NL9300207A - Roostervloer voor een veestal. - Google Patents

Roostervloer voor een veestal. Download PDF

Info

Publication number
NL9300207A
NL9300207A NL9300207A NL9300207A NL9300207A NL 9300207 A NL9300207 A NL 9300207A NL 9300207 A NL9300207 A NL 9300207A NL 9300207 A NL9300207 A NL 9300207A NL 9300207 A NL9300207 A NL 9300207A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor according
profile
flange
grate
strips
Prior art date
Application number
NL9300207A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Johannes Martinus Willibrordus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Martinus Willibrordus filed Critical Johannes Martinus Willibrordus
Priority to NL9300207A priority Critical patent/NL9300207A/nl
Priority to EP93203565A priority patent/EP0609581A1/en
Priority to US08/186,513 priority patent/US5477654A/en
Priority to CA 2114365 priority patent/CA2114365A1/en
Priority to NO940286A priority patent/NO301741B1/no
Publication of NL9300207A publication Critical patent/NL9300207A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0103Removal of dung or urine, e.g. from stables of liquid manure
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0128Removal of dung or urine, e.g. from stables by means of scrapers or the like moving continuously
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

ROOSTERVLOER VOOR EEN VEESTAL
De uitvinding heeft betrekking op een roostervloer voor een veestal omvattende een aantal met tussenruimtes evenwijdig aan elkaar ondersteunde liggers.
Onder een dergelijke in veestallen toegepaste roostervloer bevindt zich gewoonlijk een mestkelder, waarin de door de roostervloer zakkende mest en gier wordt opgevangen.
Een belangrijk milieuprobleem dat verband houdt met de veehouderij is de emissie van ammoniak uit de mest. De uitvinding beoogt nu een roostervloer te verschaffen die een bijdrage levert aan de vermindering van dit probleem.
De liggers van de bekende roostervloeren hebben een omgekeerd afgeknot-driehoekige doorsnede. De mest en gier verspreidt zich over het bovenoppervlak en druipt Icings de zijkanten van de liggers naar beneden, waardoor het gehele oppervlak van de ligger met mest en gier bedekt raakt en als ammonial emitterend oppervlak werkzaam is.
Bij de roostervloer volgens de uitvinding druipt de mest en gier van de druipranden af, zodat slechts het bovenoppervlak en de druipranden als ammoniak emitterend oppervlak fungeren. Het resterende gedeelte van het T-profiel blijft schoon.
Bij de roostervloer volgens de uitvinding is het ammoniak emitterende oppervlak dus sterk verminderd. Zoals bekend is de in een veestal met een conventionele roostervloer vrijkomende ammoniak voor ruwweg de helft afkomstig van de roostervloer en voor de andere helft uit de mestkelder. Door nu volgens de uitvinding het emitterende oppervlak van de roostervloer sterk te beperken, wordt de ammoniake-missie vanuit de veestal eveneens sterk beperkt.
De liggers van de roostervloer volgens de uitvinding kunnen door hun T-profiel relatief smal worden uitgevoerd.
Bij voorkeur worden de T-profielen zo gedimensioneerd als in conclusie 2 is aangegeven. Hierdoor wordt het percentage open oppervlak van de roostervloer vergroot, zodat het emitterend oppervlak van de roostervloer evenredig afneemt. Volgens een verdere voorkeur wordt de maatregel van conclusie 3 toegepast. De buigstijfheid van de liggers wordt mede bepaald door de hoogte van het lijf van het T-profiel en dit lijf kan extra hoog gemaakt worden om de gewenste buigstijfheid te bereiken. Het oppervlak van het lijf blijft schoon en draagt dus niet bij aan de ammoniak-emissie. Met een versmalling van de flens en een verhoging van het been van het T-profiel wordt dus een verkleining van het effectief emitterende oppervlak bereikt.
In stallen voor kalveren of varkens kan de flens zelfs even breed zijn als de tussenruimtes tussen de aangrenzende liggers.
Om een comfortabel oppervlak voor het vee te verkrijgen wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 4 toegepast. Een gunstige uitvoering wordt daarbij gekenmerkt in conclusie 5. In de richting dwars op het oppervlak van de liggers heeft het vee reeds voldoende houvast door de tussenruimtes tussen de afzonderlijke liggers. De zich in dwarsrichting uitstrekkende groeven verschaffen houvast in de langsrichting van de liggers en maken bovendien mogelijk dat de op het bovenvlak terechtkomende mest en gier zo snel mogelijk zijdelings naar de mestkelder worden afgevoerd.
Om een goede afvoer verder te bevorderen wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 6 toegepast.
Een geschikte andere uitvoering wordt gekenmerkt in conclusie 7. Het mineraal kan bijvoorbeeld zand of fijn grit zijn en het bindmiddel een uithardbare kunststof. Materiaal dat als oppervlaktebehandeling voor wegen wordt toegepast is geschikt.
De T-profielen voor de roostervloer volgens de uitvinding kunnen speciale warm of koudgewalste profielen met geïntegreerde druipranden zijn. Volgens een verdere gunstige ontwikkeling van de uitvinding kunnen de T-profielen echter ook stalen handelsprofielen zijn welke dan van afzonderlijke druipranden worden voorzien. Een gunstige uitvoering is daarbij gekenmerkt in conclusie 9. De kap kan dan tegelijkertijd het geschikte houvast verschaffende oppervlak heb-* ben.
Met de gunstige uitvoering zoals gekenmerkt in conclusie 10 kan de kap op het T-profiel snappen.
Een andere gunstige uitvoering wordt gekenmerkt in conclusie 11. Het omgekeerd U-vormige stalen profiel is bij voorkeur een van plaatmateriaal koudgewalst profiel. Dit kan zodanig gedimensioneerd zijn dat dit juist om de flens van het stalen handelsprofiel klemt. Verdere verbindingsmaatre-gelen zijn overbodig.
Wanneer daarbij de maatregel van conclusie 12 wordt toegepast wordt een roostervloer volgens de uitvinding verkregen met een lange levensduur. Slechts het buitenoppervlak van de kap is daarbij aan inwerking door mest en gier blootgesteld. Het stalen T-profiel blijft zelf geheel vrij van contact met mest en gier.
Volgens een geschikte verdere ontwikkeling wordt de maatregel van conclusie 13 toegepast. Hierbij wordt op een eenvoudige wijze het gewenste houvast op het bovenoppervlak van de roostervloer verkregen.
Een verdere gunstige ontwikkeling van de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 15. De buigzame stroken vormen kleppen die mest en gier naar beneden kunnen doorlaten maar, na het doorlaten weer terugveren tot in een in hoofdzaak gesloten toestand, waardoor de emissie van ammoniak uit de mestkelder tenminste sterk wordt beperkt. Doordat de stroken onder de flenzen zijn aangebracht, bijvoorbeeld tegen het been van het T-profiel, kunnen deze een behoorlijke breedte hebben zodat deze een geschikte buigzaamheid hebben.
Bij voorkeur wordt daarbij de maatregel van conclusie 16 toegepast. Door het niet-hechtende materiaal wordt verzekerd dat geen mest of gier aan het oppervlak van de stroken hecht, zodat deze niet bijdragen aan het effectieve emitterende oppervlak.
Geschikte materialen worden daarbij gekenmerkt in conclusie 17 en 18.
Een verder gunstige uitvoering wordt gekenmerkt in conclusie 19. De afzonderlijke vingers verlenen de stroken een zeer goede buigzaamheid zodat deze met zekerheid voldoende kunnen uitwijken om de mest en gier door te laten.
De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.
Fig. l toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een veestal met een roostervloer volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een met II in fig. 1 aangeduid rooster-vloerelement in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht.
Fig. 3 toont een aanzicht volgens pijl III in fig.
2.
Fig. 4 toont een met fig. 3 overeenkomend aanzicht van een andere uitvoeringsvorm.
Fig. 5-10 tonen uitvoeringsvarianten van T-profielen voor een roostervloer volgens de uitvinding.
Fig. 11 toont de oplegging van een roostervloerele-ment volgens de uitvinding gezien in de richting van pijl XI in fig. 2.
Fig. 12 toont een in hoofdzaak met fig. 3 overeenkomend aanzicht van een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm.
Fig. 13 toont een met fig. 12 overeenkomend aanzicht van een uitvoeringsvariant.
De in fig. 1 getoonde veestal 1 is een gebouw 2 waarin vee kan worden ondergebracht. Het vee kan rondlopen over een vloer die gedeeltelijk een roostervloer 4 omvat. De roostervloer 4 is samengesteld uit meer in detail in fig. 2 getoonde vloerelementen 5. Onder de roostervloer bevindt zich een mestkelder 3, waarin door het vee uitgescheiden mest en gier via de openingen in de roostervloer 4 terecht komen.
Zoals in fig. 1 te zien is zij de vloerelementen 5 opgelegd aan weerseinden op steunmuren 6. De elementen 5 kunnen dus eventueel verwijderd worden wanneer toegang tot de kelder 3 nodig is.
Zoals fig. 2 meer in detail laat zien is het vloer-element 5 samengesteld uit een aantal met tussenruimtes 9 zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende liggers 8 met een T-profiel.
De liggers zijn aan hun einden opgenomen in randpro-fielen 7, die bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld door op een kant geplaatste U-profielen worden gevormd. De T-profie-len 8 zijn met de randprofielen 7 verbonden zodat het vloer-element 5 een geheel vormt.
Fig. 3 laat meer in detail de T-profielen 8 zien.
Elk T-profiel is rechtopstaand ondersteund zodat de bovenvlakken daarvan het vloeroppervlak vormen, waarover het vee zich kan verplaatsen. Het T-profiel bevat naast de flens 10 op gebruikelijke wijze een lijf 11, dat zich dus verticaal uitstrekt en de buigstijfheid van het profiel mede bepaalt.
Zoals fig. 3 duidelijk laat zien is elke flens 10 aan weerszijde voorzien van zich benedenwaarts uitstrekkende druipranden 12. Deze druipranden 12 zorgen ervoor dat de op een betreffende flens 10 terechtgekomen mest en gier van de druiprand 12 af naar beneden in de mestkelder druipen. Het ondervlak van de flens 10 en het lijf 11 van het T-profiel blijven dus vrij van mest en gier. Het oppervlak van de roostervloer volgens de uitvinding dat door mest en gier bedekt kan worden is dus beperkt tot het bovenvlak van de flens 10 en de zijvlakken en onderrand van de druipranden 12. Dit oppervlak is aanmerkelijk veel kleiner dan bij de gebruikelijke roostervloeren met omgekeerd afgeknot-driehoe-kige betonnen liggers.
Bij de getoonde uitvoeringsvorm zijn T-profielen 8 toegepast met een breedte van de flens 10 die ten hoogste tweemaal zo breed is als de tussenruimte 9. Bij een geschikt uitvoeringsvoorbeeld kan de flens 10 bijvoorbeeld 4 cm breed zijn en de tussenruimte 9 3 è 3,5 cm. Hierdoor heeft een roostervloer volgens de uitvinding een groter aantal door de tussenruimtes 9 gevormde spleten dan een gebruikelijke roostervloer zodat het totale ammonial emitterende oppervlak van de vloer ook op die manier is beperkt. De nodige buigstijf-heid van de T-profielen wordt bereikt door een geschikte keuze van de lengte van het lijf 11 van elk profiel. Aangezien dit lijf niet in aanraking komt met de mest en gier, draagt dit niet bij tot vergroting van het emitterend oppervlak.
Bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 is in elk lijf 11 van de T-profielen een aantal gaten 14 aangebracht, waardoorheen een stang 13 is gestoken, die ter plaatse van elk T-profiel is vastgelast. Het aldus gevormd roostervloerele-ment kan daarna worden verzinkt, zodat een goede bestendigheid tegen de inwerking van mest en gier wordt verkregen.
Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm. Ook hier zijn T-profielen 15 met druipranden toegepast. In het bovenoppervlak van elk T-profiel 15 zijn groeven 16 gevormd zodat het vee een goed houvast heeft op de vloer. De groeven strekken zich in dwarsrichting van de profielen 15 uit. Het vee heeft reeds in de dwarsrichting van de liggers voldoend houvast ten gevolge van de tussenruimtes tussen de profielen. In de langsrichting van de liggers wordt het houvast verschaft door de groeven 16.
Zoals fig. 4 laat zien zijn de groeven 16 zodanig uitgevoerd dat deze in buitenwaartste richting divergeren, zowel in horizontale als in verticale richting. Hierdoor wordt de afvoer van op de vloer terecht gekomen mest en gier bevorderd en wordt het dichtlopen van de groeven voorkomen.
Bij de in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm van de roostervloer volgens de uitvinding zijn de T-profielen met elkaar tot een vloerelement verbonden door middel van een draadstang 17 op de einden waarvan moeren 19 zijn aangebracht. De tussenruimtes tussen de T-profielen worden bepaald door bussen 18. Bij deze montagewijze kunnen de pro-fielliggers te voren verzinkt zijn, zoals ook de draadstang 17, bussen 18, moeren 19 en dergelijke.
In plaats hiervan kunnen deze onderdelen ook bijvoorbeeld van roestvaststaal worden vervaardigd.
Fig. 5 toont een T-profiel voor een roostervloer volgens de uitvinding die voor een belangrijk deel overeenkomt met de twee profielen 15 van fig. 4. Hierbij zijn echter de groeven 26 V-vormig uitgevoerd.
De T-ligger 28 van fig. 6 heeft een houvast verschaffend oppervlak doordat dit is uitgevoerd met een profilering 29 overeenkomend met die welke bij zogenoemde kranenplaten wordt toegepast.
De groeven 16 en 26 kunnen bijvoorbeeld door frezen worden aangebracht. Een andere mogelijkheid is dat de profielen 15 en 25 warm gewalst worden waarbij de groeven in het oppervlak worden gedrukt. De profilering 29 van het T-profiel 28 kan bijvoorbeeld door walsen zijn aangebracht.
Fig. 7 en 8 tonen andere uitvoeringsvormen waarbij het bovenvlak van de liggers een afzonderlijke laag bevatten, bestaande uit een in een bindmiddel ingebed hard korrelvormig mineraal. Het T-profiel 30 draagt deze laag 31 direct op zijn bovenvlak.
Bij het profiel 32 van fig. 8 zijn opstaande randen 33 aangebracht die de laag 34 daartussen opgesloten kunnen houden, teneinde het afbrokkelen van de randen daarvan tegen te gaan. Het materiaal van de lagen 31 en 34 kan bijvoorbeeld overeenkomen met dat wat gebruikt wordt voor slijtlagen op wegen, dat wil zeggen zand of grit ingebed in een kunststof bindmiddel of in bitumen. De laag kan bijvoorbeeld worden aangebracht door een aantal van de profielen 30 en 32 naast elkaar op te stellen met de flenzen tegen elkaar, waardoor een gesloten oppervlak wordt gevormd. Op dit gesloten oppervlak kan vervolgens de laag worden aangebracht. Daarna worden de profielen weer van elkaar verwijderd en zal elk profiel 30, 32 van een eigen deklaag zijn voorzien.
In de hierboven besproken uitvoeringsvormen is het T-profiel integraal van de druipranden voorzien. Deze druip-randen kunnen echter ook deel uit maken van een afzonderlijk element. Zo toont fig. 9 een profielligger 40 volgens de uitvinding die samengesteld is uit een in de handel verkrijgbaar T-profiel 41 en een op de flens 42 daarvan aangebrachte kap 43. Deze kap 43 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld een extrusieprofiel van bijvoorbeeld aluminium of een kunststof. Zoals te zien is de kap 43 in hoofdzaak omgekeerd U-vormig en vormt het lijf 44 daarvan het bovenoppervlak van de ligger 40. In dit bovenoppervlak is een profilering 47 gevormd, voor het verschaffen van het gewenste houvast aan het vee. De benen van de ü van de kap 43 vormen de druipran-den 45. Aan de binnenkant van de benen 45 is nabij het lijf 44 een groef 46 gevormd die de eindranden van de flens 42 van het T-profiel 41 opnemen. De kap 43 kan eenvoudig op het T-profiel 51 worden aangebracht door deze daarop te drukken, waarbij de kap 43 uitbuigt totdat de eindranden van de flens 42 in de groeven 46 snappen.
Ook bij de T-profielligger 50 van fig. 10 wordt het dragende deel gevormd door een in de handel verkrijgbaar T-profiel. Op de flens hiervan is een kap 52 aangebracht die ook hier U-vormig is en is vervaardigd van koudgewalste tranenplaat. De door het koudwalsen gevormde omgezette randen 54 vormen de druipranden van de ligger 50. Het lijf 53 van dit U-profiel draagt de tranenplaat-profilering 55 en verschaft dus het gewenste houvast voor het vee. De kap 52 kan zodanig zijn gedimensioneerd dat deze juist op de bovenflens van het T-profiel klemt. Verdere bevestigingsmaatrege-len zijn dan niet nodig. Een met liggers van deze uitvoeringsvorm te vervaardigen roostervloerelement wordt eerst opgebouwd van de T-profielen 51, die bijvoorbeeld met elkaar verbonden kunnen worden door stangen zoals getoond in fig.
3. Aan de einden worden de liggers vastgelast in randprofie-len, zoals de in fig. 1 en 2 getoonde U-profielen 7. Het aldus vervaardigde tussenprodukt kan dan worden verzinkt en de van de koudgewalste tranenplaat vervaardigde kappen 52 kunnen naderhand op de flenzen van de T-profielen worden gedrukt.
