NL1027405C2 - Kas of warenhuis met dubbele luchtramen of kapvleugels. - Google Patents

Description

> 1

Kas of warenhuis met dubbele luchtramen of kapvleueels

De uitvinding betreft een kas of warenhuis omvattende een gestel uit kolommen, door de kolommen ondersteunde liggers en goten, een dek uit kappen die ten minste 5 een reeks dekpanelen omvatten die in dezelfde richting schuin omhoog lopen, welke dekpanelen elk een raamwerk en een in het raamwerk opgenomen, voor licht doorlaatbare paneel omvatten en schamierbaar zijn opgehangen, alsmede een bedieningsinrichting voor het bedienen van de dekpanelen, welke bedieningsinrichting tenminste een aandrijforgaan en tenminste een reeks bedieningsstangen omvat, welk aandrijforgaan 10 door middel van zich op afstand van elkaar bevindende vaste steunorganen in langs-richting verplaatsbaar is ondersteund ten opzichte van het gestel en waarbij ten minste een van de zich aan de einden van het aandrijforgaan bevindende eindsteunorganen een rechte, zich evenwijdig aan het aandrijforgaan uitstrekkende steunbaan omvat, van welke bedieningsstangen telkens een eind schamierbaar is verbonden met het aandrijf-15 orgaan en het andere eind schamierbaar is verbonden met een respectievelijk dekpaneel zodanig dat door het in hun langsrichting heen en weer verplaatsen van het aandrijforgaan de dekpanelen via de bedieningsstangen verplaatsbaar zijn tussen een sluitstand en een open stand.

Een dergelijke kas of warenhuis is bekend. De dekpanelen, die op verschillende 20 manieren kunnen zij uitgevoerd, worden per paar in tegengestelde draairichting geopend dan wel gesloten. De dekpanelen in de ene kaphelft draaien de ene richting op bij het openen, bij voorbeeld met de wijzers van de klok mee. De dekpanelen in de andere kaphelft draaien in de tegengestelde richting, tegen de wijzers van de klok in. Om die tegengestelde beweging mogelijk te maken zijn paren aandrijforganen voorzien die elk 25 een reeks dekpanelen bedienen.

Gewoonlijk zijn de paren aandrijforganen, die meestal zijn uitgevoerd als duw-stangen, naast elkaar opgesteld en ondersteund op bijvoorbeeld een tralieligger. De goten zijn in dwarsrichting opgesteld op de tralieliggers, zodanig dat de op de goten ondersteunde kappen eveneens in dwarsrichting lopen. Via de met de aandrijforganen 30 verbonden bedieningsstangen kunnen de dekpanelen geopend respectievelijk gesloten worden.

De aandrijforganen strekken zich over de breedte van de kas uit. Omdat zij bovendien in hun langsrichting verplaatsbaar zijn in verband met het bedienen van de _LQ?74n.S _ _ 2 luchtramen, doet zich het probleem voor dat in de uiterste posities de aandrijforganen door de zijgevels van de kas zouden steken. Dat is ongewenst aangezien daardoor lekkages zouden kunnen optreden en het klimaat in de kas niet goed gehandhaafd kan worden. Om dat probleem te ondervangen is, zoals genoemd, ten minste een van de 5 zich aan de einden van het aandrijforgaan bevindende eindsteunorganen uitgevoerd met een rechte, zich evenwijdig aan het aandrijforgaan uitstrekkende steunbaan.

Ook bij meerdere afdelingen in één kas kan dit een probleem vormen. De afdelingen hebben elk hun eigen aandrijforgaan, welke met elkaar in conflict zouden kunnen komen bij het apart bedrijven daarvan.

10 Doel van de uitvinding is daarom een kas of warenhuis van het hiervoor genoem de type te verschaffen die/dat deze nadelen niet bezit. Dat doel wordt bereikt doordat het aandrijforgaan een holte omvat, en het eindsteunorgaan over ten minste een gedeelte van zijn lengte is opgenomen in de holte van het aandrijforgaan. Het aandrijforgaan kan een in omtreksrichting gesloten holte omvatten, en aldus zijn uitgevoerd als een 15 buis. Noodzakelijk is dat niet; het aandrijforgaan kan ook zijn uitgevoerd als een open C-profiel.

Dankzij het telescopische karakter van het aandrijforgaan steekt dit ook in de uiterste bedieningsstand niet door de zijgevel van de kas. Niettemin blijft het aandrijforgaan goed ondersteund door het steunorgaan, hetgeen van groot belang is voor een on-20 gestoorde werking van het bedieningsmechanisme. In de gesloten toestand van de dek-panelen namelijk zijn de bedieningsstangen vrij vlak gericht. Bij het openen van de dekpanelen komen de bedieningsstangen in een toenemend schuine stand. Gevolg daarvan is dat de aandrijforganen dwars op hun langsrichting aan steeds grotere belastingen worden blootgesteld. De aandrijforganen worden steeds zwaarder op buiging 25 belast. Bij het ontwerp van de aandrijforganen moet met dergelijke relatief hoge dwars-belastingen rekening worden gehouden. De aandrijforganen mogen slechts in beperkte mate doorbuigen, aangezien anders de juiste werking van de bedieningsinrichting verloren zou gaan. Om die reden moeten de aandrijforganen een vrij hoge weerstand tegen buiging bezitten, en dat kan ook aan de einden van de aandrijforganen worden verze-30 kerd door de telescoopachtige ondersteuning aldaar

In het bijzonder is het steunorgaan over ten minste een gedeelte van zijn lengte opgenomen in een holte van het aandrijforgaan. Voordeel daarvan is dat de buitenzijde _1 fl 77 405_ I » 3 van de aandrijforganen vrij blijft om daaraan op elke gewenste plaats de bedienings-stangen aan te bevestigen.

In verband met het onderling op elkaar afsteunen van het aandrijforgaan en het steunorgaan kan aan het aandrijforgaan een rolorgaan zijn opgehangen dat afrolbaar is S ondersteund op het steunorgaan Verder kan het steunorgaan een rolorgaan dragen dat afrolbaar is in de holte van het aandrijforgaan.

Ter verdere vergroting van de stabiliteit van het aandrijforgaan met betrekking tot dwarsverplaatsingen kan het aandrijforgaan ter hoogte van het inwendige rolorgaan aan de buitenzijde is geleid. Deze geleiding van het aandrijforgaan ter hoogte van het in-10 wendige rolorgaan kan bij voorbeeld een uitwendig rolorgaan omvatten.

De uitvinding kan in het bijzonder worden toegepast bij een kas omvattende ten minste twee reeksen dekpanelen zodanig dat telkens een dekpaneel uit een van die reeksen en een dekpaneel uit de andere reeks een schuin omhoog naar elkaar toe gericht paar vormen, waarbij de bedieningsinrichting tenminste een paar aandrijforganen om-15 vat, welke aandrijforganen zich dwars op de scharnier assen van de dekpanelen uitstrekken tussen een eerste eind en een tweede eind, een eerste reeks bedieningsstangen, van welke bedieningsstangen telkens een eind schamierbaar is verbonden met een der aandrijforganen en waarvan het andere eind schamierbaar is verbonden met een respectievelijk dekpaneel van een paar alsmede een tweede reeks bedieningsstangen, van 20 welke bedieningsstangen telkens een eind schamierbaar is verbonden met het andere aandrijforgaan en waarvan het andere eind schamierbaar is verbonden met het respectievelijke andere dekpaneel van dat paar.

De aandrijforganen van elk paar bevinden zich in hoofdzaak boven elkaar. De dekpanelen kunnen elk een volledige helft of kapvleugel van een kap vormen. In dat 25 geval kunnen de dekpanelen schamieibaar rond hun onderste rand zijn opgehangen en schamierbaar zijn tussen een sluitstand waarin de bovenranden van de dekpanelen van elk paar zich nabij of tegen elkaar bevinden, en een geopende stand.

Volgens een alternatieve uitvoering kunnen de dekpanelen een luchtraam vormen dat is opgenomen in telkens een vaste kaphelft. In dat geval zijn de dekpanelen schar-30 nierbaar rond hun bovenste rand zijn opgehangen.

Gewezen wordt op de uit NL-C-1016150 bekende kas. Deze kas bezit aandrijforganen die evenwijdig zijn gericht aan de schamierassen van de dekpanelen. Ook bij een 1 Π 9 7 4- 0 5 _ » » 4 dergelijk aandrijforgaan kan de eindondersteuning volgens de uitvinding worden toegepast.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de in figuren weergegeven uitvoeringsvormen van de kas of warenhuis volgens de uitvinding.

5 Figuur 1 toont een kas met gesloten dek.

Figuur 2 toont de kas volgens figuur 1 met geopend dek.

Figuur 3 toont detail III van figuur 1.

Figuur 4 toont detail IV van figuur 1.

De in figuur 1 weergegeven kas of warenhuis omvat een gestel uit kolommen 1, 10 waarop tralieliggers 2 goten 3 zijn ondersteund. Op telkens twee goten 3 is een kap 4 ondersteund. Elke kap 4 bestaat uit twee dekpanelen 5, 6, die via een schamierverbin-ding 7 respectievelijk 8 samenwerken met de goot.

Elk dekpaneel bestaat uit een raamwerk 9 dat, aan de einden die afgekeerd zijn van de scharnieren 7, is voorzien van een aanslag 8. In de naar elkaar toebewogen toe-15 stand van de dekpanelen 5, 6 rusten die aanslagen 8 afdichtend tegen elkaar. Verder bestaat elk raamwerk uit roeden en liggers, waartussen voor licht doorlaatbare panelen zijn opgenomen (niet getoond).

De dekpanelen 5, 6 zijn elk rond het scharnier 7 verdraaibaar door middel van bedieningsstangen 10 respectievelijk 11. Deze bedieningsstangen worden aangedreven 20 door aparte aandrijforganen. De bedieningsstangen 10 worden aangedreven door het aandrijforgaan 12, de bedieningsstangen 11 door het aandrijforgaan 13.

Volgens de uitvinding liggen de aandrijforganen, die zijn uitgevoerd als buizen 12, 13, boven elkaar. Deze buizen 12, 13 zijn op de tralieligger 2 ondersteund door steunen 14, die elk rollenparen 15, 16 bezitten. Tussen deze rollenparen 15, 16 is tel-25 kens een der aandrijforganen 12,13 verplaatsbaar ondersteund.

Zoals weergegeven in fig. 1 en 2 en in het bijzonder in het detail van fig. 4 hebben de buizen 12, 13 elk een eind 17, 18. Aan die einden 17, 18 zijn de buizen 12,13 volgens de uitvinding telescopisch uitgevoerd, zodanig dat bij het in een langsrichting verplaatsen van die buizen 12, 13 ter bediening van de dekpanelen 5, 6, die buizen 12, 30 13 niet door de zijgevel 19 kunnen steken.

De telescopische uitvoering van die einden 17, 18 is als volgt uitgevoerd. Op de tralieligger 2 is, op enige afstand van de zijgevel 19, een vaste steun 20 bevestigd. Aan deze steun 20 zijn de inwendige buizen 21,22 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van 1027405 t · 5 lassen. Deze inwendige buizen 21, 22 zijn gestoken in de respectievelijke uitwendige buizen 23, 24, die onderdeel uitmaken van de aandrijforganen 12 respectievelijk 13. De inwendige diameter van de uitwendige buizen 23,24 is enigszins groter dan de uitwendige diameter van de inwendige buizen 21 respectievelijk 22, zodanig dat deze telesco-5 perend in elkaar passen.

Zoals getoond in fig. 1 en 2 zijn de uitwendige buizen 23,24, die een iets grotere diameter hebben, gelast aan buizen 25, 26 waarvan de diameter ongeveer gelijk is aan die van de inwendige buizen 21, respectievelijk 22. In de fig. 1 en 2 zijn de lesplaatsen 27 respectievelijk 28 waarmee deze buizen aan elkaar zijn bevestigd, weergegeven.

10 Aan hun vrije eind bezitten de uitwendige buizen 23, 24 elk een uithouder 29, voorzien van een looprol 30 die afsteunt op de bovenzijde van de bijbehorende inwendige buis 21 respectievelijk 22. Verder daagt elke inwendige buis 21 respectievelijk 22 aan zijn eind dat in de bijbehorende uitwendige buis 23 respectievelijk 24 steekt een looprol 31, die bij dwarsbelastingen steunt tegen de laagste delen van het inwendig 15 oppervlak van de respectievelijke uitwendige buis 23 respectievelijk 24.

Zoals getoond in de figuren en in het bijzonder in fig. 3 zijn de uitwendige buizen 23 respectievelijk 24 ter hoogte van de plaats waar zij belast worden door de rollen 31, ondersteund door de rollenparen 15,16 hetgeen de dwarsstabiliteit van de aandrijforganen 12,13 verder verbeterd.

20 Hoewel in de figuren een kas is weergegeven met panelen uit glas, kan de uitvin ding ook worden toegepast bij andere typen kassen met bijvoorbeeld foliepanelen.

1027405 _ __

Claims (13)

1. Kas of warenhuis, omvattende een gestel uit kolommen (1), door de kolommen (1) ondersteunde liggers (2) en goten (3), een dek uit kappen (4) die ten minste een 5 reeks dekpanelen (5, 6) omvatten die in dezelfde richting schuin omhoog lopen, welke dekpanelen (5, 6) elk een raamwerk (9) en een in het raamwerk (9) opgenomen, voor licht doorlaatbare paneel omvatten en schamierbaar zijn opgehangen, alsmede een bedieningsinrichting (10-13) voor het bedienen van de dekpanelen (5-6), welke bedieningsinrichting (10-13) tenminste een aandrijforgaan (12, 13) en tenminste een reeks 10 (10) bedieningsstangen omvat, welk aandrijforgaan door middel van zich op afstand van elkaar bevindende vaste steunorganen in langsrichting verplaatsbaar is ondersteund ten opzichte van het gestel en van welke steunorganen tenminste een van de zich aan de einden van het aandrijforgaan (12,13) bevindende eindsteunorganen (21, 22) een rechte, zich evenwijdig aan het aandrijforgaan (12,13) uitstrekkende steunbaan omvat, van 15 welke bedieningsstangen (10, 11) telkens een eind schamierbaar is verbonden met het aandrijforgaan (12, 13) en het andere eind schamierbaar is verbonden met een respectievelijk dekpaneel (5), zodanig dat door het in hun langsrichting heen en weer verplaatsen van het aandrijforgaan (12,13) de dekpanelen (5-6) via de bedieningsstangen (10,11) verplaatsbaar zijn tussen een sluitstand en een open stand, met het kenmerk dat 20 het aandrijforgaan (12,13) een holte omvat, en het eind steunorgaan (21, 22) over ten minste een gedeelte van zijn lengte is opgenomen in de holte van het aandrijforgaan (12,13).

2. Kas volgens conclusie 1, waarbij aan het aandrijforgaan (12, 13) een rolorgaan 25 (30) is opgehangen dat afrolbaar is ondersteund op de steunbaan van het steunorgaan (21,22)

3. Kas volgens conclusie 1 of 2, waarbij het steunorgaan (21, 22) een rolorgaan (31) draagt dat afrolbaar is in de holte van het aandrijforgaan (12,13). 30

4. Kas volgens conclusie 3, waarbij het aandrijforgaan (12,13) ter hoogte van het inwendige rolorgaan (31) aan de buitenzijde is geleid. . 1027405___ , *

5. Kas volgens conclusie 4, waarbij de geleiding van het aandrijforgaan (12, 13) ter hoogte van het inwendige rolorgaan (31) ten minste een uitwendig rolorgaan (15, 16. of schuif omvat.

6. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijforgaan (12, 13. en het steunorgaan (21,22) telescopisch zijn uitgevoerd.

7. Kas volgens een der voorgaande conclusies, omvattende ten minste twee reeksen dekpanelen (5, 6) zodanig dat telkens een dekpaneel (5, 6) uit een van die reeksen 10 en een dekpaneel (10) uit de andere reeks een schuin omhoog naar elkaar toe gericht paar vormen, waarbij de bedieningsinrichting tenminste een paar aandrijforganen (12, 13. omvat, welke aandrijforganen (12, 13) zich dwars op de schamierassen (7) van de dekpanelen (5, 6) uitstrekken tussen een eerste eind en een tweede eind, een eerste reeks (10) bedieningsstangen, van welke bedieningsstangen (10) telkens een eind 15 schamierbaar is verbonden met een (12) der aandrijforganen en waarvan het andere eind schamierbaar is verbonden met een respectievelijk dekpaneel (5) van een paar alsmede een tweede reeks bedieningsstangen (11), van welke bedieningsstangen (11) telkens een eind schamierbaar is verbonden met het andere aandrijforgaan (13) en waarvan het andere eind schamierbaar is verbonden met het respectievelijke andere 20 dekpaneel (6) van dat paar.

8. Kas volgens conclusie 7, waarbij de aandrijforganen (12,13) van elk paar zich in hoofdzaak boven elkaar bevinden.

9. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk dekpaneel (5, 6) een volledige helft of kapvleugel van een kap vormt.

10. Kas volgens conclusie 9, waarbij de dekpanelen (5,6) schamierbaar rond hun onderste rand zijn opgehangen en schamierbaar zijn tussen een sluitstand waarin de 30 bovenranden (8) van de dekpanelen (5,6) van elk paar zich nabij of tegen elkaar bevinden, en een geopende stand. 1027405 ____ _ δ

11. Kas volgens een der conclusies 1-8, waarbij elk dekpaneel (5, 6)een lucht-raam vormt dat is opgenomen in telkens een vaste kaphelft.

12. Kas volgens conclusie 11, waarbij de dekpanelen schamierbaar rond hun bo-5 venste rand zijn opgehangen.

13. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de holte van het aan-drijforgaan (12, 13) in omtreksrichting gesloten is. 1 n?7405_____