NL1024791C2 - Veiligheidsinrichting. - Google Patents

Description

» *·

Veiligheidsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsinrichting, zoals voor het gebruik op daken, voor het bevestigen van een lijflijn.

Tijdens dakwerkzaamheden is het noodzakelijk om een 5 valbeveiliging toe te passen. Een valbeveiliging hèeft tot doel om personen die werkzaamheden uitvoeren op of bij een dakvlak zodanig te beveiligen dat zij niet als gevolg van bijvoorbeeld een misstap, uitglijden of een andere onverhoedse beweging hun evenwicht verliezen en naar beneden vallen.

10 Aan de andere kant moeten een dergelijke beveiliging de betrokken persoon zoveel vrijheid bieden dat de gewenste activiteiten zonder al te veel hinder uitgevoerd kunnen worden. Veel valbeveiligingssystemen zijn gebaseerd op een zogenaamde lijflijn, ook wel levenslijn genoemd. Hierbij wordt een lijn, 15 met name de lijflijn, aan het ene uiteinde bevestigd aan het lichaam van de persoon die beveiliging behoeft, terwijl het andere uiteinde wordt bevestigd aan een vast punt. Als nu de betreffende persoon zijn evenwicht verliest dan valt hij slechts zover als de lengte van de lijflijn toestaat. De be-20 treffende persoon hangt dan via de lijflijn aan het vaste punt. De lengte van de lijflijn moet derhalve niet te groot worden gekozen, om de mogelijke val niet te groot te laten zijn. Aan de andere kant, als de lengte van de lijflijn te beperkt is, wordt daarmee ook de bewegingsvrijheid van de be-25 treffende persoon te beperkt. De lengte van de lijn zal derhalve gekozen moeten worden door deze twee in wezen tegengestelde vereisten op optimale wijze, aangepast aan de situatie, te kiezen, De bevestiging van de lijflijn aan het lichaam van de betreffende persoon vindt veelal plaats door de-30 ze te bevestigen aan een gordel of aan een harnas, dat door de gebruiker wordt gedragen. Een dergelijke gordel of harnas heeft tot doel om de schok op het lichaam van de gebruiker bij een eventuele val zo goed mogelijk óver het lichaam te verdelen.

35 Het zal duidelijk zijn dat er eveneens speciale ei- 1024791 2 sen worden gesteld aan de bevestiging aan de andere zijde van de lijflijn. Deze moet voldoende stevig zijn om de schok op te kunnen vangen in het geval dat de gebruiker komt te vallen. Ook al zal de valhoogte niet bijzonder groot zijn, deze 5 is zoals boven is uiteengezet, afhankelijk van de vrije lengte van de lijflijn, toch kan de schokbelasting op het vaste punt aanzienlijk zijn. Vanzelfsprekend moet de bevestiging van dit uiteinde deze schok op kunnen vangen. Om een goede beveiliging tegen het vallen te combineren met een goede be-10 wegingsvrijheid van de gebruiker wordt het vaste punt vaak gevormd door een horizontaal aangebrachte rail. Voor verschillende typen gebouwen zijn er verschillende systemen in de handel gebracht voor een dergelijke valbeveiliging.

Alle in de handel verkrijgbare systemen moeten permanent wor-15 den aangebracht.

Deze systemen hebben als nadeel, dat de kosten van dergelijke systemen erg hoog zijn. Ook blijft het systeem altijd zichtbaar, wat uit esthetische overwegingen ongewenst is. Daarnaast overtreft de tijdsduur voor het aanbrengen van 20 het systeem vaak de tijdsduur van de werkzaamheden waarvoor het wordt aangebracht. Bovendien moet een dergelijk systeem periodiek worden gekeurd. Dit betekent dat in veel gevallen het aanbrengen van een dergelijk systeem niet haalbaar is.

