NL1025911C2 - Productdrager. - Google Patents

Productdrager. Download PDF

Info

Publication number
NL1025911C2
NL1025911C2 NL1025911A NL1025911A NL1025911C2 NL 1025911 C2 NL1025911 C2 NL 1025911C2 NL 1025911 A NL1025911 A NL 1025911A NL 1025911 A NL1025911 A NL 1025911A NL 1025911 C2 NL1025911 C2 NL 1025911C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
legs
sheet metal
platform
support
Prior art date
Application number
NL1025911A
Other languages
English (en)
Inventor
Piet Kloosterhuis
Wim Nowe
Original Assignee
Logiqs Agro B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Logiqs Agro B V filed Critical Logiqs Agro B V
Priority to NL1025911A priority Critical patent/NL1025911C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025911C2 publication Critical patent/NL1025911C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1476Greenhouse gutters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

PRODUCTDRAGER
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op productdrager voor gebruik in de kasteelt, zoals weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1.
Dergelijke productdragers zijn bekend in de vorm van substraatgoten, althans draagplateaus, die door portaaiachtige constructies zijn geschoord en die doorgaans zijn opgenomen in een basisconstructie, bijvoorbeeld een op zichzelf bekende 10 container of houder voor kasproducten, dan wel het raamwerk daarvan. De In de houder aanwezige basisconstructie dient naast het steunen van de productdrager tevens de logistiek in een kassysteem, door de aanwezigheid van overlangse kokers via welke een houder kan worden opgenomen in een wielenbaan. Deze bevind zich doorgaans aan het kopse uiteinde van een stel rails welke de groeiplek van het te 15 dragen gewas bepaald en waarover de houder middels tot de houder behorende wielen voortbewogen kan worden. De genoemde wielenbaan zorgt voor transport in dwarsrichting, bijvoorbeeld naar een andere baan of naar een centrale, goed bereikbare werkplek, waar het gewas uitgedund, gesorteerd en/of anderszins bewerkt kan worden in diverse fasen van, of aan het einde van hun groeiperiode. Deze opzet is 20 met name bestemd voor sierteelt, dat wil zeggen voor het telen van bloemgewassen, en kent zijn oorsprong in kassystemen voor de potplantenteelt Het voordeel van dras opzet is dat met uitzondering van de houders zelf, de logistieke systemen, met name de railsystemen bij sier en bij groenteteelt gelijk kunnen zijn. Dit levert niet alleen bij de fabricage van de systemen een voordeel in kostprijs op, maar betekent ook dat een 25 teler eenvoudig kan wisselen tussen beide vormen van teelt, dan wel deze beide kan voeren.
Een dergelijk kassysteem en dergelijke containers zijn bijvoorbeeld bekend uit de octrooipublicatie NL-1016066. De betonde houders hebben het voordeel dat de gewassen, bijvoorbeeld rozen op manshoogte groeien en ook bewerkt kunnen worden 30 en dat er voldoende ruimte bestaat voor al dan niet gewenste uitgroei zoals over- of neerhangende stengels.
De bestaande houders hebben echter het nadeel dat de productie ervan betrekkelijk bewerkelijk is, en dat deze zonder bijzondere aanvullende maatregelen niet altijd over de gewenste stabiliteit zouden beschikken. De uitvinding beoogt dan 35 ook deze omstandigheid op te heffen, althans daarin bijzondere verbetering in aan te 1025911 2 brengen, bij voorkeur zowel voor wat betreft bewerkelijkheid, stevigheid en kosten van de container, en daarbij het voordeel van uitwisselbaarheid met of toepassing in bestaande kassystemen te behouden..
Conform de uitvinding is dit gerealiseerd met behulp van de constructieve 5 kenmerken zoals deze in het kenmerkend deel van conclusie 1 zijn aangegeven. Volgens deze kenmerken zijn de poten van het draagplateau gevormd uit plaatwerk dat een geheel vormt met het plaatwerk van het draagplateau, en zijn deze ten opzichte van een horizontaal vlak door het plateau onder een stompe hoek gesteld.
