NL2005043C2 - Douchegoot met inzetstuk. - Google Patents

Description

Douchegoot met inzetstuk

De uitvinding betreft een douchegoot omvattende: - een onderbak met een bodemvlak en langs de randen van 5 het bodemvlak opstaande zijwanden; en - een in de onderbak aangebrachte afvoeropening.

Een dergelijke douchegoot is al enkele jaren bekend. De onderbak wordt gewoonlijk in een ondervloer verwerkt, bijvoorbeeld door het ingieten in beton of verwerkt dekvloeren, 10 zoals bijvoorbeeld zandcement. In de onderbak is dan verder een afvoeropening voorzien, die aangesloten is op een afvoerbuis, gewoonlijk via een sifon of stankafsluiter.

Vervolgens wordt over de ondervloer nog een afwerklaag aangebracht. Dit is vaak een tegellaag, maar kan ook een 15 cementlaag, houtlaag, gietharslaag, zoals epoxy, vinyllaag, etc. zijn.

De eerste bekende douchegoten hadden een relatief grote breedte, waarbij in de onderbak een rooster geplaatst werd om de grote instroomopening af te dekken. In de loop van de jaren is 20 de breedte van de douchegoten gereduceerd tot zelfs een zeer smalle instroomopening.

Aangezien een douchegoot in verschillende breedtes verkrijgbaar is, zal het voor de fabrikant noodzakelijk zijn om verschillende types onderbakken te vervaardigen en in voorraad 25 te hebben. Dit brengt de nodige kosten met zich mee.

Daarnaast is de vormgeving van douchegoten volgens de stand van techniek hoofdzakelijk beperkt tot rechthoekige vormen. Een onderbak vervaardigen met een andere vorm is kostbaar.

30 Wanneer een doucheruimte of sanitair ruimte gerenoveerd wordt, kan het zijn dat er reeds een douchegoot is aangebracht. Deze zal echter een relatief grote breedte hebben, hetgeen heden ten dage ongewenst is. Derhalve zal de oude douchegoot uit de vloer verwijderd moeten worden, hetgeen vaak het nodige hak- en 35 breekwerk inhoud. Daarna kan in het ontstane gat een nieuwe, 2 smallere onderbak worden aangebracht.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een 5 douchegoot volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door: - een inzetstuk met een bovenvlak, waarbij een instroomopening gedefinieerd wordt door ten minste een deel van het inzetstuk.

Het inzetstuk vult een deel van de onderbak, waardoor de 10 instroomopening, die gewoonlijk door de bovenranden van de zijwanden van de onderbak wordt gevormd, versmald wordt. De afwerklaag kan over het inzetstuk worden aangebracht, waardoor het uiterlijk van de douchegoot smal oogt, terwijl de onderbak breder is. De watercapaciteit van de onderbak blijft daardoor 15 gehandhaafd ondanks de versmalling.

Daarnaast wordt met de douchegoot volgens de uitvinding een universele onderbak voorzien, terwijl het uiterlijk, dat hoofdzakelijk door de instroomopening wordt gevormd, naar keuze vrijgegeven kan worden. Het inzetstuk kan namelijk elke gewenste 20 vorm aannemen zonder dat de waterdichtheid nadelig beïnvloed wordt. Deze waterdichtheid wordt namelijk gewaarborgd door de universele onderbak, waarin het inzetstuk is aangebracht.

Het inzetstuk versmalt de oorspronkelijke instroomopening, waardoor het oppervlak verkleind wordt. Indien 25 water in de onderbak blijft staan, bijvoorbeeld ter hoogte van de sifon, wordt door de versmalling het oppervlak waarlangs water kan verdampen eveneens verkleind. Het inzetstuk zorgt daarnaast voor een afgesloten bufferruimte, waarin water opgeslagen kan worden.

30 Voor de fabricage van douchegoten kan gekozen worden voor slechts één breedte van de onderbak, terwijl verschillende inzetstukken voorzien worden om een gewenste zichtbare instroomopening te realiseren. Het voordeel van een onderbak in slechts één breedte is dat de kwaliteitseisen geoptimaliseerd 35 kunnen worden. Een van de kwaliteitseisen is het waterdicht zijn 3 van de onderbak. Wanneer slechts één breedte gefabriceerd wordt, hoeven de machines niet steeds opnieuw ingesteld te worden, dan wanneer een aantal verschillende breedtes gefabriceerd worden.

Omdat een inzetstuk in de onderbak ligt, kan dit met 5 lagere kwaliteitseisen worden gefabriceerd, of althans op het gebied van waterdichtheid. Daarnaast kan de lengte van een inzetstuk gemakkelijk ingekort worden.

