NL1035225C2

NL1035225C2 - Valbeveiliging.

Info

Publication number: NL1035225C2
Application number: NL1035225A
Authority: NL
Inventors: Paulus Cornelis Wil Valkenhoef
Original assignee: Hutter Veiligheid B V
Priority date: 2008-03-31
Filing date: 2008-03-31
Publication date: 2009-10-01

Description

VALBEVEILIGING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een valbeveiliging, zoals weergegeven in de aanhef van de navolgende conclusie 1.

Dergelijke valbeveiligingen zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in de vorm van persoonlijke ankerpunten of als lijnsystemen, voor gebruik op daken van gebouwen. 10 Valbeveiligingen zijn verplicht bij het werken op daken, en komen in diverse vormen voor, bijvoorbeeld in relatief eenvoudige paalvorm, en voorts al dan niet direct gefixeerd ten opzichte van het object waar de beveiliging plaats vindt. De tot noch toe bekende paalvormige beveiligingen zijn hetzij star hetzij omklappend.

15 Een ten behoeve van val- of schokdemping van een val meer uitgewerkt concept voor beveiliging is geïllustreerd door de productfolder BODYGUARD™, en de webpagina http.7/www.hutter.nl/07 VB 020 003 BODYGUARD.html. van 13 september 2007, waarin een persoonlijk ankerpunt wordt beschreven. Dit bekende ankerpunt omvat een onderplaat welke op de dakbedekking wordt geplaatst en met bevestigingsmiddelen 20 tegen de dakvloer van het van de beveiliging te voorzien object wordt aangeklemd, en omvat een bol, in feite omgekeerd schotelvormig uitgevoerd centraal deel dat bij een val, al dan niet tezamen met een daartoe aangepast oog voor aanhaken deformeert.

De bekende valbeveiliging functioneert zoals ook uit testen en certificering blijkt naar 25 behoren, en is gunstigerwijs eenvoudig en voordelig geconstrueerd. De bekende beveiliging is niet bestemd voor en bruikbaar als onderdeel van een lijnsysteem.

De onderhavige vinding heeft tot doel de bekende beveiligingen verdergaand te ontwikkelen, zo niet te verbeteren. Conform de huidige uitvinding wordt dit doel 30 bereikt bij het, in aanvulling op de kenmerken uit de aanhef van conclusie 1, toepassen van de constructieve maatregelen zoals weergegeven in het kenmerkend deel daarvan.

1035225 2

Met een systeem volgens de huidige uitvinding is een valbeveiliging gerealiseerd welke niet alleen geschikt is voor toepassing als persoonlijk ankerpunt, maar welke ook opgenomen kan zijn in, of toegepast worden kan als lijnsysteem. De nieuwe constructie is daarbij evenzeer als de BODYGUARD™ en de bekende paalbeveiligingen relatief 5 eenvoudig van constructie, maar beschikt desondanks over een valdempende werking.

De constructie volgens de uitvinding omvat hiertoe niet alleen een onderplaat zoals bekend uit de BODYGUARD™, maar tevens een ankerpaal welke op een centraal deel van de onderplaat afsteunt en daarmee is verbonden. Een dergelijke constructie maakt 10 gunstig gebruik van de valdempingsvoorziening welke in de bekende onderplaat is opgenomen, en lost op verrassend eenvoudige wijze het schok-nadeel van starre of omklappende paalbeveiligingen op. De nieuwe constructie heeft als bijzonder voordeel en dat de valdemping met vergrote mate van zekerheid onder deformatie van de onderplaat zal plaats vinden. Dit heeft conform onderliggend inzicht van de uitvinding 15 in effect het voordeel dat het staafvormige lichaam, anders dan het bekende omklappen, tot geleidelijke buiging ofwel valdemping kan komen. Bij voorkeur is het staafvormige lichaam dan ook met rond stafmateriaal dan wel buismateriaal vorm gegeven.

In een verdere uitwerking van de huidige vinding is de valbeveiliging voorzien van een 20 het paalvormig deel omgevend element dat op vaste wijze met de paal is verbonden, en ten opzichte van de bodemplaat dan wel de paal relatief makkelijk plastisch deformeerbaar is. Met een dergelijke voorziening wordt conform de uitvinding op eenvoudige wijze een aanvullende valdempende werking van de beveiliging verkregen. Het omgevend element kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als hoepel welke op enige dan 25 wel vrijwel maximale hoogte met het paalvormig element is verbonden, maar is in principe vormvrij en kan derhalve ook in een rechte vorm zijn uitgevoerd. In een voorkeursuitvoering is het omgevend element, hoed- dan wel rokvormig uitgevoerd in plaatmateriaal, zodanig dat tevens waterdichtheid tussen een boven op de beveiliging aanwezig ankeroog en de onderplaat verkregen wordt. Een dergelijk omgevend deel 30 kan zich daarbij vanaf de bovenzijde van het paal-element tot nabij de onderplaat uitstrekken.