Door een dergelijke constructie kan een houder voor de substraatteelt althans 10 vrijwel geheel door machinale bewerking gevormd worden, bijvoorbeeld door het plaatwerk te zetten. Hierdoor hoeft er vrijwel geen handmatige bewerking aan de productie te pas hoeft te komen. Bovendien beschikt een dergelijke constructie over stabiliteit in zichzelf doordat het plaatwerk de andere benodigde schoren of verstevigingen vervangt Dit effect is zodanig van aard dat het plaatwerk zelfs 15 betrekkelijk dun kan zijn uitgevoerd, en daarmee tevens besparing op materiaal wordt ondervonden.
Om te voorkomen dat de constructie volgens de uitvinding uit elkaar zakt kan deze, voordat hij in een container wordt geplaatst en conform een aspect van de uitvinding door afsteunen tegen de zijwanden daarvan over stevigheid tegen 20 uiteenzakken komt te beschikken, desgewenst aan de onderzijde eenvoudig door een of meer, bijvoorbeeld stripvormige haken worden gesteund, dan wel plaatselijk worden voorzien van rubberdelen die het uiteenzakken van de houder door wrijving met de ondergrond voorkomen.
Volgens een verder, bijzondere aspect van de uitvinding wordt in vergaande 25 mate op materiaal bespaard doordat conform een aan de uitvinding ten grondslag liggend idee, in het geheel woidt afgezien van het gebruik van container dan wel de gebruikelijke basisconstructie voor het draagplateau. Om dit mogelijk te maken is de houder conform een bijzonder aspect van de uitvinding aan de onderzijde van de beide poten voorzien van overiangse omzettingen aldaar een in hoofdzaak ll-voimig 30 profiel vormen, bij voorkeur zodanig dat de open zijden van beide U-profielen naar elkaar toe zijn gericht Op deze wijze wordt verrassend eenvoudig en op voordelige wijze een vervanging van de overiangse balkconstructie of kokers uit de bekende draagconstructie verkregen. De nieuwe houder kan hierdoor opgenomen worden in de bestaande kas- althans railsystemen, althans kan daarmee nog immer over een op 1025911 ' 3 zichzelf bekende wielenbaan worden bewogen. Tevens wordt hiermee op verrassend eenvoudige en voordelige wijze een verder versteviging van de houder verkregen.
De voomoemde aspecten kunnen conform de uitvinding niettemin in essentie reeds verkregen worden door een enkele, horizontale omzetting aan het onderste 5 uiteinde van een poot. Bij voorkeur is een dergelijke enkele omzetting naar binnen gericht. Een dergelijke omzetting verschaft conform onderliggend idee reeds het loopvlak dat benodigd is voor voortbeweging over een wielenbaan en verschaft tevens reeds aanvullende versteviging.
Weer verdergaand in conform de uitvinding is, bij voorkeur aangrenzend aan het 10 onderste horizontale vlak een verticaal vlak voorzien ten einde enerzijds de geleiding door de eveneens van een rechtopstaande rand voorziene wielen in de transportbaan te optimaliseren, en anderzijds om te voorzien In een goede en eenvoudige aansluitmg van constructieve elementen zoals overdwarse balken voor het dragen van wielen waarmee de houders over rails kan bewegen. Ook kan hier gunstig een doorvoer van 15 een buiselement voor de watervoorziening in worden aangebracht Een bijkomend effect is dat het verticale plaatdeel tevens een verdere vouw in de plaatstructuur impliceert en deze daarmede verder verstevigt
Conform weer een verder aspect van de vinding is tussen het met de ander poot onder een hoek staande deel van de poot en het verticale deel een horizontaal vlak 20 aangebracht Deze maatregel verschaft zowel de mogelijkheid om dwarsbalken vergaand stevig met de plaatstructuur te bevestigen, als de mogelijkheid om het profiel aan de onderzijde van een poot in zichzelf steviger te maken door het in de ontstane U-structuur passend aanbrengen van constructieve elementen zoals de genoemde dwarsbalk, dan wel een overdwars door te voeren deel van een bewateringsbufs.