Ook voor opslag bij fabrikant of groothandel is het voordelig dat met een beperkt aantal onderbakken een groot 10 aantal verschillende douchegoten in voorraad gehouden kunnen worden.

Verder is het met een douchegoot volgens de uitvinding mogelijk om een oude, brede douchegoot eenvoudig te versmallen, zonder de onderbak uit een vloer te moeten breken. Dit is in het 15 bijzonder voordelig bij renovatie van oude doucheruimten.

Daarbij is het gebruikelijk om over de oude afwerklaag een nieuwe afwerklaag aan te brengen. Het inzetstuk vormt dan een ondersteuning voor de nieuwe afwerklaag, die over het bovenvlak van het inzetstuk heen loopt.

20 Ook is het mogelijk met de douchegoot volgens de uitvinding om de vorm van de instroomopening aan te passen door een geschikt inzetstuk. Zo kan bijvoorbeeld een vierkante afvoerput omgevormd worden naar een ronde afvoerput.

Het inzetstuk kan samen met een onderbak los worden 25 geleverd, of het inzetstuk kan af fabriek vast zijn gezet in de onderbak. Wanneer het los wordt aangeleverd, kan nog tijdens de installatie gekozen worden voor de mogelijkheid van een secundaire afwatering, waarbij lekwater onder de tegel tussen het inzetstuk en de wand van de onderbak, alsnog in de onderbak 30 kan lopen.

Bijvoorkeur is het inzetstuk op de bodemwand aangebracht. Hierdoor steunt het inzetstuk af op de bodem en wordt eventueel doorbuigen van het inzetstuk zo goed mogelijk voorkomen.

35 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ligt het 4 inzetstuk nabij of aan tegen een opstaande zijwand en strekt het zich uit over in hoofdzaak de lengte van die zijwand. In het bijzonder bij een rechthoekige vorm van de douchegoot kan met deze uitvoeringsvorm de breedte van de onderbak gemakkelijk 5 versmald worden.

In een andere uitvoeringsvorm wordt de instroomopening gedefinieerd door een aantal bovenranden van de opstaande zijwanden en ten minste een rand van het inzetstuk.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de douchegoot 10 volgens de uitvinding is het inzetstuk in hoogte verstelbaar. Hierdoor kan het bovenvlak van het inzetstuk op gelijke hoogte worden gesteld aan de omringende vloer, zodat vervolgens een afwerklaag over de omringende vloer en het inzetstuk aangebracht kan worden.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de douchegoot volgens de uitvinding ligt het bovenvlak van het inzetstuk in hoofdzaak gelijk ligt met de bovenrand van de zijwanden. Deze uitvoering is met name geschikt bij een nieuwe installatie. De nieuwe afwerklaag, zoals tegels, wordt dan over de bovenrand en 20 op het bovenvlak aangebracht.

Verder kan een horizontale flens zijn aangebracht langs de bovenrand van de zijwanden. Aan deze horizontale flens kan bijvoorbeeld gemakkelijk een afdichtend doek aangebracht worden. Dit doek zorgt voor een waterdichte aansluiting van de onderbak 25 op de vloer, waarbij het doek gewoonlijk onder een afwerklaag, zoals een tegellaag, loopt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de douchegoot volgens de uitvinding omvat een in de instroomopening aangebracht frame, waarbij de bovenrand van het frame uitsteekt boven de bovenrand 30 van de zijwanden en het bovenvlak van het inzetstuk. Dit frame steekt uit boven het bovenvlak en vormt daarmee een afwerking voor de zijkant van de afwerklaag. Verder zorgt het voor een bescherming van de zijkant van de afwerklaag, zodat deze niet beschadigd kan worden of een scherpe rand vormt voor 35 bijvoorbeeld voeten.

5

Bij voorkeur is dit frame in hoogte verstelbaar, zodat het gemakkelijk aan de dikte van de afwerklaag aangepast kan worden.

Verder kan bij een douchegoot volgens de uitvinding een 5 in de instroomopening aangebracht rooster zijn voorzien.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de douchegoot volgens de uitvinding omvat een rand van het bovenvlak van het inzetstuk een opstaande flens. Deze flens kan voor afwerking en bescherming van de zijkant van de afwerklaag zorgen.

