BE1018081A3 - Stalvloerelement. - Google Patents

Stalvloerelement. Download PDF

Info

Publication number
BE1018081A3
BE1018081A3 BE2008/0265A BE200800265A BE1018081A3 BE 1018081 A3 BE1018081 A3 BE 1018081A3 BE 2008/0265 A BE2008/0265 A BE 2008/0265A BE 200800265 A BE200800265 A BE 200800265A BE 1018081 A3 BE1018081 A3 BE 1018081A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
stable floor
comfort
beams
floor element
element according
Prior art date
Application number
BE2008/0265A
Other languages
English (en)
Inventor
Der Velden Gert Van
Original Assignee
Velden Beton Nv V D
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE2008/0265A priority Critical patent/BE1018081A3/nl
Application filed by Velden Beton Nv V D filed Critical Velden Beton Nv V D
Priority to AU2009245348A priority patent/AU2009245348B2/en
Priority to EP09742549.0A priority patent/EP2288255B1/en
Priority to PL09742549T priority patent/PL2288255T3/pl
Priority to NZ588821A priority patent/NZ588821A/xx
Priority to RU2010150366/13A priority patent/RU2507737C2/ru
Priority to PCT/IB2009/051888 priority patent/WO2009136376A1/en
Priority to US12/991,797 priority patent/US8413392B2/en
Priority to CA2723890A priority patent/CA2723890C/en
Priority to DK09742549.0T priority patent/DK2288255T3/da
Application granted granted Critical
Publication of BE1018081A3 publication Critical patent/BE1018081A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/30Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure
    • E04C2/42Gratings; Grid-like panels
    • E04C2/427Expanded metal or other monolithic gratings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Stalvloerelement dat een draagelement (2) omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak (6) en aan de onderzijde een bodemvlak (7), waarbij het gebruiksvlak (6) is voorzien van één of meer uitsparingen of openingen (5), daardoor gekenmerkt dat in minstens één van deze uitsparingen of openingen (5) een comfortelement (9) is aangebracht, vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, welk comfortelement (9) reikt van de inwendige ruimte in de uitsparing of de opening (5), waarin het is aangebracht ter bevestiging van het comfortelement (9), tot net onder, in lijn met of tot boven het gebruikersvlak (6), dit alles bekeken wanneer het stalvloerelement (1) zich in de gebruikerspositie bevindt.

Description

Stalvloerelement.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een stalvloerelement.
Een bekend type stalvloerelement bestaat in hoofdzaak uit een rooster vervaardigd uit beton, opgebouwd uit balken die op een afstand van elkaar geschikt zijn en onderling verbonden zijn door middel van dwarse balken, eveneens vervaardigd uit beton.
Zulk een stalvloerelement wordt beschreven in het EP 1.563.728, waarvan de daarin beschreven elementen geïncorporeerd worden in de huidige tekst.
Zulke stalvloerelementen worden als geïntegreerde elementen vervaardigd. De openingen die voorzien zijn tussen de balken zijn bedoeld voor de afvoer van de uitwerpselen naar een put die gebruikelijk onder zulke stalvloer wordt voorzien.
Het reinigen van een stalvloer die bestaat uit zulke bekende stalvoerelementen wordt gebruikelijk uitgevoerd door op geregelde tijdstippen de vloer af te schrapen, zij het manueel of automatisch door toedoen van een mestrobot of een schuif, waarbij de afgeschraapte uitwerpselen eveneens via de openingen tussen de balken tot in de ondergelegen put worden afgevoerd.
Een ander type stalvloer vertoont een grotendeels gesloten en vlak bovenvlak. Zulke stalvoer is met andere woorden niet opgebouwd uit balken met tussenliggende openingen. De uitwerpselen worden bij zulke types van stalvloeren afgevoerd door op frequente basis de vloer af te schrapen en de uitwerpselen af te voeren via een beperkt aantal afvoeropeningen, en verder via ondergelegen leidingen, bijvoorbeeld naar een afgelegen opvangreservoir.
Voor het dierenwelzijn is het bekend deze bekende stalvloerelementen, die in het algemeen vervaardigd worden uit beton, ter plaatse van het bovenvlak te voorzien van rubberen matten.
In een eerste bekende uitvoering wordt een mat integraal over de stalvloer aangebracht.
In het geval dat de stalvloerelementen voorzien zijn van openingen of sleuven via welke de uitwerpselen tot in een ondergelegen put vallen, worden deze matten in lijn met deze openingen of sleuven voorzien van overeenstemmende uitsparingen.
Aldus wordt de doorgang voor de uitwerpselen niet verhinderd, en wordt een integraal met rubber beklede ondergrond bekomen.
Een nadeel van deze uitvoeringsvorm bestaat erin dat de mat los ligt op de stalvloer, en dat deze kan verschuiven door gebruik of tijdens het afschrapen.
Een bevestiging van deze matten aan de betonnen ondervloer is omslachtig en heeft het bijkomend nadeel dat de bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven, oorzaak kunnen zijn van dierenletsels.
Er bestaan ook stalvloerelementen vervaardigd uit beton waarbij in het bovenvlak rubber stroken of rubberen matdelen zijn ingewerkt tijdens de productie ervan.
Een nadeel daarvan is dat deze niet kunnen worden vervangen, wat de technische levensduur van zulke stalvloerelementen sterk inkort.
Volgens een andere bekende uitvoeringsvorm, uitgaande van een betonnen vloerrooster opgebouwd uit balken en dwarsbalken, wordt de bovenzijde van elke balk bekleed met een rubberen strook. Deze strook wordt dan gebruikelijk bevestigd op de balk welke zij bedekt. Zulke rubberen stroken worden beschreven in het WO 2006/103534 en in het IE 2001/0006.
De bevestiging van deze stroken vormt een grote bekommernis. Ze kan worden gerealiseerd aan de bovenzijde of aan de zijwanden van de balk welke de strook bekleed.
De bevestiging van zulke stroken is omslachtig en bezwaart de vervangbaarheid ervan.
De nodige aandacht dient te worden geschonken aan het voorkomen van letsels of ongemakken voor de dieren.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een stalvloerelement dat een draagelement omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak en aan de onderzijde een bodemvlak, waarbij het gebruiksvlak is voorzien van één of meer verdiepingen, uitsparingen of openingen, waarbij in minstens één van deze verdiepingen, uitsparingen of openingen een comfortelement is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, welk comfortelement reikt van de inwendige ruimte in de uitsparing of de opening, waarin het is aangebracht ter bevestiging van het comfortelement, tot net onder, in lijn met of tot boven het gebruiksvlak, dit alles bekeken wanneer het stalvloerelement zich in de gebruikspositie bevindt.
Een belangrijk voordeel betreft de zeer eenvoudige plaatsingswijze van de comfortelementen.
Inderdaad, de comfortelementen kunnen eenvoudig in de uitsparingen of openingen geplaatst worden, zonder dat bijkomende mechanische bevestiging vereist is, welke schadelijk kan zijn voor het welzijn van de dieren.
Dit resulteert in een zeer economische stalvloer waarvan de comfortelementen overigens op eenvoudige wijze kunnen worden,vervangen, bijvoorbeeld wanneer deze aan vervanging toe zijn ten gevolge van slijtage, of wanneer de stalvloer zal worden aangewend voor andere dieren.
Een ander voordeel dat geboden wordt door het stalvloerelement volgens de uitvinding, bestaat erin dat grote gedeelten van het gebruiksvlak van het draagelement zichtbaar of beter gezegd voor de dieren betreedbaar blijven.
Inderdaad, het comfortelement volgens de uitvinding is dankzij zijn bijzondere positie in de uitsparingen of openingen in het gebruiksvlak van het draagelement, uitermate geschikt om een groot gedeelte of het gehele gebruiksvlak van het draagelement vrij betreedbaar te houden.
Op die wijze wordt een ondergrond bekomen van beton dat wordt afgewisseld met rubber of een ander elastisch materiaal.
Dit komt het dierenwelzijn ten goede, aangezien het contact met het betonnen gebruiksvlak de dieren toelaat hun hoeven of klauwen te slijten. Bovendien biedt een wisselende ondergrond een stroever contact wat de veiligheid ten goede komt.
De uitvinding biedt echter evengoed de mogelijkheid de betondelen van het draagelement volledig te bedekken.
Inderdaad, afhankelijk van de uitvoeringsvorm van de uitsparingen en van de comfortelementen, blijft het gebruiksvlak van het draagelement volledig of deels betreedbaar, of wordt het volledig verborgen en/of onbetreedbaar.
De huidige uitvinding betreft tevens een draagelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement volgens de uitvinding, en een werkwijze voor het vervaardigen van zulk draagelement.
De huidige uitvinding betreft tevens een comfortelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement volgens de uitvinding.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een stalvloerelement volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief twee stalvloerelementen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 is aangeduid met F2; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 is aangeduid met F5; figuur 6 het element in figuur 5 weergeeft, doch in een andere positie; figuur 7 het element in figuur 2 weergeeft, waarin enkele elementen volgens figuur 5 zijn aangebracht; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 1; figuur 9 schematisch en in perspectief twee stalvloerelementen volgens de uitvinding weergeeft, echter volgens een alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 9 is aangeduid met F10; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn XI-XI in figuur 10; figuur 12 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 9 is aangeduid met F12; figuur 13.het element in figuur 12 weergeeft, doch in een andere positie; figuur 14 het element in figuur 10 weergeeft, waarin enkele elementen volgens figuur 12 zijn aangebracht; figuur 15 een doorsnede weergeeft volgens lijn XV-XV in figuur 9.
In figuur 1 is een stalvloer weergegeven die is opgebouwd uit stalvloerelementen 1 volgens de uitvinding.
Elk stalvloerelement 1 omvat een betonnen draagelement 2, hier in de vorm van een vloerrooster 2 zoals weergegeven in de figuren 2 tot 4.
Het vloerrooster 2 bestaat in hoofdzaak uit enkele, in dit geval vijf parallel en op een afstand van elkaar geplaatste balken 3.
Deze balken 3 zijn hier onderling verbonden door middel van drie dwarse balken 4, één aan elk van de uiteinden van de balken 3 en één in het midden daarvan.
De openingen 5 tussen de balken 3 vernauwen van het in gebruik aan de bovenzijde gelegen vlak van de vloerrooster 2, verder het bovenvlak of het gebruiksvlak 6 van de vloerrooster 2 genoemd, naar het tegenover gelegen bodemvlak 7 ervan.
De balken 3 verbreden met andere woorden van het gebruiksvlak 6 naar het bodemvlak 7 van de vloerrooster 2.
In de weergegeven uitvoeringsvorm verloopt de doorsnede van de balken 3 van het gebruiksvlak 6 naar het bodemvlak 7 eerst met een hoofdzakelijk constante breedte, dit tot een 2 cm onder het gebruiksvlak 6, en vervolgens verbreedt de sectie doordat aan beide zijden van de balk 3 een schuin wanddeel is voorzien dat reikt tot 6 cm onder het gebruiksvlak 6, waarna de balk 3 met hoofdzakelijk constante breedte tot aan het bodemvlak 7 reikt.
Het gebruiksvlak 6 van de vloerrooster 2 is hier, doch zuiver optioneel, voorzien van groeven 8 of oneffenheden of dergelij ke.
De in het midden van de balken 3 gelegen dwarse balk 4 vertoont een hoogte Hl die enigszins kleiner is dan de hoogte H2 van de aan de uiteinden gelegen dwarse balken 4.
Ook de balken 3 vertonen een variërende hoogte, een en ander zodanig dat het gebruiksvlak 6 van de vloerrooster 2, gevormd door de bovenvlakken van de balken 3 en de dwarse balken 4, vrij is van bruuske overgangen.
Daartoe vertonen de balken 3 nabij hun aansluiting met de in het midden gelegen dwarsbalk 4 een hoogte hoofdzakelijk gelijk aan Hl, terwijl de balken 3 nabij hun aansluiting met de aan de uiteinden gelegen dwarsbalken 4 een hoogte H2 vertonen.
Elk stalvloerelement 1 omvat naast het hierboven besproken vloerrooster 2 tevens een comfortelement 9, hier vervaardigd uit rubber en uitgevoerd zoals weergegeven in de figuren. 5 en 6.
De vormgeving en de maten van het comfortelement 9 zijn zodanig dat het precies in een opening 5 tussen de balken 3 van het vloerrooster 2 kan worden aangebracht.
Het comfortelement 9 reikt daarbij van de inwendige ruimte van de opening 5, i.e. in deze uitvoeringsvorm de ruimte tussen de balken 3 waarin het comfortelement 9 is aangebracht ter bevestiging ervan, tot aan het gebruiksvlak 6.
Het comfortelement 9, hier vervaardigd als gietstuk, vertoont hier in het algemeen, afgezien van een verstevingsribbe 10 centraal aan de onderzijde van het comfortelement 9, een hoofdzakelijk U-vormige sectie met lichaam 11 en twee benen 12.
In de weergegeven uitvoeringsvorm is de zijde van het lichaam 11 die in gebruik aan de bovenzijde is gelegen, verder de bovenzijde 13 van het comfortelement 9 genoemd, convex uitgevoerd. Aldus reikt het comfortelement 9 enigszins hoger dan het gebruiksvlak 6 van het draagelement 2.
In de weergegeven uitvoering is de bovenzijde 13 meer bepaald voorzien van een centraal gedeelte 14 dat vlak is uitgevoerd en aan weerszijden een schuin aflopend gedeelte 15.
De zijwanden 16 van het lichaam 11 zijn hoofdzakelijk parallel aan het symmetrievlak van het comfortelement 9 gericht.
De benen 12 van de hoofdzakelijk U-vormige sectie versmallen naar hun vrije, uiteinden, een en ander zodanig dat de buitenzijden 17 van de benen 12 en de zijwanden 16 van het lichaam 11 qua vorm en afmetingen hoofdzakelijk overeenstemmen met de vormgeving van de balken 3 alwaar de comfortelementen 9 worden ingebracht.
In aangebrachte positie, zoals weergegeven in de figuren 7 en 8, strekt de bovenzijde 13 van het comfortelement 9 enigszins tot boven het bovenvlak 6 van het vloerrooster 2, doch zulks is niet vereist voor de toepassing van de uitvinding.
De plaatsingswijze van een stalvloerrooster 1 volgens de uitvinding zoals hierboven besproken is eenvoudig en als volgt.
De betonnen vloerroosters 2 worden op de onderliggende structuur geplaatst, voor de besproken uitvoeringsvorm bijvoorbeeld op een volle vloer waarin eventueel rioleringsbuizen zijn voorzien. Enkele van de vloerroosters 2 zijn eventueel voorzien van een afvoeropening 18 zoals weergegeven in figuur 1, en deze worden in lijn geplaatst en aangesloten op de rioleringsbuizen welke zijn aangesloten met een opvangput.
In figuur 7 wordt verduidelijkt hoe de comfortelementen 9 op eenvoudige wijze kunnen worden aangebracht op de vloerroosters 2.
Inderdaad, dankzij de aangehaalde hoofdzakelijk overeenstemmende vormgeving van de comfortelementen 9 met de openingen 5 tussen de balken 3 van de vloerroosters 2, volstaat het de comfortelementen 9 met conische onderzijde in de trechtervormige openingen 5 te plaatsen.
Deze of een andere gepaste en overeenstemmende vormgeving van de comfortelementen 9 en de uitsparingen of openingen 5 in de draagelementen 2, laten toe de comfortelementen 9 eenvoudig in de uitsparingen of openingen 5 te plaatsen. De afwezigheid van bijkomende mechanische verbindingen laat toe de comfortelementen 9 eenvoudig te plaatsen en te vervangen. Een verlijming van de comfortelementen 9 kan eventueel overwogen worden.
Het gebruik en de werking van zulke stalvloerelementen 1 is eenvoudig en als volgt.
De stalvloerelementen 1 zorgen voor een optimaal dierencomfort. Enerzijds zorgen de comfortelementen 9 voor een zachtere en warmere ondergrond en, anderzijds, voorzien de betonbalken 3 en 4 dat de dieren hun hoeven of klauwen kunnen slijten.
De eventuele afwisseling van beton en rubber garanderen overigens een stroever wandeloppervlak wat de veiligheid ten goede komt.
In tegenstelling tot de stalvloeren die volledig bedekt zijn met een rubberen mat, biedt een stalvloer opgebouwd uit zulke stalvloerelementen 1 volgens de uitvinding het voordeel dat de dieren zich niet uitsluitend op de plaatsen .waar zulke matten zijn voorzien zullen begeven. Aldus wordt de volledige infrastructuur benut, en dus ook de ligboxen.
De in het midden van de balken 3 gelegen dwarse balk 4 vertoont een hoogte Hl die enigszins kleiner is dan de hoogte H2 van de aan de uiteinden gelegen dwarse balken 4.
Ook de balken 3 lopen af naar deze lagere centraal gelegen dwarse balken 4. Als gevolg daarvan zullen ook de comfortelementen 9 onder helling in de tussenliggende openingen 5 geplaatst zijn. Een en ander brengt met zich mee dat de vloeibare uitwerpselen reeds ten gevolge van de gravitatie hun weg banen naar de centraal gelegen dwarse balken 4.
Indien de onderliggende structuur zodanig is uitgevoerd dat ook de vloerroosters 2 met afvoeropening 18 het laagst zijn gelegen, dan worden de vloeibare uitwerpselen aldus vanzelf afgevoerd.
Deze snelle afvoer van urine is van belang voor de reductie van de uitstoot van methaan (CH4) en ammoniak (NH3).
De overige uitwerpselen worden afgevoerd door op regelmatige basis de vloer af te schrapen en de uitwerpselen af te voeren via de afvoeropeningen 18, en via een niet weergegeven buizensysteem verder af te voeren naar een opvangput.
Wanneer de comfortelementen 9 sleet zouden vertonen, kan vervanging ervan eenvoudig worden uitgevoerd.
Desgevallend kan het bodemvlak 7 van de vloerroosters 2 gesloten zijn uitgevoerd. De openingen 5 zijn dan uitsparingen of verdiepingen in het bovenvlak of het gebruiksvlak 6 van de vloerrooster 2, in tegenstelling tot de doorgaande openingen 5 zoals weergegeven in de figuren.
Zulk gesloten bodemvlak 7 voorkomt contaminatie van de ondergrond in het geval een lek zou ontstaan tussen de comfortelementen 9 en de vloerroosters 2.
Zulke vloerroosters kunnen desgewenst rechtstreeks op een uitgevlakte ondergrond geplaatst worden.
Het is duidelijk dat de hellende uitvoering van de balken 3 niet vereist is, doch het resulteert in een versnelde afvoer van de vloeibare uitwerpselen, wat een verminderde uitstoot van methaan (CH4) en ammoniak (NH3) met zich meebrengt.
Het is ook duidelijk dat de draagelementen 2 niet noodzakelijk vloerroosters dienen te zijn zoals omschreven.
Een draagelement 2 hoeft niet noodzakelijk dwarsbalken 4 te vertonen. Inderdaad, de uitvoering met gesloten bodemvlak 7 kan ook zonder dwarse balken 4 zijn uitgevoerd.
Het draagelement 2 kan, maar hoeft niet noodzakelijk een hoofdzakelijk rechthoekige omtreksrand te vertonen, en de uitsparingen 5 kunnen ook bijvoorbeeld rond zijn of zeshoekig of een andere vorm aannemen. Het draagelement 2 kan bijvoorbeeld ook een ter plaatse gegoten vloerplaat betreffen, waarin verdiepingen of uitsparingen zijn Voorzien.
In figuur 9 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een stalvloer weergegeven die is opgebouwd uit stalvloerelementen ' 1 volgens een alternatieve uitvoeringsvorm.
Elk stalvloerelement 1 omvat zoals in de hierboven besproken uitvoeringsvorm een draagelement 2, bijvoorbeeld een betonnen vloerrooster 2 dat dienst doet als dragende structuur, zoals weergegeven in de figuren 10 tot 11.
Deze vloerroosters 2 verschillen in hoofdzaak van de hierboven besproken vloerroosters 2 doordat ze zijn uitgevoerd met een grotere hoogte, en doordat de balken 3 geen variërende hoogte vertonen waardoor zij schuin aflopen naar de centraal gelegen dwarse balk 4.
Elk stalvloerelement 1 volgens deze variante uitvoeringsvorm omvat naast de hierboven besproken vloerrooster 2 tevens een comfortelement 9, hier tevens hoofdzakelijk vervaardigd uit rubber, en weergegeven in de figuren 12 en 13.
De vormgeving en de maten van het comfortelement 9 zijn zodanig dat het precies tussen de balken 3 van het vloerrooster 2 kan worden aangebracht.
Zulk comfortelement 9 verschilt van de eerder beschreven comfortelementen 9 doordat hun lichaam 11 voorzien is van twee in het verlengde van elkaar gelegen sleufvormige en doorgaande openingen 19.
Deze openingen 19 zijn voorzien in het centraal gedeelte 14 van het lichaam 11 en reiken van nabij het vrije uiteinde van het comfortelement 9 tot op een afstand van de verstevigingsribbe 10, die hier is uitgebreid tot aan het -bovenvlak 13 van het comfortelement 9.
Verder is het bovenvlak 13 van de comfortelementen 9 hier voorzien van geultjes 20 welke zijn voorzien in het bovenvlak van de schuin aflopende gedeelten 15 aan weerszijden van de openingen 19.
Deze geultjes 20 zijn zodanig gevormd dat ze, in tegenstelling tot de zijwaarts aflopende helling van de gedeelten 15, van de zijwanden 16 aflopen naar de openingen 19.
Deze comfortelementen 9 zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm ter plaatse van elke opening 19 voorzien van twee elastisch verende stroken 21 vervaardigd uit een elastische kunststof.
Deze verende stroken 21, zijn hier aangebracht op de benen 12 van het comfortelement 9, meer bepaald door toedoen van T-vormig geprofileerde uiteinden die in overeenstemmende groeven 22 in de benen 12 zijn gevoerd. Dit kan uiteraard ook op alternatieve wijzen gebeuren.
De vormgeving van de verende stroken 21 is zodanig dat twee overstaande verende stroken 21 in onbelaste toestand enigszins neerwaarts gericht zijn, doch zodanig dat hun vrije uiteinden 23 tegen elkaar aansluiten, en zodoende de onderliggende opvangput afsluiten.
