;un caillebotis
BE1028596B1 (nl) Emissiearm stalvloerpaneel
US3804067A (en) Slatted flooring connector system
JPS5948Y2 (ja) 畜舎用汚物溝の構造
AU656056B2 (en) A floor module for an animal pen
KR100637761B1 (ko) 하수구 뚜껑

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed