NL1027728C2 - Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. - Google Patents
Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1027728C2 NL1027728C2 NL1027728A NL1027728A NL1027728C2 NL 1027728 C2 NL1027728 C2 NL 1027728C2 NL 1027728 A NL1027728 A NL 1027728A NL 1027728 A NL1027728 A NL 1027728A NL 1027728 C2 NL1027728 C2 NL 1027728C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- securing device
- flange
- flap
- fixing
- anchoring member
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A62—LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
- A62B—DEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
- A62B35/00—Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion
- A62B35/0043—Lifelines, lanyards, and anchors therefore
- A62B35/0056—Horizontal lifelines
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A62—LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
- A62B—DEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
- A62B35/00—Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion
- A62B35/0043—Lifelines, lanyards, and anchors therefore
- A62B35/0068—Anchors
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A62—LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
- A62B—DEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
- A62B35/00—Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion
- A62B35/04—Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion incorporating energy absorbing means
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/3276—Arrangements on buildings for connecting safety-lines
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/3276—Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/328—Arrangements on buildings for connecting safety-lines fastened to the roof covering or insulation
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/3276—Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/329—Arrangements on buildings for connecting safety-lines with measures for dampening the fall
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Business, Economics & Management (AREA)
- Emergency Management (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Emergency Lowering Means (AREA)
- Helmets And Other Head Coverings (AREA)
- Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
- Air Bags (AREA)
- Fuses (AREA)
- Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)
- Building Environments (AREA)
- Telephone Function (AREA)
- Details Of Aerials (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
- Support Of Aerials (AREA)
- Financial Or Insurance-Related Operations Such As Payment And Settlement (AREA)
- Emergency Alarm Devices (AREA)
Description
Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zekeringsinrichting voor een valbeveiliging omvattende een verankeringsorgaan waaraan de valbeveiliging al of niet 5 rechtstreeks koppelbaar is en omvattende bevestigingsmiddelen voor een hechte en duurzame verbinding met een object
Een dergelijke inrichting vindt in toenemende mate toepassing met name op of aan daken van woningen en gebouwen als bevestigingspunt voor een valbeveiliging 10 waarmee werklui bij werkzaamheden aan het dak of een gevel van de betreffende opstal zich kunnen vasthaken. Niet in de laatste plaats is dit een gevolg van de steeds strenger wordende regelgeving ten aanzien van de arbeidsomstandigheden waaronder dergelijke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd.
15 Veelal omvat een zekeringsinrichting een basis waarvan een bevestigingsoog of anderszins een verankeringsorgaan uitgaat en die aard en nagelvast met het object is verbonden. Een voorbeeld van een dergelijke zekeringsinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift USP 5.287.944. De daarin beschreven zekeringsinrichting wordt door middel van een groot aantal schroeven en pluggen in de vaste constructie 20 van het object bevestigd. Hiertoe wordt te bestemder plaatse een overeenkomstig aantal gaten in de constructie van het object geboord. Het bevestigingsoog is bij deze bekende zekeringsinrichting als integraal deel met de basis gevormd uit voldoende stok plaatstaal. Een ander voorbeeld van een zekeringsinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift USP 5.687.535, waarbij de bevestiging van een basis 25 daarvan met het object plaatsvindt door middel van een of enkele centrale bouten die in de constructie van het object dringen ten behoeve van een aard en nagelvaste verbinding daarmee. Een los bevestigingsoog is op zijn beurt door middel van een bout en moer verbinding met de basis verbonden.
30 Hoewel deze bekende verankeringsinrichtingen op zichzelf voorzien in een deugdelijk en betrouwbaar verankeringspunt voor een valbeveiliging, kleven daaraan ook belangrijke bezwaren. Door de betrekkelijk starre verbinding van het verankeringsorgaan met de constructie van het object wordt een eventuele val daardoor 1027728 -2- niet of nauwelijks opgevangen zodat de daarbij betrokken kinetische energie vrijwel volledig in de valbeveiliging en door de vallende persoon dient te worden geabsorbeerd. In voorkomende gevallen kan niet worden vermeden dat de persoon daarbij letsel oploopt. Bovendien vereist de bevestiging van de zekeringsinrichting in deze bekende 5 gevallen een inwerking in het object, wat de integriteit van de constructie daarvan nadelig kan beïnvloeden.
Met de onderhavige uitvinding wordt ondermeer beoogd te voorzien in een zekeringsinrichting van de in de aanhef genoemde soort waarmee deze en andere 10 bezwaren althans in belangrijke mate worden tegengegaan.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een zèkeringsinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een buigzame bevestigingsflap omvatten die zijdelings van de inrichting uitgaat en die 15 bestemd en ingericht is om de genoemde hechte en duurzame verbinding met het object tot stand te brengen. Aldus wordt de zekeringsinrichting met het verankeringsorgaan door tussenkomst van de bevestigingsflap aan het object bevestigd. De bevestigingsflap voorziet daarbij in een zekere schokabsorptie die althans een deel van de kinetische energie kan opnemen bij een eventuele val vanaf het object, waardoor persoonlijk letsel 20 wordt terug gedrongen.
Voor de flap kan binnen het kader van de uitvinding in principe een grote verscheidenheid aan materialen worden toegepast, met vormgesloten structuur dan wel opengewerkte net- of gaasstructuur. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft echter als kenmerk dat het object althans plaatselijk is bekleed met een flexibel wandbedekkingsmateriaal en dat de bevestigingsflap eveneens een flexibel wandbedekkingsmateriaal omvat, en in het bijzonder dat het wandbedekkingsmateriaal een bitumineus of kunststof dakbedekkingsmateri aal omvat. Daarbij zij opgemerkt dat binnen het kader van de 30 uitvinding het begrip wand ruim dient te worden opgevat zodat daaronder niet slechts een gevel maar bij voorbeeld ook een dak van een object dient te worden verstaan. Een 1027728 -3- dergelijk wandbedekkingsmateriaal biedt door zijn inherente flexibiliteit een grote mate van schokdemping in het geval van een val die reeds daardoor in zekere mate wordt gebroken. De impuls die op het lichaam van een vallende persoon wordt uitgeoefend, wordt aldus beperkt.
5
De materiaalkeuze voor de bevestigingsflap in de vorm van een materiaal dat gelijk, soortgelijk dan wel althans in belangrijke mate compatibel is aan het materiaal waarmee het object ter plaatse is bekleed, vereenvoudigt bovendien de onderlinge verbinding tussen de zekeringsinrichting en de objectbekleding. In het bijzonder wordt daarbij 10 uitgegaan van een hechtingstechniek die ook wordt gebruikt voor het aanbrengen van de plaatselijke bekleding van het object In dit verband heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de genoemde hechte en duurzame verbinding een lijm-, kleef- of las verbinding omvat. Niet alleen is degene die de wandbekleding normaliter aanbrengt bekend met 15 deze hechtingstechniek, zodat diegene ook in staat moet worden geacht de zekeringsinrichting op een betrouwbare wijze aan te brengen, bovendien laat een dergelijk lijm-, kleef- of lasverbinding op de oorspronkelijke bekleding van het object de integriteit van de verdere constructie daarvan onverlet. In het bijzonder zijn aldus geen boringen of anderszins gaten in de wand- of dakbedekking noodzakelijk, wat 20 anders een risico op lekkages met zich mee zou brengen.