De plaatsingswijze van een stalvloerrooster 1 volgens de uitvinding en zoals weergegeven in de figuren 9 tot 13 is eenvoudig en stemt grotendeels overeen met de plaatsingswijze van de stalvloerrooster 1 weergegeven in de figuren 1 tot 8.
De hoger uitgevoerde betonnen vloerroosters 2 zijn, dankzij hun hogere buigweerstand, geschikt om te worden aangebracht boven een opvangput voor de uitwerpselen.
De comfortelementen 9, ook wanneer ze zijn voorzien van elastisch verende stroken 21, worden in de openingen 5 tussen de balken 3 aangebracht, zoals weergegeven in de figuren 14 en 15, overigens in overeenstemming met de plaatsingswijze van de comfortelementen 9 weergegeven in de figuren 5 tot 7, met alle overeenstemmende voordelen.
Het nut van de afwisselende beton en rubber stroken situeert zich zoals eerder besproken op het gebied van het dierencomfort, het slijten van de hoeven of klauwen, de betere grip en het gebruik van de gehele infrastructuur door de afwezigheid van integraal met rubber bedekte vloerdelen.
Het gebruik en de werking van zulke stalvloerelementen 1 is eenvoudig en als volgt.
De uitwerpselen worden afgevoerd via de sleufvormige openingen 19 in de comfortelemeten 9.
De mogelijkheid om op regelmatige basis de vloer af te schrapen resulteert in een versnelde afvoer van de uitwerpselen via de sleufvormige openingen 19 naar de ondergelegen opvangput.
Urine en vloeibare uitwerpselen worden optimaal en versneld afgevoerd via de geultjes 20 welke zijn voorzien in het bovenvlak van de schuin aflopende gedeelten 15 aan weerszijden van de openingen 19.
De elastisch verende stroken 21 waarvan in onbelaste toestand de vrije uiteinden 23 tegen elkaar aansluiten, zijn hier uitgevoerd in een kunststof of een rubber met laag hechtende kenmerken en zijn voorzien van een glad bovenvlak, een en ander zodanig dat uitwerpselen die op deze stroken terechtkomen, deze neerwaarts dwingen door hun gewicht, waarna de uitwerpselen in de ondergelegen put vallen, en waarna de stroken weerom opwaarts buigen en tegen elkaar aansluiten en de opvangput op die wijze afsluiten.
De elastisch verende stroken 21 hebben met andere woorden de functie van een zelfsluitende klep.
Dit is van belang omdat de aldus afgeschermde opvangput de uitstoot van methaan (CH4) en ammoniak (NH3) vermindert.
Wanneer de comfortelementen 9 sleet zouden vertonen, kan vervanging ervan eenvoudig worden uitgevoerd.
Het is duidelijk dat de balken 3 hier ook hellend kunnen zijn uitgevoerd.
Alternatief is het mogelijk de comfortelementen 9 met een vlakke bovenzijde 13 te voorzien, of zelfs met een concave bovenzijde 13 wat dan resulteert in het voordeel dat urine en andere uitwerpselen ten allen tijde versneld zullen worden afgevoerd. Het lager gelegen gedeelte van de bovenzijde ligt dan bijvoorbeeld 1 mm, 2 mm of enkele millimeters onder het hoogst gelegen gedeelte van het comfortelement 9 wanneer het in gebruik is.
Bij zulke uitvoering zijn de eerder besproken geultjes 20 van minder belang of kunnen ze ook hier worden weggelaten.
Eventueel kunnen de comfortelementen 9 zodanig zijn dat de bovenvlakken 13 van de comfortelementen 9 onder het gebruiksvlak 6 van het draagelement 2 zijn gelegen.
Het is duidelijk dat comfortelementen 9 kunnen voorzien worden met gepaste openingen 19 afgestemd op de dieren die men wenst te houden in de betreffende stal.
De openingen 19 kunnen breder of smaller zijn uitgevoerd, kunnen sleufvormig zijn of andere vormen vertonen.
Dit voordeel resulteert in een grote flexibiliteit voor de veehouder, aangezien hij bij de keuze van de stalvloer niet gebonden is aan zijn initiële dierenbestand.
Voor een overschakeling van volwassen runderen naar kalveren bijvoorbeeld, heeft de veehouder de mogelijkheid enkel de comfortelementen 9 ^ met bredere openingen 19 te vervangen door comfortelementen 9 met smallere openingen 19.
Het is duidelijk dat een heel gamma van comfortelementen 1 kan worden voorzien.
Afhankelijk van het type dieren waarvoor de comfortelementen 9 bedoeld zijn, kunnen de breedte en de vorm van de openingen 19 aangepast worden, kan het gebruikte materiaal aangepast zijn, de kleur, of bijvoorbeeld de helling van de schuin aflopende gedeelten 15, of kan zelfs geen helling voorzien worden zodat de bovenvlakken 13 van de comfortelementen 9 in lijn liggen met het gebruiksvlak 6.
Eventueel kunnen de comfortelementen 9 zodanig zijn dat de bovenvlakken 13 van de comfortelementen 9 beduidend boven het gebruiksvlak 6 van het draagelement 2 zijn gelegen, bijvoorbeeld doordat ze voorzien zijn van een sterk convex bovenvlak 13, mocht dit het dierenwelzijn bevorderen.
Ook de geultjes 20 zijn optioneel en de afmetingen ervan indien ze voorzien zijn kunnen aangepast worden aan de beoogde toepassing.
De bovenzijde 13 van een comfortelement 9 kan, onafhankelijk van de uitvoeringsvorm, iets breder zijn uitgevoerd dan de afstand tussen de balken 3, een en ander zodanig dat de comfortelementen 9 grotendeels tussen de balken 3 kunnen worden geplaatst, doch waarbij de bovenzijde de balken 3 deels bedekt, een en ander zodanig dat een gepaste rubber tot beton verhouding wordt bekomen.
De mate waarin de comfortelementen 9 de beton balken 3 bedekken kan daarbij zodanig zijn dat de betonnen gedeelten van het gebruiksvlak 6 van het draagelement 2 niet of in beperkte mate zichtbaar blijven, of bijvoorbeeld voor 10%, 20%, 30%, 40%, 50%, 60%, 70%, 80%, 90% of 100% of voor tussengelegen waarden zichtbaar blijven.
Het is duidelijk dat zulke variante comfortelementen 9 kunnen voorzien worden, onafhankelijk van de vormgeving ervan, waarbij in algemene termen de bovenzijde 13 ervan breder wordt uitgevoerd dan de sectie van de uitsparing 5 ter hoogte van het gebruiksvlak 6 van het draagelement 2.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is een vloerrooster 2 volgens de uitvinding voorzien van een in de figuren niet weergegeven sleuf, bijvoorbeeld in de bovenzijde van, en in lijn met de in het midden gelegen balk 4, waarin de voedingskabel van een schraapinrichting kan worden geleid.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een stalvloerelement volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (25)