3

Een verder voordeel van de onderhavige uitvinding is dat deze, met en zonder omgevend element, ten gevolge van zijn verhoogde uitvoering met zekerheid tot een op het oog reeds zeer goed zichtbare deformatie komt, en daarmee na een geslaagde valbeveiliging onmiskenbaar de dan noodzakelijke vervanging, althans verdere 5 onbruikbaarheid aangeeft.

Met een over vrijwel de gehele hoogte van het paal-element reikend hoed ofwel omgekeerde pot-vormig omgevend element wordt met zekerheid bereikt dat een relatief groot object, op bij uitstek goed zichtbare wijze ten gevolge van een val deformeert. 10 Een dergelijke constructie heeft bovendien het voordeel dat de ankerpunten ook tijdens werk op of aan een daarmee voorzien object bij uitstek goed zichtbaar zijn, ofwel dat de kans op een misstap verkleind wordt.

Conform weer een verdere uitwerking van de uitvinding is het paalvormig element met 15 een uiteinde door een opening in de onderplaat gevoerd, en met de plaat verbonden onder gebruikmaking van klemmiddelen zoals borgende moeren, welke via oppervlakte vergrotende aanligringen de onderplaat aangrijpen. Hiermee wordt onder toepassing van op zichzelf algemeen bekende bevestigingsmiddelen enerzijds voorkomen dat het paal-element bij een val uit de onderplaat scheurt, terwijl anderzijds een effectief 20 gunstige inleiding tot deformatie van de onderplaat wordt bewerkstelligd.

Ter bevordering van, dan wel als alternatief voor de conform de huidige uitvinding bij voorkeur voorziene geleidelijke deformatie, dat wil zeggen verbuiging van het paalvormig element, deze laatste zijn voorzien van voorbepaalde verzwakking. Tevens 25 kan in aanvulling op de geschetste, op geleidelijke plastische deformatie gebaseerde voorzieningen voor valdemping, zijn voorzien dat een op het paalelement aan te brengen bevestigingsoog eveneens deformeerbaar is uitgevoerd. Conform voorkeursuitvoering zijn de respectieve elementen voor val, althans schokdemping bij een val, zodanig uitgevoerd dat achtereenvolgens de onderplaat, het paal-element, het 30 omgevend element, en ten slotte het aanhaak-oog deformeren.

4

De uitvinding zal thans bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een valbeveiliging volgens de uitvinding zoals deze op een dak gemonteerd kan zijn; 5 Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een verticale doorsnede van de valbeveiliging volgens figuur 1, welke onder meer een onderplaat, een paalelement en de onderlinge verbinding toont;

Figuur 3 is een weergave in detail van een bovenste deel van figuur 2, welke onder meer de verbinding van een omgevend element en een op de beveiliging aan te 10 brengen aanhaak-oog met een paal-element van de beveiliging illustreert;

Figuur 4 is een is een weergave conform figuur 3, van het onderste deel van de beveiliging;

De figuren 5 en 6 illustreren uitvoeringen van de valbeveiliging volgens de uitvinding, waarbij deze is uitgevoerd voor opname in een lijnbeveiligingssysteem.

15 In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.

Figuur 1 toont een valbeveiliging 1 volgens de uitvinding zoals deze kan worden aangetroffen op het een te beveiligen object, doorgaans een plat dak. De beveiliging 1 20 omvat een zogenaamd aanhaakoog 3 en een omgevend element 3, hier uitgevoerd in deformeerbaar plaatmateriaal, en wel in de vorm van een omgekeerde pot. Bij bevestiging op een object wordt de beveiliging daarmee bij voorkeur voorzien van een op zich bekende, optisch fraai vormgegeven, op het te beveiligen object aansluitende afdekking 2 uit bitumen of ander dakmeteriaal, doorgaans een zogenaamde rozet. De 25 beveiliging kan overigens met behoud van functie ook zonder afdekking worden toegepast.

Figuur 2 toont de in figuur 1 door afdekking 2 niet zichtbare onderplaat 6 waar de onderhavige uitvinding van uit gaat, alsmede een daarbij horend paal-element 5, op 30 welke laatste in een voorkeursuitvoering een omgevend element 3 ten behoeve van verdere valdemping is aangebracht. In het huidige voorbeeld is dit element 3 zodanig 5 rok-vormig uitgevoerd en zodanig aansluitend op de onderplaat dat effectief tevens een waterdichte afdekking tussen aanhaakoog 4 en de onderplaat bewerkstelligd is.

Figuur 3 illustreert een mogelijke bevestiging van aanhaakoog 4 met aanhaakopening 5 10, en het omgevend element 3 op het paal-element 5. Hiertoe is deze aan zijn uiteinde getapt uitgevoerd, en voorzien van een eerste, onderste moer 7A, welke in eerste instantie het omgevend element 3 steunt. De huidige vorm en bevestigingswijze maken hiermee een voordelige en eenvoudige fabricage mogelijk, welke kan worden uitgevoerde zonder specialistisch materiaal en/of kennis zoals bij een lasbevestiging. 10 Op het omgevend element is een onderste steunring 8 aangebracht via welke het hier grotendeels U-vormige aanhaakoog draaibaar op het paal-element 5 afsteunt. Omgevend element 3 en aanhaak-oog 4 worden tegen de onderste moer 7A geklemd door borgmoer 7B welke via een bovenste steunring 8 aanligt. Tussen beide ringen 8, kan in de bevestigingsopening van het aanhaakoog 4 een hier niet nader aangeduid 15 afstandselement zijn opgenomen ter bevordering van de vrije draaibaarheid van het oog 4. Hoewel in dit voorbeeld het oog 4 is' uitgevoerd als een mede-deformerend en mede valdempend element, kan onder behoud van het wezen van de uitvinding, de valbeveiliging op overeenkomstige wijze zijn voorzien van niet nader geïllustreerde, in de handel verkrijgbare, veelal niet deformeerbare aanhaakogen.