25 De houder is conform de uitvinding dan ook voorzien van op zichzelf bekende, van wielen voorziene dwarsbalken, van welke balken het uiteinde met een of meer onderste profieldelen, bijvoorbeeld de twee horizontale plaatdelen ie verbonden. De wielen zijn bij voorkeur in de ruimte onder de plaatstructuur van de houder opgenomen. Bij voorkeur is de hoogte van het verticale deel zo gekozen dat de hoogte 30 van ten minste een van de dwarsbalken en een overdwars in de houder op te nemen bewateringsbuis correspondeert met die van het verticale plaatdeel.
Gunstigerwijs kan verder in een of beide poten, tussen het plateau en het onderste uiteinde, dat wil zeggen een eventueel profiel daarin, een verdere omzetting zijn opgenomen ten einde zo een tot de houder horend deel van een bewateringsbuis 35 te ondersteunen. In verband met verdere besparing op materiaal en voor het kunnen 1025911 4 doorvoeren van hulpmiddelen bij de teelt van het gewas is een poot b(j voorkeur voorzien van een veelvoud aan openingen, bij voorkeur rond van vorm.
De uitvinding zal thans bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening waarin: 5 Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een betonde, in een raamwerk opgenomen houder;
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een andere bekende houder, waarbij het raamwerk is weggelaten;
Figuur 3 is een schematische dwarsdoorsnede van een draagplateau zoals 10 toepasbaar in de houder conform figuren 2 en 1 en is gekenmerkt door enkele verbeteringen aan het op zich grotendeels bekende plateau;
Figuur 4A is een perspectivisch aanzicht van de houder volgens de uitvinding;
Figuur 4B is een schematische dwarsdoorsnede van de houder volgens fig. 4A;
Figuren 5A en 5B illustreren in een schematische dwarsdoorsnede conform 15 figuur 4B, verdere uitwerkingsmogelijkheden conform de uitvinding;
Figuren 6A en 6B tonen de uitwerkingen van figuur 5A en 5B in perspectief;
Figuren 7A-7C tonen conform de uitvinding enkele mogelijke vormen van het uiteinde van een poot voor de nieuwe houder.
In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke 20 verwijzingstekens aangeduld.
Figuur 1 toont een constructie uit de stand van de techniek, waarin een houder 1 is opgenomen in een rechthoekig raamwerk 20. Het raamwerk is in casu ópgetrokken uit aluminium panelen 21A en 21B welke onderling in de hoeken verbonden zijn. Ter versteviging en als dragers zijn diverse dwarsbalken 22 tussen de zijschotten 21A 25 aangebracht Op een of meer van deze balken 22 is een houder 1 met steunconstructie 23 voor het ophouden van een draagplateau 2 aangebracht doorgaans een uitgevoerd in een verticaal opgesteld l-profiel, of een als een portaalconstructie zoals is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2 toont een eveneens bekend alternatief van de houder 1, dat een 30 portaalconstructie 23 en een draagplateau 2 omvat Draagplateau 2 en steunen 23 zijn onderling verbonden, veelal door middel van popnagels dan wel een lasverbinding. In deze verbinding zijn, veelal door middel van ai dan niet tot de steun 23 horende plaatdelen, schorende verstevigingen aangebracht. Een overeenkomstige constructieprincipe is toegepast aan de onderzijde van de portalen dan wel steunen 23 35 waar deze verbonden zijn met een dwarsbalk 22, al dan niet voorzien van wielen 6 1Q2591V* 5 voor het over een kasrails kunnen voortbewegen van de houder 1. In het onderhavige voorbeeld is het draagplateau om specifieke redenen excentrisch op de dwarsbalken 22 aangebracht De draagplateaus 2 zijn hier gevormd door kokervormig plaatwerk, waarvan de bovenste wand, doorgaans door omvouwen, verzonken ten opzichte van 5 de verticale kokerwanden is aangebracht Waar de constructie volgens figuur 1 een geïntegreerd afwateringssysteem vertoond, is deze in figuur 2 separaat uitgevoerd door een onder de houder 2 aanwezige gootconstructie.