1. Stalvloerelement dat een draagelement (2) omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak (6) en aan de onderzijde een bodemvlak (7), waarbij het gebruiksvlak (6) is voorzien van één of meer uitsparingen of openingen (5), daardoor gekenmerkt dat in minstens één van deze uitsparingen of openingen (5) een comfortelement (9) is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, welk comfortelement (9) reikt van de inwendige ruimte in de uitsparing of de opening (5), waarin het is aangebracht ter bevestiging van het comfortelement (9), tot net onder, in lijn met of tot boven het gebruiksvlak (6), dit alles bekeken wanneer het stalvloerelement (1) zich in de gebruikspositie bevindt.
2. Stalvloerelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) in de inwendige ruimte van de uitsparing of de opening (5) , minstens aansluit met twee overstaande wanden, een en ander zodanig dat het comfortelement (9) daar geïmmobiliseerd is.
3. Stalvloerelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) tot net onder het gebruiksvlak (6) van het stalvloerelement (1) reikt.
4. Stalvloerelement volgens conclusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de uitsparingen of de openingen (5) vernauwen van het gebruiksvlak (6) naar het tegenover gelegen bodemvlak (7).
5. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het draagelement (2) een vloerrooster betreft dat enkele op een afstand van elkaar geplaatste balken (3) omvat, en waarbij de ruimtes tussen de balken (3) de voornoemde uitsparingen of openingen (5) vormen.
6. Stalvloerelement volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de balken (3) onderling verbonden zijn door middel van enkele dwarse balken (4).
7. Stalvloerelement volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het bodemvlak (7) van de vloerrooster (2) gesloten is uitgevoerd.
8. Stalvloerelement volgens één of meer van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de balken (3) een doorsnede vertonen welke, van het gebruiksvlak (6) naar het bodemvlak (7), eerst een hoofdzakelijk constante breedte vertonen, vervolgens geleidelijk verbreden, om ten slotte met hoofdzakelijk constante breedte tot aan het bodemvlak (7) te reiken.
9. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gebruiksvlak (6) voorzien is van groeven (8) of oneffenheden of dergelijke.
10. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gebruiksvlak (6) van het draagelement (2) afhelt ten opzichte van het bodemvlak (7), zij het naar een centraal of een perifeer gelegen zone van het draagelement (2).
11. Stalvloerelement volgens conclusies 6 en 10, daardoor gekenmerkt dat de balken (3) onderling verbonden zijn door middel van drie dwarse balken (4), één aan elk van de uiteinden van de balken (3) en één in het midden daarvan.
12. Stalvloerelement volgens conclusies 11, daardoor gekenmerkt dat de in het midden gelegen dwarse balk (4) een hoogte (Hl) vertoont die enigszins kleiner is dan de hoogte (H2) van de aan de uiteinden gelegen dwarse balken (4), en dat de balken (3) een variërende hoogte vertonen, een en ander zodanig dat het gebruiksvlak (6) van de vloerrooster (2), gevormd door de bovenvlakken van de balken (3) en de dwarse balken (4), vrij is van bruuske overgangen.
13. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vormgeving en de maten van het cómfortelement (9) zodanig zijn dat het precies in de uitsparing of de opening (5) , desgevallend tussen de balken (3) van het vloerrooster (2), kan worden aangebracht en aldus geïmmobiliseerd is.
14. Stalvloerelement volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) in het algemeen, afgezien van een eventuele verstevingsribbe (10), een hoofdzakelijk U-vormige sectie vertoont met lichaam (11) en twee benen (12).
15. Stalvloerelement volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de zijde van het lichaam (11) die in gebruik aan de bovenzijde is gelegen, de bovenzijde (13) van het comfortelement (9) genoemd, concaaf is uitgevoerd.
16. Stalvloerelement volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de zijde van het lichaam (11) die in gebruik aan de bovenzijde is gelegen, de bovenzijde (13) van het comfortelement (9) genoemd, convex is uitgevoerd.
17. Stalvloerelement volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de bovenzijde (13) van het comfortelement (9) voorzien is van een centraal gedeelte (14) dat vlak is uitgevoerd en aan weerszijden daarvan van een schuin aflopend gedeelte (15) .
18. Stalvloerelement volgens conclusie 15, 16 of 17, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (11) voorzien is van zijwanden (16), en dat de benen (12) voorzien zijn van buitenzijden (17), waarbij de vorm en de afmetingen van de zijwanden (16) en van de buitenzijden (17) hoofdzakelijk overeenstemmen met de vorm en de afmetingen van de opening (5) tussen de balken (3).
19. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) voorzien is van één of meer doorgaande openingen (19).
20. Stalvloerelement volgens conclusies 17 en 19, daardoor gekenmerkt dat de één of meer doorgaande openingen (19) voorzien zijn in het centraal gedeelte (14) van het lichaam (11) ·
21. Stalvloerelement volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) voorzien is van één of meer geultjes (20) voorzien in het bovenvlak (13) van het comfortelement (9).
22. Stalvloerelement volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) voorzien is van verende stroken (21) vervaardigd uit een elastische kunststof of rubber, en waarvan de vrije uiteinden (23) in onbelaste toestand tegen elkaar aansluiten.
23. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (9) het gebruiksvlak (6) van het stalvloerelement (1) minstens gedeeltelijk bedekt.
24. Draagelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement (1) volgens één of meer voorgaande conclusies.
25. Comfortelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement (1) volgens één of meer conclusies 1 tot 23.
BE2008/0265A 2008-05-09 2008-05-09 Stalvloerelement. BE1018081A3 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0265A BE1018081A3 (nl) 2008-05-09 2008-05-09 Stalvloerelement.
EP09742549.0A EP2288255B1 (en) 2008-05-09 2009-05-07 Stable floor element
PL09742549T PL2288255T3 (pl) 2008-05-09 2009-05-07 Element podłogi obory
NZ588821A NZ588821A (en) 2008-05-09 2009-05-07 Concrete floor grating unit with elastic insert elements
AU2009245348A AU2009245348B2 (en) 2008-05-09 2009-05-07 Stable floor element
RU2010150366/13A RU2507737C2 (ru) 2008-05-09 2009-05-07 Элемент пола стойла
PCT/IB2009/051888 WO2009136376A1 (en) 2008-05-09 2009-05-07 Stable floor element
US12/991,797 US8413392B2 (en) 2008-05-09 2009-05-07 Stable floor element
CA2723890A CA2723890C (en) 2008-05-09 2009-05-07 Stable floor element
DK09742549.0T DK2288255T3 (da) 2008-05-09 2009-05-07 Staldgulvelement

