NL1019323C2 - Inrichting en kas voor de teelt van planten. - Google Patents

Description

Inrichting en kas voor de teelt van planten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de teelt van planten, in het bijzonder voor voedingsproducten zoals tomaten en paprika’s en dergelijke, van welke inrichting gewasdraden voor het geleiden van de planten deel 5 uitmaken. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een kas voor de teelt van planten waarin dergelijke inrichtingen zijn geplaatst, die zijn uitgevoerd met gewasdraden voor het geleiden van de planten.

Een dergelijke inrichting en kas voor de teelt van 10 planten voor voedingsproducten zoals tomaten en paprika's, is bekend uit de praktijk. In de bekende inrichting en kas worden bijvoorbeeld betonnen vloeren toegepast, waarbij de teelt van de planten geschiedt op bijvoorbeeld glaswol, en de planten op geautomatiseerde wijze van de juiste hoeveelheid voor-15 afbepaalde voedingsstoffen worden voorzien. Via zogenaamde gewasdraden die in de kas zijn aangebracht, worden de te kweken planten omhoog geleid. De inrichtingen die daarvoor worden toegepast, hebben de vorm van stellages die op onderlinge afstand van elkaar zijn opgesteld, zodanig dat er voldoende 20 loop- en/of rijpaden zijn om de planten te kunnen onderhouden en om deze te zijner tijd te kunnen oogsten.

Deze vorm van tuinbouw kenmerkt zich door een aanhoudend streven om een hogere opbrengst per vierkante meter kasoppervlakte te realiseren, teneinde de stijgende arbeids-25 kosten, waaronder de kosten voor maatregelen voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, het hoofd te bieden. Ook vormen de steeds strenger wordende milieunormen en de noodzaak om zuinig met de beschikbare energie om te gaan, een drijfveer voor het terugdringen van de teeltkosten per vier-30 kante meter kasoppervlakte.

Met de uitvinding is beoogd aan dit aanhoudend streven om de teeltkosten per vierkante meter kasoppervlakte terug te dringen en de opbrengst per vierkante meter te verhogen, een belangrijke bijdrage te bieden.

35 Daartoe wordt volgens de uitvinding voorgesteld dat

- λ a n O O Q

2 de inrichting ten minste één verrijdbaar frame omvat waarop de gewasdraden zijn aangebracht. Hiermee wordt het voordeel bereikt dat bij het gewoonlijk gebruik van meerdere van dergelijke inrichtingen, deze nabij elkaar in de kas kunnen wor-5 den geplaatst onder vermijding van looppaden tussen deze inrichtingen. Dit kan een ruimtebesparing opleveren van circa 30%, zodat de effectieve teeltoppervlakte in de kas met een overeenkomstig percentage kan toenemen. Aangezien dit geen verandering brengt in de hoeveelheid energie die benodigd is 10 om de kas op temperatuur te houden, correspondeert deze ruimtebesparing bovendien met een overeenkomstige besparing in energiekosten per vierkante meter teeltoppervlak.

Verdere voordelen zijn bereikbaar door de kas zo uit te rusten, dat voorzien is in een afwerkplek voor ontvangst 15 van telkens een verrijdbare inrichting, voor het plegen van onderhoud aan en/of oogsten van de teelt van die inrichting. Doordat op deze wijze op een centraal punt onderhoud kan worden gepleegd aan de teelt, alsmede geoogst kan worden, is er veel minder personeel in de kas nodig dan in de kas volgens 20 de stand van de techniek, en kan een verbeterde productkwali-teit, alsmede een hogere arbeidsprestatie gerealiseerd worden.

Verdere wenselijke uitvoeringsaspecten van de in een dergelijke kas te gebruiken inrichting zullen in het navol-25 gende besproken worden.

Wenselijk is dat de inrichting is uitgevoerd met een frame dat voorzien is van vloergerichte rolorganen zoals wielen, en dat het frame bovenzijdig is uitgerust met staanders die aan hun van het frame afgerichte uiteinden met tuidraden 30 onderling zijn gekoppeld. Dit biedt een relatief lichte constructie van niettemin voldoende sterkte om het gewas dat met behulp van de gewasdraden aan de tuidraden hangt, te dragen.

De gewenste sterkte van de constructie kan in het bijzonder geschikt worden bereikt onder vermijding van zware 35 constructiedelen door de inrichting zo uit te voeren, dat de staanders onder een hoek op het frame zijn geplaatst zodanig dat deze vanaf het frame en in de lengterichting van het frame gezien van elkaar weglopen.

1 fl 1 9 3 2 3 ! 3

Daarbij is verder wenselijk dat de staanders aan hun van het frame afgerichte uiteinden met spandraden aan het frame zijn gekoppeld.

Voordelig is daarbij dat in de spandraden spanorga-5 nen zijn opgenomen.

De uitvinding zal in het navolgende verder.worden toegelicht aan de hand van de tekening.