Figuur 3 is een voorbeeld van een althans in grote lijn verder bekende, en mogelijke vorm van een draagplateau 2. De vorm hiervan kan in detail verschillen. Op 10 het plateau 2 kan bijvoorbeeld een langwerpige grind of substraatzak zijn gelegd waarin gewassen, bijvoorbeeld rozen, al dan niet in potten geworteld zijn. De planten worden gevoed via een bewateringssysteem waarvan constructieve delen in de houder 1 kunnen zijn opgenomen. De figuur toont enkele wezenlijk verbeteringen conform de uitvinding, welke zich bevinden in de vorm van de goot 2A en in de vorm 15 van de rand 2 B. In beide gevallen is bij voorkeur sprake van een grotendeels ronde dan wel afgeronde vorm welke gericht is op de levensduur van het plateau: doordat op dit deel van de houder sprake is van regelmatig en direct aanwezig water, is de bevattelijkheid voor corrosie relatief groot Door hier met ronde vormen te werken wordt bewerkstelligd dat de beschermende coating van het plaatwerk tijdens het 20 vormen zo min mogelijk beschadigd wordt althans zo min mogelijk onder spanning wordt gestold. In het geval van de afwateringsgoten 2A is bovendien gezorgd vooreen verbetering van de afwatering door de goot in de diepte daarvan te veibreden, hetgeen hier gunstig samenvalt met een algemeen gewenste maatregel tot afronding van vormen. Zoals is weergegeven is bij voorkeur sprake van een enigszins afgeplatte 25 ondeizijde van de goten 2A. Bij voorkeur heeft een goot 2A een breedte die althans in orde van grootte samenvalt met een van de straal van afronding van de rand 2B afleidbare diameter.
Figuur 4A illustreert in perspectivisch aanzicht een vergaand uitgewerkt idee voor een houder 1 conform de uitvinding. Volgens dit idee is de houder in 30 overwegende mate uit plaatmateriaal uitgevoerd, zodat de tijdrovende en kostbare onderlinge bevestigingen en verstevigingen worden vermeden. De houder 1 wordt geheel gevormd door grotendeels geautomatiseerde, althans relatief snel en eenvoudig uit te voeren machinale bewerking voor plaatwerk zoals het zetten daarvan. Dergelijke machinale bewerkingen bestaan uitsluitend uit overiangse omzettingen dan 1025911 6 wel omvormingen van delen van het plaatwerk waaruit de nieuwe houder 1 ie opgetrokken.
Ten einde een constructief bruikbaar geheel voor het aan de uitvinding ten grondslag liggende idee te verkrijgen zijn de poten 3 dan ook in hetzelfde materiaal als 5 dat van het draagplateau 2 uitgevoerd, en zijn deze onder een scherpe hoek met de projectie van een horizontaal vlak door het draagplateau 2 gesteld. Bij voorkeur zijn de poten 3 nabij de onderzijde voorzien van een versteviging, in de vorm van een omzetting 7 van het plaatmateriaal van de poot 3.