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0265A BE1018081A3 (nl) 2008-05-09 2008-05-09 Stalvloerelement.
BE200800265 2008-05-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018081A3 true BE1018081A3 (nl) 2010-04-06

Family

ID=40024851

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0265A BE1018081A3 (nl) 2008-05-09 2008-05-09 Stalvloerelement.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US8413392B2 (nl)
EP (1) EP2288255B1 (nl)
AU (1) AU2009245348B2 (nl)
BE (1) BE1018081A3 (nl)
CA (1) CA2723890C (nl)
DK (1) DK2288255T3 (nl)
NZ (1) NZ588821A (nl)
PL (1) PL2288255T3 (nl)
RU (1) RU2507737C2 (nl)
WO (1) WO2009136376A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022053883A1 (en) * 2020-09-10 2022-03-17 Vdv R&D Bvba Low emission stable floor panel

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019414A5 (nl) 2010-07-09 2012-07-03 Vdv R & D Bvba Stalvloerelement.
GB2500682A (en) * 2012-03-30 2013-10-02 G E Baker Uk Ltd Slotted flooring plate
CA2938308C (en) 2014-01-30 2020-12-22 Jason Stephen Honeyball Watershed protection device and system
DK2936977T3 (en) * 2014-04-25 2017-05-15 United Business Care B V Stable Floor element
EP2962555A1 (en) * 2014-07-01 2016-01-06 Michael Earls Mats for slatted floors of animal houses
EP3011830B1 (en) * 2014-10-21 2017-11-08 Fattori S.r.l. Prefabricated module for the flooring of a stable for cattle
USD768843S1 (en) * 2014-11-28 2016-10-11 Draingarde Inc. Catch basin cover
EP3064058A1 (en) * 2015-03-06 2016-09-07 Michael Earls Mats for slatted floors
WO2016205810A1 (en) 2015-06-19 2016-12-22 Titan International, Inc. Improved agricultural mat and associated systems and methods
WO2017152211A1 (de) * 2016-03-11 2017-09-14 Gerhard Grabner Bodenkonstruktion
BE1024275B1 (nl) * 2016-11-12 2018-01-11 Vdv R&D Bvba Constructiemiddelen bedoeld voor het vormen van een vloer boven een ventilatiekelder van een bewaarloods voor landbouwproducten en werkwijze voor het monteren en bijregelen van zulke vloer met behulp van zulke constructiemiddelen.
AU2017393111B2 (en) * 2017-01-16 2023-11-30 Northquip Inc. Tray-supported floor mats for livestock handling equipment
DE202018000611U1 (de) 2018-02-07 2018-02-16 Lely Patent N.V. Baugruppe aus einem Spaltenboden und einem Schlitzelement
NL2027577B1 (nl) * 2021-02-17 2022-09-14 Lely Patent Nv Vloersysteem voor dierenstal