Gebleken is dat bij een voldoende groot vrij oppervlak van de bevestigingsflap aldus een voldoende sterke, betrouwbare en duurzame verbinding tot stand kan worden gebracht. In dit verband heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 zekeringsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de bevestigingsflap aan weerszijden, in het bijzonder rondom, zijdelings uitgaat van de inrichting. De zekeringsinrichting is aldus aan weerszijden, en in het bijzonder rondom, door middel van de bevestigingsflap aan het object gefixeerd zodat een eventuele val over een relatief groot hechtingsoppervlak evenwichtig kan worden verdeeld.
30 1027728 -4-
In een verdere bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm heeft een zekeringsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de bevestigingsflap althans in hoofdzaak rondom uitgaat van een althans nagenoeg vormvast althans in hoofdzaak flensvormig lichaam en daarmee hecht is verbonden en dat het flensvormige lichaam het verankeringsorgaan 5 omvat. Het verankeringsorgaan is hierbij door tussenkomst van een flensvormig lichaam met de bevestigingsflap verbonden wat een betrouwbare en voldoende sterke onderlinge verbinding mogelijk maakt Het flensvormige lichaam kan daarbij in beginsel iedere willekeurige omtreksvorm hebben doch is in het bijzonder althans in hoofdzaak rond om een gelijkmatige krachtenverdeling te bevorderen.
10
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het flensvormige lichaam is verbonden met een verder althans nagenoeg vormvast althans in hoofdzaak flensvormig lichaam onder insluiting van de bevestigingsflap. In dit geval ligt de bevestigingsflap, in het bijzonder bijvoorbeeld los, IS ingeklemd tussen beide flensvormige lichamen. Gebleken is dat aldus een doeltreffende onderlinge verbinding kan worden gerealiseerd tussen de bevestigingsflap enerzijds en het overige deel van de inrichting anderzijds. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting heeft daarbij als kenmerk dat althans één van beide genoemde flensvormige lichamen aan een naar de bevestigingsflap gewende zijde is 20 voorzien van daarvan uitgaande hechtorganen die in de bevestigingsflap dringen. De hechtorganen voorzien daarbij in een verdere grip van de flensvormige lichamen op de bevestigingsflap, wat de onderlinge verbinding verder bevordert
Een verdere versterking van de verbinding tussen de bevestigingsflap en het overige 25 deel van de inrichting is gerealiseerd in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding welke is gekenmerkt doordat beide flensvormige lichamen zijn voorzien van een profilering in een richting in hoofdzaak dwars op een radiale richting vanuit een centrum van het lichaam. De profilering voorziet daarbij als het ware in een trekontlasting die trekkrachten bij een eventuele val 30 adequaat kan opvangen. De maximale belasting van de onderlinge verbinding tussen bevestigingsflap enerzijds en het overige deel van de inrichting anderzijds wordt aldus 1027728 -5- gereduceerd, zodat de kans dat het verankeringsorgaan bij een val van de bevestigingsflap kan losschieten tot een minimum beperkt blijft
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de zekeringsinrichting volgens de 5 uitvinding gekenmerkt doordat de profileringen van beide flensvormige lichamen daaraan gevormde centrale kommen omvatten die over elkaar heen vallen. De over elkaar vallende kommen voorzien hierbij in voomoemde trekontlasting, maar bieden bovendien een montage basis voor het verankeringsorgaan. Een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding is daarbij gekenmerkt 10 doordat de beide flensvormige lichamen door middel van een centrale schroefbout met moer met elkaar zijn verbonden, waarbij de schroefbout door de bevestigingsflap heen steekt, en met de moer althans ten dele in de kommen wordt ontvangen en dat het verankeringsorgaan met een vrij uiteinde van de schroefbout is verbonden, althans verbindbaar is. Door middel van de schroefbout met moer kunnen beide flensvormige IS lichamen aldus met elkaar worden verbonden onder inklemming van de tussenliggende bevestigingsflap. Een eerste uiteinde van de bout is daarbij met de moer ondergebracht in de kom, wat een vlakke basis mogelijk maakt. Aan een tweede, vrij uiteinde van de bout is het verankeringsorgaan gevormd, bevestigd ofbevestigbaar, opdat daaraan een valbeveiliging kan worden gekoppeld. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de 20 zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat het verankeringsorgaan losneembaar met de schroefbout is verbonden. Hierbij kan het verankeringsorgaan naar wens worden gewisseld, afgestemd op het type valbeveiliging dat daaraan dient te worden gekoppeld, terwijl het overige deel van de inrichting aan het object blijft verbonden. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de 25 zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat althans één van beide flensvormige lichamen is voorzien van doorgaande perforaties. De perforaties bevorderen een elastische deformatie van het betreffende flensvormige lichaam wat het vormingsproces van bijvoorbeeld een kom daarin ten goede komt Deze elastische deformatie voorziet bovendien bij een eventuele val in een zekere schokabsorptie die 30 een deel van de krachten wegneemt die op het lichaam van de vallende persoon worden uitgeoefend. Daarnaast bieden de perforaties, althans in een onderste flensvormig 1027728 -6- lichaam, plaatselijk een direct contact tussen de bevestigingsflap en een ondergrond, wat in voorkomende gevallen een onderlinge hechting ten goede komt
Een verdere bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens 5 de uitvinding heeft als kenmerk dat althans één van beide flensvormige lichamen is voorzien van althans in hoofdzaak radiaal vanuit een centrum verlopende insnijdingen. De insnijdingen bieden het flensvormige lichaam een mogelijkheid tot deformatie tijdens een val. Dit vormt als het ware een soort kreukelzone die de daarbij ontstane krachten reeds ten dele opvangt zonder overigens de sterkte en betrouwbaarheid van het 10 flensvormige lichaam aan te tasten. Om te vermijden dat bij een val de bevestigingsflap aan een omtreksrand van het flensvormige lichaam inscheurt heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat een omtreksranddeel van althans één van beide flensvormige lichamen uitkraagt naar een van de bevestigingsflap afgewende zijde.
15
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoofbeelden en een tekening. In de tekening toont: figuur 1-2 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding; 20 figuur 3-4 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding, respectievelijk in perspectivisch aanzicht en dwarsdoorsnede; figuur 5-7 respectievelijk een eerste en tweede perspectivisch aanzicht en een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding; 25 figuur 8 een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding; figuur 9 een dwarsdoorsnede van een vijfde uitvoeringsvorm van een zekerheidsinrichting volgens de uitvinding; figuur 10-11 een zesde uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de 30 uitvinding in respectievelijk perspectief en dwarsdoorsnede; 1027728 -7- figuur 12 een zevende uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding in perspectief; en figuur 13-15 een achtste uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht s De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
10 Een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting voor een valbeveiliging volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 1 en 2 respectievelijk in perspectivisch aanzicht en dwarsdoorsnede. De inrichting omvat een stevig verankeringsorgaan 1 in de vorm van een bevestigingsorgaan dat aan een uiteinde van een zware schroefbout 2 is gevormd. Beide delen zijn in dit voorbeeld vervaardigd uit roestvast staal. Aan een is tegenoverliggend uiteinde is de schroefbout 2 voorzien van een metrische schroefdraad (Ml 6) om daarop een borgmoer 3 te ontvangen onder tussenkomst van een volgring 4. Aan het bevestigingsoog kan een gangbare valbeveiliging, bijvoorbeeld een zekeringslijn van een valhamas of -gordel, op gangbare wijze, bijvoorbeeld door middel van een bij voorkeur geborgde snapkarabiner- of musketonhaak, op snelle en 20 betrouwbare wijze worden gezekerd. De inrichting vindt met name toepassing ter tijdelijke zekering van werklieden bij werkzaamheden op hoogte aan een object zoals een huis, flatgebouw of industriële installatie. De inrichting is daarbij permanent met het object verbonden.
25 Voor een permanente verbinding met het object is de inrichting voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van een buigzame bevestigingsflap 11. De bevestigingsflap 11 gaat zijdelings uit van de inrichting en vóórziet met zijn relatief grote oppervlak in een hechtingsbasis voor een duurzame bevestiging van de zekeringsinrichting aan een wand of een dak van het object In dit voorbeeld is voor de 30 bevestigingsflap 11 uitgegaan van een flexibel dakbedekkingsmateriaal met het oog op een lasverbinding met een dito bedekking van het object ter plaatse. Meer in het 1027728 -8- bijzonder gaat het hierbij om een bitumineus of kunststof dakbedekkingsmateriaal bestemd om onder verhoogde temperatuur te worden versmolten of verlijmd met een soortgelijke dakbedekking zoals die op veel platte daken wordt toegepast. De toepassing van de zekeringsinrichting is evenwel niet beperkt tot gevels en daken met een dergelijk 5 type afwerking. In plaats daarvan kan de inrichting bijvoorbeeld ook worden verlijmd met of anderszins gehecht aan diverse andere typen dak- en gevelbekleding en beplating of rechtstreeks aan een gevel of dak van het object worden toegepast. In alle gevallen biedt de uitvinding de mogelijkheid een duurzame en voldoende betrouwbare verbinding tussen de zekeringsinrichting enerzijds en het object of een bedekking 10 daarvan anderzijds tot stand te brengen zonder de integriteit van de constructie van het object aan te tasten of ook maar daarop in te grijpen.
In de getoonde uitvoeringsvorm gaat de bevestigingsflap 11 rondom uit van het overige deel van de inrichting. Zoals in figuur 2 in doorsnede nader is aangegeven, is de 15 bevestigingsflap verbonden met een tweetal over elkaar passende flensvormige lichamen 21,22 die in dit voorbeeld beide uit stevig roestvast plaatstaal zijn vervaardigd. Met het oog op de onderlinge bevestiging is de bevestigingsflap 11 in een hart daarvan voorzien van een gat of opening 12 waardoorheen de schroefbout 2 met moer 3 steekt. De bevestigingsflap ligt daarbij opgesloten tussen beide flensvormige 20 lichamen 21,22 die in hun hart eveneens van een boring zijn voorzien om de schroefbout door te laten. Door de moer op de schroefbout aan te draaien raakt de bevestigingsflap 11 tussen beide flensvormige lichamen 21,22 ingeklemd wat voor een hechte en duurzame verbinding zorgt. Beide flensvormige lichamen 21,22 zijn bovendien voorzien van een profilering in een richting in hoofdzaak dwars op een 25 radiale richting vanuit het hart daarvan in de vorm van daaraan gevormde kommen 25 die over elkaar heen vallen. Een dergelijke profilering biedt een zekere trekontlasting bij een val en voorziet daarnaast in een holte 23 om daarin het vrije uiteinde van de bout 2 met de moer 3 te ontvangen opdat een basis van de zekeringsinrichting niettemin vlak blijft. Bovendien zorgt de verhoging als gevolg van de kommen voor een externe 30 afwatering die een binnendringen van hemelwater tegen gaat 1027728 -9-
Een aanbrengen van de zekeringsinrichting op bijvoorbeeld een vlak dak voorzien van een bitumineuze dakbedekking 10 kan betrekkelijk eenvoudig en snel worden uitgevoerd zonder de integriteit van de oorspronkelijke dakbedekking hoegenaamd aan te tasten. Hiertoe wordt de oorspronkelijke dakbedekking 10 ter plaatse schoongemaakt 5 en de inrichting met het onderste flensvormige lichaam 21 daarop geplaatst Vervolgens wordt met een conventionele brander of föhn onder verhoogde temperatuur de bitumineuze bevestigingsflap 11 samengesmolten met de bestaande, dito dakbedekking 10 tot een samenhangend geheel dat in figuur 1 is weergegeven. Omdat daarbij in principe niet door de oorspronkelijke dakbedekking 10 wordt heen gedrongen, blijft de 10 waterdichtheid en integriteit van het geheel gewaarborgd. Eventueel kan vooraf een hulpflap uit bitumineus dakbedekkingsmateriaal onder het onderste flensvormige lichaam 21 worden gelegd om hier extra materiaal te creëren dat bij verhitting van het geheel zal verweken en zo ook een zekere hechting tussen het flensvormige lichaam 21 en de daaronder gelegen dakbedekking zal geven.
15
Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 3 en 4, respectievelijk in perspectivisch aanzicht en dwarsdoorsnede. Dit uitvoeringsvoorbeeld stemt grotendeels overeen met het hiervoor beschrevene, zij het dat in dit voorbeeld één van beide flensvormige lichamen 22 is 20 voorzien van daarin gestanste nokken, krammen of nagels 26 om meer grip uit te oefenen op de tussen beide flensvormige lichamen 21,22 ingeklemde bevestigingsflap 11. Een vergelijkbare of aanvullende extra grip kan worden verkregen door soortgelijke nokken, krammen of nagels in het andere flensvormige lichaam of door een opruwing van het naar de bevestigingsflap gewende oppervlak van één of beide flensvormig 25 lichamen. In plaats van of naast nokken 26 kunnen ook één of meer rillen in één of beide flensvormige lichamen worden gestanst
Figuren 5,6 en 7 tonen respectievelijk een eerste en tweede perspectivisch aanzicht en een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting 30 volgens de uitvinding. In dit voorbeeld zijn beide flensvormige lichamen 21,22 op corresponderende plaatsen voorzien van boringen 27 om daarin nagels 28 of andere 1027728 -10- doorgaande hechtorganen te ontvangen. Figuur 5 toont daarbij een bovenzijde van de inrichting terwijl figuur 6 een onderzijde weergeeft. Voor het overige komt deze uitvoeringsvorm overeen met de hiervoor als eerste beschrevene. De nagels 28 worden vanuit één van beide flensvormige lichamen door de bevestigingsflap 11 heen s gedrongen om in de overeenkomstige openingen van het andere flensvormige lichaam te worden ontvangen. De bevestiging van de bevestigingsflap 11 met het overige deel van de inrichting kan aldus nagelvast tot stand worden gebracht. Eventueel kan worden uitgegaan van kortere nagels, schroeven of anderszins hechtorganen die daardoor slechts ten dele in de bevestigingsflap dringen om het andere flensvormige lichaam te ontzien.
10 Boringen 27 of anderszins uitsparingen kunnen in dat geval in dit laatste flensvormige lichaam achterwege worden gelaten. In plaats van losse nagels kunnen ook nagels worden toegepast die aan het betreffende flensvormige lichaam zijn gelast of anderszins hecht verbonden.
is Een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding is getoond in figuur 8, waarbij terwille van de duidelijkheid de overigens wel aanwezige bevestigingsflap niet nader is aangegeven. Ook in dit geval omvat de inrichting een tweetal flensvormige lichamen 21,22 die onderling een bevestigingsflap inklemmen, waarmee het geheel aan een gevel, dak of anderszins wand van een object 20 kan worden vastgehecht. Anders dan bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden heeft het onderste flensvormige lichaam 21 een belangrijk grotere doorsnede dan het bovenste om daarmee een omvangrijkere basis van het geheel te bieden. De eventueel bij een val op de inrichting uitgeoefendè krachten worden zo over een groter oppervlak verdeeld. Ook is het onderste flensvormige lichaam 21 in dit voorbeeld voorzien van althans in 25 hoofdzaak radiaal vanuit een hart daarvan verlopende insnijdingen 29. Deze insnijdingen staan een plastische vervorming van het lichaam 21 toe en vormen aldus als het ware een kreukelzone in het geheel. Bij een val zullen de daarbij ontwikkelende krachten leiden tot een vervorming van het lichaam die daarmee een deel van deze krachten opvangt. Dit reduceert de belasting van het lichaam van de vallende persoon en 30 voorkomt aldus ernstiger letsel. Eventueel kan het hier getoonde bovenste flensvormige 1027728 -11- lichaam 22 ook onder het eerste flensvormige lichaam 21 worden toegepast om de valkrachten beter over het eerste flensvormige lichaam 21 te verdelen.