10 In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de douchegoot volgens de uitvinding omvat het inzetstuk een verwijderbaar deel voor het toegang verkrijgen tot de afvoeropening. Wanneer de instroomopening van de onderbak zeer smal gemaakt wordt, is het vaak moeilijk tot onmogelijk toegang 15 te verkrijgen tot de afvoeropening om bijvoorbeeld de afvoer te ontstoppen of een sifon te reinigen. Bij de uitvinding is de onderbak van een gebruikelijke breedte, waardoor een afvoer en sifon van gebruikelijke afmetingen voorzien kan worden. Door nu het verwijderbare deel uit het inzetstuk te halen wordt 20 voldoende ruimte gecreëerd om gemakkelijk toegang te verkrijgen tot de afvoeropening.

De uitvinding omvat verder een combinatie van een douchegoot volgens de uitvinding en een afwerklaag, zoals een tegellaag, waarbij de afwerklaag zich uitstrekt over het 25 bovenvlak van het inzetstuk. Doordat de afwerklaag zich uitstrekt over het bovenvlak van het inzetstuk wordt een deel van de douchegoot aan het zicht onttrokken en lijkt de douchegoot smaller. Daarnaast vormt het inzetstuk een stevige ondergrond voor de afwerklaag, doordat het inzetstuk op de 30 bodemwand van de onderbak is aangebracht.

Hoewel de uitvinding met name geschikt is voor het variëren van de breedte van de instroomopening, kan hetzelfde principe ook gebruikt worden om de lengte van een onderbak te variëren, hetgeen bijvoorbeeld van voordeel kan zijn, indien een 35 tweede tegellaag op de muur wordt aangebracht, of als een nieuwe 6 douchedeur met een andere breedte boven de douchegoot wordt aangebracht. Ook kan zo de lengte van de douchegoot worden aangepast aan een veelvoud van de tegelbreedte van een omringende tegelvloer.

5 Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een 10 tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

15 Figuur 5 toont in perspectivisch aanzicht een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 6 toont een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 7 toont een zevende uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding.

Figuur 8 toont een achtste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 9 toont een negende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

25 Figuur 10 toont een tiende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In figuur 1 wordt een douchegoot 1 volgens de uitvinding getoond. Deze douchegoot 1 heeft een onderbak met een bodemvlak 2 en langs de randen van het bodemvlak 2 opstaande wanden 3. Aan 30 de bovenrand van de opstaande wanden 3 is een horizontale flens 4 aangebracht. In de onderbak 2, 3, 4 is een afvoeropening aangebracht, waarop een afvoerpijp 5 is aangesloten.

In de onderbak 2, 3, 4 is een inzetstuk 6 geplaatst. Dit inzetstuk 6 heeft een U-vormige dwarsdoorsnede en het bovenvlak 35 van het inzetstuk 6 loopt gelijk met de horizontale flenzen 4.

7

De wanden 3 en het inzetstuk 6 definiëren de instroomopening 7, waarin een frame 9 is aangebracht. Dit frame 8 is bij voorkeur in hoogte verstelbaar.

De onderbak 2, 3, 4 is ingegoten in de ondervloer 10.

5 Over deze ondervloer 9, de horizontale flensen 4 en het inzetstuk 6 zijn tegels 8 aangebracht. De zijkanten van de tegels 8 worden afgewerkt door het frame 9. Wanneer dit frame 9 in hoogte verstelbaar is kan eenvoudig rekening gehouden worden met de dikte van de tegels 8.

10 In figuur 2 wordt een tweede uitvoeringsvorm 20 van de uitvinding getoond. In deze uitvoeringsvorm 20 is dezelfde onderbak 2, 3, 4 getoond. In de onderbak 2, 3, 4 zijn twee inzetstukken 21, 22 aangebracht, die elk met het respectieve bovenvlak 23, 24 op gelijke hoogte liggen als de horizontale 15 flensen 4.

Door de twee inzetstukken 21, 22 kan de instroomopening 25 ten opzichte van de onderbak 2, 3, 4 gepositioneerd worden, bijvoorbeeld in het midden. Ook is het mogelijk om de instroomopening 25 asymmetrisch aan te brengen.

20 In de instroomopening 25 is weer een frame 26 aangebracht, dat de zijkanten van de tegels 27 afwerkt en beschermd.

In de onderzijde van de inzetstukken 21, 22 en het frame 26 zijn opening aangebracht, zodat water ook onder de 25 inzetstukken 21, 22 kan stromen. Hierdoor wordt de capaciteit van de onderbak 2, 3, 4 gehandhaafd.

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm 30 van de uitvinding. Ook hier is de zelfde onderbak 2, 3, 4 getoond. In de onderbak 2, 3, 4 is een inzetstuk 31 geplaatst, dat opstaande 30 wanden 32, een bovenvlak 33 en een opstaande flens 34 heeft. De opstaande flens 34 is met een gebogen deel aan het bovenvlak 33 verbonden, waardoor een holte 35 ontstaat. Wanneer tegels 36 over de horizontale flensen 4 en bovenvlak 33 zijn aangebracht, kan in deze holte 35 een afdichting zijn aangebracht.