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1173718B (de) * 1963-06-12 1964-07-09 Aschenbrenner Fa Franz Liegebox fuer Laufstaelle fuer Tiere
DE1964021A1 (de) * 1969-12-20 1971-07-15 Langer Paul Gerhard Gitterrost zur Abdeckung von Kanaelen an Viehstaenden
AT301137B (de) * 1970-03-13 1972-08-25 Alfa Laval Ag Mit streifenförmigen Belagsplatten aus Gummi od.ähnl. Material bedeckter Betonboden
GB2437404A (en) * 2006-04-18 2007-10-24 Seamus O'callaghan Rubber floor tile with drainage

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US18417A (en) * 1857-10-13 Cellular iron pavement
US107352A (en) * 1870-09-13 Improvement in wood pavement
US98480A (en) * 1870-01-04 Improved cast-iron pavement
US1378483A (en) * 1920-01-22 1921-05-17 Olson Anton Lawrence Garage-floor
US1883994A (en) * 1929-11-29 1932-10-25 Chrysler Corp Step plate
US3334456A (en) * 1963-08-16 1967-08-08 Naka Hiromitsu Anti-slip stair tread with flexible inserts
US3557669A (en) * 1968-06-19 1971-01-26 Matthew Robert Fenton Paving block and paving formed therewith
US3995593A (en) * 1975-06-18 1976-12-07 Aluminum Company Of America Flooring system
GB2089391A (en) * 1980-12-12 1982-06-23 Stressline Patents Ltd Repairing Slotted Concrete Cattle-Shed Flooring
SU1045871A2 (ru) * 1982-03-23 1983-10-07 Опытно-Конструкторское И Проектно-Технологическое Бюро Якутского Научно-Исследовательского Института Сельского Хозяйства Устройство дл содержани животных
GB2257625B (en) * 1991-07-18 1995-01-04 Psa Threshold Ltd Threshold mat
NL9300207A (nl) * 1993-02-02 1994-09-01 Johannes Martinus Willibrordus Roostervloer voor een veestal.
US5758462A (en) * 1996-04-12 1998-06-02 Bedminster Bioconversion Corp. Air floor grating system
DK1563728T3 (da) * 2004-02-13 2006-10-09 Velden Beton Nv V D Fremgangsmåde til fremstilling af riste til staldgulve til kvæg eller lignende
DE202004009396U1 (de) * 2004-05-03 2004-09-09 Kisfeld, Alfons, Dipl.-Ing. Spaltenboden für einen Tierstall und Bodenplatte dafür

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1173718B (de) * 1963-06-12 1964-07-09 Aschenbrenner Fa Franz Liegebox fuer Laufstaelle fuer Tiere
DE1964021A1 (de) * 1969-12-20 1971-07-15 Langer Paul Gerhard Gitterrost zur Abdeckung von Kanaelen an Viehstaenden
AT301137B (de) * 1970-03-13 1972-08-25 Alfa Laval Ag Mit streifenförmigen Belagsplatten aus Gummi od.ähnl. Material bedeckter Betonboden
GB2437404A (en) * 2006-04-18 2007-10-24 Seamus O'callaghan Rubber floor tile with drainage

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022053883A1 (en) * 2020-09-10 2022-03-17 Vdv R&D Bvba Low emission stable floor panel
BE1028596A1 (nl) 2020-09-10 2022-04-04 Vdv R&D Emissiearm stalvloerpaneel
BE1028596B1 (nl) * 2020-09-10 2022-04-11 Vdv R&D Emissiearm stalvloerpaneel

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009136376A1 (en) 2009-11-12
EP2288255B1 (en) 2013-05-29
NZ588821A (en) 2013-05-31
CA2723890C (en) 2016-01-05
RU2010150366A (ru) 2012-06-20
AU2009245348B2 (en) 2013-11-14
PL2288255T3 (pl) 2013-11-29
RU2507737C2 (ru) 2014-02-27
DK2288255T3 (da) 2013-09-02
EP2288255A1 (en) 2011-03-02
US20110056154A1 (en) 2011-03-10
AU2009245348A1 (en) 2009-11-12
CA2723890A1 (en) 2009-11-12
US8413392B2 (en) 2013-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018081A3 (nl) Stalvloerelement.
BE1019414A5 (nl) Stalvloerelement.
JP6419841B2 (ja) 尿マット
EP0609581A1 (en) Grid floor for a cattle stable
US20190380298A1 (en) Floor construction element
EP3162196B1 (en) A grooved floor element for a cowshed, a substrate and a flexible mat
WO2016071640A1 (fr) Système pour la collecte des liquides s'écoulant sur le sol d'une enceinte pour l'élevage d'animaux
NL8105591A (nl) Vloermatelement.
EP2236023B1 (en) Stable with floor element
NL2015454B1 (nl) Vloerelement voor een stal of dergelijk.
NL2007691C2 (nl) Veestal met mestkelder.
US5855188A (en) Flooring for a farrowing pen
JP5372591B2 (ja) グレーチング
EP4385320A1 (en) Insert element for a stable floor element
FR3070823B1 (fr) Revetement de sol, destine a recouvrir le sol d'une enceinte pour l'elevage d'animaux, par exemple le plancher ajoure d'un caillebotis
BE1028596B1 (nl) Emissiearm stalvloerpaneel
NL1042140B1 (nl) Vloerelement
FR3049162A1 (fr) Revetement de sol pour une enceinte d'elevage
CS215212B1 (en) Grate floor
JP2004081223A (ja) ペット用トイレ
NL2014783B1 (nl) Stalvloer met mestscheiding.
NL1031504C2 (nl) Waterafvoerrooster voor een afvoergoot.
NL1013163C2 (nl) Stalvloer.
FI108845B (fi) Matto
MXPA99008783A (en) Floor mat system

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VDV R&D; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: VDV R&D BVBA

Effective date: 20230216