NL1031975C2 - Afvoerput met opstaande rand. - Google Patents

Description

S/2DE04/MV/13

AFVOERPUT MET OPSTAANDE RAND

De uitvinding betreft een afvoerput voor het afvoeren van vanaf in hoofdzaak één richting aanstromend water, welke afvoerput omvat: - een aan de bovenzijde open opvangbak, welke 5 koppelbaar is met een afvoer, en welke opvangbak voorzien is van ten minste één aanstroomrand; - een in de opvangbak aangebracht rooster, dat de bovenzijde van de opvangbak ten minste gedeeltelijk overdekt.

Een dergelijke put is reeds bekend en in de afgelopen 10 jaren heeft met name een langwerpige doucheput, verkocht onder de merknaam Easydrain bekendheid gekregen. Deze langwerpige afvoerput heeft een opvangbak en een daarin geplaatst rooster en wordt gewoonlijk aan één zijde van een doucheruimte geplaatst, in het bijzonder onder de deur van de 15 doucheruimte en over de gehele breedte daarvan. Het afschot van de douchevloer kan dan in één richting naar de langwerpige doucheput lopen.

Het blijkt echter in sommige gevallen, dat een klein deel van het water en sop over het rooster van de afvoerput 20 loopt en zo in de aangrenzende ruimte komt. Dit is ongewenst. Bovendien is het noodzakelijk dat de afvoerput zich over de gehele breedte van het afschot uitstrekt, waardoor of het afschot of de put op maat gemaakt moet worden.

Derhalve is het doel van de uitvinding het 25 verschaffen van een afvoerput, waarbij de bovengenoemde nadelen verminderd of zelfs voorkomen wordt.

Dit doel wordt bereikt met een afvoerput volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat de afvoerput een 1031975 2 verhoogde zijde, hoger dan de aanstroomrand en tegenoverliggend aan deze aanstroomrand heeft.

Door de verhoogde zijde wordt over het rooster stromend water en sop afgeremd en tegengehouden, zodat het 5 alsnog via de opvangbak afgevoerd kan worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is een rand van de opvangbak verhoogd en vormt de verhoogde zijde. Dit is fabricagetechnisch zeer eenvoudig uit te voeren.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 afvoerput volgens de uitvinding steekt het rooster aan ten minste de verhoogde zijde uit boven de opvangrand. Hier vormt een verhoging van het rooster de barrière voor water en sop, dat over het rooster heen loopt. Het voordeel van deze uitvoering is dat reeds bestaande putten eenvoudig aangepast 15 kunnen worden door het vervangen van het rooster.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding loopt het bovenvlak van het rooster vanaf de opvangrand op naar de verhoogde zijde. Hiermee wordt het uiterlijk gecreëerd van een volledig vlakke afvoerput, 20 terwijl toch een verhoging is aangebracht die een barrière vormt.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding heeft het rooster een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede met een bovenvlak en twee neergaande 25 zijvlakken.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding steekt het bovenvlak boven de aanstroomrand uit en is het zijvlak aangrenzend aan de aanstroomrand voorzien van openingen. Water dat aan komt 30 stromen zal gelijk tegen het zijvlak van het rooster aankomen en daar via de openingen in de opvangbak stromen. Door het verhoogde bovenvlak zal het water en eventueel sop niet over dit bovenvlak heen kunnen stromen. Daarbij kan het bovenvlak 3 eveneens voorzien zijn van openingen wat de kans van overstromen verder reduceert.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding omvat deze een aan de afvoerbak 5 grenzende afzonderlijke strip met een rand, die uitsteekt boven de aanstroomrand teneinde de verhoogde zijde te vormen. Bij voorkeur omvat het rooster in het bovenvlak doorstroomopeningen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden 10 nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuren IA en 1B tonen in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede-aanzicht de put 15 volgens figuur 1 verwerkt in een vloer.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding.

Figuren 4A en 4B tonen twee varianten van een derde uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding.

20 Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede.

Figuur 6 toont een vijfde uitvoeringsvorm in dwarsdoorsnede van de afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een zesde uitvoeringsvorm in 25 dwarsdoorsnede van de uitvinding.

Figuren 8A en 8B tonen in respectievelijk bovenaanzicht en dwarsdoorsnedeaanzicht een aansluitstrip voor een afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 9 toont een bovenaanzicht van een zevende 30 uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 10 toont in dwarsdoorsnedeaanzicht een achtste uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding.

ft 4

In figuren IA en 1B wordt in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een afvoerput 1 volgens de uitvinding getoond. De afvoerput 1 heeft een opvangbak 2 met daarin geplaatst een rooster 3. Aan de onderzijde van de 5 afvoerbak 2 is een sifon 4 aangebracht, die via een aansluiting 5 op een afvoerpijp aangesloten kan worden. De afvoerbak 2 heeft een aanstroomrand 6 en een daartegenover liggende verhoogde rand 7, die de verhoogde zijde van de afvoerput 1 vormt.

10 In figuur 2 is de afvoerput 1 in dwarsdoorsnedeaanzicht getoond en verwerkt in een vloer van bijvoorbeeld een douche. De douchevloer 8 is voorzien van bijvoorbeeld tegels en helt af naar de aanstroomrand 6. Zo wordt op de douchvloer 8 vallend water via het gecreëerde 15 afschot gevoerd naar de afvoerput 1. Aan de verhoogde zijde 7 sluit de vloer 9 van de aangrenzende ruimte aan. De verhoogde zijde 7 van de afvoerput 1 voorkomt dat water en sop, dat over het rooster 3 loopt op de vloer 9 terechtkomt.

In figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm 10 van 20 een afvoerput getoond. Hierbij is de opvangbak 11 voorzien van twee opstaande randen 12 van gelijke hoogte. In de opvangbak 11 is een rooster 13 geplaatst, dat aan één zijde een verhoging 14 heeft. Deze verhoging 14 vormt een barrière voor over het rooster 13 stromend water en sop.

25 In de figuren 4A en 4B wordt een derde uitvoeringsvorm 20 van een afvoerput volgens de uitvinding getoond. De afvoerput 20 heeft ook hier een opvangbak 21 met zijranden 22 van gelijke hoogte. De douchevloer 23 sluit op gelijke hoogte aan op de aanstroomrand 22 van de afvoerput 30 20. Op de tegenoverliggende zijde is een strip 24 aangebracht, die aangepast kan worden aan de hoogte van de aangrenzende vloer 25. In figuur 4A ligt de aangrenzende vloer 25 op gelijke hoogte als het rooster 26 en zorgt de 5 strip 24 voor een barrière. Ook in de variant volgens figuur 4B, waarbij de aangrenzende vloer 25 enigszins verhoogd is ten opzichte van het rooster 26 zorgt de strip 24 voor de noodzakelijke barrière.

5 In figuur 5 wordt in dwarsdoorsnedeaanzicht een derde uitvoeringsvorm 30 van de afvoerput volgens de uitvinding getoond. Deze afvoerput 30 heeft een opvangbak 31 met een aanstroomrand 32 en een verhoogde rand 33, die hoger ligt dan de aanstroomrand 32. Deze verhoogde rand 33 verzorgt de 10 barrière. Verder is de afvoerput 30 voorzien van een rooster 34, waarvan het bovenvlak zich uitstrekt vanaf de aanstroomrand 32 tot de verhoogde rand 33. Hierdoor heeft de afvoerput 30 een uiterlijk gelijkend aan een conventionele put. Echter door het oplopende bovenvlak van het rooster 34 15 wordt het doorstromen van water en sop over het rooster 34 tegen gegaan en samen in combinatie met de verhoogde rand 33 wordt zo een barrière hiervoor gecreëerd.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm 40 van een afvoerput volgens de 20 uitvinding. Ook hier is de opvangbak 41 voorzien van twee randen 42 van gelijke hoogte. Deze twee randen 42 sluiten beiden aan op de douchvloer 43 en de aangrenzende vloer 44.

In de opvangbak 41 is een rooster 45 geplaatst, waarvan het bovenvlak hoger ligt dan de randen 42. Het zij-vlak 46 25 aangrenzend aan de douchevloer 43 en aldus aan de aanstroomrand 42 is voorzien van openingen 47. Deze afvoerput 40 heeft aldus het uiterlijk van een drempel en voorkomt bovendien dat water en sop over het bovenoppervlak 45 stroomt naar de aangrenzende vloer 44. Dit wordt voorkomen doordat 30 water en sop dat over de douchevloer 43 stroomt tegen het zijvlak 46 komt en daar via de openingen 47 direct in de opvangbak 41 terecht komt.

6

Figuur 7 toont een zesde uitvoeringsvorm 50 van een afvoerput volgens de uitvinding. Hier heeft de opvangbak opnieuw twee zijranden van gelijke hoogte en is het rooster 52 voorzien van een verhoogde zijde 53, die de gewenste 5 barrière vormt. In deze uitvoering steekt het rooster 52 uit over de randen van de opvangbak 51.

In figuur 8A wordt een bovenaanzicht getoond van een douchevloer 60 met daarin een afvoerput 61 volgens de uitvinding. Deze afvoerput kan bijvoorbeeld één van de 10 voorgaande uitvoeringsvormen zijn.

Wanneer de afvoerput 61 zich niet volledig uitstrekt tussen de twee muren 62, dan bestaat het gevaar dat water en zeep alsnog vanaf de douchevloer 60 naar de aangrenzende vloer 63 stroomt. Om dit te voorkomen, is aangrenzend aan de 15 doucheput 61, die voorzien is van een verhoogde zijde volgens de uitvinding, een strip 64 aangebracht, die voor de overige delen een barrière vormt. In figuur 8B is een dwarsdoorsnede van deze strip 64 getoond. De strip 64 is op lengte te maken, zodat met een standaard maat afvoerput toch van het gehele 20 afschot water afgevoerd kan worden.

In figuur 9 is een zevende uitvoeringsvorm 70 van een afvoerput volgens de uitvinding getoond. Deze afvoerput 70 is gekromd en bijvoorbeeld geschikt voor hoek-douchecabines met halfronde douchedeuren. Aangrenzend aan de halfronde 25 afvoerput 70 zijn barrière strips 71 aangebracht overeenkomend met de strips 64 getoond in figuren 8A en 8B.

In figuur 10 wordt een achtste uitvoeringsvorm 80 van een afvoerput volgens de uitvinding getoond. Deze afvoerput 80 heeft een opvangbak 81 met een aanstroomrand 82 en een 30 verhoogde rand 83. De aanstroomrand 82 sluit aan op de douchvloer 84 en de verhoogde rand 83 sluit aan op de aansluitende vloer 85. Doordat de verhoogde rand 83 een barrière vormt, is het mogelijk om de afstand tussen de 7 aanstroomrand 82 en de verhoogde rand 83 te verkleinen. In deze ruimte wordt dan een smaller rooster 86 geplaatst.

Echter om een goede doorstroom van het aanstromende water te waarborgen, dient de opvangbak 81 een reservoir 87 te hebben, 5 waarin het opgevangen water zich kan verzamelen en vervolgens afgevoerd kan worden via een afvoer. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat hierdoor een zeer smalle afvoerput verkregen wordt, die nagenoeg aan het oog onttrokken is.

1031975

Claims (8)

1. Afvoerput voor het afvoeren van vanaf in hoofdzaak één richting aanstromend water, welke afvoerput omvat: - een aan de bovenzijde open opvangbak, welke koppelbaar is met een afvoer, en welke opvangbak voorzien is 5 van ten minste één aanstroomrand; - een in de opvangbak aangebracht rooster, dat de bovenzijde van de opvangbak ten minste gedeeltelijk overdekt; met het kenmerk, dat de afvoerput een verhoogde zijde, hoger dan de 10 aanstroomrand en tegenoverliggend aan deze aanstroomrand heeft.

2. Afvoerput volgens conclusie 1, waarbij een rand van de opvangbak verhoogd is en de verhoogde zijde vormt.

3. Afvoerput volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 15 rooster aan ten minste de verhoogde zijde, uitsteekt boven de opvangrand.

4. Afvoerput volgens conclusie 3, waarbij het bovenvlak van het rooster vanaf de opvangrand oploopt naar de ve rhoogde z i j de.

5. Afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het rooster een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede heeft met een bovenvlak en twee neergaande zijvlakken.

6. Afvoerput volgens conclusie 5, waarbij het 25 bovenvlak boven de aanstroomrand uitsteekt en het zijvlak aangrenzend aan de aanstroomrand is voorzien van openingen.

7. Afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een aan de afvoerbak grenzende 1031975 * afzonderlijke strip met een rand, die uitsteekt boven de aanstroomrand ten einde de verhoogde zijde te vormen.

8. Afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het rooster in het bovenvlak 5 doorstroomopeningen omvat. 1031975