Figuur 4B toont de constructie van figuur 4A in dwarsdoorsnede. In de hier 10 getoonde voorkeursuitvoering is deze voorzien met de onderste uiteinden, in het bijzonder met de versteviging van de poten 3 verbonden dwarsbalken 5. Aangezien deze verbinding geen schorende functie dient, kan deze betrekkelijk eenvoudig zijn uitgevoerd. Bovendien hoeft deze relatief eenvoudige verbinding uitsluitend aan de onderzijde van de poten 3 te worden uitgevoerd. Ook kan, conform een verder aspect 15 van de uitvinding kan de vorm van de versteviging 7 zo zijn uitgevoerd dat een dwarsbalk 5 hierin, voorafgaande aan de bevestiging reeds kan worden opgevangen. Hierdoor kan de bevestiging althans grotendeels zonder de noodzaak van een ondersteunende malconstructie worden uitgevoerd.
Figuur 4B toont voorts dat de versteviging 7 conform vooikeursuitvoering uit een 20 U-profiel bestaat, welke profiel met de open zijde naar de andere poot 3 is opgesteld. De U-constructie bevat drie onderscheidenlijke, volgens de uitvinding elk afzonderlijk toepasbare omzettingen. De meest wezenlijk geachte omzetting hiervan is die in het horizontale vlak, bij voorkeur binnenwaarts gekeerd, zodat daarmede een loopvlak voor de houder kan worden gecreëerd, welke bruikbaar is bij het desgewenst 25 voortbewegen van de houder over een wielenbaan. Deze constructie is geïllustreerd met behulp van de figuren 7A en 7B.
Een verder gunstige vorm voor de versteviging van de houder 1 bestaat uit de aanwezigheid van een verticaal vlak 8, al dan niet gecombineerd met de aanwezigheid van het genoemde horizontale vlak 7 aan het uiteinde van een poot 3. De 30 aanwezigheid van het verticale vlak 8 is gunstig bij toepassing van de houder in wielenbanen omdat de wielen hiervan doorgaans eveneens zijn voorzien van een verticaal opstaande rand en zodoende de sturende werking daarvan beter uitvoeren. Met of zonder de horizontale onderste rand 7 heeft de houder onder meer het voordeel dat de aanwezigheid van het verticale vlak 8 het aanbrengen van verdere 35 constructieve delen zoals een dwarsbalk 5 of een opening voor het doorvoeren van 1025911 7 een buis 10 vergemakkelijkt. In de conform de figuren 7B en 7C geïllustreerde vorm bestaat bovendien het voordeel dat de projectie van de poten 3 buiten het steunpunt van de verticale rand 8 valt, zodat de houder in zichzelf van een weerstand tegen uit elkaar zakken is voorzien, populair gezegd tegen het in spagaat gaan van de houder.
5 Met de tweede en bovenste horizontale rand 9 wordt behalve een zeer vergaande versteviging van de houder 1, een natuurlijke opvang en verdere bevestigingsmogelijkheid gecreëerd, voor allerhande constructieve delen zoals een mogelijke dwarsbalk 5 en een tot een bewateringsstelsel te vormen, tot de houder behorende buisdeel 10. Een dergelijke steun kan met het principe van de uitvinding 10 overigens op eenvoudige wijze, bij voorkeur additioneel, bijvoorbeeld halverwege een poot 3 zijn aangebracht, hetzij als horizontale rand, hetzij als andersoortige, bijvoorbeeld binnenwaarts en U-vormig aangebrachte profilering, waarvan de benen een hoek met de horizontaallijn maken.
Figuur 5A illustreert het in de voorgaande alinea geëntameerde. Door hierbij de 15 hoogte tussen beide horizontale vlakken in overeenstemming met die van ten minste een op deze hoogte toe te passen constructieve delen te kiezen wordt behalve een vergemakkelijkte bevestiging van dit deel, gunstigerwijs ook een versteviging van het U-profiel zelf verkregen. In dit voorbeeld is de hoogte ten miste zo groot als een in een bewateringsbuisdeel aanwezige bef 11. Deze is nabij het uiteinde van een buisdeel 10 20 aanwezig voor het aanbrengen van respectievelijk een gebeft en een gepijpt uiteindedeel 10a en 10b, waarmede de in een rij op te nemen houders 1, althans de bewateringsbuizen 10 daarvan, onderling op elkaar kunnen aansluiten. Hierbij is het pijpdeel 1Ób door de wand 8 gevoerd, en is het tegenoverliggende wanddeel ter plaatse voorzien van een opening.
