BE1019414A5 - Stalvloerelement. - Google Patents

Stalvloerelement. Download PDF

Info

Publication number
BE1019414A5
BE1019414A5 BE2010/0421A BE201000421A BE1019414A5 BE 1019414 A5 BE1019414 A5 BE 1019414A5 BE 2010/0421 A BE2010/0421 A BE 2010/0421A BE 201000421 A BE201000421 A BE 201000421A BE 1019414 A5 BE1019414 A5 BE 1019414A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
stable floor
aforementioned
comfort
floor element
element according
Prior art date
Application number
BE2010/0421A
Other languages
English (en)
Inventor
Der Velden Gert Van
Original Assignee
Vdv R & D Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vdv R & D Bvba filed Critical Vdv R & D Bvba
Priority to BE2010/0421A priority Critical patent/BE1019414A5/nl
Priority to PCT/IB2011/052928 priority patent/WO2012004717A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019414A5 publication Critical patent/BE1019414A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Stalvloerelement dat een draagelement (1) omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak (5) en aan de onderzijde een bodemvlak (6), waarbij het gebruiksvlak (5) is voorzien van één of meer doorgaande openingen (4) welke zich uitstrekt of uitstrekken van het gebruiksvlak (5) tot het bodemvlak (6), waarbij in minstens één van deze doorgaande openingen (4) een comfortelement (11) is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde doorgaande openingen (4) minstens gedeeltelijk wordt begrensd door twee tegenover elkaar staande zijwanden (7) en minstens één draagwand (8) die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig gericht is ten opzichte van het voornoemde gebruiksvlak (5), zodat op deze draagwand (8) een voornoemd comfortelement (11) minstens gedeeltelijk rust.

Description

Stalvloerelement.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een stalvloerelement.
Een bekend type stalvloerelement bestaat in hoofdzaak uit een rooster vervaardigd uit beton, opgebouwd uit balken die op een afstand van elkaar geschikt zijn en onderling verbonden zijn door middel van dwarse balken, eveneens vervaardigd uit beton.
Uit het EP 1.563.728 is een stalvloerelement bekend waarbij tussen de balken openingen zijn voorzien die bedoeld zijn voor de afvoer van de uitwerpselen naar een put die gebruikelijk onder zulk stalvloerelement wordt voorzien.
Het reinigen van een stalvloer die bestaat uit zulke bekende stalvoerelementen wordt uitgevoerd door op geregelde tijdstippen de vloer af te schrapen, hetzij manueel, of automatisch door middel van een mestrobot of een schuif, waarbij de afgeschraapte uitwerpselen eveneens via de openingen . tussen de balken tot in de ondergelegen put worden afgevoerd.
Een ander type stalvloerelement vertoont een grotendeels gesloten en vlak bovenvlak. Zulk stalvoerelement is met andere woorden niet opgebouwd uit balken met tussenliggende openingen. De uitwerpselen worden bij zulke types van stalvloerelementen afgevoerd door op frequente basis de vloer af te schrapen en de uitwerpselen af te voeren via een beperkt aantal afvoeropeningen, en verder via ondergelegen leidingen, bijvoorbeeld naar een afgelegen opvangreservoir.
Voor het dierenwelzijn is het bekend deze stalvloerelementen, die in het algemeen vervaardigd worden uit beton, ter plaatse van het bovenvlak te voorzien van rubberen matten.
In het geval de stalvloerelementen voorzien zijn van openingen of sleuven via welke de uitwerpselen tot in een ondergelegen put vallen, worden deze matten in lijn met deze openingen of sleuven voorzien van overeenstemmende uitsparingen, zodat de doorgang voor de uitwerpselen niet wordt verhinderd.
Nadelen van deze uitvoeringsvorm bestaan erin dat de matten los liggen op de stalvloer, zodat deze matten kunnen verschuiven door gebruik of tijdens het afschrapen, en dat de bevestiging van deze matten aan de betonnen ondervloer omslachtig is en het gebruik van bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven, zelfs de oorzaak kan zijn van dierenletsels.
Er bestaan ook stalvloerelementen vervaardigd uit beton waarbij in het bovenvlak rubberen stroken of rubberen matdelen zijn ingewerkt tijdens de productie ervan.
Een nadeel van zulke stalvloerelementen is dat de voornoemde rubberen stroken of matdelen niet kunnen worden vervangen, wat de levensduur van zulke stalvloerelementen sterk inkort.
Volgens een andere bekende uitvoeringsvorm, uitgaande van een betonnen vloerrooster opgebouwd uit balken en dwarsbalken, wordt de bovenzijde van elke balk bekleed met een rubberen strook. Deze strook wordt dan gebruikelijk bevestigd op de balk welke zij bedekt. Zulke rubberen stroken zijn bijvoorbeeld beschreven in het WO 2006/103534 en in het IE 2001/0006.
De bevestiging van deze stroken vormt een grote bekommernis. Ze kan worden gerealiseerd aan de bovenzijde of aan de zijwanden van de balk welke de strook bekleed. De bevestiging van zulke stroken is omslachtig en bezwaart de vervangbaarheid ervan.
Tevens is een stalvloerelement ontworpen zoals beschreven in het WO 2009/136376, welk stalvloerelement een draagelement omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak en aan de onderzijde een bodemvlak, waarbij het gebruiksvlak is voorzien van één of meer verdiepingen, uitsparingen of openingen, waarbij in minstens één van deze verdiepingen, uitsparingen of openingen een comfortelement is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, welk comfortelement minstens gedeeltelijk in de inwendige ruimte in de verdieping, uitsparing of de opening is aangebracht.
Dit resulteert in een zeer economische stalvloer waarvan de comfortelementen overigens op eenvoudige wijze kunnen worden vervangen, bijvoorbeeld wanneer deze aan vervanging toe zijn ten gevolge van slijtage, of wanneer de stalvloer zal worden aangewend voor andere dieren.
Op deze wijze wordt tevens een ondergrond bekomen van beton die wordt afgewisseld met rubber of een ander elastisch materiaal, wat het dierenwelzijn ten goede komt, aangezien het contact met het betonnen gebruiksvlak de dieren toelaat hun hoeven of klauwen te slijten.
De huidige uitvinding betreft verdere verbeteringen aan stalvloerelementen.
Hiertoe betreft de uitvinding een stalvloerelement dat een draagelement omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak en aan de onderzijde een bodemvlak, waarbij het gebruiksvlak is voorzien van één of meer doorgaande openingen welke zich uitstrekt of uitstrekken van het gebruiksvlak tot het bodemvlak, waarbij in minstens één van deze doorgaande openingen een comfortelement is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof en waarbij, volgens het specifiek kenmerk van de uitvinding, minstens één van de voornoemde doorgaande openingen minstens gedeeltelijk wordt begrensd door twee tegenover elkaar staande zijwanden en minstens één draagwand die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig gericht is ten opzichte van het voornoemde gebruiksvlak, zodat op deze draagwand een voornoemd comfortelement minstens gedeeltelijk rust.
Een voordeel van een stalvloerlement volgens de uitvinding is dat het voornoemde comfortelement een goede ondersteuning krijgt door de aanwezigheid van een draagwand die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig is met het voornoemde gebruiksvlak en/of het voornoemde bodemvlak, of met andere woorden dwars of nagenoeg dwars gericht is ten opzichte van de voornoemde zijwanden, of nog anders gezegd, doordat deze draagwand zich horizontaal of nagenoeg horizontaal uitstrekt tijdens het gebruik van het stalvloerelement.
Door deze erg goede ondersteuning van het comfortelement wordt er enerzijds voor gezorgd dat dit comfortelement weinig kans krijgt om ongewenst te vervormen, waardoor de kans op vervroegde slijtage en ongewenste opstapeling van onreinheden wordt gereduceerd.
Anderzijds wordt op deze wijze verkregen dat het comfortelement niet te diep in de doorgaande opening kan wegzakken onder invloed van het gewicht van dieren die zich over het stalvloerelement verplaatsen, waardoor de kans op kwetsuren door het bloot komen te liggen van scherpe randen van het draagelement, wordt gereduceerd.
Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding wordt de voornoemde draagwand gevormd door een getrapte vernauwing van de doorgaande opening, tussen het gebruiksvlak en het bodemvlak, waarbij deze vernauwing optreedt vanaf het gebruiksvlak naar het bodemvlak toe.
Bij voorkeur is, minstens in de voornoemde doorgaande opening waarin een draagwand is voorzien, aan de voornoemde twee tegenover elkaar staande zijwanden van de verdieping, uitsparing of opening zulke draagwand voorzien, waardoor een nog betere ondersteuning van het comfortelement wordt verkregen.
Bij voorkeur is het stalvloerelement voorzien van borgmiddelen die het verdraaien van het comfortelement in de voornoemde doorgaande opening verhinderen, welke borgmiddelen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd in de vorm van twee in elkaar grijpende koppeldelen die respectievelijk zijn voorzien aan het comfortelement en aan het draagelement.
Door de aanwezigheid van zulke borgmiddelen wordt vermeden dat het comfortelement in de doorgaande opening verdraait. In het geval het voornoemde comfortelement van het type is dat is voorzien van een doorgaande opening voor het afvoeren van meststoffen en dergelijke, wordt de uitlijning van zulke doorgaande opening in het comfortelement en een opening in het draagelement steeds verzekerd, zodat de mogelijkheid tot het afvoeren van meststoffen steeds gewaarborgd blijft.
De huidige uitvinding betreft tevens een draagelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement volgens de uitvinding.
De huidige uitvinding betreft tevens een comfortelement dat wordt aangewend bij de vervaardiging van een stalvloerelement volgens de uitvinding.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een stalvloerelement volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een gedeelte van een draagelement van een stalvloerelement volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 schematisch en in perspectief een comfortelement weergeeft dat wordt aangewend in een stalvloerelement volgens de uitvinding; figuur 4 het comfortelement van figuur 3 weergeeft, doch in een andere positie; figuur 5 het draagelement van figuur 1 weergeeft, waarin enkele comfortelementen volgens figuur 3 en 4 zijn aangebracht; figuur 6 schematisch en in perspectief twee naast elkaar geplaatste stalvloerelementen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 5; figuur 8 een variant weergeeft van een comfortelement volgens figuur 3; figuur 9 een zicht weergeeft volgens figuur 7, doch, met comfortelementen volgens figuur 8; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 9 is aangeduid met pijl F10.
In figuur 1 is een gedeelte van een stalvloerelement volgens de uitvinding weergegeven en meer bepaald een betonnen draagelement 1, hier in de vorm van een vloerrooster.
Het vloerrooster bestaat in hoofdzaak uit enkele, in dit geval zes parallel en op een afstand van elkaar geplaatste balken 2.
Deze balken 2 zijn hier onderling verbonden door middel van een aantal dwarse balken 3, in dit voorbeeld één dwarse balk 3 aan elk van de uiteinden van de balken 2 en twee dwarse balken 3 daartussen.
De openingen 4 tussen de balken 2 vernauwen van het in gebruik aan de bovenzijde gelegen vlak van het draagelement 1, verder het bovenvlak of het gebruiksvlak 5 van het draagelement 1 genoemd, naar het tegenover gelegen bodemvlak 6 ervan.
De balken 2 verbreden met andere woorden van het gebruiksvlak 5 naar het bodemvlak 6 van het draagelement 1.
In de weergegeven uitvoeringsvorm verloopt de doorsnede van de balken 2 van het gebruiksvlak 5 naar het bodemvlak 6 eerst met een hoofdzakelijk constante breedte, ter vorming van twee zijwanden 7, en dit tot een vier à vijf centimeter onder het gebruiksvlak 5, en vervolgens verbreedt de sectie doordat, in dit geval aan beide zijden van de balken 2, een dwars gericht wanddeel is voorzien, waarna de balken 2 met hoofdzakelijk constante breedte tot aan het bodemvlak 6 reiken. Naar de voornoemde dwars gerichte wanddelen zal verder steeds worden verwezen als de draagwanden 8.
De voornoemde draagwanden 8 zijn evenwijdig of nagenoeg evenwijdig met het voornoemde gebruiksvlak 5 en/of het voornoemde bodemvlak 6, of zijn met andere woorden dwars gericht ten opzichte van de voornoemde zijwanden 7, of nog anders gezegd, strekken de draagwanden 8 zich horizontaal of nagenoeg horizontaal uit tijdens het gebruik van het stalvloerelement. Deze draagwanden 8 worden in het weergegeven voorbeeld verkregen doordat er een getrapte vernauwing wordt voorzien van de doorgaande opening, en dit tussen het gebruiksvlak 5 en het bodemvlak 6.
In het weergegeven voorbeeld uit de figuren 1 en 2 zijn de voornoemde zijwanden 7 over een gedeelte van hun lengte enigszins schuin gericht ten opzichte van de richting loodrecht op het gebruiksvlak 5 en het bodemvlak 6.
De uitvinding is niet als dusdanig beperkt vermits de voornoemde één of meer zijwanden 7 zich tevens geheel of gedeeltelijk kan uitstrekken volgens een richting die loodrecht staat op het voornoemde gebruiksvlak 5 en/of op het bodemvlak 6.
Aldus worden de voornoemde openingen 4 minstens gedeeltelijk begrensd door twee tegenover elkaar staande zijwanden 7 en, in dit geval, door twee draagwanden 8. Het volstaat volgens de uitvinding echter reeds indien minstens één voornoemde opening 4 minstens gedeeltelijk wordt begrensd door slechts één draagwand 8 die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig gericht is ten opzichte van het voornoemde gebruiksvlak 5.
Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding is het draagelement 1 voorzien van één of meer eerste koppeldelen 9, in dit geval elk in de vorm van een gleuf die zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens een richting loodrecht of nagenoeg loodrecht op het gebruiksvlak 5 en/of het bodemvlak 5, waarbij elk van deze gleuven is voorzien in een voornoemde dwarse balk 3 ter hoogte van een voornoemde opening 4.
De voornoemde gleuven strekken zich in dit voorbeeld uit vanaf het voornoemde gebruiksvlak 5, al dan niet tot aan het voornoemde bodemvlak 6. Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding vertoont elke voornoemde gleuf een vernauwend verloop vanaf het gebruiksvlak 5 in de richting van het bodemvlak 6. Volgens een niet in de figuren weergegeven variant is het echter tevens mogelijk dat minstens sommige van de voornoemde gleuven recht zijn, of met andere woorden, dat deze gleuven geen vernauwend verloop kennen.
Het is geenszins noodzakelijk dat zulke gleuf aan weerszijden van het draagelement 1 worden voorzien, doch, zij kan tevens slechts aan één uiteinde daarvan worden voorzien.
Het betonnen draagelement 1 is bij voorkeur in haar bovenste oppervlak, of met andere woorden het oppervlak dat zich tijdens het gebruik van het draagelement 1 bovenaan bevind, of anders gezegd het oppervlak aan het gebruiksvlak 5, voorzien van groeven 10 die in dit voorbeeld volgens een kruispatroon zijn aangebracht, t.t.z. waarbij deze groeven 10 zich uitstrekken volgens twee gekruiste richtingen. De groeven 10 kunnen eventueel, doch niet noodzakelijk uitmonden in een voornoemde opening 4 en kunnen tevens eventueel enigszins schuin aflopen naar een respectievelijke opening 4.
In de figuren 3 en 4 is een comfortelement 11 weergegeven dat wordt aangewend in een stalvloerelement volgens de uitvinding, welk comfortelement 11 is vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof.
De vormgeving en de maten van het comfortelement 11 zijn zodanig dat het precies in een opening 4 tussen de balken 2 van het draagelement 1 kan worden aangebracht.
Het comfortelement 11, hier vervaardigd als gietstuk, vertoont hier in het algemeen, afgezien van een verstevingsribben 12 aan de onderzijde van het comfortelement 11, een hoofdzakelijk U-vormige sectie met lichaam 13 en twee benen 14.
De benen 14 van de hoofdzakelijk U-vormige sectie versmallen in dit geval naar hun vrije uiteinden, doch, dit is volgens de uitvinding geen strikte vereiste.
Het voornoemde lichaam 13 is bij voorkeur voorzien van één of meer doorgaande openingen 15 die zich in dit geval in hoofdzaak uitstrekken volgens de lengterichting van het comfortelement 11.
Het lichaam 13 is aan haar bovenzijde, zijnde de zijde van dit lichaam 13 die zich tijdens het gebruik van het stalvloerelement bovenaan bevindt, voorzien van één of meer geulen 16 die afwateren naar een voornoemde doorgaande opening 15 doordat de diepte van deze geulen 16 naar een voornoemde opening 15 toe toeneemt.
Aan haar respectievelijke langseinden is het voornoemde comfortelement 11 voorzien van tweede koppeldelen 17 die in dit geval zijn uitgevoerd in de vorm van een ribbe die is aangebracht op een respectievelijke eindwand 18 die zich dwars of nagenoeg dwars uitstrekt ten opzichte van de lengterichting van het comfortelement 11. De buitenafmetingen van de voornoemde ribben zijn enigszins kleiner zijn dan de binnenafmetingen van de voornoemde groeven in het draagelement 1.
In dit voorbeeld strekken deze ribben zich uit over de volledige hoogte van het comfortelement 11 en vertonen deze ribben een vernauwend verloop vanaf de bovenzijde van het comfortelement 11 naar de onderzijde van dit comfortelement 11 toe, doch, het is volgens de uitvinding tevens mogelijk dat deze ribben zich slechts over een gedeelte van de hoogte van het comfortelement 11 uitstrekken en/of dat zijn een continue breedte vertonen over hun ganse lengte.
Zulke ribben dienen volgens de uitvinding niet aan beide uiteinden van het comfortelement 11 te worden voorzien, doch, zij kunnen tevens slechts aan één uiteinde daarvan voorzien zijn.
In de figuren 5 tot 7 wordt verduidelijkt hoe, bij de vervaardiging van een stalvloerelement 19 volgens de uitvinding, de comfortelementen 11 op eenvoudige wijze kunnen worden aangebracht op de draagelementen 1.
Inderdaad, dankzij de aangehaalde hoofdzakelijk overeenstemmende vormgeving van de comfortelementen 11 met de openingen 4 tussen de balken 2 van het draagelement 1, volstaat het de comfortelementen 11, zoals weergegeven in figuur 5, in deze openingen 4 te plaatsen en wel zodanig dat deze comfortelementen 11, volgens de uitvinding, minstens gedeeltelijk op de voornoemde draagwanden 8 rusten, waardoor een zeer goede ondersteuning van de comfortelementen 11 wordt verkregen en ongewenste vervorming en daaraan gekoppelde vroegtijdige slijtage van deze comfortelementen 11 wordt tegengegaan.
Door het samenvoegen van een draagelement 1 volgens figuur 1 met een comfortelement 11 volgens de figuren 3 en 4 wordt aldus een stalvloerelement 19 volgens de uitvinding bekomen, zoals weergegeven in de figuren 6 en 7.
De afwezigheid van bijkomende mechanische verbindingen laat toe de comfortelementen 11 eenvoudig te plaatsen en te vervangen. Een verlijming van de comfortelementen 11 kan eventueel overwogen worden.
Tijdens het in de openingen 4 aanbrengen van de comfortelementen grijpen de voornoemde eerste koppeldelen 9 en tweede koppeldelen 17 in elkaar doordat de ribben op de eindwanden 18 van de comfortelementen 11 in de respectievelijke groeven van het draagelement 1 schuiven.
Op deze wijze vormen de voornoemde eerste en tweede koppeldelen 9 en 17 als het ware borgmiddelen die het verdraaien van de comfortelementen 11 in de openingen 4 verhinderen, zodanig dat een bijkomende voorziening tegen vroegtijdige slijtage van de comfortelementen wordt verkregen en wordt verhinderd dat zich restanten van uitwerpselen tussen de comfortelementen 11 en de zijwanden 7 kunnen opstapelen.
Het gebruik en de werking van zulke stalvloerelementen 18 is eenvoudig en als volgt.
De stalvloerelementen 18 zorgen voor een optimaal dierencomfort. Enerzijds zorgen de comfortelementen 11 voor een zachte en warme ondergrond en, anderzijds, voorzien de betonbalken 2 en 3 dat de dieren hun hoeven of klauwen kunnen slijten.
De eventuele afwisseling van beton en rubber, evenals de aanwezigheid van eventuele groeven 10, garanderen overigens een stroever wandeloppervlak wat de veiligheid ten goede komt.
In tegenstelling tot de stalvloeren die volledig bedekt zijn met een rubberen mat, biedt een stalvloer opgebouwd uit zulke stalvloerelementen 18 volgens de uitvinding het voordeel dat de dieren zich niet uitsluitend op de plaatsen waar zulke matten zijn voorzien zullen begeven. Aldus wordt de volledige infrastructuur benut, en dus ook de ligboxen.
Door de aanwezigheid van de afwaterende geulen 16 stroomt urine naar de doorgaande openingen 15 om vervolgens langs daar te kunnen worden afgevoerd naar een onder het stalvloerelement 19 voorziene ruimte of afvoer.
Het snel afvoeren van urine is bijvoorbeeld van belang voor de reductie van de uitstoot van methaan (CH4) en ammoniak (NH3).
De overige uitwerpselen worden afgevoerd door op regelmatige basis de vloer af te schrapen en de uitwerpselen bijvoorbeeld af te voeren via de openingen 15.
Wanneer de comfortelementen 11 sleet zouden vertonen, kan vervanging ervan eenvoudig worden uitgevoerd.
Een draagelement 1 hoeft niet noodzakelijk dwarsbalken 3 te vertonen.
Het draagelement 1 kan, maar hoeft niet noodzakelijk een hoofdzakelijk rechthoekige omtreksrand te vertonen, en de uitsparingen 4 kunnen ook bijvoorbeeld rond zijn of zeshoekig of een andere vorm aannemen. Het draagelement 1 kan bijvoorbeeld ook een ter plaatse gegoten vloerplaat betreffen.
In figuur 8 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een comfortelement 11 volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak dezelfde vormgeving vertoont als het comf ortelement 11 uit de figuren 3 en 4, doch, waarbij in dit geval het comfortelement 11 is voorzien van twee elastisch verende stroken 20, bijvoorbeeld vervaardigd uit een elastische kunststof.
De voornoemde elastisch verende stroken 20 strekken zich hierbij bij voorkeur uit over de volledige of nagenoeg de volledige lengte van het comfortelement 11 en wel ieder vanaf het vrije uiteinde van een respectievelijk voornoemd been 14 in de richting van het vrije uiteinde van het andere been 14 van datzelfde comfortelement 11.
De lengte van deze elastisch verende stroken 20 is bij voorkeur zodanig dat de respectievelijke stroken 20 van eenzelfde comfortelement elkaar minstens gedeeltelijk overlappen.
De voornoemde elastisch verende stroken 20 zijn in dit voorbeeld aan een respectievelijk vrij uiteinde van een voornoemd been 14 bevestigd door middel van een zwaluwstaartverbinding 21, doch, het spreekt voor zich dat tevens tal van andere verbindingstechnieken in aanmerking komen zoals schroeven, nieten, verlijmen, smelten of dergelij ke.
De plaatsingswijze van een stalvloerelement 19 volgens de uitvinding en zoals weergegeven in figuur 9 is eenvoudig en stemt overeen met de plaatsingswij ze van de stalvloerelement 18 weergegeven in de figuur 7.
De comfortelementen 11, ook wanneer ze zijn voorzien van elastisch verende stroken 20, worden in de openingen 4 tussen de balken 2 aangebracht, zoals weergegeven in figuur 9, overigens in overeenstemming met de plaatsingswijze van de comfortelementen 11 weergegeven in figuur 7 met alle overeenstemmende voordelen.
Het nut van de afwisselende beton en rubber stroken situeert zich zoals eerder besproken op het gebied van het dierencomfort, het slijten van de hoeven of klauwen, de betere grip en het gebruik van de gehele infrastructuur door de afwezigheid van integraal met rubber bedekte vloerdelen.
Het gebruik en de werking van zulke stalvloerelementen 19 is eenvoudig en als volgt.
De uitwerpselen worden afgevoerd via de sleufvormige doorgaande openingen 15 in de comfortelementen 11.
De mogelijkheid om op regelmatige basis de vloer af te schrapen resulteert in een versnelde afvoer van de uitwerpselen via de sleufvormige doorgaande openingen 15 naar de ondergelegen opvangput.
Urine en vloeibare uitwerpselen worden optimaal en versneld afgevoerd via de geulen 16 die zijn voorzien in het bovenvlak van de comfortelementen 11, aan weerszijden van de openingen 15.
De elastisch verende stroken 20 waarvan in onbelaste toestand de vrije uiteinden 22 tegen elkaar aansluiten, zoals weergegeven in figuur 10, zijn hier uitgevoerd in een kunststof of een rubber met laag hechtende kenmerken en zijn voorzien van een glad bovenvlak, een en ander zodanig dat uitwerpselen die op deze stroken terechtkomen, deze neerwaarts dwingen door hun gewicht, waarna de uitwerpselen in de ondergelegen put vallen, en waarna de stroken weerom opwaarts buigen en tegen elkaar aansluiten en de opvangput op die wijze afsluiten.
De elastisch verende stroken 20 hebben met andere woorden de functie van een zelfsluitende klep.
Dit is van belang omdat de aldus afgeschermde opvangput de uitstoot van methaan (CH4) en ammoniak (NH3) vermindert.
Wanneer de comfortelementen 11 sleet zouden vertonen, kan vervanging ervan eenvoudig worden uitgevoerd.
De openingen 15 in de comfortelementen 11 kunnen breder of smaller zijn uitgevoerd, kunnen sleufvormig zijn of andere vormen vertonen.
Afhankelijk van het type dieren waarvoor de comfortelementen 11 bedoeld zijn, kunnen de breedte en de vorm van de openingen 15 in de comfortelementen 11 aangepast worden of kan bijvoorbeeld het gebruikte materiaal aangepast zijn.
De geulen 16 zijn optioneel en de afmetingen ervan indien ze voorzien zijn kunnen aangepast worden aan de beoogde toepassing.
De huidige uitvinding is niet beperkt tot uitvoeringsvormen waarbij de draagwand of draagwanden 8 vlak zijn, doch, deze draagwand of draagwanden 8 kunnen tevens een gebogen oppervlak vertonen. Ook kan zulke draagwand of draagwanden enigszins schuin gericht zijn ten opzichte van het voornoemde gebruiksvlak 5 en is het dus niet nodig dat deze draagwand 8 volledig evenwijdig is met voornoemd gebruiksvlak 5.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een stalvloerelement volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (22)

1. Stalvloerelement dat een draagelement (1) omvat, met een in gebruik aan de bovenzijde gelegen gebruiksvlak (5) en aan de onderzijde een bodemvlak (6), waarbij het gebruiksvlak (5) is voorzien van één of meer doorgaande openingen (4) welke zich uitstrekt of uitstrekken van het gebruiksvlak (5) tot het bodemvlak (6), waarbij in minstens één van dezedoorgaande openingen (4) een comfortelement (11) is aangebracht vervaardigd uit rubber of een elastische kunststof, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde doorgaande openingen (4) minstens gedeeltelijk wordt begrensd door twee tegenover elkaar staande zijwanden (7) en minstens één draagwand (8) die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig gericht is ten opzichte van het voornoemde gebruiksvlak (5) , zodat op deze draagwand (8) een voornoemd comfortelement (11) minstens gedeeltelijk rust.
2. Stalvloerelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde draagwand (8) wordt gevormd door een getrapte vernauwing van de doorgaande opening (4), tussen het gebruiksvlak (5) en het bodemvlak (6).
3. Stalvloerelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat minstens in de voornoemde doorgaande opening (4) waarin een draagwand (8) is voorzien, aan de voornoemde twee tegenover elkaar staande zijwanden (7) van de doorgaande opening (4) zulke draagwand (8) is voorzien.
4. Stalvloerelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dit stalvloerelement (18) is voorzien van borgmiddelen die het verdraaien van het comfortelement (11) in de voornoemde doorgaande opening (4) verhinderen.
5. Stalvloerelement volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde borgmiddelen zijn uitgevoerd in de vorm van twee in elkaar grijpende koppeldelen (9 en 17) die respectieveljk zijn voorzien aan het comfortelement (11) en aan het draagelement (1).
6. Stalvloerelement volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde borgmiddelen eerste koppeldelen (9) omvatten in de vorm van één of meer gleuven die zich hoofdzakelijk uitstrekken in een voornoemde dwarse balk (3) ter hoogte van een voornoemde doorgaande opening (4) en volgens een richting loodrecht op het gebruiksvlak (5) en/of het bodemvlak (5).
7. Stalvloerelement volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde gleuven zich uitstrekken vanaf het voornoemde gebruiksvlak (5).
8. Stalvloerelement volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat elke voornoemde gleuf een vernauwend verloop kent vanaf het gebruiksvlak (5) in de richting van het bodemvlak (6).
9. Stalvloerelement volgens één van de conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (11) is voorzien van tweede koppeldelen (17) die zijn uitgevoerd in de vorm van één of meer ribben die zijn aangebracht op een respectievelijke eindwand (18) die zich dwars of nagenoeg dwars uitstrekt ten opzichte van de lengterichting van het comfortelement (11).
10.- Stalvloerelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde doorgaande openingen (4) vernauwen van het gebruiksvlak (5) naar het tegenover gelegen bodemvlak (6).
11·— Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het draagelement (1) een vloerrooster betreft dat enkele op een afstand van elkaar geplaatste balken (2) omvat, en waarbij de ruimtes tussen de balken (2) de voornoemde doorgaande openingen (4) vormen.
12. Stalvloerelement volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de balken (2) een doorsnede vertonen welke, van het gebruiksvlak (5) naar het bodemvlak (6), eerst een hoofdzakelijk constante breedte vertonen ter vorming van zijwanden (7), vervolgens verbreden volgens een richting dwars of nagenoeg dwars op de voornoemde zijwanden (7), om ten slotte met hoofdzakelijk constante breedte tot aan het bodemvlak (6) te reiken.
13. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gebruiksvlak (5) voorzien is van groeven (10).
14. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vormgeving en de maten van het comfortelement (11) zodanig zijn dat het precies in de doorgaande opening (4), desgevallend tussen de balken (2) van het draagelement (1), kan worden aangebracht en aldus geïmmobiliseerd is.
15. Stalvloerelement volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (11) voorzien is van één of meer doorgaande openingen (15).
16. Stalvloerelement volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (11) voorzien is van één of meer geulen (16) voorzien in het bovenvlak van het comfortelement (11).
17. Stalvloerelement volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (11) voorzien is van verende stroken (20) vervaardigd uit een elastische kunststof of rubber.
18. Stalvloerelement volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde verende stroken (20) vrije uiteinden (22) bezitten die in onbelaste toestand tegen elkaar aansluiten.
19. Stalvloerelement volgens conclusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat het comfortelement (11) een hoofdzakelijk U-vormige sectie vertoont met een lichaam (13) en twee benen (14) en dat de voornoemde verende stroken (20) aan een respectievelijk vrij uiteinde van een voornoemd been (14) zijn bevestigd.
20. Stalvloerelement volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de verbinding tussen de voornoemde verende stroken (20) en de vrije uiteinden van de benen is verwezenlijkt door middel van een zwaluwstaartverbinding (21) .
21. Draagelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement (19) volgens één of meer voorgaande conclusies.
22. Comfortelement dat deel uitmaakt van een stalvloerelement (19) volgens één of meer conclusies 1 tot 20.
BE2010/0421A 2010-07-09 2010-07-09 Stalvloerelement. BE1019414A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0421A BE1019414A5 (nl) 2010-07-09 2010-07-09 Stalvloerelement.
PCT/IB2011/052928 WO2012004717A1 (en) 2010-07-09 2011-07-01 Stable floor element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000421 2010-07-09
BE2010/0421A BE1019414A5 (nl) 2010-07-09 2010-07-09 Stalvloerelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019414A5 true BE1019414A5 (nl) 2012-07-03

Family

ID=43824564

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0421A BE1019414A5 (nl) 2010-07-09 2010-07-09 Stalvloerelement.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1019414A5 (nl)
WO (1) WO2012004717A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022053883A1 (en) * 2020-09-10 2022-03-17 Vdv R&D Bvba Low emission stable floor panel

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102013102771A1 (de) * 2013-03-19 2014-09-25 Franz Aunkofer Stallboden für Großtiere, insbesondere für Rinder, Werkzeug und Verfahren zur Herstellung eines solchen Stallbodens
DK2936977T3 (en) * 2014-04-25 2017-05-15 United Business Care B V Stable Floor element
EP3011830B1 (en) * 2014-10-21 2017-11-08 Fattori S.r.l. Prefabricated module for the flooring of a stable for cattle
BE1022231B1 (nl) * 2014-10-29 2016-03-03 Vdv R&D Bvba Vloerelement
FR3028140B1 (fr) 2014-11-07 2017-04-28 Bioret Agri-Logette Confort Systeme pour la collecte des liquides s'ecoulant sur le sol d'une enceinte pour l'elevage d'animaux
DK3162196T3 (da) * 2015-10-27 2019-09-16 United Business Care B V Et rillet gulvelement til en kostald, et substrat og en fleksibel måtte
BE1024275B1 (nl) * 2016-11-12 2018-01-11 Vdv R&D Bvba Constructiemiddelen bedoeld voor het vormen van een vloer boven een ventilatiekelder van een bewaarloods voor landbouwproducten en werkwijze voor het monteren en bijregelen van zulke vloer met behulp van zulke constructiemiddelen.
CZ308070B6 (cs) * 2018-08-07 2019-12-11 Vu Zivocisne Vyroby V V I Podlážka do venkovního individuálního boxu pro telata

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3824960A (en) * 1973-04-02 1974-07-23 Semperit Ag Floor structure
DE20112280U1 (de) * 2001-07-25 2001-10-25 Reuver, Hermannus S.F., 21683 Stade Anordnung für Boxenlaufstall mit Rillenflur und zugehöriger Betonfertigteilplatte
WO2004064505A1 (en) * 2003-01-24 2004-08-05 Perstrup Beton Industri A/S A method of manufacturing a barn floor element, as well as a barn floor element and a barn floor
EP1563728A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-17 VAN DER VELDEN BETON, naamloze vennootschap Method for the realisation of concrete grids for stable floors for cattle and the like.
WO2006103534A1 (en) * 2005-03-29 2006-10-05 Patrick Roy Mooney Apparatus for use with a slatted floor
GB2437404A (en) * 2006-04-18 2007-10-24 Seamus O'callaghan Rubber floor tile with drainage
WO2009136376A1 (en) * 2008-05-09 2009-11-12 Van Der Velden Beton, Naamloze Vennootschap Stable floor element

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3824960A (en) * 1973-04-02 1974-07-23 Semperit Ag Floor structure
DE20112280U1 (de) * 2001-07-25 2001-10-25 Reuver, Hermannus S.F., 21683 Stade Anordnung für Boxenlaufstall mit Rillenflur und zugehöriger Betonfertigteilplatte
WO2004064505A1 (en) * 2003-01-24 2004-08-05 Perstrup Beton Industri A/S A method of manufacturing a barn floor element, as well as a barn floor element and a barn floor
EP1563728A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-17 VAN DER VELDEN BETON, naamloze vennootschap Method for the realisation of concrete grids for stable floors for cattle and the like.
WO2006103534A1 (en) * 2005-03-29 2006-10-05 Patrick Roy Mooney Apparatus for use with a slatted floor
GB2437404A (en) * 2006-04-18 2007-10-24 Seamus O'callaghan Rubber floor tile with drainage
WO2009136376A1 (en) * 2008-05-09 2009-11-12 Van Der Velden Beton, Naamloze Vennootschap Stable floor element

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022053883A1 (en) * 2020-09-10 2022-03-17 Vdv R&D Bvba Low emission stable floor panel
BE1028596A1 (nl) 2020-09-10 2022-04-04 Vdv R&D Emissiearm stalvloerpaneel
BE1028596B1 (nl) * 2020-09-10 2022-04-11 Vdv R&D Emissiearm stalvloerpaneel

Also Published As

Publication number Publication date
WO2012004717A1 (en) 2012-01-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019414A5 (nl) Stalvloerelement.
BE1018081A3 (nl) Stalvloerelement.
EP3162196B1 (en) A grooved floor element for a cowshed, a substrate and a flexible mat
JPH09486A (ja) フートグリル
US3680530A (en) Slotted flooring
EP2236023B1 (en) Stable with floor element
NL2015454B1 (nl) Vloerelement voor een stal of dergelijk.
EP2759197B1 (en) Stable floor
PL210511B1 (pl) Podłoga pomieszczenia dla zwierząt hodowlanych, zwłaszcza obory
KR100867899B1 (ko) 수세식 가축 분뇨 제거장치
RU2726809C1 (ru) Элемент дождеприемного канала, лоток дождеприемного канала, решетка дождеприемного канала и фиксатор для нее
NL2005883C2 (nl) Stalvloer.
NL1042140B1 (nl) Vloerelement
EP4385320A1 (en) Insert element for a stable floor element
RU113759U1 (ru) Элемент покрытия и покрытие из этих элементов
BE1028114B1 (nl) Vloermop
BE1028596B1 (nl) Emissiearm stalvloerpaneel
NL2013079B1 (nl) Stalvloer voor het reduceren van de emissie van ammoniak in een stal.
NL1031504C2 (nl) Waterafvoerrooster voor een afvoergoot.
NL1013163C2 (nl) Stalvloer.
GB2248076A (en) Slatted floor panel
NL2014783B1 (nl) Stalvloer met mestscheiding.
KR20220011730A (ko) 축사용 플로어 그레이트
JP2021078413A (ja) ペット用排泄物処理具
RU2452822C1 (ru) Механическая решетка

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VDV R&D; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: VDV R&D BVBA

Effective date: 20230216