NL1027091C2 - Kas en scherminrichting. - Google Patents
Kas en scherminrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1027091C2 NL1027091C2 NL1027091A NL1027091A NL1027091C2 NL 1027091 C2 NL1027091 C2 NL 1027091C2 NL 1027091 A NL1027091 A NL 1027091A NL 1027091 A NL1027091 A NL 1027091A NL 1027091 C2 NL1027091 C2 NL 1027091C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- screen
- light
- greenhouse
- foregoing
- cloth
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/22—Shades or blinds for greenhouses, or the like
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Greenhouses (AREA)
- Protection Of Plants (AREA)
Description
SCHERMINRICHTING, DOEK DAARVOOR EN KAS
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scherminrichting voor een kas, zoals is weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1.
Tuinbouwkassen en scherminrichtingen daarvoor zijn algemeen bekend en worden reeds enige decennia op zeer grootschalige commerciële wijze toegepast Gezien de hoogte van de investeringen die hiermee gepaard gaan is het van cruciaal 10 belang dat de daarin geteelde gewassen optimaal presteren. Hiertoe zijn dan ook diverse, zeer geavanceerde technieken en ontwerpregels, zowel met betrekking tot kassen als met betrekking tot de daarin toegepaste scherminrichtingen en schermdoeken ontwikkelt Vele hiervan hebben betrekking op de optimalisering van de mate en wijze van lichtinval, en zijn enerzijds op het ontwerp van de kas, en anderzijds 15 op daarin op te nemen scherminrichtingen gericht. Voorbeelden van de bekende kas, alsmede van de bekende scherminrichting zijn onder meer gegeven door NL.-A-1003741 en NL-A-1022083, beide ten name van Aanvraagster. Schermdoeken voor dergelijke inrichtingen zijn in zijn algemeenheid bekend van onder meer het merk Ludvig Svensson.
20 De toegepaste scherminrichtingen zijn onder meer bedoeld voor het reguleren van de mate en duur van de lichtinval. Hiertoe kunnen zij vanuit een opgevouwen toestand naar een geheel uitgevouwen toestand worden gebracht. Zij zijn uitgerust met een veelvoud aaih soorten doek, waaronder algeheel verduisterend en schaduwend doek. Het uitvouwen van de scherminrichting vindt doorgaans plaats in 25 delen van de kas en wel telkens tussen twee spantbalken van de kas. Dit wordt automatisch uitgevoerd met behulp van een centrale motor, een trek- en/of duw .. eenheid welke doorgaans een kabel omvat en die zich in de kas langs alle schermdelen uitstrekt en daarop aangrijpt, alsmede een elektronische besturingseenheid van het geheel. De aangrijping op een schermdeel gebeurt via een 30 meenemer in de vorm van een stijf profiel dat aan het uiteinde van hei doek van een schermdeel is aangebracht.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat de controle en regelbaarheid van de inrichting, in het bijzonder bij gewassen die aanmerkelijk tegen overmatig licht geschermd moeten worden, onvoldoende mogelijkheden voor een optimale teelt biedt 35 Voor detgelijke gevoelige, en vaak dure gewassen blijkt dat de bekende 1027091 2 scherminrichting traag open en dicht loopt, en dat de schaduwfactor van de inrichting, ten gevolge van het een eenmaal gekozen en geïnstalleerd schermdoek, niet anders dan met open of dicht is te beïnvloeden. Hierbij wordt opgemerkt dat bijvoorbeeld half gesloten doeken een ongelijkmatige belichting en gewasontwikkeling zouden leiden, 5 hetgeen in hoge mate ongewenst is. Het voorgaand genoemde nadeel gaat gepaard met de omstandigheid dat in de automatische regeling van de scherminrichting grote vertragingen en wachttijden ingebouwd moet hebben om tot een enigszins rustige regeling van de inrichting te komen, en slijtage daarvan te voorkomen.