20

Figuur 4 illustreert onder meer de bevestiging van paal-element 5 en onderplaat 6, welke is gerealiseerd onder gebruikmaking van moer en contramoer 11 alsmede aanligringen 12, via welke de moeren 11 de onderplaat inklemmen. De aanligringen zorgen voor oppervlaktevergroting, hetgeen uitscheuren voorkomt, en zorgen tevens 25 voor inleiding van geleidelijke deformatie in de onderplaat 6. Deze laatste is daartoe schotelvormig uitgevoerd, met een bollend deel 6A, dat in het midden daarvan een vlak gedeelte 6B heeft. In een op het bollend deel aansluitende flensrand zijn in verzonken delen 6C openingen opgenomen voor een bevestiging middels bouten aan het te beveiligen object. De figuur illustreert tevens dat het omgevend element 3 over een 30 groot deel van de onderplaat reikt, en conform een bijzondere uitvoering in hoogterichting vrijwel tot de onderplaat 6 reikt. Dit bevordert de afscherming van de 6 centrale opening in de plaat 6 tegen waterinslag en leidt ook tot vrijwel onmiddellijke inwerking treden van het mede valdempend effect van het omgevend deel 3.

De figuren 5 en 6 illustreren een uitvoering waarin het aanhaak-oog 4, dan wel een 5 ander bijvoorbeeld niet deformeerbaar aanhaakoog, is vervangen door een opzet-element voor een op zich bekend lijnsysteem, waarbij telkens slechts een deel van de lijn is weergegeven. Figuur 5 toont hierbij een opzet stuk voor ondersteuning in een recht deel van een lijn, en figuur 6 toont een eveneens op zich bekend opzetstuk voor gebruik in een bocht in een lijn. Het constructieve concept voor de onderhavige 10 valbeveiliging biedt in een lijn-systeem dan ook overeenkomstige voordelen als bij toepassing voor persoonlijk ankerpunt zoals in de figuren 1 tot 4 is weergegeven.

De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor 15 een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.

1035225

Claims

1. Valbeveiliging voor gebruik op of aan een object zoals een gebouw, voorzien van een plastisch deformeerbare onderplaat met boorgaten, in het bijzonder voor het 5 met bouten tegen het object fixeren van de beveiliging, welke onderplaat ten is voorzien van een omgekeerd schotelvormig deel omvat, met het kenmerk, dat de beveiliging voorts een paalvormig deel omvat dat afsteunt tegen het schotelvormig deel en daarmee vast is verbonden.

2. Beveiliging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het paalvormig deel is 10 voorzien van een, omgevend element dat op vaste wijze met de paal is verbonden, en ten opzichte van de bodemplaat dan wel de paal relatief makkelijk plastisch deformeerbaar is.

3. Beveiliging volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het omgevend element uit plaatmateriaal is gevormd en zich met een opstaande rand over 15 ten minste een aanmerkelijk deel van de paal uitstrekt, daarbij met de onderzijde tot ten minste nabij de onderplaat reikend.

4. Beveiliging volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het omgevend element nabij zijn onderzijde de onderplaat raakt.

5. Beveiliging volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 paalvormig deel is gevormd uit buis- dan wel rond stafmateriaal.

6. Beveiliging volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paalvormig element met een uiteinde door een opening in de onderplaat is gevoerd, en met de plaat is verbonden onder gebruikmaking van klemmiddelen zoals borgende moeren, welke via oppervlakte vergrotende aanligringen de onderplaat aangrijpen.

7. Beveiliging volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de klemringen van aanmerkelijk grotere diameter zijn dan de opening in de onderplaat, bij voorkeur ten minste twee keer zo groot.

8. Beveiliging volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het omgevend element pot-vormig is en via de vlakke zijde met het bovenste uiteinde-deel 30 van het paalvormig element is verbonden. 1035225

9. Beveiliging volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paalvormig deel op een of meer plaatsen is voorzien van voorbepaalde verzwakking dan wel vervorming voor het faciliteren van geleidelijke deformatie, dan wel reductie van kans op hefboomwerking.

10. Beveiliging volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deformeerbare delen van de beveiliging, in aanvulling op de onderplaat, het paalvormig element en het omgevend element, een deformeerbaar aanhaakoog omvatten.

11. Beveiliging volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de deformeerbare delen zo zijn vorm gegeven dat bij een eventuele val achtereenvolgens 10 de onderplaat, het paal-element, het omgevend element en ten slotte het aanhaak-oog deformeren. 1035225