De koudgewalste kap kan van verzinkt staalplaat zijn maar kan op geschikte wijze ook van roestvaststaal zijn. Uiteraard zijn ook andere profileringen dan die welke bij tranenplaat gebruikelijk zijn, mogelijk.
Fig. 11 toont het roostervloerelement 5 van fig. 2 opgelegd op een steunmuur 6 naast een gedeelte conventionele roostervloer 60 met sleuven 61. Zoals getoond is hierbij het u-vormige randprofiel 7 zodanig gekozen dat dit dezelfde hoogte heeft als de conventionele betonnen ligger 60. Een roostervloer volgens de uitvinding kan aldus toegepast worden in bestaande stallen voor het geheel of gedeeltelijk vervangen van conventionele roostervloeren.
De in fig. 12 getoonde roostervloer 65 is weergegeven met een aantal T-profielen zoals ook getoond in fig. 3. Echter kunnen hiervoor ook andere van de getoonde uitvoe-ringsvoorbeelden worden gebruikt. De roostervloer 65 heeft als aanvullende maatregel zich onder de flenzen uitstrekkende stroken 67 die zich buitenwaarts schuin naar beneden uitstrekken. De eindranden van aangrenzende stroken 67 liggen nagenoeg tegen elkaar aan, zodat telkens twee aangrenzende stroken 67 een afsluiting vormen. De stroken 67 zijn voorzien van bevestigingsflenzen 68 waarmee deze tegen de poten van de T-profielen 66 zijn vastgeschroefd. Bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de stroken 67 geex-trudeerd van buigzaam materiaal en is tussen de bevesti-gingsflens 68 en de eigenlijke strook 67 een dunner gedeelte 69 gevormd dat als scharnier functioneert.
De op de roostervloer vallende mest en gier vloeit tussen de tussenruimte van de T-liggers 66 en druipt van de druipranden op de stroken 67. Doordat de stroken 67 buigzaam zijn, wijken deze door het gewicht van de mest en gier uiteen en laten aldus deze mest en gier door naar de mest-kelder. Na het passeren van de mest en gier veren de stroken 67 weer terug totdat de einden daarvan met elkaar in aanraking verkeren, waardoor de mestkelder weer wordt afgesloten en de ontsnapping van ammoniak daaruit wordt bemoeilijkt.
Om te voorkomen dat aan het oppervlak van de stroken 67 mest aankoekt, respectievelijk dat het oppervlak daarvan bevochtigd blijft met mest en urine, kunnen de stroken 67 op geschikte wijze van niet-hechtend materiaal zijn vervaardigd zoals bijvoorbeeld van polytetrafluoretheen. Ook kunnen de stroken op gunstige wijze voorzien zijn van een laag niet-hechtend materiaal zoals bijvoorbeeld een siliconenbevattend materiaal.
De roostervloer 75 van fig. 13 is ook samengesteld uit een aantal T-profielen 76 met onder de flenzen daarvan aangebrachte stroken 77. De stroken 77 zijn hierbij onder tegen de flenzen van de profielen 76 gemonteerd.
De stroken 77 zijn bij deze uitvoeringsvorm samengesteld uit individuele vingers 78 die elk afzonderlijk, door hun geringe breedte zeer buigzaam zijn. Het doorlaten van mest 79 wordt hierdoor sterk bevorderd en het risico dat op de stroken 77 mest 79 blijft liggen en daarop indroogt, wordt hierdoor minimaal.
Doordat, zoals duidelijk blijkt uit fig. 12 en 13 de stroken 67 respectievelijk 77 zich onder de flenzen van de T-profielen uitstrekken hebben deze een aanzienlijke breedte zodat deze de gewenste buigzaamheid kunnen verkrijgen.

Claims (14)

1. Roostervloer voor een veestal omvattende een aantal met tussenruimtes evenwijdig aan elkaar ondersteunde liggers, waarbij elke ligger in hoofdzaak een T-profiel heeft dat rechtopstaand wordt ondersteund zodat het bovenvlak van de flenzen van aangrenzende liggers een vloeroppervlak vormen, en waarbij elke flens aan weerszijden van zich benedenwaarts uitstrekkende druipranden is voorzien.