Daarnaast omvat althans het onderste flensvormige lichaam in deze uitvoeringsvorm een 5 tweetal ringen met perforaties 31,32 rondom de daaraan gevormde kom 25. Deze perforaties bevorderen in de eerste plaats het vormingsproces van de kom 25 die door middel van persen uit een vlakke plaat wordt vervaardigd. Met name de binnenste ring met perforaties 31 biedt deze vervormbaarheid. Daarnaast staan de perforaties 31,32 direct materiaal contact tussen de bevestigingsflap 11 en een ondergrond 10 toe ter 10 plaatse van het flensvormige lichaam 21 wat de onderlinge hechting ten goede komt Ook geven de perforaties 31,32 een zekere plastische vervormbaarheid aan het geheel bij een eventuele val waardoor, evenals door de insnijdingen 29, een zekere schokabsorptie wordt bereikt Dit laatste geldt met name voor de buitenste ring met perforaties 32.
IS
Figuur 9 toont een vijfde uitvoeringsvorm van een zekerheidsinrichting volgens de uitvinding. Ook in deze uitvoeringsvorm is een buigzame bevestigingsflap 11 ingeklemd tussen twee flensvormige lichamen 21,22, waarvan een onderste 21 ruimer is bemeten. Een schroefbout 2 met aan een uiteinde een bevestigingsoog 1 als 20 verankeringsorgaan voert door een hart van een samenstel en houdt het geheel klemmend bijeen, dankzij de daarop geschroefde borgmoer 3. Om te vermijden dat de bevestigingsflap 11 aan een eventueel scherpe rand van het onderste flensvormige lichaam insnijdt of anderszins beschadigd raakt, is een omtreksrand 13 van het onderste flensvormige lichaam 21 omgezet zodat de rand uitkraagt naar een van de 25 bevestigingsflap 11 afgewende zijde en daarmee dus niet in aanraking kan komen.
Een zesde uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding is getoond in figuur 10 en 11, in respectievelijk bovenaanzicht en dwarsdoorsnede. Anders dan bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden omvat deze inrichting slechts één flensvormig 30 lichaam 21 dat bijvoorbeeld door verlijming of vernageling met een bevestigingsflap 11 is verbonden. Evenals in de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden biedt dit flensvormige 1027728 -12- lichaam 21 een basis voor bevestiging van een verankeringsorgaan in de vorm van een aan een schroefbout gevormd bevestigingsoog 1, terwijl de bevestigingsflap 11 bestemd is om met een ondergrond te worden verlijmd, gelast of versmolten ten behoeve van een duurzame verbinding van het geheel aan een object. Desgewenst kan eventueel ook 5 worden uitgegaan van een verankeringsorgaan dat een integraal deel vormt met het flensvormige lichaam of daaraan door middel van lassen of anderszins duurzaam is verbonden.
Hoewel de toepassing van één of meer flensvormige lichamen ter fixatie van een 10 bevestigingsflap bijzonder betrouwbaar en doeltreffend is gebleken, is de uitvinding ook uitvoerbaar zonder een dergelijke lichaam. Een zevende uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting is daarvan een voorbeeld en is weergegeven in figuur 12. In dit uitvoeringsvoorbeeld is een verankeringsorgaan in de vorm van een gesloten ring 1 gekoppeld aan een stel gekruiste banden 15. De bandenl5 zijn pp hun beurt met behulp 15 van nagels of nieten 14 mechanisch verbonden met een buigzame bevestigingsflap 11 waarmee het geheel aan een object 10 kan worden gehecht
Behalve als discreet lokaal verankeringspunt kan de inrichting volgens de uitvinding ook worden toegepast in een stelsel van zekeringsinrichtingen om een meer uitgestrekte 20 verankeringskabel aan te brengen. Een achtste uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding, toepasbaar in een dergelijk stelsel, is weergegeven in figuur 13-15. Hierbij is uitgegaan van een stel van twee al niet even grote flensvormige lichamen, zoals ook toegepast bij hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, waartussen een bevestigingsflap 11 is 25 geklemd. In plaats van een centrale schroefbout met eendaaraan vast gevormd bevestigingsoog is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgegaan van een schroefbout met een normale kop. Behalve voor de onderlinge bevestiging van de flensvormige lichamen 21,22 en de bevestigingsflap 11, dient deze bout ook ter bevestiging van een los verankeringsorgaan 40 in de vorm van een kabeldoorvoer of kabelgeleiding voor een 30 zekeringskabel 50, zie ook figuur 14 en 15.
1027728 -13-
Het hier toegepaste verankeringsorgaan 40 omvat een vlakke basis 41 met een staander 43 die daarvan uitgaat en nabij de basis een knik 44 vertoont. De basis 41 omvat een centrale opening 42 waarin de centrale bout 2 past waarmee het verankeringsorgaan 40 aan het overige deel van de inrichting is bevestigd. Aan een vrij uiteinde van de staander 5 43 is een holle buis 45 bevestigd waardoorheen de zekeringskabel 50 kan worden geleid. De holle buis 45 kan recht worden uitgevoerd, zie figuur 14, maar verjongt bij voorkeur aan weerszijden, zie figuur 13, om zo tijdens gebruik een zogenaamde meeloper of ruiter over de zekeringskabel 50 adequaat te geleiden.
10 Het verankeringsorgaan is geheel uit stevig, slagvast materiaal vervaardigd. In dit voorbeeld is daarvoor roestvast staal toegepast, waarbij de basis 41 en staander 43 uit plaatstaal met een dikte van de orde van 4-6 mm is gezet, terwijl de holle buis daaraan is gelast. In plaats van dergelijke onderling verbonden delen kan, afhankelijk van het gekozen uitgangsmateriaal, oók een verankeringsorgaan uit een geheel worden toegepast 15 dat dan bijvoorbeeld als gietstuk is gevormd.
Een aantal van dergelijke zekeringsinrichtingen kan worden toegepast om een zekeringskabel over een gewenste lengte in een gewenst traject te leiden, zie figuur 15. De verscheidene zekeringsinrichtingen zijn daarbij op de hiervoor beschreven wijze 20 door middel van de buigzame bevestigingsflap verbonden met een ondergrond, i.c. een bitumineuze dakbedekking. De zekeringskabel 50 is in het algemeen los opgenomen in de tussenliggende inrichtingen en vast bevestigd met de uiterste. Een persoon die zich op een dak of anderszins op hoogte begeeft waar dergelijke zekeringsinrichtingen zijn aangebracht, kan zich door middel van een harnas, leeflijn en meeloper zekeren aan de 25 verankeringskabel 50 en heeft vervolgens een volledige bewegingsvrijheid langs de zekeringskabel.