De onderhavige scherminrichting heeft dan ook tot doel te komen tot een in de 10 genoemde opzichten principieel verbeterde scherminrichting.
Conform de uitvinding wordt dit bereikt indierr de eigenschappen zoals weergegeven in het kenmerkend deel van conclusie 1 worden toegepast. Een dergelijke principieel vernieuwde scherminrichting omvat ten minste twee, op onderlinge afstand in de inrichting opgenomen schermeniagen die elk zijn voorzien 15 van delen van verschillende lichtdoorlatendheid. De totale lichtinval in de kas wordt gereguleerd door het onderling verschuiven van de schermen. Hierbij komen de delen van verschillende lichtdoorlatendheid juist wei of niet, dan wel slechts in een gedeelte boven elkaar te liggen. Bij voorkeur zijn deze delen gevormd door dwars op de openen sluitrichting van de schermen uitstrekkende banen van verschillende 20 lichtdoorlatendheid. De banen in een scherm hebben onderling een verschillende doorlatendheid voor lichtinval. Overigens kunnen de doorlatendheden ook tussen twee schermlagen verschillen. De banen zijn bij voorkeur in een regelmatig patroon aangebracht, zodat bij verschuiving van een der beide schermen een voorspelbaar lichtpatroon, dan wel mate van diffuusheid van verstrooit licht in de kas ontstaat. Bij 25 voorkeur wordt in elk der beide schermlagen een baan van beperkte lichtdoorlatendheid afgewisseld dooreen baan van algehele blokkering van licht, ofwel met een doorlatendheid van nul. Door conform de nieuwe inrichting ten minste twee schermlagen met banen van onderling verschillende lichtdoorlatendheid toe te passen wordt het mogelijk de mate van lichtinval in een kas te beïnvloeden in afhankelijkheid 30 van de onderlinge stand van de schermlagen van de inrichting. De banen zijn in breedte vele malen kleiner dan de lengte van een scherm, dat wil zeggen in de open en sluitrichting, zodat met een geringe slag in de open en sluitrichting van een, dan wel beide schermen, op relatief eenvoudige en bovendien snelle wijze een aanpassing van de lichtdoorlatendheid van de scherminrichting kan worden verkregen, terwijl 1027091 3 bovenal althans binnen een groot bereik aan schaduwpercentages een welhaast traploze variatie kan worden bereikt.
Ter realisatie van de in het voorgaande geschetste nieuwe scherminrichting, omvat de uitvinding dan ook tevens een nieuw type schermdoek, zoals dat is 5 weergegeven in de onafhankelijke conclusie 16. Het schermdoek volgens de uitvinding is voorzien van banen van materiaal van een uniforme mate van iichtdoortatendheid, welke dooriatendheid verschilt per baan. De banen zijn in een regelmatig patroon uitgevoerd, waarbij banen van een bepaalde Iichtdoortatendheid, welke overigens ook nul kan zijn, elkaar op vaste wijze afwisselen. Op deze wijze 10 beschikt een schermdoek over tèn minste twee verschillende banen welke elk in een onderling verschillende mate van Iichtdoortatendheid zijn uitgevoerd. De banen zijn uitgevoerd in een vaste breedte in het bereik van 5 tot 100 cm. Bij voorkeur zijn de banen van verschillende mate van Iichtdoortatendheid in dezelfde breedte uitgevoerd.