In sommige gevallen is het wel mogelijk om op be-25 trekkelijk eenvoudige wijze een valbeveiliging aan te brengen. Bijvoorbeeld als er op het dak twee schoorstenen van voldoende degelijke constructie aanwezig zijn, dan kan er een lijn tussen deze schoorstenen worden gespannen, waaraan dan weer een lijflijn kan worden bevestigd.

30 Het is ook mogelijk om een werplijn over het gebouw te gooien en daaraan een lijflijn te bevestigen. De werplijn moet dan aan beide zijden van het gebouw worden geborgd, bijvoorbeeld aan een boom. Deze borgingspunten zijn vaak niet of onvoldoende aanwezig. Ook is dan slechts een deel van het 35 dakvlak bereikbaar voor werkzaamheden.

Het is derhalve een doel van de uitvinding om een veiligheidsinrichting te verschaffen, die eenvoudig en snel is aan te brengen en te verwijderen.

1024791 3 ι

Het is een ander doel van de uitvinding om een vei-ligheidsinri'chting te verschaffen, die niet afhankelijk is van in de omgeving aanwezige objecten, die als borgingspunt dienst zouden kunnen doen.

Het is weer een ander doel van de uitvinding om een veiligheidsinrichting te verschaffen, die het dakvlak volledig bereikbaar maakt voor werkzaamheden.

5 Bovengenoemde doelen worden bereikt door een inrich ting, die is voorzien van tenminste twee steunen, die elk verwijderbaar zijn bevestigd aan een muur, waarbij tenminste twee steunen zijn bevestigd aan tegenover elkaar liggende muren, en waarbij de bovenste uiteinden van de steunen uitste-10 ken boven het dak en zijn voorzien van bevestigingsmiddelen, waarbij tussen deze bevestigingsmiddelen een verbinding is aangebracht waaraan een lijflijn bevestigd kan worden.

Een verbinding die eenvoudig is aan te brengen en derhalve met gunstige kosten gebruikt kan worden is een ver-15 binding van staaldraad. Deze verdient dan ook in de meeste gevallen de voorkeur.

Het is echter ook mogelijk om in plaats van staaldraad een kunststof lijn te gebruiken. Deze zijn eenvoudiger te bevestigen, maar er moet bij de keuze van de kunststoflijn 20 wel rekening worden gehouden met de eigenschappen van breeksterkte en rek van de betreffende kunststoflijn.

Er zijn echter ook situaties denkbaar dat een verbinding met een grotere stijfheid de voorkeur geniet. In dergelijke gevallen heeft een stijvere verbinding, bijvoorbeeld 25 een stang, of een samenstelling van stangen de voorkeur.

Een betrekkelijk eenvoudige, doch doelmatige constructie kan worden verkregen door de steunen uit te voeren als buizen, balken, of staven die op tenminste twee plaatsen zijn voorzien van daaraan bevestigde schroefplaten, die door 30 middel van schroeven aan de muur bevestigd kunnen worden.

Een materiaal dat bijzonder geschikt is om de genoemde steunen in uit te voeren is aluminium. Dit materiaal heeft voor deze toepassing voldoende sterkte. Het wordt bijvoorbeeld veelvuldig toegepast als steigermateriaal. Daar-35 naast heeft wegens het geringe gewicht voordelen bij het han- 1024791 4 teren van de steunen, bijvoorbeeld bij monteren, demonteren en bij transport.

In situaties waar er bij de overgang van muur naar dak obstakels zijn, bijvoorbeeld in de vorm van overstekken, 5 kunnen deze eenvoudig omzeild worden door ter plaatse van eén of meer schroefplaten afstandhouders aan te brengen, zodat de steun vrijloopt van de obstakels.

De onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van niet beperkende voorbeelden van voor-10 keursuitvoeringen. Deze zullen worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een aanzicht is in perspectief van een deel van een huis met daaraan bevestigd een deel van de veiligheidsinrich-ting volgens de onderhavige uitvinding, en 15 Fig. 2 een aanzicht is in perspectief van het deel van de veiligheidsinrichting volgens de onderhavige uitvinding bij de overgang van de muur naar het dak.