Bij een eventuele val van het dak wordt in eerste instantie via een leeflijn van het harnas een trekkracht op de zekeringskabel 50 worden uitgeoefend. Door de hoogte van de 30 zekeringskabel 50 boven de basis 41 van de verankeringsorganen 40, opgelegd door de hoogte van de staanders 43, levert dit een aanzienlijk moment op ten opzichte van die 1027728 -14- basis. Dankzij de voorgeknikte vormgeving van de staander 43 leidt dit tot een gecontroleerd knikken van de staanders die daarmee een deel van de kinetische energie wegnemen terwijl bovendien de bevestiging van de verankeringsorganen 40 aan het overige deel van de inrichting wordt ontzien. Door het omklappen van de staanders 43 5 zal de trekkracht evenwijdig aan het dakvlak worden gericht waardoor deze optimaal kan worden weerstaan.
De inrichting volgens de uitvinding kan in beginsel worden toegepast op elk bouwkundig type dak- of gevelconstructie, waarbij de sterkte van de constructie een 10 ondergeschikte rol speelt. Voorbeelden hiervan zijn dakbedekkingen of gevelbekledingen van bitumen of kunststof, die volledig of partieel verkleefd, mechanisch bevestigd of losliggend geballast zijn. De toepassing van zekeringsinrichting volgens de uitvinding voldoet aan de voor de vakman bekende EN 795 norm. Deze norm omschrijft de eisen voor de beproevingsmethoden voor is verankeringsvoorzieningen die bedoeld zijn voor persoonlijke bescherming tegen vallen. De twee kernpunten uit de EN 795 norm zijn: een statische beproeving waarbij een kracht van lOkN gedurende 3 minuten kan worden weerstaan in de richting waarin tijdens gebruik de kracht kan worden aangebracht; en 20 - een dynamische beproeving waarbij een massa van lOOkg, verbonden aan het ankerpunt met een staalkabel, bij een vrije val van 2500 mm wordt gestopt.
Hoewel de uitvinding hiervoor nader werd toegelicht aan de hand van louter een aantal uitvoeringsvoorbeelden, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is 25 beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. De verschillende uitvoeringsvormen van de zekeringsinrichting voor valbeveiliging volgens de uitvinding hébben gemeen dat ze lichtgewicht zijn en met eenvoudige middelen en gereedschappen snél zijn te monteren. Specifiek aan deze zekeringsinrichting is dat de kracht die vrij 30 komt bij een val op een elastische wijze wordt opgenomen door de materialen waaruit de inrichting is vervaardigd. In voorkomende gevallen zal een plastische deformatie van 1027728" -15- een of meer onderdelen van de inrichting een belangrijk deel van de kinetische energie van een val absorberen. Vervolgens worden de krachten overgebracht op de bestaande bedekking van het dak of de gevel dan wel op het dak c.q. de gevel zelf.
s 1027729
Claims (17)
1. Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging omvattende een verankeringsoigaan waaraan de valbeveiliging al of niet rechtstreeks koppelbaar is en omvattende 5 bevestigingsmiddelen voor een hechte en duurzame verbinding met een object met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een buigzame bevestigingsflap omvatten die zijdelings van de inrichting uitgaat en die bestemd en ingericht is om de genoemde hechte en duurzame verbinding met het object tot stand te brengen.
2. Zekeringsinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het object althans plaatselijk is bekleed met een flexibel wandbedekkingsmateriaal en dat de bevestigingsflap eveneens een flexibel wandbedekkingsmateriaal omvat
3. Zekeringsinrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat het IS wandbedekkingsmateriaal een bitumineus of kunststof dakbedekkingsmateriaal omvat
4. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de genoemde hechte en duurzame verbinding een lijm-, kleef- of lasverbinding omvat 20
5. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bevestigingsflap aan weerszijden, in het bijzonder rondom, zijdelings uitgaat van de inrichting.
6. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bevestigingsflap althans in hoofdzaak rondom uitgaat van een althans nagenoeg vormvast althans in hoofdzaak flensvormig lichaam en daarmee hecht is verbonden en dat het flensvormige lichaam het verankeringsorgaan omvat. 1027728 -17-
7. Zekeringsinrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het flensvormige lichaam is verbonden met een verder althans nagenoeg vormvast althans in hoofdzaak flensvormig lichaam onder insluiting van de bevestigingsflap.
8. Zekeringsinrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat althans één van beide genoemde flensvormige lichamen aan een naar de bevestigingsflap gewende zijde is voorzien van daarvan uitgaande hechtorganen die in de bevestigingsflap dringen.
9. Zekeringsinrichting volgens één of meer der conclusies 7 en 8 met kenmerk dat 10 beide flensvormige lichamen zijn voorzien van een profilering in een richting in hoofdzaak dwars op een radiale richting vanuit een centrum van het lichaam.
10. Zekeringsinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de profileringen van beide flensvormige lichamen daaraan gevormde centrale kommen omvatten die is over elkaar heen vallen.
11. Zekeringsinrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de beide flensvormige lichamen door middel van een centrale schroefbout met moer met elkaar zijn verbonden, waarbij de schroefbout door de bevestigingsflap heen steekt, en met de 20 moer althans ten dele in de kommen wordt ontvangen en dat het verankeringsorgaan met een vrij uiteinde van de schroefbout is verbond», althans verbindbaar is.
12. Zekeringsinrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat het verankeringsorgaan losneembaar met de schroefbout is verbonden. 25
13. Zekeringsinrichting volgens één of meer dor conclusies 7 tot en met 12 met het kenmerk dat althans één van beide flensvormige lichamen is voorzien van doorgaande perforaties. 1027728 -18-
14. Zekeringsinrichting volgens één of meer der conclusies 7 tot en met 13 met het kenmerk dat althans één van beide flensvormige lichamen is voorzien van althans in hoofdzaak radiaal vanuit een centrum verlopende insnijdingen.
15. Zekeringsinrichting volgens één of meer der conclusies 7 tot en met 14 met het kenmerk dat een omtreksranddeel van althans één van beide flensvormige lichamen uitkraagt naar een van de bevestigingsflap afgewende zijde.
16. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het 10 kenmerk dat het verankeringsorgaan een middel omvat uit een groep omvattende een schroefdraadeind, een bevestigingsoog, een kabelgeleiding en een kabeldoorvoer.
17. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het verankeringsorgaan door middel van een dempende constructie met de 15 inrichting is verbonden. 1027728
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027728A NL1027728C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-13 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025127A NL1025127C2 (nl) | 2003-12-24 | 2003-12-24 | Ankerpunt voor valbeveiliging. |
NL1025127 | 2003-12-24 | ||
NL1025821 | 2004-03-26 | ||
NL1025821 | 2004-03-26 | ||
NL1027728 | 2004-12-13 | ||
NL1027728A NL1027728C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-13 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1027728A1 NL1027728A1 (nl) | 2005-05-04 |
NL1027728C2 true NL1027728C2 (nl) | 2005-07-05 |
Family
ID=34713066
Family Applications (3)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1027728A NL1027728C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-13 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
NL1027834A NL1027834C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-21 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
NL1027888A NL1027888C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-24 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Family Applications After (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1027834A NL1027834C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-21 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
NL1027888A NL1027888C2 (nl) | 2003-12-24 | 2004-12-24 | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US9643035B2 (nl) |
EP (7) | EP2163710B1 (nl) |
JP (1) | JP5416884B2 (nl) |
CN (1) | CN100408795C (nl) |
AT (2) | ATE462849T1 (nl) |
CA (2) | CA2551556C (nl) |
DE (2) | DE602004026369D1 (nl) |
DK (3) | DK1699991T3 (nl) |
NL (3) | NL1027728C2 (nl) |
NO (2) | NO338669B1 (nl) |
PL (3) | PL2163710T3 (nl) |
RU (1) | RU2355853C2 (nl) |
WO (3) | WO2005061817A1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1034126C2 (nl) * | 2007-07-13 | 2009-02-02 | Schuurman Tussenholding B V | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Families Citing this family (55)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7686825B2 (en) | 2004-03-25 | 2010-03-30 | Hauser David L | Vascular filter device |
DE202004017539U1 (de) * | 2004-11-11 | 2005-02-03 | Zinco Gmbh | System als Anschlagmöglichkeit für Schutzausrüstungen gegen Absturz |
NL1031060C1 (nl) * | 2006-02-03 | 2007-08-06 | Veilig Dak Techniek B V | Zekeringsinrichting, afdekorgaan en werkwijze voor het voorkomen van vallen door personen van een verhoogd oppervlak. |
US8025125B2 (en) * | 2006-11-03 | 2011-09-27 | D B Industries, Inc. | Anchor assembly |
DE102006054408A1 (de) * | 2006-11-18 | 2008-06-05 | OBS Objekt-Begrünungs-Systeme GmbH | Absturzsicherung |
NL1034006C1 (nl) * | 2007-06-20 | 2008-12-23 | Veilig Dak Techniek B V | Vertragingsinrichting en toepassing daarvan. |
NL2000814C2 (nl) * | 2007-08-15 | 2009-02-23 | Safeway Gmbh | Veiligheidsvoorziening voor een dak. |
BE1017967A4 (nl) * | 2008-01-23 | 2010-02-02 | Aerialtech Sa | Verbetering meelopende valbeveiliging met flexibele ankerlijn. |
DE102008008577A1 (de) * | 2008-02-11 | 2009-08-13 | Lufthansa Engineering And Operational Services Gmbh | Absturzsicherung |
NL1035225C2 (nl) * | 2008-03-31 | 2009-10-01 | Hutter Veiligheid B V | Valbeveiliging. |
NL2001595C2 (nl) * | 2008-05-19 | 2009-11-20 | Kedge Holding Bv | Bevestigingsinrichting en valbeveiligingssysteem. |
NL2004188C2 (nl) | 2009-02-04 | 2011-10-03 | Schuurman Beheer B V | Systeem voor valbeveiliging. |
FR2943920B1 (fr) * | 2009-04-03 | 2013-05-24 | Travel Mania | Organe de passage et de support d'une ligne de vie pour structure de jeu, et structure de jeu correspondante. |
GB2464787B (en) * | 2009-07-18 | 2011-02-09 | Anne Marie Heister | A wall with a ladder anchor |
GB2473209B (en) * | 2009-09-02 | 2014-12-03 | Latchways Plc | Bracket fixing for a safety line |
US8261878B2 (en) | 2010-01-13 | 2012-09-11 | Sunoco Partners Marketing & Terminals L.P. | Fall restraint system |
WO2012055928A1 (en) * | 2010-10-27 | 2012-05-03 | Icopal A/S | A roof mounting device |
NL2008121C2 (nl) * | 2012-01-13 | 2013-07-16 | Xsplatforms B V | Verankeringinrichting. |
US9480865B2 (en) * | 2012-03-13 | 2016-11-01 | Bmc | Fall arrest system |
US8784434B2 (en) | 2012-11-20 | 2014-07-22 | Inceptus Medical, Inc. | Methods and apparatus for treating embolism |
US9821178B2 (en) | 2013-02-08 | 2017-11-21 | D B Industries, Llc | Bracket assembly |
DE102013002971A1 (de) | 2013-02-22 | 2014-08-28 | Péter Csizmadia | Fangschlitten mit Dämpfung und Dämpfungselemente für eine Absturzsicherung |
US10238406B2 (en) | 2013-10-21 | 2019-03-26 | Inari Medical, Inc. | Methods and apparatus for treating embolism |
CN104288935A (zh) * | 2014-09-12 | 2015-01-21 | 浙江百安固金属屋面有限公司 | 一种钢索防坠落系统及其安装方法 |
US10060641B2 (en) * | 2015-02-25 | 2018-08-28 | Dri-Eaz Products, Inc. | Systems and methods for drying roofs |
DK178631B1 (da) | 2015-09-08 | 2016-09-26 | Mul10 Metal As | Forankringssystem til montage på tage samt anvendelse af sådan et forankringssystem |
JP2018529495A (ja) | 2015-09-28 | 2018-10-11 | ストライカー コーポレイションStryker Corporation | 機械的血栓摘出装置および方法 |
EP4233744A3 (en) | 2015-10-23 | 2023-11-01 | Inari Medical, Inc. | Device for intravascular treatment of vascular occlusion |
US9878187B2 (en) * | 2015-12-04 | 2018-01-30 | Rooftop Anchor, Inc. | Joist anchor |
CN113576607A (zh) | 2016-04-25 | 2021-11-02 | 斯瑞克公司 | 预加载的翻转牵引器血栓切除装置及方法 |
US11896247B2 (en) | 2016-04-25 | 2024-02-13 | Stryker Corporation | Inverting mechanical thrombectomy apparatuses |
US11497512B2 (en) | 2016-04-25 | 2022-11-15 | Stryker Corporation | Inverting thrombectomy apparatuses and methods |
WO2017210487A1 (en) | 2016-06-03 | 2017-12-07 | Stryker Corporation | Inverting thrombectomy apparatuses |
CN109922744B (zh) | 2016-09-12 | 2022-08-19 | 斯瑞克公司 | 自翻卷血栓切除装置及方法 |
RU167382U1 (ru) * | 2016-09-22 | 2017-01-10 | Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Томский государственный архитектурно-строительный университет" (ТГАСУ) | Конструкция для крепления средств защиты работающих на длинномерных высотных опорах |
CN116421266A (zh) | 2016-10-24 | 2023-07-14 | 伊纳里医疗有限公司 | 用于治疗血管闭塞的装置和方法 |
RU170531U1 (ru) * | 2016-11-17 | 2017-04-27 | федеральное государственное автономное образовательное учреждение высшего образования "Санкт-Петербургский политехнический университет Петра Великого" (ФГАОУ ВО "СПбПУ") | Стационарная анкерная точка на крыше |
