NL1013514C2 - Stalvloerconstructie. - Google Patents

Description

r ,

Stalvloerconstructie.

De uitvinding heeft betrekking op een stalvloer-5 constructie voor veehouderij, in het bijzonder varkenshouderij .

Gewoonlijk worden varkensstallen verdeeld in een aantal kamers, waarin een aantal varkens kunnen verblijven. De kamers bezitten een vloer, die een dicht gedeelte 10 heeft waarop de varkens kunnen liggen en een rooster gedeelte, waarop de varkens kunnen staan en waardoorheen mest, zowel dikke als dunne, heen kan vallen/stromen. Onder de stalvloer strekt zich een mestopneemruimte of mestkelder uit.

15 De mestkelder bezit een bodemwand en zijwanden, die aan de randen van de stal tevens de funderingswanden vormen. De funderingswanden en de bodemwand moeten ontworpen zijn op het opnemen van druk als gevolg van grondwater, en moeten tevens van een kwaliteit zijn die voorkomt 20 dat mest door de kelderbegrenzingen in de ondergrond of bodem kan geraken.

De bouw van de fundering van en dergelijke stal vergt vrij veel materiaal en inspanning. Gebruikelijk is om langs de stalranden een strokenfundering aan te bren-25 gen, en tevens ter plaatse van waar de funderings- en/of kelderwanden komen, en daartussen op de ondergrond een van wapening voorziene betonvloer te storten. Hiervoor dient veel beton te worden aangevoerd, hetgeen niet alleen nadelig is uit oogpunt van materiaalgebruik maar ook uit ¢1013514 2 logistiek oogpunt, terwijl men voorts rekening moet houden met de hardingstijd van het beton voordat bepaalde verdere stel- en plaatsingswerkzaamheden op de vloer kan verricht kunnen worden.

5 Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen. Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een stalvloerconstructie voor veehouderij, in het bijzonder varkenshouderij, omvattend een vloer vcor ondersteuning van het vee, waarbij gedeelten van de vlcer 10 roostervormig zijn voor het neerwaarts doorlaten van mest afkomstig van het vee, waarbij beneden de roostervormige gedeelten mestopvangmiddelen aangebracht zijn, die bak-of gootvormig -zoals spoelgoten- zijn en aangesloten zijn of aansluitbaar zijn op een mestafvoerleiding die verbon-15 den is met een elders gelegen mestopslag, waarbij de mestopvangmiddelen mestlekvrij aangebracht zijn, direct boven grondmateriaal.

Aldus wordt gebruik gemaakt van de omstandigheid dat door gebruik van -op zich bekende, beneden de roosters 20 opgestelde bak- of gootvormige mestopvang-/afvoermidde- len -waarvoor in het bijzonder verwezen kan worden naar Europees octrooi 0.724.383 ten name van Wolters Holding BV, waarin een spoelgotensysteem wordt getoond- afgezian kan worden van een zich over de gehele stal uitstrekken ie 25 mestkelder, en dus afscheid genomen wordt van ie traditionele bouwwijze. Indien er voor wordt gezorgd dat de mest niet doorlekt, dan is de consistentie van hetgean zich onder de mestopvangmiddelen bevindt van minder ba-lang, en kan men de bestaande grond vrij en onbedekt 30 laten. Men kan er daarbij zelfs van afzien om de gebruikelijke zandlaag aan te brengen.

Het afstand doen van een betonvloer op de ondergrond bevorderd de mogelijkheden van prefab beton voor de bouw van de fundering van de stal. Men kan de fundering nu 35 immers opbouwen uit onderdelen, zoals poeren, stroken/strookdelen en wanden/wanddelen, die eenvoudig met elkaar verbonden kunnen worden. Grote oppervlakken aaneen- 1013514 3 gesloten beton in het ontwerp eenvoudig worden vermeden.

Bij voorkeur zijn de mestopvangmiddelen op afstand van een vrij oppervlak van het grondmateriaal danwel de bodem aangebracht, alternatief omschreven vrij 5 van ondersteuning op de bodem. Hierdoor wordt voorkomen dat eventueel hoog staand grondwater tegen de onderzijde van de mestopvangmiddelen opdrukt.