Met verwijzing nu naar fig. 1 en fig. 2 bestaat een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding uit twee 20 steunen 1, waartussen een verbinding is bevestigd. De steunen bestaan elk uit een buis van aluminium, waaraan schroefplaten 5 en bevestigingsmiddelen 3 zijn gelast. Het is echter ook mogelijk om in plaats van aluminium een ander materiaal, zoals bijvoorbeeld staal te gebruiken. Het is eveneens moge-25 lijk dat de schroefplaten op andere wijze aan de buis zijn bevestigd. Zo kunnen de schroefplaten zijn voorzien van een houder waarin de buis past. In het hier getoonde voorbeeld zijn de schroefplaten bevestigd door middel van keilbouten, in tegenover elkaar liggende muren 2 van een gebouw, waar 30 werkzaamheden aan het dak moeten worden uitgevoerd. Na gebruik van de inrichting kunnen deze bouten worden verwijderd en kunnen de gaten worden dichtgesmeerd.

In de figuren is slechts een deel van het gebouw met een deel van de veiligheidsinrichting getoond. Tussen de be-35 vestigingsmiddelen 3 is een verbinding 4 aangebracht. In het voorbeeld van fig. 1 en fig. 2 bestaan bevestigingsmiddelen 3 uit een aangelast oog. Verbinding 4 is een staaldraad die op betrouwbare wijze is bevestigd aan oog 3. Een dergelijke be- 1024791 « 5 % trouwbare bevestiging van staaldraad aan een metalen oog is alom in de handel verkrijgbaar. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld dat het uiteinde van de staaldraad door middel van een klemverbinding is verbonden met een veiligheidskarabijnhaak, 5 die op zijn beurt eenvoudig aan het oog .3 kan worden bevestigd.

Aan staaldraad 4 kan nu een lijflijn worden aangehaakt, bijvoorbeeld door middel van een karabijnhaak en het gehele dakvlak is op veilige wijze toegankelijk voor werk-10 zaamheden.

Indien vanwege grotere gewenste stijfheid gebruik gemaakt wordt van een stang als verbinding dienen de bijbehorende bevestigingsmiddelen 3 daar vanzelfsprekend op te worden aangepast.

15 In fig. 2 is te zien, dat het dakvlak bij de aan sluiting aan de muur is' uitgevoerd met een ovérstek 7. Om de steun 1 hiervan vrij te houden is tussen steun 1 en schroef-plaat 5 een afstandhouder 6 aangebracht. Deze houdt steun 1 op voldoende afstand van de muur, zodat steun 1 het overstek 20 7 kan passeren.

1024791

Claims (6)

1. Veiligheidsinrichting, zoals voor gebruik op daken, voor het bevestigen van een lijflijn, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee steunen (1), die res- 5 pectievelijk verwijderbaar zijn bevestigd aan tegenover elkaar liggende muren (2), en waarbij de bovenste uiteinden van de steunen uitsteken boven het dak en zijn voorzien van bevestigingsmiddelen (3), waarbij tussen deze bevestigingsmiddelen (3) een verbinding (4) is aangebracht waaraan een lijf-10 lijn bevestigd kan worden.

2. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding (4) een staaldraad, een kunststof lijn, een stang of een samenstelling van stangen is.

3. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de verbinding (4), een staaldraad is.

4. Veiligheidsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de steunen (1) zijn uitgevoerd als buizen, balken, of staven die op tenminste twee plaatsen zijn voorzien van daaraan bevestigde schroefplaten 20 (5), die door middel van schroeven aan de muur (2) bevestigd kunnen worden.

5. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de steunen zijn vervaardigd van aluminium.

6. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 4 of 5, 25 met het kenmerk, dat ter plaatse van een of meer schroefpla- ten (5) afstandhouders (6) zijn aangebracht. 1024791 “