2. Roostervloer volgens conclusie 1, waarbij elke flens ten hoogste twee maal zo breed is als de tussenruimtes.
3. Roostervloer volgens conclusie 2, waarbij elke flens ten hoogste anderhalf maal zo breed is als de tussenruimtes.
4. Roostervloer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenvlak van de liggers een houvast verschaffend oppervlak hebben.
5. Roostervloer volgens conclusie 4, waarbij het bovenvlak van zich in dwarsrichting uitstrekkende groeven is voorzien.
6. Roostervloer volgens conclusie 5, waarbij de groeven in buitenwaartse richting divergeren.
7. Roostervloer volgens conclusie 4, waarbij het bovenvlak is voorzien van een laag bestaande uit een in een bindmiddel ingebed hard korrelvormig mineraal.
8. Roostervloer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het T-profiel een stalen handelsprofiel is.
9. Roostervloer volgens conclusie 8, waarbij over de flens van het T-profiel een de druipranden omvattende kap is aangebracht.
10. Roostervloer volgens conclusie 9, waarbij de kap een omgekeerd U-vormig extrusieprofiel is met inwendige, de flensranden opnemende goeven.
11. Roostervloer volgens conclusie 8 en 9, waarbij de kap een omgekeerd U-vormig stalen profiel is.
12. Roostervloer volgens conclusie 11, waarbij het T-profiel en de kap beide verzinkt zijn.
13. Roostervloer volgens conclusie 11, waarbij de kap van roestvast staalplaat is vervaardigd.
15. Roostervloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elke ligger aan weerszijden, onder de flens daarvan aangebrachte, zich buitenwaarts schuin naar beneden uitstrekkende buigzame stroken draagt, waarbij de langsranden van aangrenzende stroken tenminste nagenoeg met elkaar in contact verkeren.
16. Roostervloer volgens conclusie 15, waarbij de stroken van een laag niet-hechtend materiaal zijn voorzien respectievelijk van dergelijk materiaal zijn vervaardigd.
17. Roostervloer volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de stroken van een laag PTFE zijn voorzien respectievelijk daarvan zijn vervaardigd.
18. Roostervloer volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de stroken van een laag siliconenmateriaal zijn voorzien.
19. Roostervloer volgens een van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat elke strook in langsrichting samengesteld is uit naast elkaar liggende vingers.
14. Roostervloer volgens conclusie 11, waarbij de kap een koudgewalst profiel van tranenplaat is, met het tra-nenprofiel uitwendig.
NL9300207A 1993-02-02 1993-02-02 Roostervloer voor een veestal. NL9300207A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300207A NL9300207A (nl) 1993-02-02 1993-02-02 Roostervloer voor een veestal.
EP93203565A EP0609581A1 (en) 1993-02-02 1993-12-16 Grid floor for a cattle stable
US08/186,513 US5477654A (en) 1993-02-02 1994-01-26 Grid floor for a cattle stable
CA 2114365 CA2114365A1 (en) 1993-02-02 1994-01-27 Grid floor for a cattle stable
NO940286A NO301741B1 (no) 1993-02-02 1994-01-27 Spaltegulv for fjös

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300207 1993-02-02
NL9300207A NL9300207A (nl) 1993-02-02 1993-02-02 Roostervloer voor een veestal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300207A true NL9300207A (nl) 1994-09-01

Family

ID=19862013

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300207A NL9300207A (nl) 1993-02-02 1993-02-02 Roostervloer voor een veestal.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5477654A (nl)
EP (1) EP0609581A1 (nl)
NL (1) NL9300207A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001454C2 (nl) * 2008-04-07 2009-10-08 Johannes Hermanus Corne Swaans Vloerelement voor een stalvloer voorzien van een sleuvenpatroon voor afwatering van vloeistoffen en vaste stoffen.
NL2002156C (nl) * 2008-10-31 2010-05-04 Johannes Hermanus Cornelis Henricus Swaans Mestafvoerinrichting voor toepassing in een stalvloer.

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4326074A1 (de) * 1993-08-04 1995-02-09 Degussa Kunststoffplatte und ihre Verwendung in Güllegruben
CA2208854A1 (en) * 1995-01-18 1996-07-25 Wolters Wx B.V. Device for covering a dung collection area
EP1099370B1 (en) * 1998-06-15 2005-02-09 Isami Fukunaga Livestock raising facility and method
SE518370C2 (sv) * 1999-08-11 2002-10-01 Gunnar Fritz Spaltgolv
ES2166731B1 (es) * 2000-09-11 2003-01-01 Prat Ramon Sala Suelo para criaderos de animales.