De bekende scherminrichtingen hebben verder als neveneffect dat zij door hun 15 opstelling binnen de kas de temperatuur en vochtigheid in de kas ongewenst kunnen beïnvloeden. Het is een theoretisch gegeven dat opstelling van dergetijke scherminrichtingen aan de buitenzijde van de kas de voorkeur heeft Hiermee wordt gerealiseerd dat teruggekaatste, althans tegengehouden zonnestralen geen opwarmend effect in de kas hebben. Een dergelijke optimalisatie stuit echter op 20 aanmerkelijke praktische bezwaren, niet in de laatste plaats op die van de kwetsbaarheid van de inrichting zelf, maar ook op het goed kunnen onderhouden, dat wil zeggen reinigen van de beglazing, hetgeen nodig is voor situaties waarin maximale lichtinval gewenst is. Een veel toegepaste alternatieve methode is het aan de buitenzijde van de kas bekalken van de beglazing. Deze methode heeft niet het 25 nadeel van de kwetsbaarheid, maar geniet geen algemene voorkeur vanwege de arbeidsintensieve eigenschap van het aanbrengen en verwijderen van de kalk.
De onderhavige uitvinding heeft dan ook verder tot doel op te komen tot opheffing van de sinds jaar en dag gevoelde nadelen van de bekende oplossingen, en wei in de vorm van een principieel alternatief.
30 Conform de uitvinding wordt dit bereikt door middel van een kas welke is geconstrueerd onder toepassing van de eigenschappen zoals deze in het kenmerkend deel van de betreffende onafhankelijke conclusie zijn weergegeven. In de kas volgens de uitvinding worden de nadelen van de bestaande constructies op achteraf verrassend eenvoudige wijze vermeden door middel van het aanbrengen van een 35 luchtafdichtende, licht doortatende laag, bij voorkeur in een bovendeel van de kas, en 1027091 4 door het aan de bovenzijde daarvan aangebracht zijn van de scherminrichting. Op deze wijze is gerealiseerd dat het binnenklimaat van de kas niet althans in zeer sterk verminderde mate wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de scherminrichting in de kas. Anderzijds is verder met de constructie volgens de uitvinding gerealiseerd dat 5 de scherminrichting niet althans in uiterst sterk verminderde mate wordt blootgesteld aan het weer, in het bijzonder niet aan wind, regen, vuil en gewicht van sneeuw.
In een verdere uitvoering van de uitvinding zijn de kas dan wei de scherminrichting uitgevoerd met een derde scherm, gericht op het uitfilteren van ongewenste delen uit het spectrum van het zonlicht, ofwel het bevorderen van andere 10 delen daaruit. Dit scherm kan zowei met een enkele ais in een dubbele dan wel meervoudige laag zijn uitgevoerd. In de laatste gevallen kan door onderlinge verschuiving het spectrum worden aangepast. In elk geval kan naar gelang gemeten waarden van het zonlicht de hoeveelheid belichting ofwel de beschaduwing worden aangepast, bijvoorbeeld verminderd, dan wel de duur van de belichting worden 15 verlengd, ten einde op die wijze het gewenste deel van het spectrum in vergrootte mate tot het gewas in de kas te doen komen.
De uitvinding zal thans bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening waarin:
Figuur 1 is-een principe schets van de kas volgens de uitvinding; 20 Figuur 2 is een uitwerking van de uitvinding waarin het scherm uit twee boven elkaar aanwezige delen is gevormd;
Figuur 3 is een uitwerking van de uitvinding waarbij het scherm uit drie boven elkaar geplaatste delen is gevormd.
Figuur 4 illustreert een optioneel ontwerp van het scherm volgens de uitvinding. 25 In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.
Figuur 1 toont een principe van de huidige uitvinding aan de hand van een kas 1 van een willekeurig, algemeen gangbaar kastype, in dit geval een zogenaamde Venlo-kas. De kas 1 is voorzien van een dakdeel 2, en een teeltruimte 3. Deze zijn 30 gescheiden door een scheiding 4, in de vorm van een lichtdoorlatend, luchtondoorlatend materiaal zoals gis» en kunststof folie. De kas 1 is voorts voorzien van een op zichzelf algemeen bekende scherminrichting 5. Deze is samen met de scheiding 4 opgenomen in een hiertoe verticaal geprojecteerd deei 6 van de gebruikelijke teeftruinrrte 3. Het dakdeel 2 bevindt zich boven de ruimte 6. Het verticale 1027091 5 deel 6 wordt doorgaans althans voor een belangrijk deel gevormd door de ruimte tussen twee spantbalken van een kas.
In figuur 1A is voorts nog een derde scherm opgenomen welke dient voor het filteren van ongewenste, althans verhoudingsgewijs minder gewenste delen van het 5 zon-licht spectrum. Zo kunnen planten extra worden voorzien van een specifiek deel uit het spectrum van frequenties van zonlicht, bijvoorbeeld van extra UV-licht, door de andere delen van het spectrum enigszins te belemmeren en de belichtingstijd te verlengen, dan wel de schaduwfactor te verkleinen.
Bij voorkeur bij elk van de drie schermen waaruit een scherminrichting volgens 10 de uitvinding kan bestaan, het schaduwscherm 5, het beluchtingsscherm 4 en het kleurenscherm 7, is het scherm uitgevoerd in twee ten opzichte van elkaar, in een richting het schermviak verschuifbare schermdelen. Niettemin kan bijvoorbeeld het zogenaamde kleurenscherm 7 zijn uitgevoerd in een enkele, bij voorkeur lucht doorlatende laag, welke op de gebruikelijke wijze ingeschoven en uitgevouwen kan 15 worden. Het kleurenscherm 7 kan zijn geïntegreerd met het beluchtingsscherm 4. Daarbij vormt het dan een van de beide lagen van dit scherm.
Eik van de beide lagen uit een schermen 4, 5, 7 dat in twee lagen is uitgevoerd is voorzien van een aantal dëlèn die door onderlinge verschuiving van een schermdeel vrij komt, ofwel geactiveerd wordt. De verschuiving vindt hierbij plaats in het vlak van 20 het scherm. De delen kunnen in principe elke willekeurige vorm hebben, zolang deze is afgestemd op de onderlinge verschuivingsrichtig, en zolang deze in een regelmatig patroon zijn aangebracht Bij voorkeur zijn de delen uitgevoerd ais dwars op de bewegingsrichting van een scherm georiënteerde banen. Een en ander zal nader worden aangegeven aan de hand van de figuren 2 en 3.
25 De figuren 2A-2C tonen schematisch een mogeiijke uitvoeringsvorm van een tweevoudig uitgevoerd lichtscherm 5 in verschillende standen, in stand A zijn de delen 5A en 5B zodanig verschoven ten opzichte van elkaar geplaatst, dat een aaneengesloten dek is ontstaan dat in verticale richting een gelijke doorstraling heeft. In geval dat de delen 5A zijn uitgevoerd als een licht reflecterend schermdeel 30 betekend dit dat de teeltruimte door het scherm 5 verduisterd wordt. In geval deel 5A een schaduwpercentage van 60% en deel 5B van bijvoorbeeld van 30% betekend dit dat het effectieve schaduwpercentage hoger uitkomt dan 60% en minder dan 90%, en wel afhankelijk van de typen doek die in de betreffende delen 5A en 5B zijn toegepast. Op overeenkomstige wijze variëren de schaduwpercentages in de standen volgens de 35 figuren 2Ben 2C. Het is bij deze uitvoering van belang de banen zo gering mogelijk te 1027091 11 6 maken ten einde ongelijkmatige gewasgroei te voorkomen. Met de bekende schermdoeken van bijvoorbeeld Ludvig Svensson is de configuratie volgens de uitvinding echter niet te realiseren omdat de banen in de bekende doeken in een andere orde van breedte en wel te smal zijn ukgevoerd. Deze bekende doeken 5 bijvoorbeeld LS16 zijn niet in een te regelen dubbel scherm 5 toepasbaar omdat de regelnauwkeurigheid van een scherminstaliatie zich in dezelfde orde van grootte bevindt als de breedte van de stroken uit het bekende doek, namelijk 1 tot enkele centimeters.