Bij voorkeur vormen de mestopvangmiddelen een al dan niet samengestelde gotenplaat, zoals op zich bekend is 10 uit voornoemd Europees octrooi.

Bij voorkeur wordt de vloer in het veld ondersteund door van de stalfunderingsrand naar binnen reikende veldfunderingswanden, die de eigenlijke vloer ondersteunen en uit wanddelen gevormd zijn, die opgelegd 15 zijn op eerste funderingsdelen, die op onderlinge afstand, vrij van elkaar gelegen zijn. Bij voorkeur zijn de mestopvangmiddelen ondersteund op de funderingswanden.

In een verdere ontwikkeling hiervan worden de eerste funderingsdelen gevormd door poeren. Uit overwegin-20 gen van plaatsingsgemak heeft het echter de voorkeur dat de eerste funderingsdelen gevormd worden door stroken, die bij voorkeur gevormd zijn uit prefab strookdelen. Bij voorkeur sluiten de stroken op elkaar aan, waarbij zij middels aan hun einden voorziene richtmiddelen gemakkelijk 25 in lijn met elkaar gelegd kunnen worden.

Bij voorkeur staat de richting waarin de veldfunderingswanden zich uitstrekken loodrecht op de stroken-richting. Indien de stal -of een staldeel- een lengte- en een breedterichting bezit, strekken de veldfunderingswan-30 den zich in hoofdzaak in breedterichting uit en de stroken in hoofdzaak in lengterichting. Aldus kan de totale lengte aan stroken klein gehouden worden. De stroken vormen hierbij een oplegging voor meerdere parallel gelegen veldfunderingswanden. De wanddelen liggen hierbij met hun 35 einden op op de stroken.

In een verdere ontwikkeling zijn langs de rand van de stal tweede funderingsdelen voorzien die poeren 1013514 4 omvatten, waarop randfunderingswanden ondersteund zi;jn, welke randfunderingswanden eveneens opgebouwd kunnen zijn uit wanddelen.

Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding 5 een fundering voor een stal voor vee, in het bijzonder varkens, omvattend een langs de rand van de stal omlopende eerste funderingsmidddelen voor ondersteuning van de wanden van de stal en tweede funderingsmiddelen voor ondersteuning van het veld van de stal, waarbij de tweede 10 funderingsmiddelen in aangrijping zijn met de ondergrond op op afstand van elkaar gelegen plaatsen, onder vrijlating van het oppervlak van de ondergrond.

Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een stalvloerconstructie voor veehouderij, in het bij-15 zonder varkenshouderij, omvattend een vloer voor ondersteuning van het vee, waarbij gedeelten van de vloer roostervormig zijn voor het neerwaarts doorlaten van mest afkomstig van het vee, waarbij de fundering open is.

Bij een stalopbouw met spantconstructies die net 20 kolommen/stijlen ondersteund zijn op poeren kunnen optredende horizontale krachten noodzaken tot het nemen van maatregelen om buitenwaartse horizontale verplaatsing te voorkomen. Immers, de poeren bezitten enige mate van vrijheid van beweging ten opzichte van elkaar, het is 25 bekend om dit te voorkomen middels een tegen de buitenzijde van de poer geplaatst betonblok. Men kan ook een verbetering bereiken door de poeren te voorzien Λ-an relatief grote funderingsvoetplaten, en zo het oppervlak dat met de grond in aanraking is te vergroten. Dit zal op 30 zich echter vaak onvoldoende zijn.

Volgens de uitvinding wordt hiertoe voorgesteld om ter plaatse van de vloer een trekband te voorzien c.ie twee tegenover elkaar gelegen randgebieden van de stal ter plaatse van poeren aldaar met elkaar verbindt. Aldus wordt 35 een binnen de stal gelegen middel verschaft waarmee de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen randpoeren vastgelegd kan worden. Door opname in de vloer vormt c.it 1013514 5 middel geen hindernis voor mensen, varkens en apparatuur.

Bij voorkeur bepaalt de vloer buiten het roostervormige gedeelte een gedeelte met gesloten oppervlak, 5 waarin de trekband opgenomen is. De gedeelten met gesloten oppervlak bezitten hierbij bij voorkeur een bovenste gedeelte, dat in situ gevormd is uit beton en waarin de trekband is opgenomen. Het is gebruikelijk om dergelijke gesloten gedeelten ter plaatse te maken, daar meestal 10 verwarmingsvoorzieningen in die gedeelten moeten worden opgenomen, teneinde later een relatief warm vlak te kunnen aanbieden aan de varkens.

Het heeft hierbij de voorkeur indien de trekband afgeschermd van het in situ beton.

15 Bij voorkeur is de trekband stripvormig, waar door bij plat leggen een lage hoogte ingenomen wordt en de trekband altijd met voldoende betondekking in de vloer kan worden opgenomen.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 20 van in de bijgevoegde figuren weergegeven voorbeelden. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht op een stal-fundering volgens de uitvinding;

Figuur 2 een aanzicht op de fundering van figuur 25 1, maar nu met geplaatste vloerplaten;

Figuren 3A en 3B respectievelijk een verticale dwarsdoorsnede en lengtedoorsnede van een stal waarin de fundering van figuur 1 opgenomen is;

Figuur 3C een detail van de doorsnede volgens 30 figuur 3B;

Figuren 4A-C respectievelijk aansluitdetails van randwand-poeropstort, randwanden of veldwanden onderling en randwand-veldwand;

Figuur 4D een aansluitdetail van strookdelen; 35 Figuur 5 een schematische weergave van een spantconstructie in een stal met trekband; en

Figuur 6 een detail van de trekband ter plaatse 1013514 6 van een aansluiteind.

In figuur 1 is de fundering 1 weergegeven voor een stal, die ook schematisch is weergegeven in de figuren 3A en 3B. De fundering 1 is een open fundering, dat vil 5 zeggen dat de ondergrond 100 vrij ligt. De ondergrond 300 kan gevormd zijn door de natuurlijke ondergrond, of dcor een lichaam van ophoogzand.

Langs de langsranden 2, de eindranden 3 en de middenranden van de fundering 1 zijn op regelmatige cf-10 stand van elkaar poeren 4 geplaatst, met een voetplaat 6 en op een ophoging 7, die eventueel ter plaatse gemaakt kan worden indien dat nodig is vanwege niveauverschillen. Bij voorkeur is de poer 4 in zijn geheel geprefabriceerd. Tussen de poeren 4 strekken zich langs de randen 2, 3 -van 15 de fundering 1, en tevens langs de middenranden waartussen de ruimte 10 bepaald is, geprefabriceerde funderingsbalken of - wanden 5 uit. Tussen de buitenlangsranden 2 en middenranden van de fundering 1 strekken zich loodrecht daarop veldfunderingsbalken of -wanden 9a, 9b uit, die 20 reeds bestaan uit prefab betonelementen en hier verschillende diktes hebben, waarop nog nader zal worden ingegaan. De veldfunderingswanden 9 zijn hierbij aan hun einden en ter plaatse van de overgang van de verschillende wanddelen opgelegd op op de ondergrond 100 gelegde funderingsstroken 25 8, die zich in langsrichting van de fundering 1 uitstrek ken. Deze funderingsstroken 8 zijn bij voorkeur opgebouwd uit koud tegen elkaar aangelegde prefab strookdelen 8, maar kunnen eventueel ook ter plaatse gestort worden indien dat noodzakelijk is. Eventueel kunnen de funde-3 0 ringsstroken 8 die bij de langsranden en de middenranden gelegen zijn als één geheel gevormd zijn met de poervoeten 6.

In figuur 2 is de fundering 1 weergegeven, maar nu met geplaatste vloerplaten 11. De vloerplaten 11 vormen 35 een sta/liggedeelte voor in de stal gehuisveste varkens, waarbij, hetgeen verder niet weergegeven is, de stal verdeeld zal zijn in hokken, waarbij elk hok voorzien is 1013514 7 van een gedeelte van een vloerplaat 11 en een rooster gedeelte 15 voor het neerwaarts doorlaten van dunne en dikke mest die geproduceerd is door de varkens. De stal kan hierbij verdeeld zijn in verschillende kamers voor telkens 5 een groep varkens, waarbij de verdeling zodanig kan zijn, dat aan weerszijden van de middenruimte 10 groepen var-kenskamers gevormd zijn, waarbij aan weerszijden van het midden van elke vloerplaat 11 twee of drie kamers gevormd zijn.

10 Zoals te zien is in figuur 2 bezit de vloerplaat 11 twee naar weerszijden in de richting A aflopende schuine oppervlakken. Deze schuine oppervlakken eindigen aan het roostergedeelte 15 van de betreffende varkenskamer, onder welk rooster 15 een spoelgotenplaat 12 van kunst-15 stof, bij voorkeur EPDM, aangebracht is door bevestiging van de langsranden van de plaat 12 aan de naastliggende veldfunderingswanden 9a respectievelijk 9b en eventueel, aan de plaateinden, aan de veld/middenfunderingswanden 5. Door afdichtingen rondom vormt de plaat 12 een lekvrije 20 opvang en afvoer.

De vloerplaten 11 steunen in het midden op relatief brede veldfunderingswanden 9b, en aan hun bij de roosters 15 gelegen randen op relatief smalle veldfunderingswanden 9a. De vloerplaten 11 zijn hierbij bij voor-25 keur gedeeld, zodat zij in het geval van gebruik van prefab vloerelementen goed handelbaar kunnen zijn. Op de vloerplaten 11 kunnen later hekvormige of betonnen afschel dingswanden 16 geplaatst worden.

In de figuren 3A en 3B, alsmede figuur 3C in 30 detail, is een schematische opzet van een stal 101 weergegeven, die gebouwd is met behulp van de open fundering 1. Te zien is dat er eigenlijk sprake is van twee stalruim-tes, die in het midden met elkaar verbonden zijn door een loopruimte 102 boven de middenruimte 10. De middenruimte 35 10 kan gebruikt worden voor leidingen voor energie en dergelijke, maar ook voor de spoel - en afvoerleidingen van op de gotenplaten 12 opgevangen mest. Deze mest kan 1013514 8 continu of periodiek uit de gotenplaat 12 afgevoerd worden naar een mestopslag elders.

In de figuren 4A-4D zijn verschillend aansluitingen weergegeven. In figuur 4A is de aansluiting tussen 5 een poer 4 en twee randfunderingswanden 5 weergegeven. Ee randfunderingswanden 5 worden op de voetplaat 6 gestelc, waar aan de buitenzijde een bekistingsplaat wordt aangebracht en naar drie zijden gekeerde bekistingswand aan ce binnenzijde, boven op de vloerplaat 6. Vervolgens wordt ce 10 dan gevormde ruimte volgestort met gietmortel om het opzetstuk 7 te vormen, dat tevens de verbinding vornt tussen de randfunderingswanddelen 5.

In figuur 4B is de verbinding tussen twee ranc-funderingswanddelen 5 weergegeven, waarbij de voeg ra 15 plaatsing gevuld wordt met gietmortel. In figuur 4C is het eind van een veldfunderingswanddeel 9 weergegeven, dat aanligt tegen een zijde van een randfunderingswanddeel 5, en waarbij de overblijvende spleet gevuld met gietmortel. In figuur 4D is een verticale doorsnede weergegeven, 2 0 waarbij een veldfunderingswanddeel 9 weergegeven is, die zich in de richting loodrecht op het vlak van tekeningen uitstrekt en voor ondersteuning een funderingsstrook 8 kruist. De funderingsstrook 8 is in dit voorbeeld opgebouwd uit strookdelen 8, die koud tegenelkaar geplaatst 25 zijn en zonder verdere voorziening op de ondergrond geplaatst zijn.

In de figuren 3A en 3B zijn op schematische wijze de kolommen 17 en daksparren 18 weergegeven, die met elkaar spantconstructies vormen. Deze spantconstructies 30 worden met de kolommen 17 ondersteund op de poeren 4. Een en ander is schematisch weergegeven in figuur 5, waarbij aangegeven is dat in de nok sprake is van een relatieve scharnierverbinding. Bijzonder is nu dat in de vloer 20 een met de tegenover liggende poeren 4 verbonden trekband 35 21 opgenomen is, waardoor voorkomen wordt dat de kolommen 17 naar buiten kunnen wijken, als gevolg van te grote horizontale buitenwaarts gerichte krachten op de poeren 4.

1013514 9

Door de trekband 21 zijn geen extra stabiliteitsvoorzie-ningen, zoals een apart betonblok op de poerconstructies 4 nodig.

In figuur 6 is een en ander in detail weergege-5 ven, waarbij een poer 4 weergegeven is, alsmede een prefab randwanddeel 5, een op de poer 4 geplaatste kolom 17 en een vloerdeel 20. Het vloerdeel 20 omvat een prefab vloerplaat 13, waarop een isolatielaag 23 geplaatst is. In situ wordt hierop gewoonlijk een betonlaag 14 gestort, die 10 specifiek geschikt is voor de beoogde toepassing. Op de isolatielaag 23 is echter een zich in dwarsrichting van de stal uitstrekkend stalen strip 21 gelegd, en daarover heen (niet weergegeven) een afschermfolie. Daarover heen wordt dan de betonlaag 14 gestort.

15 Aan het eind is de stalen strip 21 bevestigd op de poer 4, waartoe de stalen strip 21 aan het eind voorzien is van twee gaten, waardoorheen de bouten reiken waarmee gewoonlijk een kolom 17 bevestigd wordt op de opstort 7 van de poer 4. Aldus wordt op eenvoudige wijze 20 de stalen strip 21 plaatsvast verzekerd op de poer 4/kolom 17. Begrepen zal worden dat een vergelijkbare opstelling aan het andere eind van de stalen strip 21 voorzien wordt. Door de afschermfolie enerzijds en de isolatielaag 23 kan de stalen strip 21 in langsrichting vervormen zonder dat 25 dit nadelige invloed heeft op de betonlaag 14.

Louter ter illustratie is nog weergegeven dat aan de binnenzijde van de kolommen 17 een sandwichpaneel 24 en een prefab betonwand 25 aangebracht kunnen zijn om de stal 100 verder af te bouwen.

30 Aldus kan de fundering van de stal voor een groot deel opgebouwd worden uit prefab betonelementen, zoals de strookdelen, de wanddelen langs de rand en in het veld, en de poeren. Enkel voor het aan elkaar vastleggen van delen en eventuele opstorten behoeft mortel beschik-35 baar te zijn. Hierdoor kan de fundering van de stal snel en met gebruikmaking van standaard delen opgebouwd worden, zodat de bouwkosten laag gehouden kunnen worden.In het 101 3514 10 geval de consistentie van de ondergrond geen fundering op staal toelaat, kunnen de poeren en eventueel de stroken op (prefab)palen gefundeerd worden.

1013514

Claims (20)

1. Stalvloerconstructie voor veehouderij, in het bij zonder varkenshouderij, omvattend een vloer voor ondersteuning van het vee, waarbij gedeelten van de vloer roostervormig zijn voor het neerwaarts doorlaten van mest 5 afkomstig van het vee, waarbij beneden de roostervormige gedeelten mestopvangmiddelen aangebracht zijn, die bak- of gootvormig zijn en aangesloten zijn of aansluitbaar zijn , op een mestafvoerleiding die verbonden is met een elders gelegen mestopslag, waarbij de mestopvangmiddelen mestlek-10 vrij aangebracht zijn, direct boven grondmateriaal.

2. Stalvloerconstructie volgens conclusie 1, waarbij de mestopvangmiddelen op afstand van een vrij oppervlak van het grondmateriaal danwel de bodem aangebracht zijn, alternatief omschreven vrij van ondersteuning 15 op de bodem.

3. Stalvloerconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de mestopvangmiddelen een al dan niet samengestelde gotenplaat vormen.

4. Stalvloerconstructie volgens conclusie 1, 2 20 of 3, waarbij de vloer in het veld ondersteund wordt door van de stalfunderingsrand naar binnen reikende veldfunderingswanden, die de eigenlijke vloer ondersteunen en uit wanddelen gevormd zijn, die opgelegd zijn op eerste funderingsdelen, die op onderlinge afstand, vrij van 25 elkaar gelegen zijn.

5. Stalvloerconstructie volgens conclusie 4, waarbij de mestopvangmiddelen ondersteund zijn op de funderingswanden.

6. Stalvloerconstructie volgens conclusie 4 of 30 5, waarbij de eerste funderingsdelen gevormd worden door poeren. 1013514

7. Stalvloerconstructie volgens conclusie 4 of 5, waarbij de eerste funderingsdelen gevormd worden door stroken, die bij voorkeur gevormd zijn uit prefab strook-delen.

8. Stalvloerconstructie volgens conclusie 7, waarbij de stroken op elkaar aansluiten, waarbij zij aan hun einden voorziene voorzien zijn van aansluitrichtmidde-len.

9. Stalvloerconstructie volgens conclusie 7 of 10 8, waarbij de veldfunderingswanden zich in een richting uitstrekken, die loodrecht staat op de strokenrichting.

10. Stalvloerconstructie volgens conclusie 9, waarbij de stal een lengte- en een breedterichting bezit, waarbij de veldfunderingswanden zich in hoofdzaak in 15 breedterichting uitstrekken en de stroken zich in hoofdzaak in lengterichting uitstrekken.

11. Stalvloerconstructie volgens een der conclusies 4-10, waarbij langs de rand van de stal tweede funde-ringsdelen voorzien zijn, die poeren omvatten, waarop 2. randf under ingswanden, bij voorkeur in de vorm van wanddeelen, ondersteund zijn.

12. Stalvloerconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ter plaatse van de vloer een trekband voorzien is die twee tegenover elkaar gelegen 25 randgebieden van de stal met elkaar verbindt.

13. Stalvloerconstructie volgens conclusie 12, waarbij de vloer buiten het roostervormige gedeelte een gedeelte met gesloten oppervlak bepaalt, waarin de trek-band opgenomen is.

14. Stalvloerconstructie volgens conclusie 13, waarbij de gedeelten met gesloten oppervlak een bovenste gedeelte bezitten, dat in situ gevormd is uit beton sn waarin de trekband is opgenomen.

15. Stalvloerconstructie volgens conclusie 14, 35 waarbij de trekband afgeschermd is van het in situ beton.

16. Stalvloerconstructie volgens een der conclusie 12-15, waarbij de trekband met de einden bevestigd is 1013514 ter plaatse van funderingen voor kolommen van de opbouw van de stal.

17. Stalvloerconstructie volgens een der conclusies 12-16, waarbij de trekband stripvormig is.

18. Fundering voor een stal voor vee, in het bijzonder varkens, omvattend een langs de rand van de stal omlopende eerste funderingsmidddelen voor ondersteuning van de wanden van de stal en tweede funderingsmiddelen voor ondersteuning van het veld van de stal, waarbij de 10 tweede funderingsmiddelen in aangrijping zijn met de ondergrond op op afstand van elkaar gelegen plaatsen, onder vrijlating van het oppervlak van de ondergrond.

19. Stalvloerconstructie voor veehouderij, in het bijzonder varkenshouderij, omvattend een vloer voor 15 ondersteuning van het vee, waarbij gedeelten van de vloer roostervormig zijn voor het neerwaarts doorlaten van mest afkomstig van het vee, waarbij de fundering open is.

20. Stalvloerconstructie, in het bijzonder met een fundering op staal, waarbij de randen van de fundering 20 gevormd worden door poeren, waarbij ter plaatse van de vloer een trekband voorzien is die twee tegenover elkaar gelegen randgebieden van de stal met elkaar verbindt, bij voorkeur tussen de poeren. 25 1 013514