DE10050853C1 (de) * 2000-10-13 2002-02-28 Hermannus S F Reuver Anordnung für Boxenlaufstall mit Rillenflur und Tierhaltungsverfahren
WO2002030178A1 (de) 2000-10-13 2002-04-18 Reuver Hermannus S F Anordnung für boxenlaufstall mit rillenflur, zugehörige betonfertigteilplatte und tierhaltungsverfahren
GB2378713B (en) * 2001-08-14 2005-08-03 Lichtgitter Gratings
TW574479B (en) * 2002-08-20 2004-02-01 Ying-Kit Choi Method for assembling grilles
CA2529975A1 (en) * 2004-12-13 2006-06-13 Todd J. Koelker (Deceased) Livestock flooring cover
DK1866499T3 (da) 2005-03-29 2012-05-07 Patrick Roy Mooney Apparat til anvendelse med et tremmegulv
NL2000014C2 (nl) * 2006-02-22 2007-08-24 Brs Idee B V Plaatvormig bouwelement.
US8122673B2 (en) * 2007-10-27 2012-02-28 Ellis J Nigel Portable safety skylight replacement assembly
BE1018081A3 (nl) * 2008-05-09 2010-04-06 Velden Beton Nv V D Stalvloerelement.
DE202010004325U1 (de) * 2010-03-29 2010-08-26 Hci Betonindustrie B.V. Stallboden
US8997933B2 (en) * 2010-10-04 2015-04-07 Ardisam, Inc. Load-bearing platform
NL2006896C2 (nl) * 2011-06-06 2012-12-10 Berkel Beton Vloerelement voor een stalvloer voorzien van een sleuvenpatroon voor afwatering.
US8794383B2 (en) 2012-01-09 2014-08-05 Rivers Edge Tree Stands, Inc. Ladder stand
EP2962555A1 (en) * 2014-07-01 2016-01-06 Michael Earls Mats for slatted floors of animal houses
FR3028140B1 (fr) 2014-11-07 2017-04-28 Bioret Agri-Logette Confort Systeme pour la collecte des liquides s'ecoulant sur le sol d'une enceinte pour l'elevage d'animaux
EP3064058A1 (en) * 2015-03-06 2016-09-07 Michael Earls Mats for slatted floors
US20160316712A1 (en) * 2015-05-01 2016-11-03 Kee3, Llc Livestock production facility
EP3310156A4 (en) * 2015-06-19 2019-03-13 Titan International, Inc. IMPROVED AGRICULTURAL CARPET AND ASSOCIATED SYSTEMS AND METHODS
DK3162196T3 (da) * 2015-10-27 2019-09-16 United Business Care B V Et rillet gulvelement til en kostald, et substrat og en fleksibel måtte
NL2018338B1 (nl) * 2017-02-08 2018-09-03 Lely Patent Nv Samenstel van een roostervloer met een sleufelement, sleufelement voor gebruik in het samenstel en stalsysteem met een dergelijk samenstel
BR102019021663A2 (pt) * 2018-10-22 2020-06-23 Big Dutchman International Gmbh Dispositivo de separação para a formação de uma área de permanência para animais de criação, estábulo e processo para a separação de fezes e de urina em um estábulo
EP3937619A1 (en) * 2019-03-15 2022-01-19 G. van Beek & Zn. Kalverstalinrichting B.V. Stable comprising a ventilation system and a waste removal system
US11332892B2 (en) * 2019-08-14 2022-05-17 Omachron Intellectual Property Inc. Patio blocks and method of providing a UV coating
US11499272B2 (en) 2019-08-14 2022-11-15 Omachron Intellectual Property Inc. Patio blocks with edge blocks
CN111837979B (zh) * 2019-09-24 2021-11-23 林建国 一种干燥清洁的湖羊舍
NL2025941B1 (nl) 2020-06-29 2022-03-04 Th Tangelder En Zn Inrichting en werkwijze voor het opvangen, scheiden en afvoeren van mest

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT254597B (de) * 1962-11-09 1967-05-26 Dampfziegelwerk Esbach Hoffmei Rostbalken und Formbaustein zur Herstellung von Spaltenböden für Viehstallungen
US3225739A (en) * 1963-11-05 1965-12-28 Merrill S Brodrick Agricultural dairy establishment
DK116763B (da) * 1966-07-22 1970-02-09 G Paulsson Stav til spaltegulv til kreaturstalde
DE2112573C3 (de) * 1971-03-16 1978-01-19 Erich Arens Stabrost, beispielsweise zur begehbaren abdeckung von rinnen oder dergleichen