In het geval de stroken 5A uit figuur 2 zijn uitgevoerd als niet doorlatend, 10 bijvoorbeeld reflecterend schermdeel is het schaduwpercentage in dit voorbeeld uiteraard aanmerkelijke geringer, en wei variërend van maximaal 100% in figuur 2A tot minimaal 65% in figuur 2C. In de voorgaande voorbeelden is er steeds van uitgegaan dat de stroken 5A en 5B een gelijke breedte hebben. De breedte van elk van de stroken 5A en 5B kan volgens de uitvinding echter zijn aangepast naar elke 15 willekeurige breedte vanaf 5 cm. Een praktische bovengrens voor een breedte wordt volgens de uitvinding gevonden bij ongeveer 100 cm. Grotere breedten zijn mogelijk, maar verwijderen zich langzaam aan enigszins van een doei van de uitvinding, namelijk om een snel regelbaar scherm te hebben.
in de figuren 3A tot 3F, wordt weer een verdere uitvoering van de uitvinding van 20 gegeven, namelijk een lichtscherm 5 dat is uitgevoerd in drie delen I, II, lil. Hierby wordt een mogelijkheid tot beschaduwen geïllustreerd welke kan variëren van 0% -waarbij alle schermdelen opgevouwen ofwel “op pakket zijn” - tot 100% warbij het scherm geheel ondoortatend is. In de beschrijving van dit voorbeeld zal dan ook worden uitgegaan van een scherm 5 waarbij de delen 5A niet doorlatend, en de delen 25 5B helder, bijvoorbeeld open zijn uitgevoerd. Open" kan in dit verband met dien verstande zijn dat de niet-dooriatende delen onderling nog wel zijn verbonden door bij .. voorkeur fijne draden, hetgeen het verschuiven van de schermdelen I, II, en III vergemakkelijkt, met name omdat deze doorgaans nagenoeg op elkaar steunend, althans deel rustend kunnen zijn uitgevoerd. De doeken I, II en III zijn dan bijvoorkeur 30 nog onderling gescheiden door in de bewegingsrichting zich uitstrekkende geleidingslijnen, zogenaamde atlasdraden. Deze zijn in de figuur niet weergegeven.
In figuur 3A bevinden de doeken I en II zich “op pakket", terwijl schermdeel III zich in uitgevouwen toestand bevind. Deze opstelling van het scherm volgens de uitvinding levert een beschaduwrng van 20% op ten gevolge van de breedte 35 verhouding tussen de gesloten banen 5A-III en 5B-III. In toestand 3B is ook het 1027091 7 schermdeei II uitgevouwen, hetgeen in de weergegeven, overlappende toestand een beschaduwing van 30 tot 50% oplevert afhankelijk van de breedte van de gesloten banen 5A-II. In figuur 3C zijn de banen 5AII en 5A-IJI in eikaars verlengde opgesteld, hetgeen een schaduwpercentage van 30 tot 50% oplevert, afhankelijk van de mate 5 waarin de delen 5AII en 5A-II1 nog overtappend zijn opgesteld.
In het geval alle drie schermlagen l-lll zijn uitgevouwen zijn beschaduwingspercentages van 50 tot 100% mogelijk, afhankelijk van de mate waarin de gestoten delen van eik der drie schermlagen overlappend zijn opgesteld, en/of afhankelijk van de breedte van de ondoorlatende laag 5A-I, zoals in het voorbeeld van 10 figuur 3D. In figuur 3E is een beschaduwing van 80% gerealiseerd, en in figuur 3F van 100%. Op overeenkomstige wijze kan een percentage van 70% worden bereikt indien in de opstelling van figuur 3E scherm I zou zijn verschoven, en kunnen allerhande variaties worden bereikt op een relatief snelle wijze, op maat aangepast aan de vereisten van het gewas en de actueel heersende weers-omstandigheden. Het 15 spreekt vanzelf dat ook in de uitvoering van figuur 3 allerhande variaties in beschaduwing en soort van belichting - diffuus of direct - kunnen worden aangebracht door variatie in de aard van de doekdelen SA en 5B. Zo kan, indien algehele verduistering niet aan de orde is een zeer specifieke beschaduwing worden verkregen door combinatie van doekdelen 5A van verschillende soort en 20 beschaduwing, en kunnen ook de doekdelen 5B zijn opgevuld met een meer of minder beschaduwende soort doek, mogelijkerwijs afhankelijk van de laag waarin dit deel is opgenomen.
Figuur 4 illustreert een verder detail waaruit verschil met de beleende scherminrichtingen blijkt. In de bekende inrichtingen is een scherm slechte aan een 25 uiteinde voorzien van een zogenaamde meeneemiijst 9A, een relatief stijf profiel waaraan het uiteinde van het doek is bevestigd en via welke het doek van de . scherminrichting wordt bediend, ofwel wordt meegenomen door het hier overigens niet weergegeven bedieningsorgaan van de scherminrichting. Bij een schermlaag uit een inrichting volgens de uitvinding is bij ten minste een schermlaag een doek voorzien 30 van twee meeneemiijsten, waarbij de tweede lijst 9B zich bevind nabij het vaste uiteinde van de laag. Het vaste uiteinde is tussen de tweede lijst 9B en een betreffende spant 10 van de kas, van een niet doorlatend doekdeel 5C voorzien. De tweede lijst 9B maakt het mogelijk de betreffende schermlaag in twee richtingen te doen verschuiven, en de het niet doorlatend doekdeel 5C biedt de benodigde 35 schuifruimte zonder dat het sluitende contact met een spant 10 verloren gaat. in het 1027091 8 eerste, bovenste deel van de figuur is het scherm “op spant” ofwel in opgevouwen toestand. Het tweede figuurdeei illustreert de uitgevouwen stand, en het derde deel een ten behoeve van het variëren van de doortatendheid, enigszins teruggeschoven scherm. Het terugtrekken gebeurt hierbij via het tweede meeneemeiement 9B.
5 Figuur 5 illustreert een eerste verdere uitwerking van een doek dat geschikt is voor gebruik in een inrichting volgens de uitvinding. Hierbij is tussen de beide doeklagen een flexibele verbinding 11 aangebracht, welke voorkomt dat de doekdelen al te zeer van elkaar af zouden kunnen opwaaien. De flexibele verbinding is evenwel van voldoende lengte om een doekdeei hetzij 5A, hetzij 5B waarmee het bevestigd is 10 te kunnen laten verschuiven op een in het voorgaande beschreven wijze. De verbinding is doorgaans uit hetzelfde, dan wel uit en van de materialen voor overige functies van het doek gevormd, en kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als lint of draad. Bij voorkeur is in een schermdoek een veelvoud aan dergelijke flexibele verbindingen opgenomen. In de in figuur 5 bovenste stand is het scherm, indien uitgevoerd als 15 lichtscherm met niet-üchtdoortatende delen 5A, geheel gesloten, en bevind het verbindingselement in een het licht niet hinderende positie. Dit geld eveneens voor de voor 50% geopende stand in het onderste figuurdeei waar het verbindingselement zich tussen de gesloten delen van de beide lagen van het scherm bevindt, in de weergegeven uitvoering zijn bij voorkeur alle banen van ten minste een 20 overeenkomstig type uit de beide lagen onderling verbonden.
Een tweede verdere uitwerking van en doek volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 6. Hierbij zijn in ten minste een richting, bijvoorkeur de bewegingsrichting, draden uit het doek elastisch uitgevoerd en verbonden met een type strook bijvoorbeeld 5A. De verbindingen zijn in de figuur weergegeven door de 25 cirkelvormen, terwijl de bewegingsrichting van de draden samenvalt met een verticale lijn in de tekening. De verticale draden worden om en om in een tegengestelde richting aan getrokken. Bij het uitrekken van de draden vergroot zich een tussengelegen open deel van het doek.
