NL1027513C2 - Stelsel en werkwijze voor het kweken van gewassen. - Google Patents

Description

Stelsel en werkwijze voor het kweken van gewassen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het kweken van gewassen in een ruimte, omvattende een aantal gewasdragers, waarbij elke 5 gewasdrager voorzien is van een opname voor gewassen en vèrplaatsingsmiddelen, zoals wielen of geleiders, alsmede een draagconstructie voor het daarover verplaatsen van die gewasdragers waarbij dat stelsel omvat gewasondersteuningen samenwerkend met die gewasdragers voorzien van verplaatsingsmiddelen voor het met die gewasdrager verplaatsen daarvan ten opzichte van die draagconstructie.

10 Een dergelijk stelsel is bekend uit NL 1019323. Daarin wordt een teeltgoot beschreven die opgenomen is in een constructie. Deze constructie omvat mede een zich vanaf de teeltgoot uitstrekkend samenstel van spandraden en tuidraden. Deze constructie is met behulp van wielen en een frame verplaatsbaar.

Bovendien zijn in de stand der techniek teeltstelsels bekend waarbij als 15 gewasdragers rolcontainers en rolgoten maar ook andere constructies worden gebruikt om gewassen door een teeltruimte zoals een kas te bewegen. Daardoor is het mogelijk de gewasdrager naar een aparte bewerkingsruimte te verplaatsen voor het uitvoeren van een bewerking aan de gewassen zoals oogsten. Bovendien is het daardoor mogelijk de afstand tussen de gewassen te wijzigen en de gewassen afhankelijk van het 20 groeistadium op een andere plaats aan te brengen.

Een dergelijk stelsel wordt vooral voor potplanten gebruikt. De zich daarin ontwikkelende gewassen dienen voldoende sterk te zijn om zonder ondersteuning verder te kunnen groeien. In bepaalde gevallen wordt in de pot een stok gestoken waarlangs het gewas omhoog kan groeien.

25 Andere gewassen zoals chrysanten, paprika's en tomaten worden onverplaatsbaar gekweekt. Dit hangt samen met het feit dat de lengte van dergelijke gewassen aanzienlijk is en deze ondersteuningen nodig hebben voor verdere groei. Daartoe zijn in de stand der techniek allerlei soorten constructies bekend. Bij chrysanten worden netten gebruikt en voor paprika's en tomaten draden gebruikt bevestigd worden aan de 30 kasconstructie.

Daardoor is het noodzakelijk om voor bewerkingen de kas in te gaan. Bovendien is het niet mogelijk afhankelijk van het groeistadium van de gewassen deze een andere (onderlinge) positie te geven.

1027513 2

Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel weg te nemen en in een stelsel voor het kweken van gewassen te voorzien welke gewassen tijdens de groei een ondersteuning nodig hebben.

Dit doel wordt bij het hierboven beschreven stelsel verwezenlijkt doordat de 5 gewasondersteuningen omvatten gewas aangrijpende middelen, welke gewas aangrijpende middelen in verticale richting ten opzichte van die gewasdragers verplaatsbaar zijn.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt in gewasondersteuningen voorzien. Deze bewegen met de gewasdragers mee. Daartoe kunnen deze aan de gewasdragers 10 bevestigd zijn. Het is echter eveneens mogelijk dat deze onafhankelijk van gewasdragers verplaatsbaar zijn. Echter is het steeds op deze wijze mogelijk gewassen in goten en/of op tafels of andere gewasdragers te kweken. Dit kan hetzij in potten (houders) hetzij in substraat gebeuren.

Volgens de onderhavige uitvinding omvatten de gewasondersteuningen gewas 15 aangrijpende delen die in verticale richting ten opzichte van de gewasdragers verplaatsbaar zijn. Zo kan de ondersteuning van de gewassen aangepast worden aan het groeistadium. Deze verplaatsing van de gewas aangrijpende delen in verticale richting tijdens de groei kan op vele voorstelbare wijzen uitgevoerd worden. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de verplaatsing respectievelijk de 20 verticale positie van de gewas aangrijpende delen afhankelijk van de positie van de gewasondersteuningen ten opzichte van de draagconstructie. Dat wil zeggen de positie van het gewas in de teeltruimte en/of bewerkingsruimte bepaalt de hoogte van de ondersteuning van het gewas. Een dergelijke verticale verplaatsing kan op enige in de stand der techniek bekende wijze verwezenlijkt worden. Een eenvoudige 25 uitvoeringsvorm bestaat uit het aanbrengen van vaste geleidingen waarlangs de gewas aangrijpende delen zich verplaatsen in verticale richting bij; verplaatsing van de gewasdragers resp. gewasondersteuningen in horizontale richting.