25 Figuur 5B toont een alternatieve constructie, waarbij een bewateringsbuis 10 op een hoger niveau in de houder 1 is aangebracht De houder 1 kan hierbij anders dan getoond, zijn voorzien van een op dit niveau aangebrachte tweede wand 8 in combinatie met een tweede wanddeel 9. In beide mogelijke uitvoeringen echter is bij voorkeur een verdikking 11 in de buis 10 aan de binnenzijde daarvan, aangrenzend 30 tegen een poot 3 aangebracht.
De aanwezigheid van een wanddeel 9 wordt conform weer een verdere uitwerking van de uitvinding benut door het daarop afsteunen van een overlangs in de houder opgenomen bewateringsleiding, veelal met opwaarts naar het substraat verlopende vertakkingen. Een voordeel van een tussen de uiteinden van de poten 3 35 aangebrachte steunrand Is verminderde kwetsbaarheid van een dergelijk systeem 1025911; 8 doordat dergelijke vertakkingen en een dergelijke leiding zich dan verder van de rand van de houder bevinden.
Ongeacht de plaats, dan wel de aanwezigheid van een buis 10 in een houder 1, kunnen volgens de uitvinding dan ook tussen het U-profiel en de het draagplateau 2, 5 een of meer, bijvoorbeeld als steunen fungerende, verdere omzettingen aanwezig zijn in ten minste een van de poten 3. Een dergelijke omzetting kan verschillende vormen aannemen, en heeft bijvoorbeeld als voordeel dat verdere bewateringsdelen, beluchtingsdelen, danwel andersoortige relevante attributen, zonder vergaande bevestigingsinspanningen, eenvoudig in de houder opgenomen kunnen worden, al 10 dan niet met behulp van verdere daartoe in een poot opgenomen openingen.
De figuren 6A en 6B illustreren het aan de hand van de figuren SA en 5B weergegevens in perspectivische vorm.
De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en 15 eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.
1025911

Claims (12)

1. Producthouder (1), in het bijzonder voor de substraatteeft in kassen, voorzien van een plaatvormig draagplateau (2) voor het ondersteunen van de producten, in het 5 bijzonder gewassen, bijvoorbeeld rozen, althans een of meer substraathouders waarin het gewas is opgenomen, welk plateau (2) wordt opgehouden door poten (3) van een ondersteungsconstructie (3,5,6), met het kenmerk, dat de ondersteuningsconstructie, althans de poten (3) voor het plateau (2) zijn gevormd uit plaatwerk, en daarbij een geheel vormen met het materiaal van het plateau (2), en daarmee ondereen stompe 10 hoek zijn geplaatst, althans onderling in projectie, gezien in dwarsdoorsnede van de houder (1), een omgekeerde V-vorm voorstellen.
2. Houder (1) volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de onderzijde van de poten (3) zijn voorzien van rubberen steunen.
3. Houder (1) volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de onderzijde van 15 de houder (1) op ten minste twee plaatsen is voorzien van een overdwarse verbindende balk (5).
4. Houder (1) volgens conclusie 3 waarbij de houder (1) is voorzien van wielen (6) voor het over rails van een kasinrichting kunnen bewegen van de houder (1), met het kenmerk, dat de wielen (6) onder de door het plaatwerk afgedekte ruimte tegen 20 een verbindende balk (5) zijn aangebracht
5. Houder (1) volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de poten (3) aan hun onderste uiteinde zijn voorzien van een omzetting welke een althans in hoofdzaak horizontaal georiënteerd vlak (7) in het plaatwerk vormt.