35 In de instroomopening 37, die door de opstaande flensen 8 34 van het inzetstuk 31 wordt gevormd, is een rooster 38 geplaatst.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm 40 volgens de uitvinding. Deze douchegoot 5 40 is geschikt voor plaatsing tegen een wand 41. De onderbak van de douchegoot 40 is voorzien van een bodemvlak 42, een opstaande wand 43, die tegen de wand 41 aanligt en een lagere opstaande wand 44. Op de bovenrand van de opstaande wand 44 is een horizontale flens 45 aangebracht. Verder is in het bovenvlak 42 10 een afvoeropening voorzien, die aansluit op een afvoerpijp 46.

In de onderbak 42, 43, 44, 45 is een inzetstuk 47 geplaatst. Dit inzetstuk 47 heeft een U-vormige dwarsdoorsnede. Over het bovenvlak van het inzetstuk 47 en de horizontale flens 45 is een afwerklaag 48 aangebracht.

15 In de instroomopening 49, die gevormd wordt door de opstaande wand 43 en het inzetstuk 47, is een frame 50 geplaatst. Dit frame 50 werkt aan een zijde de afwerklaag 48 af. Het frame 50 heeft aan de andere zijde een horizontale flens 51, waarop wandtegels 52 kunnen steunen.

20 Figuur 5 toont in perspectivisch aanzicht een douchegoot 60 volgens de uitvinding. Daarbij is opnieuw dezelfde onderbak 2, 3, 4 getoond.

In de onderbak 2, 3, 4 is een inzetstuk 61 geplaatst.

Dit inzetstuk 61 heeft een bovenvlak 62 en van het bovenvlak 62 25 neerhangende zijwanden 63. Aan de onderzijde van de zijwanden zijn openingen 64 aangebracht om water onder het inzetstuk 61 toe te laten.

De onderbak 2, 3, 4 is voorzien van een afvoeropening waarop een afvoerbuis 65 aansluit. Ter hoogte van deze 30 afvoeropening en afvoerbuis 65 is in het bovenvlak 62 een verwijderbaar deel 66 aangebracht, zodat gemakkelijk toegang verkregen kan worden tot de afvoeropening en de afvoerbuis 65.

Wanneer bij deze uitvoeringsvorm 60 een afwerklaag aangebracht wordt op het bovenvlak 62 van het inzetstuk 61, dan 35 dient er in de afwerklaag een voorziening aangebracht te worden 9 voor het verwijderbare deel 66, zodat het verwijderbare deel 66 ook weggenomen kan worden met de afwerklaag.

In figuur 6 wordt een zesde uitvoeringsvorm 70 volgens de uitvinding getoond. Deze uitvoeringsvorm 70 heeft een 5 onderbak met een bodemwand 71 en opstaande wanden 72. Op een opstaande wand 72 is een afvoerbuis 73 aangesloten.

In de onderbak 71, 72 is een inzetstuk 74 geplaatst. Dit inzetstuk 74 heeft een getrapt bovenvlak 75, 76. Op het hoogste deel 75 is een wandtegel 77 geplaatst. Het lagere deel 76 van 10 het bovenvlak vormt een afsluiting van de onderbak 71, 72, zodat het uiterlijk verkregen wordt van een ondiepe douchegoot, waarin gewoonlijk geen water staat. Daarnaast zorgt deze afsluiting door het deel 76 er voor, dat het water in de onderbak 71, 72 minder snel verdampt.

15 In figuur 7 is een zevende uitvoeringsvorm 80 volgens de uitvinding getoond. Ook deze uitvoeringsvorm 80 heeft een onderbak met een bodemvlak 81, opstaande wanden 82 en horizontale flensen 83. Op de flensen 83 ligt een oude afwerklaag 84.

20 Voor renovatie van een dergelijke brede douchegoot, worden in de onderbak 81, 82, 83 inzetstukken 85 geplaatst, die door middel van stelvoeten 86 in hoogte verstelbaar zijn, zodat het bovenoppervlak van de inzetstukken 85 gelijk gesteld kan worden aan het bovenoppervlak van de oude afwerklaag 84.

25 Vervolgens wordt op de oude afwerklaag 84 en de inzetstukken 85 een nieuwe afwerklaag 87 aangebracht. Tenslotte wordt in de nieuw gevormde instroomopening een rooster 88 geplaatst, dat door een stelvoet 89 in hoogte versteld kan worden om het bovenoppervlak van het rooster 88 gelijk te 30 stellen aan het bovenoppervlak van de afwerklaag 87.

In figuur 8 wordt een achtste uitvoeringsvorm 90 volgens de uitvinding getoond. In deze figuur 90 is een onderbak geschikt voor aanbrengen tegen een muur getoond. Deze onderbak heeft een bodemvlak 91, een getrapte muurflens 92 en een 35 opstaande wand 93 met horizontale flens 94.

10

Tegen de muurflens 92 zijn oude wandtegels 95 aangebracht en op de horizontale flens 94 zijn oude vloertegels 96 aangebracht.

Vervolgens is op het bodemvlak 91 een inzetstuk 97 5 geplaatst, dat een C-vormige dwarsdoorsnede heeft. Op de bovenflensen 98 kunnen vervolgens wandtegels 99 en vloertegels 100 geplaatst worden, waardoor de resulterende instroomopening 101 smaller is dan de oorspronkelijke instroomopening.

In figuur 9 wordt in perspectivisch aanzicht een negende 10 uitvoeringsvorm 110 volgens de uitvinding getoond.

Bij deze uitvoeringsvorm is de onderbak een vierkante afvoerput 111 getoond met een afvoeropening 112. Om de vorm van de afvoerput 111 aan te passen, wordt in de onderbak 111 een inzetstuk 113 geplaatst. Dit inzetstuk 113 heeft een vierkante 15 vorm, met daarin een H-vormige instroomopening 114 gevormd. Vervolgens kan over het inzetstuk 113 een nieuwe tegel 115 worden aangebracht, waarin een H-vormige opening 116 is aangebracht. De flens 114 vormt daarbij een afwerking van de opening 116 in de tegel 115.

20 Met deze uitvoering 110 is een vierkante afvoerput omgevormd tot een H-vormige instroomopening en is dus het uiterlijk van de afvoerput aangepast.

Figuur 10 toont een tiende uitvoeringsvorm 120 van de uitvinding. De douchegoot 120 heeft een onderbak met bodemwand 25 121, opstaande wanden 122 en daarop aangebrachte horizontale flensen 123. Op de overgang tussen opstaande wanden 122 en horizontale flensen 123 is een inzetstuk 124 geplaatst. Dit inzetstuk 124 heeft een horizontaal deel 125 dat voor een verkleining van de instroomopening zorgt. Daarnaast heeft het 30 inzetstuk 124 een naar onder gerichte centreertlens 126 waarmee het inzetstuk 124 gecentreerd gepositioneerd kan worden in de onderbak 121, 122, 123.

Verder heeft het inzetstuk 124 nog een opstaande flens 127 ter begrenzing van de versmalde instroomopening en als 35 afwerking van tegels 128.

Claims (13)

1. Douchegoot omvattende: - een onderbak met een bodemvlak en langs de randen van 5 het bodemvlak opstaande zijwanden; en - een in de onderbak aangebrachte afvoeropening; gekenmerkt door - een inzetstuk met een bovenvlak waarbij een instroomopening gedefinieerd wordt door ten minste een deel van 10 het inzetstuk.

2. Douchegoot volgens conclusie 1, waarbij het inzetstuk op de bodemwand is aangebracht.

3. Douchegoot volgens conclusie 1 of 2, waarbij het inzetstuk nabij ligt of aanligt tegen een opstaande zijwand en 15 zich uitstrekt over in hoofdzaak de lengte van die zijwand.

4. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de instroomopening gedefinieerd wordt door een aantal bovenranden van de opstaande zijwanden en ten minste een rand van het inzetstuk.

5. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het inzetstuk in hoogte instelbaar is.

6. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenvlak van het inzetstuk in hoofdzaak gelijk ligt met de bovenrand van de zijwanden.

7. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een horizontale flens is aangebracht langs de bovenrand van de zijwanden.

8. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een in de instroomopening aangebracht frame, waarbij 30 de bovenrand van het frame uitsteekt boven de bovenrand van de zijwanden en het bovenvlak van het inzetstuk.

9. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een in de instroomopening aangebracht rooster.

10. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, 35 waarbij een rand van het bovenvlak van het inzetstuk een opstaande flens omvat.

11. Douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het inzetstuk een verwijderbaar deel omvat voor het toegang verkrijgen tot de afvoeropening.

12. Combinatie van een douchegoot volgens één van de voorgaande conclusies en een afwerklaag, zoals een tegellaag, waarbij de afwerklaag zich uitstrekt over het bovenvlak van het inzetstuk.

13. Combinatie volgens conclusies 12, waarbij het 10 bovenvlak van het inzetstuk zich uitstrekt tot het onderoppervlak van de afwerklaag.