BE1028114B1 - Vloermop - Google Patents

Vloermop Download PDF

Info

Publication number
BE1028114B1
BE1028114B1 BE20205143A BE202005143A BE1028114B1 BE 1028114 B1 BE1028114 B1 BE 1028114B1 BE 20205143 A BE20205143 A BE 20205143A BE 202005143 A BE202005143 A BE 202005143A BE 1028114 B1 BE1028114 B1 BE 1028114B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor mop
floor
base
mop
core parts
Prior art date
Application number
BE20205143A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028114A1 (nl
Inventor
Jordi Demey
Vyvere Guy Vande
Original Assignee
Moerman Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Moerman Nv filed Critical Moerman Nv
Priority to BE20205143A priority Critical patent/BE1028114B1/nl
Priority to EP21160046.5A priority patent/EP3875016B1/en
Priority to CN202110232133.1A priority patent/CN113331756B/zh
Publication of BE1028114A1 publication Critical patent/BE1028114A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028114B1 publication Critical patent/BE1028114B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/20Mops
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/11Squeegees
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/20Mops
    • A47L13/24Frames for mops; Mop heads
    • A47L13/254Plate frames
    • A47L13/256Plate frames for mops made of cloth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/42Details
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/42Details
    • A47L13/44Securing scouring-cloths to the brush or like body of the implement
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements
    • B25G3/38Hinged, pivoted, swivelling, or folding joints

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cleaning Implements For Floors, Carpets, Furniture, Walls, And The Like (AREA)

Abstract

Vloermop (1) omvattende een basis (2) met een bovenzijde (3b) en een onderzijde (3a) en omvattende een bekleding (4) die minstens tegenaan de onderzijde (3a) van de basis (2) ligt en zo de onderzijde (3a) van de basis (2) bedekt, waarbij deze bekleding (4) minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal voor het reinigen van vloeren en zo ter hoogte van de onderzijde (3a) van de basis (2) een eerste reinigingszijde (5a) van de vloermop (1) vormt en waarbij de basis (2) hoofdzakelijk vervaardigd is uit een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal.

Description

VLOERMOP Deze uitvinding betreft een vloermop omvattende een basis met een bovenzijde en een onderzijde en omvattende een bekleding die minstens tegenaan de onderzijde van de basis ligt en zo de onderzijde van de basis bedekt, waarbij deze bekleding minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal voor het reinigen van vloeren en zo ter hoogte van de onderzijde van de basis een eerste reinigingszijde van de vloermop vormt.
Deze uitvinding betreft ook een vloerwisser omvattende een vloermophouder en een vloermop.
Vloermoppen worden gebruikt voor het reinigen en/of desinfecteren van vloeroppervlakken.
De uitvinding heeft specifiek betrekking op vloermoppen van het type vlakmop (flat mop). Deze vloermoppen hebben alleszins één eerste reinigingszijde en een tegenover deze eerste reinigingszijde gelegen tweede zijde.
De vloermop is dan meestal voorzien om met behulp van de tweede zijde bevestigd te worden aan een vloermophouder.
Deze tweede zijde kan bijkomend ook dienst doen als een tweede reinigingszijde, waarbij de vloermop dan ook ter hoogte van de eerste reinigingszijde bevestigbaar is aan de vloermophouder.
Deze reinigingszijden worden dan bijvoorbeeld gevormd door een microvezeldoek, een katoenen doek, een viscose doek, enz.
Bij het reinigen van vloeren neemt de vloermop vuil op.
Tijdens het reinigen van een vloer, betekent dit dat de vloermop zelf ten gepaste tijde moet gespoeld en gereinigd worden om dit vuil terug te verwijderen.
Bij het niet reinigen of onvoldoende reinigen van de vloermop, is de vloermop een ideale broeihaard voor bacteriën.
Het reinigen van bestaande vloermoppen is echter omslachtig.
De bestaande vloermoppen nemen namelijk vuil op en dit vuil dringt vaak door tot in de kern van de vloermop.
Bij het reinigen van de vloermop is het belangrijk dat al het vuil water, en al het vuil dat zich heeft opgehoopt in de vloermop, verwijderd wordt.
Dit is echter moeilijk.
Zelfs na veelvuldig spoelen met proper water, blijft er vuil achter in de vloermop. Bijkomend is het gewenst dat bij het reinigen en spoelen van de vloermop, deze vloermop niet moet worden aangeraakt. Er bestaan dan ook allerhande reinigings- en/of spoelsystemen die dit mogelijk maken. Echter ook met behulp van deze reinigings- en/of spoelsystemen blijft het moeilijk om al het vuil te verwijderen uit vloermoppen. Het is dan ook een doel van de uitvinding een vloermop te vervaardigen, waarbij het reinigen en spoelen van de vloermop eenvoudiger kan plaatsvinden.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een vloermop omvattende een basis met een bovenzijde en een onderzijde en omvattende een bekleding die minstens tegenaan de onderzijde van de basis ligt en zo de onderzijde van de basis bedekt, waarbij deze bekleding minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal voor het reinigen van vloeren en zo ter hoogte van de onderzijde van de basis een eerste reinigingszijde van de vloermop vormt, waarbij de basis hoofdzakelijk vervaardigd is uit een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal.
De basis is hier hoofdzakelijk vervaardigd en bij voorkeur nagenoeg volledig vervaardigd uit een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal. De basis kan bijkomend nog bevestigingselementen, zoals magneten, omvatten voor het bevestigen van de vloermop aan de vloermophouder. Deze bevestigingselementen zijn dan bij voorkeur niet vervaardigd uit een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal. Een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal is een materiaal met elastische of rubberachtige eigenschappen dat waterondoorlaatbaar is. Zo kan dit materiaal een rubber zijn met een gesloten celstructuur zoals een EPDM-rubber met een gesloten celstructuur. Het materiaal kan ook zijn een geëxpandeerd TPU (thermoplastisch polyurethaan) of een geëxpandeerd polyethyleen of een geëxpandeerd polypropyleen. Elastische materialen zijn vervormbaar wanneer er een kracht op wordt uitgeoefend en zullen terug hun oorspronkelijke vorm aannemen wanneer de vervormende kracht wordt verwijderd. Met behulp van deze basis kan men dan ook goed de reinigingszijde of alleszins een deel van de reinigingszijde tegenaan een te reinigen vloeroppervlak duwen. Doordat de basis waterondoorlaatbaar is, zal vuil en water zich niet kunnen nesten in de basis. De vloermop omvat hier minstens één eerste reinigingszijde die zich uitstrekt in de nabijheid van de onderzijde van de basis. Eventueel kan de bekleding bijkomend een tegenover deze eerste reinigingszijde gelegen tweede zijde omvatten die zich uitstrekt ter hoogte van de bovenzijde van de basis en minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal voor het reinigen van vloeren en zo een bijkomende tweede reinigingszijde vormt. De bekleding kan bijvoorbeeld één of meerdere microvezeldoeken omvatten. Tijdens het reinigen van de vloer zullen genoemde reinigingszijden in contact komen met het vloeroppervlak en dus in contact komen met vuil en water. Gezien de basis echter waterondoorlaatbaar is, zal dit vuil en water niet gaan doordringen in de basis, waardoor het eenvoudiger is om de vuile vloermop te gaan reinigen en spoelen en de kans kleiner is dat er veel vuil en vervuild water achterblijft in de vloermop. Een dergelijke vloermop is dus beter reinigbaar en de kans is dan ook kleiner dat deze vloermop een broeihaard van bacteriën zal vormen na een bepaalde tijd bij correct gebruik van de vloermop, dus wanneer de vloermop voldoende wordt gereinigd. De basis is verder elastisch. Dit draagt ook bij tot de goede reiniging van de vloermop. Tijdens het reinigen en spoelen van de vloermop wordt de vloermop samengeperst, samengeduwd en/of uitgewrongen. Gezien de basis elastisch is, kan deze vervormen, en tijdens het vervormen zal de basis ook meehelpen met het naar buiten duwen van het water en vuil, gezien het water en vuil zich niet in de basis kan begeven. Tijdens het samenpersen, samenduwen en/of uitwringen van de vloermop zal het water zich dan ook eenvoudig uit de vloermop begeven.
Door te werken met een dergelijke basis, heeft de vloermop ook een zekere stijfheid en is deze minder slap dan een vloermop die bijvoorbeeld enkel uit een microvezeldoek bestaat, waardoor deze eenvoudiger te reinigen is met behulp van reinigings- en/of spoelsystemen die vloermoppen samenperst.
De basis zelf kan één aaneengesloten geheel vormen, waarbij de basis al dan niet meerdere kerndelen omvat die onderling met elkaar verbonden zijn door andere delen van de basis. De basis is dan bijvoorbeeld vervaardigd uit één materiaal, zodat de genoemde andere delen uit hetzelfde materiaal zijn vervaardigd als de kerndelen. De basis kan ook uit meerdere delen bestaan die niet rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, waarbij de onderzijden van al deze delen samen de genoemde onderzijde van de basis vormen. Deze delen zijn dan bijvoorbeeld van elkaar gescheiden door middel van de bekleding en zijn onrechtstreeks met elkaar verbonden door middel van de bekleding.
Materialen voor het reinigen van vloeren zijn bijvoorbeeld: microvezeldoek, katoenen doek, viscose doek. Bij voorkeur omhult de bekleding de basis hoofdzakelijk en ligt de bekleding zo tegenaan de bovenzijde van de basis, dat de bekleding een tweede zijde van de vloermop vormt die zich tegenover de eerste reinigingszijde uitstrekt. Nog meer bij voorkeur is de basis volledig omhuld door de bekleding. De basis is hier omhuld door de bekleding, waarbij de bekleding dan de buitenkant van de vloermop vormt en de basis hoofdzakelijk de kern vormt van de vloermop. Hierdoor zal de basis geen rechtstreeks contact maken met een te reinigen vloeroppervlak, waardoor er dan ook minder gevaar is dat de basis zal gaan afslijten en beschadigd zal raken tijdens het reinigen van het vloeroppervlak. De bekleding kan bijvoorbeeld een eerste rechthoekig doek omvatten en een tweede rechthoekig doek, waarbij de randen van deze doeken dan met elkaar verbonden zijn en de basis zich uitstrekt tussen de doeken. De vloermop omvat dan drie lagen, zijnde een eerste doek, die de eerste reinigingszijde vormt, de basis en het tweede doek dat de tweede zijde vormt. De basis zelf kan eendelig zijn maar kan ook uit meerdere kerndelen bestaan die niet rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, waarbij de genoemde doeken dan tegen elkaar aanliggen ter hoogte van posities tussen de kerndelen.
Verder bij voorkeur is de bekleding ter hoogte van de tweede zijde minstens gedeeltelijk vervaardigd uit een materiaal voor het reinigen van vloeren zodat de tweede zijde een tweede reinigingszijde vormt van de vloermop. De vloermop heeft hierdoor een groter totaal reinigingsoppervlak. Men kan dan eerst de vloer gaan 5 reinigen met de eerste reinigingszijde, om daarna de vloermop om te draaien en de vloer te gaan reinigen met de tweede reinigingszijde. Men kan dus minstens dubbel zoveel vloeroppervlak gaan reinigen per spoelbeurt/reinigingsbeurt van de vloermop.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekt de vloermop zich uit volgens een lengterichting en een breedterichting en omvat de onderzijde van de basis een of meerdere opeenvolgende zones die zich uitstrekken volgens de lengterichting en zich naast elkaar uitstrekken gezien volgens de breedterichting, zodat de eerste reinigingszijde opgedeeld is in respectievelijk één of meerdere opeenvolgende contactzones, waarbij de vloermop, wanneer de vloermop rust op een te reinigen oppervlak, omvormbaar is tussen een rustpositie, waarbij, gezien volgens de breedterichting, elke genoemde zone zich eerst opwaarts gericht en dan terug neerwaarts gericht uitstrekt, zodat de contactzones slechts beperkt contact maken met het te reinigen oppervlak, en één of meerdere reinigingsposities door het uitoefenen van een kracht op een genoemde zone voor het zo duwen van deze zone richting het te reinigen oppervlak, zodat de respectievelijke contactzone met nagenoeg zijn volledige oppervlak contact maakt met de te reinigen ondergrond. Bij voorkeur hebben alle contactzones, gezien volgens de hoogterichting, nagenoeg dezelfde afmeting in de rustpositie. Met de hoogterichting wordt de afmeting loodrecht op het vlak waarin de lengterichting en breedterichting zich uitstrekken aangeduid, deze richting strekt zich meestal loodrecht uit op het te reinigen vloeroppervlak. De bekleding ligt tegen de onderzijde aan, en ligt dus tegen de verschillende zones van de onderzijde aan, waardoor de reinigingszijde opgedeeld wordt in genoemde contactzones. Bij de bestaande vloermoppen is het voorzien dat, tijdens het reinigen van een vloer, een genoemde reinigingszijde met nagenoeg zijn volledige oppervlak rust op de ondergrond. Het resultaat hiervan is dat vuil zich vooral zal ophopen ter hoogte van de randen van de reinigingszijde en centraler gelegen delen van de reinigingszijde weinig gaan bijdragen tot het reinigen van de vloer.
De totale oppervlakte dat kan worden gereinigd per spoelbeurt/reinigingsbeurt van de vloermop is hierdoor beperkt.
Men lost dit probleem deels op door de reinigingszijde te voorzien van een reliëf, echter er is dan nog steeds een groot deel van het oppervlak van de reinigingszijde dat weinig bijdraagt tot het reinigen van de vloer.
Door de reinigingszijde op te delen in één en bij voorkeur meerdere contactzones wordt bovengenoemd probleem opgelost.
Tijdens het reinigen van de vloer, kan men hier opeenvolgend gaan reinigen met de verschillende contactzones, zodat een groter deel van het oppervlak van de reinigingszijde goed vuil zal gaan opnemen.
Elke contactzone, en voornamelijk de randen van elke contactzone, zullen hier namelijk goed vuil gaan opnemen.
Door de vormgeving van de onderzijde zullen, wanneer één contactzone geduwd wordt tegenaan het te reinigen vloeroppervlak, de nabijgelegen contactzone(s) of bepaalde andere delen van de reinigingszijde geen contact maken met de te reinigen vloer, waardoor het vuil dat eventueel is opgenomen door deze laatste contactzone(s) niet terug los gaat komen van de vloermop en reiniging goed kan gebeuren.
Wanneer de onderzijde van de basis bijvoorbeeld twee genoemde zones omvat, dan omvat de eerste reinigingszijde twee contactzones.
Elke contactzone omvat een omranding, waardoor er minstens dubbel zoveel oppervlak van de reinigingszijde vuil zal opnemen in vergelijking met een bestaande vloermop met hetzelfde oppervlak van de eerste reinigingszijde.
Verder bij voorkeur omvat de vloermop dan ook de genoemde tweede reinigingszijde, waarbij de bovenzijde bij voorkeur op dezelfde manier is opgebouwd als de onderzijde en bij voorkeur het spiegelbeeld vormt van de onderzijde gezien volgens een vlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en breedterichting, zodat men relatief veel vloeroppervlak kan gaan reinigen per spoelbeurt/reinigingsbeurt van de vloermop.
Hierdoor kan men dan zeer snel een vloer gaan reinigen.
Ook verder bij voorkeur omvat elke genoemde zone van de basis twee of meerdere opeenvolgende vlakken die zich uitstrekken volgens de lengterichting van de vloermop en zich naast elkaar uitstrekken gezien volgens de breedterichting, waarbij in de rustpositie bij elke zone en gezien volgens de breedterichting, het eerste en het laatste vlak zich respectievelijk opwaarts en neerwaarts gericht uitstrekken.
Bijvoorbeeld wanneer de vloermop twee genoemde zones omvat en dus twee contactzones, en wanneer er krachten worden uitgeoefend om de gewenste contactzone tegenaan het vloeroppervlak te duwen, dan zweeft de andere contactzone boven het vloeroppervlak en is het eventuele vuil van deze contactzone opgesloten tussen de respectievelijke vlakken.
In een genoemde reinigingspositie, strekken de vlakken van de zone die richting het te reinigen vloeroppervlak worden geduwd, zich bij voorkeur allen nagenoeg uit volgens hetzelfde vlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en de breedterichting van de vloermop.
Meer specifiek omvat elke genoemde zone slechts twee genoemde opeenvolgende vlakken en maken deze vlakken in de rustpositie een hoek met de hoogterichting gelegen tussen 20° en 70°. Deze vlakken hebben dan bij voorkeur dezelfde afmeting in de rustpositie en gezien volgens de hoogterichting.
Ook verder bij voorkeur omvat de basis twee of meerdere kerndelen, waarbij deze kerndelen zich nagenoeg uitstrekken volgens de lengterichting van de vloermop en dit op een afstand van elkaar gezien volgens de breedterichting, waarbij deze kerndelen de genoemde vlakken van de zones van de onderzijde vormen en waarbij de kerndelen zo beweegbaar gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar dat opeenvolgende vlakken van twee opeenvolgende kerndelen de genoemde twee of meerdere opeenvolgende vlakken van een respectievelijke zone van de onderzijde van de basis vormen.
Deze kerndelen kunnen bijvoorbeeld een (afgeronde) vierkante dwarsdoorsnede hebben, een (afgeronde) gelijkbenige dwarsdoorsnede hebben, een kruisvorm hebben, enz.
Verder specifiek zijn deze kerndelen balkvormig met een diagonaalvlak dat elk kerndeel opdeelt in een eerste gedeelte met een driehoekige dwarsdoorsnede en een tweede gedeelte met een driehoekige dwarsdoorsnede dat tegenaan het eerste gedeelte ligt, waarbij vrije zijvlakken van het eerste gedeelte de genoemde vlakken van de zones van de onderzijde zijn. Zo kan elk kerndeel een nagenoeg identieke vierkante dwarsdoorsnede hebben. Zo heeft elk kerndeel bijvoorbeeld een dwarsdoorsnede in de vorm van een afgeronde vierhoek.
Ook verder bij voorkeur omvat de vloermop één of meerdere verbindingselementen die zich tussen de opeenvolgende kerndelen uitstrekken en die deze kerndelen beweegbaar ten opzichte van elkaar verbinden, waarbij de vloermop omvormbaar is tussen de rustpositie en een genoemde reinigingspositie en dit door krachten uit te oefenen ter hoogte van de één of meerdere verbindingselementen die twee opeenvolgende kerndelen met elkaar verbinden, voor het zo duwen van de respectievelijke contactzone tegenaan het te reinigen oppervlak. De verbindingselementen kunnen bijvoorbeeld verbindingsstroken zijn, waarbij bijvoorbeeld dan elke verbindingsstrook twee opeenvolgende kerndelen met elkaar verbindt of waarbij bijvoorbeeld meerdere verbindingsstroken die op een afstand van elkaar op één lijn liggen, twee opeenvolgende kerndelen met elkaar verbinden. Bijvoorbeeld wanneer de vloermop drie kerndelen omvat, omvat de vloermop bijvoorbeeld twee verbindingsstroken en omvat de eerste reinigingszijde twee contactzones. Elke contactzone omvat een omranding, waardoor er minstens dubbel zoveel oppervlak van de reinigingszijde vuil zal opnemen in vergelijking met een bestaande vloermop met hetzelfde oppervlak van de eerste reinigingszijde. Wanneer er krachten worden uitgeoefend op één of meerdere verbindingselementen om de gewenste contactzone tegenaan het vloeroppervlak te duwen, dan zweeft de andere contactzone boven het vloeroppervlak en is het eventuele vuil van deze contactzone opgesloten tussen respectievelijke kerndelen.
Ook verder bij voorkeur omvat de vloermop slechts 3 of 4 genoemde kerndelen. Op deze wijze is de vloermop niet al te groot en niet al te zwaar tijdens het reinigen van de vloer wanneer water geabsorbeerd is in bijvoorbeeld de bekleding. Deze vloermop is dan ook zeer eenvoudig te hanteren.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de basis slechts 2 genoemde kerndelen en omvat dus de eerste reinigingszijde slechts één genoemde contactzone. Nog bij voorkeur omvat de basis de genoemde verbindingselementen waarbij de verbindingselementen en de kerndelen één aaneengesloten geheel vormen en waarbij een aaneensluitend gedeelte van de bekleding die een genoemde contactzone vormt ook tegenaan de één of meerdere verbindingselementen ligt die de respectievelijke twee opeenvolgende kerndelen met elkaar verbinden. Doordat de verbindingselementen deel uitmaken van de kern, zijn deze dan ook hoofdzakelijk vervaardigd uit een elastisch materiaal, zodat men goed krachten kan gaan uitoefenen op deze verbindingselementen om de gewenste contactzone contact te laten maken met het vloeroppervlak. Doordat de basis hier één doorlopend geheel vormt, is de vloermop zeer eenvoudig hanteerbaar.
Ook verder bij voorkeur zijn de verbindingselementen verbindingsstroken die elk twee opeenvolgende kerndelen over nagenoeg hun volledige lengtes met elkaar verbinden. De basis heeft hier dan een lengte die overeenkomt met de lengte van een genoemd kerndeel. Elk kerndeel is hier zeer goed verbonden met het opeenvolgende kerndeel. Door dan een kracht uit te oefenen over nagenoeg de volledige lengte van een genoemde verbindingsstrook, wordt de respectievelijke contactzone goed over zijn volledige lengte tegenaan het te reinigen vloeroppervlak geduwd. Men kan eenvoudig een kracht uitoefenen over nagenoeg de volledig lengte van een genoemde verbindingsstrook, door te voorzien in een vloermophouder met een langwerpig onderdeel met nagenoeg de lengte van deze verbindingsstrook. Zo kan men de vloermophouder met een steel gaan verbinden, waarbij een persoon dan eenvoudig met behulp van de steel het langwerpig onderdeel kan gaan duwen tegen een verbindingsstrook. De verbindingsstroken strekken zich hier dan bij voorkeur uit volgens de lengterichting en de lengtes van de verbindingsstroken en de kerndelen zijn bij voorkeur nagenoeg identiek.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de vloermop één of meerdere bevestigingselementen voor het verbinden van de vloermop met een vloermophouder. De vloermophouder omvat dan bijvoorbeeld één of meerdere bevestigingselementen die complementair zijn aan de één of meerdere bevestigingselementen van de vloermop. De één of meerdere bevestigingselementen van de vloermop en de één of meerdere corresponderende bevestigingselementen van de vloermophouder laten bij voorkeur eenvoudig toe om krachten uit te oefenen op een genoemde verbindingsstrook indien aanwezig.
De één of meerdere bevestigingselementen van de vloermop kunnen bijvoorbeeld magneten of ferro metalen omvatten. Deze magneten/ferro metalen kunnen deel uitmaken van de basis en bijvoorbeeld ingewerkt zijn in het elastische materiaal van de basis. Ze kunnen zich ook bovenop het elastische materiaal van de basis bevinden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gelijmd zijn aan de basis. Ze kunnen ook bevestigd zijn aan de bekleding. De magneten/ferro metalen zijn bijvoorbeeld staafvormig, waarbij de vloermophouder dan voorzien is van corresponderende magneten of magnetisch materiaal. Met behulp van magnetisme kan men eenvoudig, en dit zonder de vloermop met de handen aan te raken, de vloermop losmaken van de vloermophouder, om zo bijvoorbeeld de vloermop aan te brengen in een spoelinstallatie/reinigingsinstallatie.
Het doel van de uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een vloerwisser omvattende een vloermophouder en een vloermop, waarbij de vloermop een vloermop is zoals hierboven weergegeven. Alle voordelen en voorkeurdragende uitvoeringsvormen van bovengenoemde vloermop, gaan hier ook op voor deze vloerwisser omvattende deze vloermop. Bij voorkeur omvat de vloerwisser verder een steel die voorzien is om verbonden te zijn met de vloermophouder zodat de vloerwisser eenvoudig hanteerbaar is.
Bij voorkeur strekt de vloermop zich uit volgens een lengterichting en een breedterichting en omvat de onderzijde van de basis een of meerdere opeenvolgende zones die zich uitstrekken volgens de lengterichting en zich naast elkaar uitstrekken gezien volgens de breedterichting, zodat de eerste reinigingszijde opgedeeld is in respectievelijk één of meerdere opeenvolgende contactzones, waarbij de vloermop, wanneer de vloermop rust op een te reinigen oppervlak, omvormbaar is tussen een Tustpositie, waarbij, gezien volgens de breedterichting, elke genoemde zone zich eerst opwaarts gericht en dan terug neerwaarts gericht uitstrekt, zodat de contactzones slechts beperkt contact maken met het te reinigen oppervlak, en één of meerdere reinigingsposities door het uitoefenen van een kracht op een genoemde zone voor het zo duwen van deze zone richting het te reinigen oppervlak, zodat de respectievelijke contactzone met nagenoeg zijn volledige oppervlak contact maakt met de te reinigen ondergrond, en omvat de vloermophouder een aanduwgedeelte dat voorzien is om in een verbonden toestand van de vloermop en vloermophouder, een respectievelijke contactzone tegen een te reinigen oppervlak te duwen. Met behulp van het aanduwgedeelte kan men hier eenvoudig krachten gaan uitoefenen op een genoemde zone om de gewenste contactzone contact te laten maken met het vloeroppervlak. Deze vloerwisser is dan ook zeer eenvoudig hanteerbaar.
Verder bij voorkeur omvat het aanduwgedeelte een wisstrook en nog meer bij voorkeur is het aanduwgedeelte een wisstrook. Gezien hier de wisstrook voorzien is om te duwen op de vloermop om zo de gewenste contactzone contact te laten maken met het vloeroppervlak, kan men hier ook de vloerwisser gebruiken wanneer de vloermop niet verbonden is met de vloermophouder. De vloerwisser kan dan dienst doen als trekker en dit om bijvoorbeeld water weg te trekken.
Ook bij voorkeur omvat de vloermop één of meerdere eerste bevestigingselementen voor het verbinden van de vloermop met een vloermophouder en omvat de vloermophouder één of meerdere tweede bevestigingselementen die corresponderen aan de genoemde eerste bevestigingselementen.
In de hiernavolgende beschrijving worden een vloermop en een vloerwisser volgens deze uitvinding in detail beschreven. De enige bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving is aan te duiden hoe de uitvinding kan gerealiseerd worden en de bijzondere kenmerken van de uitvinding te illustreren en zo nodig nog meer te verduidelijken. Deze beschrijving kan dus niet aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooibescherming. Ook het toepassingsgebied van de uitvinding kan op basis van de hiernavolgende beschrijving niet beperkt worden.
In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij - Figuur 1 een schematische weergave is van een perspectiefvoorstelling van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 2 een opengewerkt perspectief is van de vloermop weergegeven in figuur 1; - Figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van een eerste uitvoeringsvorm van een basis van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 4 een perspectiefvoorstelling is van een tweede uitvoeringsvorm van een basis van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 5 een perspectiefvoorstelling is van een derde uitvoeringsvorm van een basis van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 6 een doorsnede weergeeft van de vloermop weergegeven in figuur 1; - Figuur 7 een doorsnede weergeeft van de basis van de vloermop weergegeven in figuur 1; - Figuur 8 een zijaanzicht is van een vloerwisser volgens de uitvinding omvattende een vloermop zoals weergegeven in figuur 1; - Figuur 9 een perspectiefvoorstelling is van de vloermophouder en de vloermop van de vloerwisser weergegeven in figuur 8, waarbij de vloermop verbonden is met de vloermophouder; - Figuur 10 een zijaanzicht is van de steel en de vloermophouder van de vloerwisser weergegeven in figuur 8, waarbij de steel en de vloermophouder met elkaar verbonden zijn; - Figuur 11 een detailweergave is van de vloerwisser weergegeven in figuur 8, waarbij een eerste contactzone van de vloermop contact maakt met een vloeroppervlak en waarbij de verschillende contactzones met behulp van een dikke zwarte lijn zijn aangeduid; - Figuur 12 een detailweergave is van de vloerwisser weergegeven in figuur 8, waarbij een tweede contactzone van de vloermop contact maakt met een vloeroppervlak en waarbij de verschillende contactzones met behulp van een dikke zwarte lijn zijn aangeduid; - Figuur 13 een opengewerkt perspectief is van een alternatieve uitvoeringsvorm van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 14 een doorsnede weergeeft van de basis van de vloermop weergegeven in figuur 13; - Figuur 15 een opengewerkt perspectief is van een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een vloermop volgens de uitvinding; - Figuur 16 een doorsnede weergeeft van de basis van de vloermop weergegeven in figuur 15.
In de figuren 1 tot 12 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een vloerwisser (13) volgens de uitvinding weergegeven en onderdelen van deze vloerwisser (13). Deze vloerwisser (13) bestaat uit een steel (14), een vloermophouder (12) en een vloermop (1). De steel (14) is verbindbaar met de vloermophouder (12) en de vloermop (1) is bevestigbaar aan de vloermophouder (12) zodat de vloerwisser (13), zoals weergegeven in figuur 8, eenvoudig op zijn geheel hanteerbaar is. De vloermop (1) omvat een basis (2) die hoofdzakelijk vervaardigd is uit een gesloten celstructuur EPDM-rubber en een bekleding (4), die tegenaan de basis (2) ligt en de basis (2) volledig omhult. De basis (2) is elastisch vervormbaar, waterondoorlaatbaar en vuilondoorlaatbaar. De basis (2) strekt zich uit volgens een lengterichting (A) en een breedterichting (B) en omvat drie nagenoeg identieke balkvormige kerndelen (6a, 6b, 6c) die zich elk uitstrekken volgens de lengterichting (A) en dit naast elkaar en op een afstand van elkaar gezien volgens de breedterichting (B). Deze kerndelen (6a, 6b, 6c) hebben afgeronde vierkante dwarsdoorsnede.
Verder omvat de basis (2) twee verbindingsstroken (10) die de kerndelen (6a, 6b, 6c) opeenvolgend met elkaar verbinden.
Elk kerndeel (64, 6b, 6b) omvat een eerste gedeelte (7) en een tweede gedeelte (8) die tegenaan elkaar liggen.
De opdeling in het eerste gedeelte (7) en het tweede gedeelte (8) gebeurt aan de hand van het diagonaalvlak (C) van het kerndeel (6a, 6b, 6c). De basis (2) omvat een bovenzijde (3b) en een onderzijde (3a) en de eerste gedeeltes (7) vormen samen met de onderzijden van de verbindingsstroken (10) de onderzijde (3a) van de basis (2) en de tweede gedeeltes (8) vormen samen met de bovenzijde van de verbindingsstroken (10) de bovenzijde (3b) van de basis (2). Verder omvat de basis (2) één of meerdere magneetstaafjes (11) voor het verbinden van de vloermop (1) met de vloermophouder (12) (zie verder). De verbindingsstroken (10) kunnen elk de lengte hebben van een kerndeel (6a, 6b, 6c) en verbinden dan elk twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) over hun volledige lengte (zie figuren 3 en 5), maar kunnen ook minder lang zijn uitgevoerd, waarbij er dan meerdere verbindingsstroken (10) twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) met elkaar verbinden (zie figuur 4). De positie van de verbindingsstroken (10) ten opzichte van de kerndelen (6a, 6b, 6c) is zodanig dat de eerste gedeeltes (7) van de kerndelen (6a, 6b, 6c) mee de onderkant vormen van de basis (2) en de tweede gedeeltes (8) mee de bovenkant vormen van de basis (2). De bekleding (4) wordt hier gevormd door twee microvezeldoeken (164, 16b). De basis (2) strekt zich uit tussen deze microvezeldoeken (164, 16b) en de microvezeldoeken (16a, 16b) liggen tegen elkaar aan en zijn met elkaar verbonden ter hoogte van hun randen, zodat de bekleding (4) de basis (2) volledig omhult.
Het onderste microvezeldoek (16a) ligt tegenaan de onderzijde (3a) van de basis (2) en vormt een eerste reinigingszijde (5a) van de vloermop (1). Het bovenste microvezeldoek (16b) ligt tegenaan de bovenzijde (3b) van de basis (2 en vormt een tweede reinigingszijde (5b) van de vloermop (1).
De vloermophouder (12) omvat een steelgedeelte (17), waarin een uiteinde van een steel (14) opneembaar is ter verbinding van de steel (14) met de vloermophouder (12). Dit steelgedeelte (17) omvat ook bevestigingselementen (19) voor het magnetisch aantrekken van de magneetstaafjes (11) van de vloermop (1), en dit ter bevestiging van de vloermop (1) aan de vloermophouder (12). Zoals goed zichtbaar op figuren 11 en 12 omvat de basis (2) ter hoogte van de bovenzijde (3b) één of meerdere magneetstaafjes (11) en ook ter hoogte van de onderzijde (3a) één of meerdere magneetstaafjes (11) zodat de vloermop (1) zowel ter hoogte van zijn eerste reinigingszijde (5a) als ter hoogte van zijn tweede reinigingszijde (5b) verbindbaar is met de vloermophouder (12), zodat men kan kiezen met welke reinigingszijde (5a, 5b) de vloermop (1) contact maakt met het vloeroppervlak (18). Verder omvat de vloermophouder (12) een wisstrook (15) die voorzien is om zich, in een verbonden toestand van de vloermophouder (12) met de vloermop (1), uit te strekken ter hoogte van een respectievelijke verbindingsstrook (10) of ter hoogte van respectievelijke verbindingsstroken (10) die twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) met elkaar verbinden.
De wisstrook (15) zal hier dan, tijdens het gebruik van de vloerwisser (13) de vloermop (1) ter hoogte van de genoemde verbindingsstrook (10) of verbindingsstroken (10) tegenaan het te reinigen vloeroppervlak (18) gaan duwen.
Dit is goed zichtbaar in figuren 8, 11 en 12. Men kan hier gaan kiezen welke reinigingszijde (5a, 5b) tegenaan het vloeroppervlak (18) wordt geduwd en dit doordat men de vloermop (1) kan gaan omdraaien indien gewenst.
Door de vormgeving van de vloermop (1) en de manier waarop deze vloermop (1) met behulp van de vloermophouder (12) wordt aangebracht tegenaan een te reinigen vloeroppervlak (18), heeft de vloermop (1) hier 4 contactzones (9a, 9b, 9c, 9d). Deze contactzones (9a, 9b, 9c, 9c) zijn met een zwarte dikkere lijn weergegeven in figuren 11 en 12. Elke contactzone (9a, 9b, 9c, 9d) wordt hier gevormd door de aaneengesloten zone van een microvezeldoek (16a, 16b) dat zich uitstrekt ter hoogte van twee opeenvolgende zijvlakken van respectievelijke eerste of tweede gedeeltes (7, 8) van opeenvolgende kerndelen (64, 6b, 6c) en ter hoogte van de respectievelijke verbindingsstrook/verbindingsstroken (10). De vloermop (1) omvat een eerste contactzone (9a) gevormd door de zone van het onderste microvezeldoek (16a) dat zich uitstrekt ter hoogte van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken van de eerste gedeeltes (7) van het eerste en het tweede kerndeel (6a, 6b) en de verbindingsstrook/verbindingsstroken (10) die deze kerndelen (6a, 6b) met elkaar verbindt/verbinden.
In figuur 11 maakt deze eerste contactzone (9a) contact met het te reinigen vloeroppervlak (18). De vloermop (1) omvat een tweede contactzone (9b) gevormd door de zone van het onderste microvezeldoek (16a) dat zich uitstrekt ter hoogte van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken van de eerste gedeeltes (7) van het tweede en het derde kerndeel (6b, 6c) en ter hoogte van de respectievelijke verbindingsstrook/verbindingsstroken (10). In figuur 12 maakt deze tweede contactzone (9b) contact met het te reinigen vloeroppervlak (18). Verder is er een derde contactzone (9c) gevormd door de zone van het bovenste microvezeldoek (16b) dat zich uitstrekt ter hoogte van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken van de tweede gedeeltes (8) van het eerste en het tweede kerndeel (6a, 6b) en ter hoogte van de respectievelijke verbindingsstrook/verbindingsstroken (10) en ook een vierde contactzone (9d) gevormd door de zone van het bovenste microvezeldoek (16b) dat zich uitstrekt ter hoogte van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken van de tweede gedeeltes (8) van het tweede en het derde kerndeel (6b, 6c) en ter hoogte van de respectievelijke verbindingsstrook/verbindingsstroken (10). Elke contactzone (9a, 9b, 9c, 9d) is in staat om (een deel van) het vloeroppervlak (18) te reinigen, waardoor men dus de vloermop (1) slechts hoeft te spoelen/reinigen wanneer alle contactzones (9a, 9b, 9c, 9d) contact hebben gemaakt met het te reinigen vloeroppervlak (18) voor het reinigen van het vloeroppervlak (18). Dit betekent dat men per spoelbeurt van de vloermop (1) een relatief groot vloeroppervlak (18) kan gaan reinigen.
Een bijkomend voordeel is dat, door de vormgeving van de vloermop (1), de contactzone (9a, 9b, 9c, 9d) die zich uitstrekt ter hoogte van hetzelfde microvezeldoek (164, 16b) en naast de contactzone (9a, 9b, 9c, 9d) die contact maakt met het vloeroppervlak (18), wat samengevouwen is (zie figuren 11 en 12) waardoor het risico klein is dat het vuil dat aanwezig is in deze wat samengevouwen contactzone (9a, 9b, 9c, 9d)
terug loskomt van de vloermop (1).
De wisstrook (15) heeft verder nog een bijkomende functie. Wanneer men de vloerwisser (13) gebruikt zonder de vloermop (1), dus wanneer de vloermop (1) niet is verbonden met de vloermophouder (12), kan men de vloerwisser (13) gebruiken als vloertrekker. De vloerwisser (13) als vloertrekker wordt weergegeven in figuur
10. Figuren 13 en 14 geven een alternatieve uitvoeringsvorm weer van een vloermop (1) volgens de uitvinding. Hier verschilt de vormgeving van de basis (2) met die van de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 tot 12. De basis (2) is elastisch vervormbaar, waterondoorlaatbaar en vuilondoorlaatbaar. De basis (2) strekt zich uit volgens een lengterichting (A) en een breedterichting (B) en omvat drie nagenoeg identieke kerndelen (6a, 6b, 6c) die zich elk uitstrekken volgens de lengterichting (A) en dit naast elkaar en op een afstand van elkaar gezien volgens de breedterichting (B). Deze kerndelen (6a, 6b, 6c) hebben kruisvormige dwarsdoorsnedes. Verder omvat de basis (2) twee verbindingsstroken (10) die de kerndelen (6a, 6b, 6c) opeenvolgend met elkaar verbinden. Door de vormgeving van de vloermop (1) en de manier waarop deze vloermop (1) met behulp van de vloermophouder (12) wordt aangebracht tegenaan een te reinigen vloeroppervlak (18), heeft de vloermop (1) hier 4 contactzones (niet aangeduid op de figuren). Elke contactzone wordt hier gevormd door het aaneengesloten gedeelte van een microvezeldoek (164, 16b) dat ligt tegenaan vier opeenvolgende zijvlakken van opeenvolgende kerndelen (64, 6b, 6c) en de respectievelijke verbindingsstrook (10), waarbij dit aaneengesloten gedeelte aansluit tegen twee zijvlakken van elk genoemd kerndeel (6a, 6b, 6c). Figuren 15 en 16 geven een tweede alternatieve uitvoeringsvorm weer van een vloermop (1) volgens de uitvinding. Hier is de vormgeving van de basis (2) gelijkaardig aan die van de basis (2) van de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 tot 12, maar is de densiteit lager.

Claims (18)

CONCLUSIES
1. Vloermop (1) omvattende een basis (2) met een bovenzijde (3b) en een onderzijde (3a) en omvattende een bekleding (4) die minstens tegenaan de onderzijde (3a) van de basis (2) ligt en zo de onderzijde (3a) van de basis (2) bedekt, waarbij deze bekleding (4) minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal voor het reinigen van vloeren en zo ter hoogte van de onderzijde (3a) van de basis (2) een eerste reinigingszijde (5a) van de vloermop (1) vormt, met het kenmerk dat de basis (2) hoofdzakelijk vervaardigd is uit een waterondoorlaatbaar elastisch materiaal.
2. Vloermop (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bekleding (4) de basis (2) hoofdzakelijk omhult en zo tegenaan de bovenzijde (3b) van de basis (2) ligt dat de bekleding (4) een tweede zijde (5b) van de vloermop (1) vormt, waarbij deze tweede zijde (5b) zich tegenover de eerste reinigingszijde (Sa) uitstrekt.
3. Vloermop (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de bekleding (4) één doek of meerdere met elkaar verbonden doeken (16a, 16b) omvat.
4. Vloermop (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloermop (1) zich uitstrekt volgens een lengterichting (A) en een breedterichting (B) en dat de onderzijde (3a) van de basis (2) één of meerdere opeenvolgende zones omvat die zich uitstrekken volgens de lengterichting (A) en zich naast elkaar uitstrekken gezien volgens de breedterichting (B), zodat de eerste reinigingszijde (5a) opgedeeld is in respectievelijk één of meerdere opeenvolgende contactzones (9a, 9b), waarbij de vloermop (1), wanneer de vloermop (1) rust op een te reinigen oppervlak, omvormbaar is tussen een rustpositie, waarbij, gezien volgens de breedterichting (B), elke genoemde zone zich eerst opwaarts gericht en dan terug neerwaarts gericht uitstrekt, zodat de contactzones (9a, 9b) slechts beperkt contact maken met het te reinigen oppervlak, en één of meerdere reinigingsposities door het uitoefenen van een kracht op een genoemde zone voor het zo duwen van deze zone richting het te reinigen oppervlak, dat de respectievelijke contactzone (9a, 9b) met nagenoeg zijn volledige oppervlak contact maakt met het te reinigen oppervlak.
5. Vloermop (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat elke genoemde zone van de onderzijde (3a) van de basis (2) twee of meerdere opeenvolgende vlakken omvat die zich uitstrekken volgens de lengterichting (A) van de vloermop (1) en zich naast elkaar uitstrekken gezien volgens de breedterichting (B), waarbij in de rustpositie bij elke zone en gezien volgens de breedterichting (B), het eerste en het laatste vlak zich respectievelijk opwaarts en neerwaarts gericht uitstrekken.
6. Vloermop (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat elke genoemde zone slechts twee genoemde opeenvolgende vlakken omvat en dat in de rustpositie deze vlakken een hoek maken met de hoogterichting gelegen tussen 20° en 70°.
7. Vloermop (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de basis (2) twee of meerdere kerndelen (64, 6b, 6c) omvat, waarbij deze kerndelen (6a, 6b, 6c) zich nagenoeg uitstrekken volgens de lengterichting (A) van de vloermop (1) en dit op een afstand van elkaar gezien volgens de breedterichting (B), waarbij deze kerndelen (6a, 6b, 6c) de genoemde vlakken van de zones van de onderzijde (3a) vormen en dat de kerndelen (6a, 6b, 6c) zo beweegbaar gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar dat opeenvolgende vlakken van twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) de genoemde twee of meerdere opeenvolgende vlakken van een respectievelijke zone van de onderzijde (3a) van de basis (2) vormen.
8. Vloermop (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat deze kerndelen (6a, 6b, 6c) balkvormig zijn met een diagonaalvlak (C) dat elk kerndeel (6a, 6b, 6c) opdeelt in een eerste gedeelte (7) met een driehoekige dwarsdoorsnede en een tweede gedeelte (8) met een driehoekige dwarsdoorsnede dat tegenaan het eerste gedeelte (7) ligt, waarbij vrije zijvlakken van het eerste gedeelte (7) de genoemde vlakken van de zones van de onderzijde (3a) zijn.
9. Vloermop (1) volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de vloermop (1) één of meerdere verbindingselementen (10) omvat die zich tussen deze opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) uitstrekken en die deze kerndelen (64, 6b, 6c) beweegbaar ten opzichte van elkaar verbinden, waarbij de vloermop (1) omvormbaar is tussen de rustpositie en een genoemde reinigingspositie en dit door krachten uit te oefenen ter hoogte van de één of meerdere verbindingselementen (10) die de twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) met elkaar verbinden, voor het zo duwen van de respectievelijke contactzone (9a, 9b) tegenaan het te reinigen oppervlak (18).
10. Vloermop (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de basis (2) de genoemde verbindingselementen (10) omvat, waarbij de verbindingselementen (10) en kerndelen (6a, 6b, 6c) één aaneengesloten geheel vormen en dat een aaneensluitend gedeelte van de bekleding (4) die een genoemde contactzone (9a, 9b) vormt ook tegenaan de één of meerdere verbindingselementen (10) ligt die de respectievelijke twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) met elkaar verbinden.
11. Vloermop (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de verbindingselementen (10) verbindingsstroken (10) zijn die elk twee opeenvolgende kerndelen (6a, 6b, 6c) over nagenoeg hun volledige lengtes met elkaar verbinden.
12. Vloermop (1) volgens één van de conclusie 7 tot 11, met het kenmerk dat de basis (2) drie of meerdere genoemde kerndelen (6a, 6b, 6c) omvat en de vloermop (1) minstens ter hoogte van de eerste reinigingszijde (5a) twee of meerdere genoemde opeenvolgende contactzones (9a, 9b) omvat.
13. Vloermop (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloermop (1) één of meerdere bevestigingselementen (11) omvat voor het bevestigen van de vloermop (1) aan een vloermophouder (12).
14. Vloermop (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de bevestigingselementen (11) magneten (11) of ferro metalen omvatten.
15. Vloerwisser (13) omvattende een vloermophouder (12) en een vloermop (1), met het kenmerk dat de vloermop (1) een vloermop (1) is volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 14.
16. Vloerwisser (13) volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de vloermop (1), een vloermop (1) is zoals weergegeven in conclusie 5, en waarbij de vloermophouder (12) een aanduwgedeelte (15) omvat dat voorzien is om een respectievelijke contactzone (9a, 9b) te duwen tegenaan een te reinigen oppervlak (18).
17. Vloerwisser (13) volgens conclusie 16, met het kenmerk dat het aanduwgedeelte (15) een wisstrook (15) omvat.
18. Vloerwisser (13) volgens één van de conclusies 15 tot 17, met het kenmerk dat de vloermop (1) één of meerdere eerste bevestigingselementen (11) omvat voor het verbinden van de vloermop (1) met de vloermophouder (12) en de vloermophouder (12) één of meerdere tweede bevestigingselementen (19) omvatten die corresponderen aan de genoemde eerste bevestigingselementen (11).
BE20205143A 2020-03-02 2020-03-02 Vloermop BE1028114B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205143A BE1028114B1 (nl) 2020-03-02 2020-03-02 Vloermop
EP21160046.5A EP3875016B1 (en) 2020-03-02 2021-03-01 Floor mop
CN202110232133.1A CN113331756B (zh) 2020-03-02 2021-03-02 地板拖把

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205143A BE1028114B1 (nl) 2020-03-02 2020-03-02 Vloermop

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028114A1 BE1028114A1 (nl) 2021-09-24
BE1028114B1 true BE1028114B1 (nl) 2021-09-27

Family

ID=69941109

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205143A BE1028114B1 (nl) 2020-03-02 2020-03-02 Vloermop

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3875016B1 (nl)
CN (1) CN113331756B (nl)
BE (1) BE1028114B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0947415A (ja) * 1995-08-04 1997-02-18 Yoshitada Kobayashi 清掃用ブラシおよび清掃用パッド
DE29705894U1 (de) * 1997-04-03 1997-06-19 Weber H Wischsystem für Fußböden
US20080280094A1 (en) * 2007-05-07 2008-11-13 Tietex International, Ltd. Cleaning and personal care articles
EP2055222A1 (de) * 2007-10-29 2009-05-06 VERMOP Salmon GmbH Mophalter sowie zugehöriger Mopbezug
US20100287721A1 (en) * 2008-04-11 2010-11-18 Lewis Tanya M Cleaning pad apparatus and system

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3806982A (en) * 1972-02-07 1974-04-30 Truly Magic Prod Inc Extractor type mop
JP2001080474A (ja) * 1999-09-13 2001-03-27 Kurashiki System Design:Kk 洗車具
JP2005502415A (ja) * 2001-09-20 2005-01-27 ザ プロクター アンド ギャンブル カンパニー クリーニング用具
JP4447944B2 (ja) * 2004-03-17 2010-04-07 ユニ・チャーム株式会社 清掃用シートおよび清掃用シートの製造方法
KR101230859B1 (ko) * 2011-12-15 2013-02-07 주식회사 텍콤 바닥청소기
DE102012101155A1 (de) * 2012-02-14 2013-08-14 Pps Pfennig Reinigungstechnik Gmbh Mophalter, Moptuch und Moptuchvorratsbehälter
WO2016133634A1 (en) * 2015-02-19 2016-08-25 3M Innovative Properties Company Liquid dispensing cleaning system and methods of use
CN209574598U (zh) * 2019-01-02 2019-11-05 嘉兴市捷豪清洁用品有限公司 一种拖把支架及其拖把

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0947415A (ja) * 1995-08-04 1997-02-18 Yoshitada Kobayashi 清掃用ブラシおよび清掃用パッド
DE29705894U1 (de) * 1997-04-03 1997-06-19 Weber H Wischsystem für Fußböden
US20080280094A1 (en) * 2007-05-07 2008-11-13 Tietex International, Ltd. Cleaning and personal care articles
EP2055222A1 (de) * 2007-10-29 2009-05-06 VERMOP Salmon GmbH Mophalter sowie zugehöriger Mopbezug
US20100287721A1 (en) * 2008-04-11 2010-11-18 Lewis Tanya M Cleaning pad apparatus and system

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028114A1 (nl) 2021-09-24
EP3875016B1 (en) 2023-06-07
EP3875016C0 (en) 2023-06-07
CN113331756A (zh) 2021-09-03
CN113331756B (zh) 2024-05-14
EP3875016A1 (en) 2021-09-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5556685A (en) Shoe wiping mat assembly
US5522110A (en) Cleaning apparatus
US8166597B2 (en) Flat mop with abrasive pad
US20060048327A1 (en) Dust mop having dust-collecting protrusions
US7127772B2 (en) Wiper plate for a cleaning implement
US20210276835A1 (en) Cleaning pad and cleaning implement
AU2004292732B2 (en) Wiping plate
BE1019414A5 (nl) Stalvloerelement.
US5513472A (en) Foot grilles
BE1028114B1 (nl) Vloermop
US5457844A (en) Floor cleaning device
US6735807B2 (en) Boot cleaning apparatus
NL8105591A (nl) Vloermatelement.
GB2239388A (en) Cleaning equipment
WO2011109917A1 (de) Wischerplatte mit zugehörigem wischertuch zu dessen freihändiger aufnahme
CA2291584C (en) Mop provided with means to enhance water absorbing effect thereof and durability thereof
KR20170053045A (ko) 자동차용 매트
US6038794A (en) Combined broom and rake
EP0246263A1 (en) Entrance mat
KR100436470B1 (ko) 청소용구
FI108845B (fi) Matto
US1314967A (en) Sweefek
JP3713228B2 (ja) 水拭き用清掃布
TH28327B (th) ชิ้นส่วนกวาดถูแบบใช้แล้วทิ้ง
TH22088B (th) ชิ้นส่วนกวาดถูแบบใช้แล้วทิ้ง

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210927