De gewas aangrijpende delen zijn bij voorkeur vorkachtig uitgevoerd. Daardoor geven deze het gewas een volledige ondersteuning maar is het anderzijds mogelijk het 30 gewas in een richting te verwijderen zonder beschadiging daaraan. Dit is met name van belang bij oogsthandelingen.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het in verplaatsbare gewasdragers telen van gewassen, omvattende het verplaatsen van die 3 gewasdragers in een kweekruimte en/of bewerkingsruimte afhankelijk van het groeistadium van die gewassen waarbij die gewassen door gewasondersteuningen ondersteund worden, welke gewasondersteuningen met die gewasdragers verplaatst worden waarbij bij het met die gewasdragers verplaatsen van die 5 gewasondersteuningen de aangrijppositie van de gewasondersteuningen op die gewassen in verticale richting wijzigt.

Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk om uitgaande van gewasdragers voorzien van op te telen gewassen afkomstig uit een bewerkingsruimte deze in een teeltruimte zoals een kas te plaatsen. Vervolgens worden de gewasdragers geleidelijk 10 aan door een dergelijke kas heen bewogen bij het wijzigen van het aangrijppunt van de gewas aangrijpende delen ten opzichte van het gewas. Dat wil zeggen het gewas wordt op een steeds hogere positie ondersteund bij de voortgang van de gewasdrager met gewas in de kas. Na een vooraf bepaalde tijd komt de gewasdrager met de gewassen weer in de bewerkingsruimte en kan daaraan een bewerking uitgevoerd worden. Indien 15 deze bewerking oogsten omvat kan bij bepaalde gewassen na het verwijderen van het geoogste gewas de betreffende plantdrager gereinigd worden en geschikt gemaakt worden voor een nieuwe hierboven beschreven cyclus. Echter is het ook mogelijk alleen een gewas te oogsten en het resterende deel opnieuw in de teeltruimte te brengen. Een voorbeeld daarvan wordt gevormd door rozen.

20 De afmetingen van de gewasdragers kunnen afhankelijk van de toepassing variëren. Indien goten toegepast worden zullen deze een lengte hebben van enkele meters tot een tiental meters.

Begrepen dient te worden dat het hierboven beschreven stelsel te combineren is met systemen voor het (verplaatsbaar) toevoeren van water en/of voedingsmiddelen.

25 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch in perspectief de verplaatsing van gewasdrager met verplaatsing van de gewasondersteuning; en

Fig. 2 schematisch in bovenaanzicht de rondgang van gëwasdragers door een 30 kweek/bewerkingsstelsel.

In fig. 1 is het stelsel volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Dit bestaat uit plantdragers of goten 4. In de tekening zijn slechts twee goten 4 afgebeeld maar begrepen dient te worden dat in de praktijk een groot aantal 4 goten aanwezig is. Elke goot is voorzien van wielen 7 verplaatsbaar over rails 8. De constructie waarmee de verplaatsing van de goten verwezenlijkt wordt is in de tekening niet getoond. Eveneens is niet in de tekening getoond een mogelijke constructie waarmee de afstand tussen de goten onderling gewijzigd wordt. Dergelijke constructies 5 zijn in de stand van de techniek algemeen bekend en kunnen ook bij de hierna te beschrijven uitvinding toegepast worden. Dat wil zeggen de afstand tussen de goten kan afhankelijk van de omvang van het gewas (groeistadium) gevarieerd worden.

In de goten is een substraat 6 aanwezig waarin gewassen 5 gekweekt worden.

De goten zijn voorzien van gewasondersteuningen 9. Deze bestaan uit staanders 10 10 die zich in hoofdzaak verticaal uitstrekken en vast aan de goot bevestigd zijn. In verticale richting daaraan verplaatsbaar zijn armen 11 aangebracht. Deze zijn voorzien van zich loodrecht daarop uitstrekkende tanden 12 uitgevoerd om het gewas te ondersteunen. Deze tanden kunnen zich in twee richtingen vanaf de armen uitstrekken. De armen zijn gekoppeld met dragers 13 die kunnen rusten op een vaste geleiding 14, 15 zoals een stang of kabel. Een dergelijke geleiding is op enigerlei wijze vast in de teeltruimte/bewerkingsruimte aangebracht.

Zoals in Eg. 1 schematisch afgebeeld zal bij het bewegen van de goten in de richting van pijl 15 drager 13 langs geleiding 14 omhoog bewegen waardoor de tanden 12 van armen 11 eveneens omhoog bewegen. Dat wil zeggen het aangrijppunt van de 20 gewassen beweegt met het groeien van de gewassen omhoog zodat steeds in optimale ondersteuning van de gewassen voorzien wordt door aanpassing van de bewegingssnelheid in de richting van pijl 15 aan de groeisnelheid van de gewassen.