6. Houder (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de onderzijde van een poot (3) is voorzien van een omzetting welke een althans in hoofdzaak verticaal georiënteerd vlak (8) in het plaatwerk vormt
7. Houder (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de onderzijde van een poot (3) is voorzien van een omzetting welke aan de bovenzijde 30 van het verticale vlak (8) een tweede althans in hoofdzaak horizontaal georiënteerd vlak (9) in het plaatwerk (4) vormt
8. Houder (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de hoogte tussen twee horizontale vlakken (7,9) althans vrijwel overeenkomt met de 1025911 {· ί i grootste diameter (11) van een overdwars in de houder (1) opgenomen buis-element (10), dan wei met de hoogte van een in de houder opgenomen dwarsbalk (5).
9. Houder (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder (1) in overdwarse richting is voorzien van een buis-element (10) welke met zijn j 5 beide uiteinden door daartoe in de onderzijde van de poten (3) aangebrachte openingen zijn gevoerd, bij voorkeur in een U-vormig omgezet deel (7-9) van de poot.
10. Houder volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een poot (3) in het gebied tussen het plateau (2) en het onderste uiteinde van de poten (3), althans een eventuele omzetting daarvan, is voorzien van verdere 10 omzettingen (12) welke een steun of draagvlak vormen voor tot de houder (1) behorende constructieve delen van een watervoorziening.
11. Houder, in het bijzonder volgens een of meer der voorgaande conclusies, voorzien van een draagplateau 2, met het kenmerk, dat het draagplateau 2 althans nabij de laterale zijden daarvan is voorzien van afgeronde profieleringen.
12. Houder volgends de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat een in het ' draagplateau geïntegreerde goot (2a) over enige hoogte een breedte bezit welke in breedte overeenkomt met een van de straal afleidbare diameter van de afronding van een aangrenzende rand (2B). 1025911
NL1025911A 2004-04-08 2004-04-08 Productdrager. NL1025911C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025911A NL1025911C2 (nl) 2004-04-08 2004-04-08 Productdrager.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025911 2004-04-08
NL1025911A NL1025911C2 (nl) 2004-04-08 2004-04-08 Productdrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025911C2 true NL1025911C2 (nl) 2005-10-11

Family

ID=35432233

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025911A NL1025911C2 (nl) 2004-04-08 2004-04-08 Productdrager.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025911C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2015371B1 (en) Shelf for a trolley.
NL1029956C2 (nl) Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen.
JP2009153394A (ja) 温室外に移動可能とした温室における栽培用棚装置
NL1027534C2 (nl) Teeltgoot voor het in een warenhuis ondersteunen van substraatmateriaal met een daarin groeiend gewas.
NL1025911C2 (nl) Productdrager.
NL9200641A (nl) Drager voor bolgewassen.
EP3245863A1 (en) Container for plants
EP1190620A1 (en) Cultivation system
GB2177889A (en) Plant support
NL1024621C2 (nl) Kasconstructie met railstelsel.
US10098288B1 (en) Plant pots with stabilizing stakes and related methods
BE1019640A3 (nl) Dakconstructie.
NL1031693C2 (nl) Gewasondersteuningsinrichting voor gewassen.
NL2008813C2 (nl) Warenhuis.
NL1033965C2 (nl) Producthouder.
NL1032420C1 (nl) Productdrager.
NL2025815B1 (nl) Teelinrichting, teelsysteem en teelwerkwijze voor het telen van aardappelen en/of groente
NL1019323C2 (nl) Inrichting en kas voor de teelt van planten.
NL1020882C2 (nl) Stelsel met over rails verplaatsbare plantdragers.
NL1026258C2 (nl) Kasinrichting en spant daarvoor.
NL2012798B1 (nl) Magazijnsysteem voor het opkweken van gewas.
NL1017406C2 (nl) Ophangorgaan voor een gewas alsmede een werkwijze voor het telen daarvan.
NL2006137C2 (nl) Warenhuis.
NL1027862C2 (nl) Land- en/of tuinbouwkas voor het kweken van een gewas.
NL1036609C2 (nl) Productdrager.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101101