NL1014596C2 - Vloerelement voorzien van gleuven, voor toepassing in een stalvloer. - Google Patents

Description

Vloerelement voorzien van gleuven, in het bijzonder voor toepassing in een stalvloer.

BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een vloerelement voor toepassing in een stalvloer, voorzien van een bovenzijde, die tijdens gebruik fungeert als loopvlak, en een 10 onderzijde.

Stand van de techniek.

Een dergelijk vloerelement is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 15 nummer 0 626 131. Voor het afvoeren van mest loopt dit bekende vloerelement in verticale richting licht schuin af in de richting van een in de stalvloer aanwezige opening, die uitmondt in een onderliggende stalkelder. Het bekende vloerelement heeft een gladde bovenzijde. Nadeel van dit bekende vloerelement is dat tijdens gebruik, de dieren op het vloerelement uitglijden en vallen door de aanwezigheid van mestresten op de bovenzijde 20 van het vloerelement.

Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een vloerelement van de 25 in de aanhef omschreven soort dat minder glad is, zodat de dieren minder snel of niet uitglijden. Hiertoe is het vloerelement volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het vloerelement aan de bovenzijde is voorzien van een gleuvenpatroon. Door de aanwezigheid van gleuven in het loopvlak hebben de dieren meer grip en zullen ze minder snel uitglijden. Bovendien zullen de mestresten op het vloerelement in de gleuven raken, waardoor het 30 loopvlak minder glad wordt.

Bij voorkeur omvat het gleuvenpatroon een eerste groep van parallelle rechte gleuven, alsmede een tweede groep van parallelle rechte gleuven, die onder een hoek staan 1Π14 £ o £? 2 met de gleuven van de eerste groep en samen met de gleuven van de eerste groep een ruitvormig patroon vormen.

Om de kans op uitglijden nog verder te verkleinen is een uitvoeringsvorm van het vloerelement gekenmerkt, doordat het vloerelement voorts is voorzien van 5 doorlopende gaten voor het afvoeren van mest, welke gaten zich uitstrekken vanaf de bovenzijde van het vloerelement tot aan de onderzijde van het vloerelement. Hierdoor blijven er minder of geen mestresten achter op het vloerelement zodat het loopvlak minder of niet glad wordt. Bij voorkeur zijn de gaten aan de bovenzijde van het vloerelement aanwezig in de gleuven.

10 Voor extra afvoer van mest is een verdere uitvoeringsvorm van het vloerelement gekenmerkt, doordat het vloerelement aan een lengtezijde is voorzien van een uitsparing, die zich op afstand bevindt van de dwarszijden van het vloerelement. Bij voorkeur is het oppervlak van de uitsparing aan de bovenzijde van het vloerelement kleiner dan dat aan de onderzijde.

15

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het vloerelement volgens de 20 uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het vloerelement volgens de uitvinding; en

Figuur 2 een deels opengewerkt detail van het vloerelement ter plaatse van een in het vloerelement aanwezig gat.

25

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van het vloerelement volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht weergegeven. Het vloerelement 1 heeft een bovenzijde 30 3, die tijdens gebruik fungeert als loopvlak, een onderzijde 5, twee dwarszijden 7 en twee lengtezijden 9. Aan de bovenzijde 3 is het vloerelement 1 voorzien van een gleuvenpatroon bestaande uit een eerste groep 13 van parallelle rechte gleuven 15 en een tweede groep 17 101453« 3 van parallelle rechte gleuven 19, die onder een hoek staan met de gleuven 15 van de eerste groep 13. De gleuven 15, 19 vormen een ruitvormig patroon in het loopvlak van het vloerelement 1.

Voor de afvoer van mest bevinden zich in het vloerelement 1 doorlopende 5 gaten 21, die zich uitstrekken vanaf de bovenzijde 3 van het vloerelement 1 tot aan de onderzijde 5 van het vloerelement 1. In figuur 2 is een deels opengewerkt detail van het vloerelement 1 ter plaatse van een in het vloerelement aanwezig gat 21 weergegeven. De gaten 21 bevinden zich in de gleuven 19 van het vloerelement 1 nabij het snijpunt van twee elkaar snijdende gleuven 15 en 19.

10 In een stal vloer bevinden de vloerelementen 1 zich met de lengtezijden 9 tegen elkaar. Als extra afvoer voor de mest is het vloerelement 1 aan een lengtezijde 9 voorts voorzien van een uitsparing 23. De uitsparing 23 bevindt zich op afstand van de dwarszijden 7 van het vloerelement 1. Om te voorkomen dat de uitsparing 23 verstopt raakt is het oppervlak van de uitsparing 23 aan de bovenzijde 3 van het vloerelement 1 kleiner 15 dan dat aan de onderzijde 5.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door 20 de conclusies gedefinieerde kader. Zo kunnen de gaten naar beneden toe taps uitlopen om de mest beter af te kunnen en ervoor te zorgen dat de gaten minder snel verstopt raken. Ook kan het vloerelement in breedterichting licht taps toelopen om de mest naar de uitsparing te leiden.

10145oe

Claims (6)

1. Vloerelement, in het bij zonder voor toepassing in een stal vloer, voorzien van een bovenzijde, die tijdens gebruik fungeert als loopvlak, en een onderzijde, met het kenmerk, dat het vloerelement aan de bovenzijde is voorzien van een gleuvenpatroon.

2. Vloerelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gleuvenpatroon een eerste groep van parallelle rechte gleuven omvat, alsmede een tweede groep van parallelle rechte gleuven, die onder een hoek staan met de gleuven van de eerste groep en samen met de gleuven van de eerste groep een ruitvormig patroon vormen.

3. Vloerelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 10 vloerelement voorts is voorzien van doorlopende gaten voor het afvoeren van mest, welke gaten zich uitstrekken vanaf de bovenzijde van het vloerelement tot aan de onderzijde van het vloerelement.

4. Vloerelement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de gaten aan de bovenzijde van het vloerelement aanwezig zijn in de gleuven.

5. Vloerelement volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vloerelement aan een lengtezijde is voorzien van een uitsparing, voor extra afvoer van mest, welke uitsparing zich op afstand bevindt van de dwarszijden van het vloerelement.

6. Vloerelement volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het oppervlak van de uitsparing aan de bovenzijde van het vloerelement kleiner is dan dat aan de onderzijde. 1014 F ^