In Eg. 2 is schematisch een kas getoond bestaande uit een teeltruimte 2 en een bewerkingsruimte 3. Gewassen worden in een teeltgoot 4 geplaatst in het rechter deel 25 van de bewerkingsruimte 3. Vervolgens bewegen deze volgens pijlen 16 door de teeltruimte 2. Daarbij wordt voortdurend of slechts op bepaalde plaatsen de positie van de tanden 12 van armen 11 op de hierboven beschreven wijze in verticale richting gewijzigd afhankelijk van het groeistadium van de gewassen. Vervolgens komen de gewassen weer in het linker deel van de bewerkingsruimte 3. Daar kan bijvoorbeeld 30 een oogstbewerking of andere bewerking aan de gewassen plaatsvinden.

Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk bewerkingen aan gewassen in een geoptimaliseerde bewerkingsruimte uit te voeren zodat de aanwezigheid van mensen en machines in de kweekruimte 2 zoveel mogelijk beperkt kan worden. Bovendien kunnen 5 de groeiomstandigheden van de gewassen zo veel mogelijk geoptimaliseerd worden. Zo is het mogelijk tijdens de verplaatsing van de plantdragers volgens pijlen 16 de onderlinge afstand daarvan te variëren afhankelijk van de omvang van het gewas. Het hierboven beschreven stelsel is zowel toepasbaar voor de substraatteelt als bij 5 potplanten. Bovendien kunnen allerlei soorten gewassen, zowel aangebonden als niet aangebonden op dergelijke wijze geteeld worden. Voorbeelden zijn rozen, chrysanten, zonnebloemen, paprika's en tomaten maar begrepen dient te worden dat elk gewas dat een ondersteuning en meer in het bijzonder een tijdens de groei verplaatsbare ondersteuning nodig heeft gecombineerd kan worden met het hierboven beschreven 10 stelsel/werkwijze.

Na het lezen van de bovenstaande beschrijving komen bij de vakman dadelijk varianten op bestaande uit combinaties met in de stand der techniek bekende constructies. Deze zijn voor de hand liggend na het bovenstaande en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

15 1027513

Claims (8)

1. Stelsel (1) voor het kweken van gewassen (5) in een ruimte, omvattende een aantal gewasdragers (4), waarbij elke gewasdrager voorzien is van een opname 5 voor gewassen en verplaatsingsmiddelen (7), zoals wielen of geleiders, alsmede een draagconstructie (8) voor het daarover verplaatsen van die gewasdragers waarbij dat stelsel (1) omvat gewasondersteuningen (9) samenwerkend met die gewasdragers (4) voorzien van verplaatsingsmiddelen (7) voor het met die gewasdrager verplaatsen daarvan ten opzichte van die draagconstructie, met het 10 kenmerk, dat de gewasondersteuningen omvatten gewas aangrijpende middelen (12), welke gewas aangrijpende middelen in verticale richting ten opzichte van die gewasdragers verplaatsbaar zijn.

2. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de verticale positie van die gewas 15 aangrijpende delen afhankelijk van de positie van de gewasondersteuningen ten opzichte van de draagconstructie is.

3. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die gewasdrager teeltgoten omvat. 20

4. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die gewasondersteuningen omvatten gewas aangrijpende delen uitgevoerd om zonder beschadiging in en uit aangrijping met het gewas te komen.

5. Werkwijze voor het in verplaatsbare gewasdragers telen van gewassen, omvattende het verplaatsen van die gewasdragers in een kweekruimte (2) en/of bewerkingsruimte (3) afhankelijk van het groeistadium van die gewassen, waarbij die gewassen door gewasondersteuningen ondersteund worden, welke gewasondersteuningen met die gewasdragers verplaatst worden, met het 30 kenmerk, dat bij het met die gewasdragers verplaatsen van die gewasondersteuningen de aangrijppositie van de gewasondersteuningen op die gewassen in verticale richting wijzigt. 1027513

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij die gewasdragers in een horizontaal vlak in twee onderling verschillende richtingen verplaatst worden.

7. Werkwijze volgens een van de conclusies 5 of 6, waarbij in een 5 bewerkingsruimte gewassen in de gewasdragers geplaatst worden, de gewasdragers met gewasondersteuningen naar een kweekruimte (2) verplaatst worden, de gewasdragers met de gewasondersteuningen in de kweekruimte verplaatst worden bij het omhoog bewegen van de aangrijppositie van die gewasdragers op het gewas en de gewasdragers met de gewasondersteuningen in 10 de bewerkingsruimte (3) gebracht worden voor het uitvoeren van een bewerking aan dat gewas.

8. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij die bewerking oogsten omvat. 15 1027513