De tekening toont in een enkele figuur een in een kas volgens de uitvinding te gebruiken inrichting volgens een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. De hierna volgende toelichting dient ter wegname van eventuele onduidelijkheden in de op deze beschrijving volgende conclusies, zonder deze overigens te beperken tot het besproken specifieke uit-voeringsvoorbeeld.

15 De figuur 1 toont dat de inrichting voor de teelt van planten, zoals deze in het kader van de uitvinding bedoeld is voor in het bijzonder voedingsproducten zoals tomaten en paprika's en dergelijke, een frame 1 omvat, waarop gewasdraden kunnen zijn aangebracht zoals hierna aangegeven.

20 Het frame 1 is bodemzijdig voorzien van rolorganen in de vorm van wielen 5, en bovenzijdig uitgerust met staanders 2 die aan hun van het frame 1 afgerichte uiteinden met tuidraden 3 onderling zijn gekoppeld.

De eerdergenoemde gewasdraden kunnen op het frame 1 25 zijn aangebracht, zodanig dat deze verlopen tussen een in genoemd frame 1 opgenomen goot 7 en de zojuist besproken tuidraden 3. In deze goot 7 worden de planten gepoot, en de gewasdraden worden bij voorkeur ook aan deze goot 7 bevestigd. De wijze waarop dit dient te zijn uitgevoerd, is voor 30 de vakman geheel bekend, zodat van een nadere toelichting daarvan is afgezien.

De figuur toont duidelijk dat de staanders 2 onder een hoek op het frame 1 zijn geplaatst, zodanig dat deze vanaf het frame 1 gezien en in de lengterichting van dit frame 35 1, van elkaar weglopen. Deze voorziening maakt mogelijk dat een relatief lichte constructie mogelijk is met voldoende sterkte om de diverse gewasdraden en de daaraan gekoppelde planten te dragen. Wenselijk is daarbij wel de toepassing van

1n ü Q3 2S

4 spandraden 6 die verlopen tussen de van het frame 1 afgerichte uiteinden van de staanders 2 en dit frame 1.

Het heeft verder de voorkeur dat in de spandraden 6 afzonderlijke spanorganen 4 zijn opgenomen, zodat de con-5 structie en met name de tuidraden 3 van voldoende spanning kunnen worden voorzien ter compensatie van het gewicht van de aan deze tuidraden 3 hangende gewasdraden en planten.

Verder niet getoond, maar voor de vakman geheel duidelijk is dat de kas volgens de uitvinding van meerdere in-10 richtingen zoals getoond in figuur 1, kan zijn voorzien die in de kas dicht op elkaar kunnen worden geplaatst onder vermijding van looppaden tussen deze inrichtingen. Daarmee zijn dan de besparingen bereikbaar zoals deze met de uitvinding zijn beoogd. Zoals eerder opgemerkt, kan met de uitvinding 15 tot circa 30% vloeroppervlakte worden bespaard met een dienovereenkomstige meeropbrengst aan teeltproducten per vierkante meter kas. Ook correspondeert deze besparing met een overeenkomstige hoeveelheid energiekostenbesparing per vierkante meter teeltoppervlak. Door de kas verder uit te voeren met 20 een centrale afwerkplek waarin telkens een verrijdbare inrichting zoals in de figuur getoond, kan worden ontvangen voor onderhoud en/of oogst van de teeltproducten, zijn verder besparingen mogelijk in hoeveelheid benodigd personeel, respectievelijk resulteert een verbeterde arbeidsproductiviteit. 25 Ook worden voordelen bereikt op het vlak van de productkwaliteit .

1 n 1 q 3 9 3 "

Claims (7)

1. Inrichting voor de teelt van planten, in het bijzonder voor voedingsproducten zoals tomaten en paprika's en dergelijke, van welke inrichting gewasdraden voor het geleiden van de planten deel uitmaken, met het kenmerk, dat de in- 5 richting ten minste één verrijdbaar frame omvat waarop de gewasdraden zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het frame voorzien is van vloergerichte rolorganen zoals wielen, en dat het frame bovenzijdig is uitgerust met staan- 10 ders die aan hun van het frame afgerichte uiteinden met tuidraden onderling zijn gekoppeld.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de staanders onder een hoek op het frame zijn geplaatst zodanig dat deze vanaf het frame en in de lengterichting van 15 het frame gezien van elkaar weglopen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de staanders aan hun van het frame afgerichte uiteinden met spandraden aan het frame zijn gekoppeld.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 20 dat in de spandraden spanorganen zijn opgenomen.

6. Kas voor de teelt van planten waarin inrichtingen zijn geplaatst, uitgevoerd met gewasdraden voor het geleiden van de planten, met het kenmerk, dat deze inrichtingen verrijdbaar zijn en nabij elkaar zijn geplaatst onder vermijding 25 van looppaden tussen de inrichtingen.

7. Kas volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voorzien is in een afwerkplek voor ontvangst van telkens een verrijdbare inrichting, voor het plegen van onderhoud aan en/of oogsten van de teelt van die inrichting. 1 Π 1 O 3 O Q