US3837319A (en) * 1972-09-05 1974-09-24 R Lehe Slatted floor system
US3824960A (en) * 1973-04-02 1974-07-23 Semperit Ag Floor structure
AT341819B (de) * 1976-01-08 1977-06-15 Wolf Johann Gmbh Kg Spaltenboden
US4123992A (en) * 1976-10-29 1978-11-07 Agricultural Research & Development, Inc. Clean out system for animal facilities
US4135339A (en) * 1977-05-20 1979-01-23 Pawlitschek Donald P Slatted floor system
US4227486A (en) * 1978-12-04 1980-10-14 Kaufman Lynn E Farrowing pen
DE2910767A1 (de) * 1979-03-19 1980-10-30 Trelleborg Gmbh Beton-profilbalken fuer spaltenboeden und verfahren zu dessen herstellung
US4231325A (en) * 1979-06-06 1980-11-04 Parks Donald Merle Modular, waste collecting and draining floor apparatus
DE3229671C2 (de) * 1982-08-09 1985-10-24 Siegfried Krusaa Urban Balken- oder rostförmiges Stahlbeton-Bauelement zum Aufbau von Flächen-Spaltenböden für Viehstallungen
GB2174283B (en) * 1985-05-01 1988-12-07 David Anthony Davies A flooring arrangement for dwelling structures of animals
US4794879A (en) * 1987-04-10 1989-01-03 Thom Jerry D Kennel drainage system
NL9001055A (nl) * 1990-05-02 1991-12-02 Lodewijk Gerardus Antonius Hae Drijfmestafdekplaten.
NL9101388A (nl) 1991-08-15 1993-03-01 Robertus Maria Claesen Mestverwerkingssysteem.
US5289912A (en) * 1992-09-09 1994-03-01 Faulstich Eugene W Animal confinement building cleaning system

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001454C2 (nl) * 2008-04-07 2009-10-08 Johannes Hermanus Corne Swaans Vloerelement voor een stalvloer voorzien van een sleuvenpatroon voor afwatering van vloeistoffen en vaste stoffen.
EP2108254A1 (en) * 2008-04-07 2009-10-14 Johannes Swaans Floor element for a stable floor with grooves for drainage
NL2002156C (nl) * 2008-10-31 2010-05-04 Johannes Hermanus Cornelis Henricus Swaans Mestafvoerinrichting voor toepassing in een stalvloer.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0609581A1 (en) 1994-08-10
US5477654A (en) 1995-12-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300207A (nl) Roostervloer voor een veestal.
BE1018081A3 (nl) Stalvloerelement.
US4568587A (en) Roll-up floor mat with rigid rails
BE1019414A5 (nl) Stalvloerelement.
CA2564340C (en) Apparatus for preventing birds accessing a habitable part of a structure
US4387666A (en) Pig box grating
US6886302B2 (en) Modular deck drainage system
US4231325A (en) Modular, waste collecting and draining floor apparatus
PL109782B1 (en) Grid type floor
NL1003271C2 (nl) Stalvloer alsmede vloerelement voor toepassing in een dergelijke vloer.
DE3144815C2 (de) Aufgeständerter Boden für feuchte Arbeitsräume
EP0626131B1 (en) Stable floor for use above a dung pit and/or dung channel; floor plate for forming a stable floor; and stable comprising such floor
NL1010371C2 (nl) Ammoniak-reductiesysteem.
NL1018903C2 (nl) Stalvloer.
NL1007790C2 (nl) Stalvloer voor agrarische stallen, in het bijzonder voor varkensstallen, alsmede vloerpaneel en dwarsligger voor toepassing in de stalvloer.
DE19538058C2 (de) Spaltenboden für Tierställe
CA2114365A1 (en) Grid floor for a cattle stable
CA2076303A1 (en) Animal shelter flooring apparatus
NL1013514C2 (nl) Stalvloerconstructie.
NL9101652A (nl) Vloersysteem met tegels.
DE202004013055U1 (de) Aus Spaltenbodenelementen zusammensetzbarer Spaltenboden
SU917810A1 (ru) Решетка дл перекрыти навозных каналов
KR101769142B1 (ko) 절곡형 보강구조를 갖는 생태이동다리
SK171298A3 (en) Liquid-permeable floor covering
NL1013163C2 (nl) Stalvloer.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed