NL2003568C2 - Afvoergoot. - Google Patents

Description

Afvoergoot

De uitvinding betreft een afvoergoot. Afvoergoten worden onder andere in de sanitair branche gebruikt in vloeren van 5 badkamers en doucheruimten. Sinds enkele jaren worden langwerpige douchegoten veelvuldig in dergelijke sanitair toepassingen gebruikt.

Het voordeel van een langwerpige douchegoot is dat de vloer onder één afschot gelegd kan worden richting de 10 douchegoot. Bij kleinere afvoerputten, zoals een vierkante put, dient het afschot minimaal in twee richtingen gelegd te worden, of wanneer slechts één afschot gebruikt wordt, is de overgang tussen de vloer en de vierkante put ongewenst ruw.

Worden langwerpige douchegoten nog veelvuldig met 15 roestvast stalen roosters verkocht, de tendens is echter dat langwerpige douchegoten zo min mogelijk zichtbaar moeten zijn. Een oplossing hiervoor is, dat in plaats van het rooster een tegel aangebracht wordt, welke tegel gelijk is aan de tegels van de omringende vloer.

20 Een andere oplossing is om de instroomopening langwerpig en smal te maken en de opvangbak van de goot en de bijbehorende sifon in de vloer, onder de tegels weg te werken. Een nadeel hiervan is dat de afvoergoot moeilijk gereinigd kan worden, doordat delen van de goot onder de vloer zijn weggewerkt en 25 daardoor onbereikbaar zijn. Daarnaast kunnen dergelijke goten niet ontstopt worden, doordat er geen toegang tot de afvoerbuis verkregen kan worden.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een afvoergoot omvattende: - een langwerpige behuizing met ten minste drie kamers; - een zich in lengterichting uitstrekkende instroomopening; 35 waarbij de instroomopening is aangebracht in de 2 bovenzijde van de eerste kamer en de eerste kamer nabij de onderzijde een eerste doorgangsopening omvat, die uitmondt in de tweede kamer; waarbij de tweede kamer aan de bovenzijde een tweede 5 doorgangsopening omvat, die uitmondt in de derde kamer, waarbij de derde kamer zich onder een deel van de instroomopening uitstrekt en waarbij een afvoer is aangesloten op de derde kamer, zodanig dat de tweede doorgangsopening en de afvoer zich elk in lengterichting gezien aan weerszijde van de 10 instroomopening bevinden.

Doordat de derde kamer zich onder een deel van de instroomopening uitstrekt en doordat de tweede doorgangsopening en de afvoer zich elk in lengterichting gezien aan weerszijde van de instroomopening bevinden wordt een zeer compacte 15 afvoergoot verkregen. De tweede kamer kan via de eerste kamer bereikt worden om gereinigd te worden, terwijl de derde kamer en daarmee toegang tot de afvoeropening zich direct onder de instroomopening bevindt.

De tweede kamer kan daarmee zonder probleem onder de 20 vloer weggewerkt worden. Wanneer de goot tegen een muur aangelegd wordt kunnen bovenop de tweede kamer de muurtegels worden aangebracht. Als gevolg is een afvoergoot verkregen, waarbij slecht de instroomopening zichtbaar is, na montage van de afvoergoot.

25 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding hebben ten minste de eerste kamer en tweede kamer een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Bijvoorkeur zijn de eerste kamer en tweede kamer parallel aan elkaar.

Door de eerste kamer en tweede kamer een rechthoekige 30 dwarsdoorsnede te geven en ze bijvoorkeur parallel aan elkaar te laten lopen, wordt een doosvormige structuur verkregen, die gemakkelijk uit bijvoorbeeld plaatstaal vervaardigd kan worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding loopt althans de bodem van de tweede kamer 35 af naar de eerste doorgangsopening. Hierdoor zakt vuil, dat 3 eventueel in de tweede kamer komt, vanzelf naar de eerste doorgangsopening, zodat het vuil gemakkelijk verwijderd kan worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoergoot 5 volgens de uitvinding is in de bovenzijde van de derde kamer, onder de instroomopening, een afsluitbare inspectieopening aangebracht. Via deze afsluitbare inspectieopening kan vanuit de instroomopening gemakkelijk toegang verkregen worden tot de derde kamer en daarmee tot de afvoeropening. Zo kan de 10 afvoergoot volgens de uitvinding gemakkelijk ontstopt worden.

Bijvoorkeur is de lengte van de eerste en tweede kamers gelijk aan de lengte van de langwerpige behuizing. Daarbij kan de hoogte van de kamers over de lengte variëren, bijvoorbeeld doordat de bodem van de tweede kamer afloopt naar de eerste 15 doorgangsopening of doordat de derde kamer in de eerste kamer steekt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding strekt de derde kamer zich in de eerste kamer uit. Bij voorkeur strekt de derde kamer zich in 20 lengterichting gezien centraal in de eerste kamer uit. Daarnaast is de lengte van de instroomopening bijvoorkeur in hoofdzaak gelijk aan de lengte van de behuizing.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding is de instroomopening in de bovenzijde van 25 de behuizing aangebracht aan één zijde naast de middellijn van het bovenoppervlak van de behuizing. Doordat de instroomopening zich aan één zijde van de behuizing bevindt aan de kant van de afvoer bevindt de tweede kamer zich aan de andere zijde van de behuizing. Hierdoor kan een groot deel van de behuizing onder 30 een vloer verwerkt worden, of kan het deel in een muur verwerkt worden.

In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is in de instroomopening een rooster aangebracht. Bijvoorkeur is het rooster een strips, waarbij de breedte richting van de strip 35 in verticale richting loopt.

4

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht met gedeeltelijk weggenomen delen van een eerste uitvoeringsvorm van 5 een afvoergoot volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht langs de lijn II-II van figuur 1.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

10 In figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een afvoergoot 1 volgens de uitvinding getoond. Deze afvoergoot 1 heeft een behuizing 2, waarin een eerste kamer 3, een tweede kamer 4 en een derde kamer 5 zijn gevormd. Aan de bovenzijde van de eerste kamer 3 is een 15 instroomopening 6 aangebracht.

In de instroomopening 6 is een rooster 7 aangebracht.

Dit rooster 7 bestaat uit een strip, waarbij de breedte richting b van de strip in verticale richting loopt. De strip beperkt de lokale breedte van de instroomopening 6, zodat de lokale breedte 20 binnen de gestandaardiseerde grenzen kan blijven. Dit is in Nederland tussen 5 en 8 mm.

Water W stroomt via de instroomopening 6 in de eerste kamer 3 naar de bodem van deze kamer. Daar gaat het water W via de eerste doorgangsopening 8 naar de tweede kamer 4. Vervolgens 25 stijgt het water in deze tweede kamer 4, waarna het via de tweede doorgangsopening 9 in de derde kamer 5 kan stromen. Eenmaal in de derde kamer 5 kan het water afgevoerd worden via de afvoer 10.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede aanzicht van de 30 afvoergoot 1 uit figuur 1 getoond. De dwarsdoorsnede is hierbij gemaakt over de tweede kamer 4 en de derde kamer 5. De hoogte h van de derde kamer 5 is kleiner dan de hoogte van de behuizing 2, waardoor er ruimte ontstaat tussen de instroomopening 6 en de bovenzijde 11, zodat de eerste kamer 3 zich over de derde kamer 35 5 kan uitstrekken. Zo kan water W, dat in de instroomopening 6 5 stroomt over de gehele lengte van de instroomopening 6 in de eerste kamer 3 stromen.

Uit figuur 2 is verder duidelijk dat de instroomopening 6 in de bovenzijde van de behuizing 2 is aangebracht aan één 5 zijde naast de middellijn van het bovenoppervlak 12 van de behuizing 2. Hierdoor kan de tweede kamer 4 in de muur ingebouwd worden, door de wandtegels 13 bovenop de tweede kamer 4 aan te brengen. De vloertegels 14 worden verder zo aangebracht dat het bovenoppervlak daarvan gelijk loopt met het bovenoppervlak 12 10 van de behuizing 2.

In figuur 3 is een afvoergoot 20 getoond, welke een variant is op de afvoergoot 1 volgens de figuren 1 en 2. Gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Bij de afvoergoot 20 is de eerste kamer 3 en daarmee de derde kamer 15 5 breder uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om in de bovenzijde 21 van de derde kamer 3 een stop 22 aan te brengen, waardoor het mogelijk is om na verwijdering van de stop 22 vanaf de instroomopening 6 direct toegang te krijgen tot de afvoer 10. In de instroomopening 6 is verder een rooster 23 aangebracht.

20

Claims (12)

1. Afvoergoot omvattende: - een langwerpige behuizing met ten minste drie kamers; 5. een zich in lengterichting uitstrekkende instroomopening; waarbij de instroomopening is aangebracht in de bovenzijde van de eerste kamer en de eerste kamer nabij de onderzijde een eerste doorgangsopening omvat, die uitmondt in de 10 tweede kamer; waarbij de tweede kamer aan de bovenzijde een tweede doorgangsopening omvat, die uitmondt in de derde kamer, waarbij de derde kamer zich onder een deel van de instroomopening uitstrekt en waarbij een afvoer is aangesloten op de derde 15 kamer, zodanig dat de tweede doorgangsopening en de afvoer zich elk in lengterichting gezien aan weerszijde van de instroomopening bevinden.

2. Afvoergoot volgens conclusie 1, waarbij ten minste de eerste kamer en tweede kamer een in hoofdzaak rechthoekige 20 dwarsdoorsnede hebben.

3. Afvoergoot volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste kamer en tweede kamer parallel aan elkaar zijn.

4. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij althans de bodem van de tweede kamer afloopt naar de 25 eerste doorgangsopening.

5. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de bovenzijde van de derde kamer, onder de instroomopening, een afsluitbare inspectieopening is aangebracht.

6. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte van de eerste en tweede kamers gelijk is aan de lengte van de langwerpige behuizing.

7. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de derde kamer zich in de eerste kamer uitstrekt.

8. Afvoergoot volgens conclusie 7, waarbij de derde 2 kamer zich in lengterichting gezien centraal in de eerste kamer uitstrekt.

9. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte van de instroomopening in hoofdzaak gelijk is 5 aan de lengte van de behuizing.

10. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de instroomopening in de bovenzijde van de behuizing is aangebracht aan één zijde naast de middellijn van het bovenoppervlak van de behuizing.

11. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de instroomopening een rooster is aangebracht.

12. Afvoergoot volgens conclusie 11, waarbij het rooster een strip is, waarbij de breedte richting van de strip in verticale richting loopt.