US9744387B1 (en) * | 2016-12-13 | 2017-08-29 | Yoke Industrial Corp. | Fixing device |
DE102017100373A1 (de) * | 2017-01-10 | 2018-07-12 | Dws Pohl Gmbh | Vorrichtung zur Sicherung von Personen gegen Absturz |
CA2974531A1 (en) * | 2017-07-26 | 2019-01-26 | Michael Giroux | Safety anchor and roof vent |
AU2018328011B2 (en) | 2017-09-06 | 2022-09-15 | Inari Medical, Inc. | Hemostasis valves and methods of use |
CN107386674A (zh) * | 2017-09-14 | 2017-11-24 | 中亿丰建设集团股份有限公司 | 金属屋面双钢缆永久生命线系统 |
JP7271535B2 (ja) | 2017-11-09 | 2023-05-11 | ストライカー コーポレイション | トラッキングを向上させた反転式血栓除去装置 |
US11154314B2 (en) | 2018-01-26 | 2021-10-26 | Inari Medical, Inc. | Single insertion delivery system for treating embolism and associated systems and methods |
WO2019222117A1 (en) | 2018-05-14 | 2019-11-21 | Stryker Corporation | Inverting thrombectomy apparatuses and methods of use |
US10737126B1 (en) * | 2018-07-31 | 2020-08-11 | Climb Tech, Llc | Wood anchoring device |
WO2020036809A1 (en) | 2018-08-13 | 2020-02-20 | Inari Medical, Inc. | System for treating embolism and associated devices and methods |
EP3849440A1 (en) | 2018-09-10 | 2021-07-21 | Stryker Corporation | Laser slotted grabbing device |
WO2020055908A1 (en) | 2018-09-10 | 2020-03-19 | Stryker Corporation | Inverting thrombectomy apparatuses and methods of use |
US11859870B2 (en) * | 2019-06-19 | 2024-01-02 | Patton Engineering, Inc. | Methods and systems for rigidly attaching components to roof structures |
WO2021076954A1 (en) | 2019-10-16 | 2021-04-22 | Inari Medical, Inc. | Systems, devices, and methods for treating vascular occlusions |
US11603675B2 (en) * | 2020-01-23 | 2023-03-14 | Steven Christopher Nichols | Devices, systems and methods relating to roof standing seam anchors |
NO345841B1 (en) * | 2020-03-26 | 2021-08-30 | Lonevag Beslagfabrikk As | Fixing Apparatus for a Roof |
US11964174B2 (en) * | 2021-01-21 | 2024-04-23 | Rooftop Anchor, Inc. | Circular mounting device |
US11698166B1 (en) | 2021-08-11 | 2023-07-11 | Gregory F. Ryan | Emergency escape device and method of forming the emergency escape device |
Family Cites Families (66)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1883508A (en) * | 1930-02-06 | 1932-10-18 | Frederick W Bonday | Aerial support |
US2079768A (en) * | 1935-06-27 | 1937-05-11 | Levow David | Snow guard |
US2060953A (en) * | 1935-11-25 | 1936-11-17 | Arch Bulger J | Pole scaffold |
US2280579A (en) * | 1941-03-25 | 1942-04-21 | Hardy James Harris | Roofing surface |
US2404412A (en) * | 1943-10-07 | 1946-07-23 | Robert M Stephens | Vacuum cup |
CH271254A (fr) | 1948-02-17 | 1950-10-15 | Brun Justin | Equipement de sécurité. |
US2703688A (en) * | 1954-06-23 | 1955-03-08 | William M Shuter | Service bracket |
US2979153A (en) * | 1958-01-24 | 1961-04-11 | Standard Safety Equipment Co | Safety suit |
US3157256A (en) * | 1961-08-25 | 1964-11-17 | Philco Corp | Ice anchor |
US3307811A (en) * | 1965-07-27 | 1967-03-07 | Roy A Anderson | Wire tie down assembly |
US3424134A (en) * | 1966-12-12 | 1969-01-28 | Irvin Industries Inc | Industrial safety harness |
DE2343233A1 (de) * | 1973-08-28 | 1975-03-13 | Ertl Kg Baustoffwerk | Absturzsicherung |
US4009763A (en) * | 1975-12-03 | 1977-03-01 | Hunter Alex E | Pole ladder |
US4187590A (en) * | 1977-04-20 | 1980-02-12 | R. D. Bussard & Son, Inc. | Elastic fastener |
US4120379A (en) * | 1977-08-22 | 1978-10-17 | Carter Samuel E | Tree stand and seat |
US4244445A (en) * | 1979-04-18 | 1981-01-13 | Strode Clarence A | Support platform for vertical poles or trees |
US4249713A (en) * | 1979-08-02 | 1981-02-10 | Glynn John H | Roof attachment member for safety lines |
US4467581A (en) * | 1982-02-24 | 1984-08-28 | Single-Ply Institute Of America, Inc. | Membrane anchor system with metal body |
CA1187853A (en) * | 1983-10-06 | 1985-05-28 | Kenneth Thaler | Roof anchor and support |
DE8531673U1 (de) * | 1985-11-09 | 1986-06-12 | Deitermann Chemiewerk Gmbh & Co Kg, 4354 Datteln | Halter für die lösbare Befestigung einer Anordnung von Wärmedämmplatten, insbesondere auf Dachflächen |
US4744187A (en) * | 1987-01-27 | 1988-05-17 | The Firestone Tire & Rubber Company | Mechanical roof fastener |
US4892429A (en) * | 1987-08-03 | 1990-01-09 | Giannuzzi Louis | Roof anchor and stress plate assembly |
US4830341A (en) * | 1987-12-31 | 1989-05-16 | Institut De Recherche En Sante Et En Securite Du Travail Du Quebec | Anchor for temporary safety fence |
CA1271464A (en) * | 1988-03-25 | 1990-07-10 | Marc H. Lebel | U-bolt type anchor for building safety lines |
US5105910A (en) * | 1991-01-07 | 1992-04-21 | Engstrom Jay C | Portable tree stand assembly for hunters |
US5168684A (en) * | 1991-05-28 | 1992-12-08 | Ronald Bruhm | Means for securing elastomeric sheathing to a roof surface |
US5282597A (en) * | 1992-08-04 | 1994-02-01 | Michael A. Babcock | Safety line anchoring device |
US5361558A (en) * | 1992-12-11 | 1994-11-08 | Stacy Thornton | Roof mountable safety line anchor |
US5287944A (en) * | 1993-02-03 | 1994-02-22 | Woodyard Clifford P | Roof mounted anchor used singly or with another, and with other equipment in a fall restraint and/or fall arrest system |
US5417636A (en) * | 1993-07-06 | 1995-05-23 | Havens; Suzanne | Body stretching and exercise mat system |
US5433290A (en) * | 1993-10-04 | 1995-07-18 | Research & Trading Corporation | Safety line shock absorber |
US5730407A (en) * | 1995-07-31 | 1998-03-24 | Ostrobrod; Meyer | Roof anchoring system with a safety line |
US5975239A (en) * | 1995-08-10 | 1999-11-02 | Castaneda; Frank F. | Anchor for a roofing safety system |
US6098746A (en) * | 1995-08-10 | 2000-08-08 | Castaneda; Frank F. | Crown anchor for a roofing safety system |
US5687535A (en) | 1995-11-03 | 1997-11-18 | D B Industries, Inc. | Detachable roof anchor |
US5730245A (en) * | 1996-04-02 | 1998-03-24 | Conway; John | Safety cable deck anchor |
GB2313396B (en) * | 1996-04-18 | 2000-08-30 | Acimex | Fall arrest device |
US5738046A (en) * | 1996-07-22 | 1998-04-14 | Williams; Tommie Ann | Safety jacket and harness system |
US5829203A (en) * | 1996-12-24 | 1998-11-03 | Ealer, Sr.; James Edward | Roof safety bracket |
US5848666A (en) * | 1997-03-05 | 1998-12-15 | Woodall; Wilbur J. | Adjustable tree stand |
JPH1136605A (ja) * | 1997-07-18 | 1999-02-09 | Asahi Chem Ind Co Ltd | 安全ロープ取付具及び安全ロープ取付用固定構造 |
CA2241832A1 (en) * | 1998-06-29 | 1999-12-29 | Industrial Thermo Polymers Limited | Fastener with planar coil |
DE19959591A1 (de) * | 1998-12-16 | 2000-06-21 | Henkel Kgaa | Verbundblechflansche für Absturzsicherungen |
EP1036575B1 (en) * | 1999-03-16 | 2004-05-12 | Protecta International | Safety line anchoring methods and apparatus |
US6128782A (en) * | 1999-04-21 | 2000-10-10 | Young; David A. | Combination clothing/safety harness for fall arresting and rescue from confined spaces |
US6526701B2 (en) * | 2000-07-03 | 2003-03-04 | Vermont Slate & Copper Services, Inc. | Roof mount |
US6318941B1 (en) * | 2000-07-20 | 2001-11-20 | Torbett B. Guenther | Wall anchor |
US6508446B1 (en) * | 2000-07-27 | 2003-01-21 | Julie H. Addison | Portable swing system |
JP4376432B2 (ja) * | 2000-07-27 | 2009-12-02 | 積水化学工業株式会社 | 親綱固定金具および屋根構造 |
AUPQ942200A0 (en) * | 2000-08-15 | 2000-09-07 | Poldmaa, Arvo | Roof anchor method and apparatus |
GB0029047D0 (en) * | 2000-11-29 | 2001-01-10 | Uniline Safety Systems Ltd | Supporting bracket assembly for a horizontal lifeline cable |
US6779316B2 (en) * | 2001-01-31 | 2004-08-24 | Kenneth Carroll | Safety anchor |
US6892395B2 (en) * | 2001-02-14 | 2005-05-17 | James R. Schweer | Safety garment having safety harness |
DE20109056U1 (de) * | 2001-05-22 | 2001-10-11 | Zink Rainer | Gewebe durch Auflast aus Schüttgut gehalten, zur individuellen Schaffung von Anschlagmöglichkeiten für Schutzausrüstungen gegen Absturz |
DE10333113B3 (de) * | 2003-07-21 | 2004-11-18 | Optigrün international AG | Absturzsicherung für Dächer mit Dachauflast |
US7008158B2 (en) * | 2004-02-05 | 2006-03-07 | Madden Iii James William | Bolt or nut locking fastener and fastening system |
CA2489107A1 (en) * | 2004-07-23 | 2006-01-23 | Thaler Metal Industries Ltd. | Energy absorber for horizontal lifeline system |
US7914057B2 (en) * | 2005-06-02 | 2011-03-29 | D B Industries, Inc. | Vacuum anchor |
US20070007503A1 (en) * | 2005-07-07 | 2007-01-11 | Rafael Martinez | Truss mounted rooftop fall protection system |
US8181743B2 (en) * | 2007-03-29 | 2012-05-22 | Ducellier Jason | Portable tree stand |
US8434274B2 (en) * | 2011-01-06 | 2013-05-07 | Clifford M. Anderson, JR. | Raptor nest exclusion device |
US8733718B2 (en) * | 2012-05-10 | 2014-05-27 | Peter A. CORSI | Non-invasive roof mounting adaptor and method for installing same |
US9550092B2 (en) * | 2012-07-23 | 2017-01-24 | Hurricane Safety Systems, Llc | Hand grip assembly |
US9027709B2 (en) * | 2013-01-09 | 2015-05-12 | Advanced Treestand Investments, LLC | Modular tree stand |
US20140224579A1 (en) * | 2013-02-13 | 2014-08-14 | Allan Joseph Balascak | Fall protection system |
US20160128317A1 (en) * | 2014-11-07 | 2016-05-12 | Theodore Robert Gerry | Assistive apparatus for hanging a tree stand |
-
2004
- 2004-12-13 NL NL1027728A patent/NL1027728C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2004-12-14 EP EP09178984.2A patent/EP2163710B1/en active Active
- 2004-12-14 US US10/584,215 patent/US9643035B2/en active Active
- 2004-12-14 DK DK04808785T patent/DK1699991T3/da active
- 2004-12-14 EP EP07105360A patent/EP1803871B1/en active Active
- 2004-12-14 WO PCT/NL2004/000869 patent/WO2005061817A1/en active IP Right Grant
- 2004-12-14 AT AT07105360T patent/ATE462849T1/de active
- 2004-12-14 PL PL09178984T patent/PL2163710T3/pl unknown
- 2004-12-14 DK DK09178984T patent/DK2163710T3/da active
- 2004-12-14 CA CA2551556A patent/CA2551556C/en active Active
- 2004-12-14 JP JP2006546866A patent/JP5416884B2/ja active Active
- 2004-12-14 RU RU2006126658/03A patent/RU2355853C2/ru active
- 2004-12-14 PL PL04808785T patent/PL1699991T3/pl unknown
- 2004-12-14 EP EP10183827.4A patent/EP2287422A3/en active Pending
- 2004-12-14 PL PL07105360T patent/PL1803871T3/pl unknown
- 2004-12-14 CN CNB2004800390882A patent/CN100408795C/zh active Active
- 2004-12-14 DE DE602004026369T patent/DE602004026369D1/de active Active
- 2004-12-14 EP EP19183721.0A patent/EP3581736A1/en active Pending
- 2004-12-14 AT AT04808785T patent/ATE381652T1/de active
- 2004-12-14 DK DK07105360.7T patent/DK1803871T3/da active
- 2004-12-14 EP EP04808785A patent/EP1699991B1/en active Active
- 2004-12-14 DE DE602004010846T patent/DE602004010846T2/de active Active
- 2004-12-21 CA CA2550970A patent/CA2550970C/en active Active
- 2004-12-21 WO PCT/NL2004/000894 patent/WO2005061818A1/en active Application Filing
- 2004-12-21 EP EP04808810.8A patent/EP1699992B1/en active Active
- 2004-12-21 NL NL1027834A patent/NL1027834C2/nl active Search and Examination
- 2004-12-21 US US10/584,216 patent/US20070163835A1/en not_active Abandoned
- 2004-12-24 WO PCT/NL2004/000913 patent/WO2005061819A1/en not_active Application Discontinuation
- 2004-12-24 EP EP04808829.8A patent/EP1699993B1/en active Active
- 2004-12-24 NL NL1027888A patent/NL1027888C2/nl active Search and Examination
-
2006
- 2006-07-21 NO NO20063398A patent/NO338669B1/no unknown
- 2006-07-24 NO NO20063406A patent/NO336860B1/no unknown
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1034126C2 (nl) * | 2007-07-13 | 2009-02-02 | Schuurman Tussenholding B V | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. |
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1027728C2 (nl) | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. | |
US5896719A (en) | Roof safety anchor | |
US9316008B2 (en) | Roof anchor with shock absorbing means | |
US7743572B2 (en) | Anti-vibration sound insulator for suspended ceiling | |
US6226945B1 (en) | Safety mesh roof facing system | |
NL1035225C2 (nl) | Valbeveiliging. | |
GB2291100A (en) | Roof ridge anchor | |
NL1034126C2 (nl) | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. | |
NL1031567C1 (nl) | Zekeringsinrichting voor een valbeveiliging. | |
EP0681634B1 (en) | Improved roof anchor | |
EP0744001B1 (en) | A vibration damper for an underroof | |
EP3082979A1 (en) | A fall restraint | |
AU2012101542A4 (en) | Roof Anchor with Shock Absorbing Means | |
CA2605063C (en) | Construction safety system | |
GB2321916A (en) | Roof safety barrier | |
NO983934D0 (no) | Festeinnretning for etablering av rekkverksknekter i sikringshensikt ved arbeid på hellende tak | |
NO973356D0 (no) | Metode for sikring mot uönsket pendling av oppsatt stige mot ytre takkonstruksjoner innbefattet beskyttelse mot deformering av takrenne, samt innretning for oppnåelse av dette |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
PD2A | A request for search or an international type search has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20110701 |