De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens 30 betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op ai hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.
1027091
Claims (44)
1. Scherminrichting voor het afschermen van gewassen in een kas (1), welke inrichting ten minste een scherm (4, 5, 7) omvat dat in een ingevouwen en in een 5 uitgevouwen toestand gebracht kan worden met behulp van een tot de inrichting horend bedieningsorgaan zoals een heen en weer gaande stang of kabel dat op het scherm (4,5, 7} aangrijpt, welk bedieningsorgaan bij voorkeur wordt geactiveerd door een automatisch aandrijforgaan, in het bijzonder voorzien van een elektronische stuureenheid daarvoor, met het kenmerk, dat het scherm (4, 5, 7) ten minste in 10 separate (I, II; III) lagen in de inrichting opgenomen doeken omvat, welke doeken elk zijn voorzien van meerdere delen (A, B) van een onderscheidenlijke doortatendheid voor licht dan wei lucht, en welke schermdelen door onderlinge verschuiving een aanpassing in de mate van doorlatendheid van de scherminrichting daarvoor bewerkstelligen.
2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, ’dat de delen (A, B) zijn gevormd door meerdere, zich dwars op de bewegingsrichting van het bedieningselement uitstrekkende banen, bij voorkeur zodanig dat een baan (A), in de bewegingsrichting van het bedieningselement telkens met een baan (B) van een onderscheidenlijke doorlatendheid wordt afgewisseld.
3. Scherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een der lagen wordt gevormd door een op zichzelf bekend type schermdoek, zoals Ludvig Svensson LS 16 of Ludvig Svensson SLS10 ULTRA PLUS.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een van de soorten banen (A, B) geheel ondooriatend is voor licht dan wet 25 lucht.
5. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat ten minste -de bovenzijde van de niet doorlatende baan (A) reflecterend is uitgevoerd.
6. Inrichting volgens een der beide voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste de onderzijde van de niet doorlatende baan (A) licht absorberend is 30 uitgevoerd, bij voorbeeld door uitvoering in een zwarte kleur.
7. Inrichting volgens een der beide voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een licht niet doorlatende baan (A) aan beide zijden overeenkomstig is uitgevoerd.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een voor licht niet doorlatende baan (A) is uitgevoerd onder toepassing van een band van 35 zogenaamde aluminium doek. 1027091 ' 9. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de delen (A, B) van onderscheidenlijke doorlatehdheid elkaar in een regelmatig patroon afwisselen.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 banen (A, B) in het doek zijn voorzien van een breedte welke zich bevinden in het bereik van 5 tot 100 cm.
11. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de breedte van de banen van ten minste een laag zich bevinden in het bereik van 5 tot 20 cm, bijvoorkeur circa 10 cm. 12. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het scherm een luchtscherm vormt, met het kenmerk, dat de breedte van4 de banen zich bevinden in het bereik van 1 mm tot 20 mm. 13. inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij het scherm een luchtscherm is, met het kenmerk, dat de doorlatende banen zijn voorzien van 15 perforaties met een oppervlakte gelijk asm die van een cirkelvohnige perforatie met een diameter in het bereik van 1 tot 20 mm. 14. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van bedieningsmiddeten voor het onafhankelijk van elkaar in een open- en siuitrichting kunnen bedienen van bij elkaar geplaatste schermlagen (I, II, III).
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transparante banen in de doeken van de in eikaars nabijheid geplaatste schermlagen (I, II, Hl), een onderscheidenlijke lichtdooriatendheid hebben.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schermlagen (1, II, lil) in eikaars directe nabijheid in de inrichting zijn opgenomen, 25 bijvoorbeeld op elkaar steunend, althans liggend in het geval van horizontaal gebruik in een bovendeel van een kas, of tegen elkaar aan hangen in geval van verticaal -gebruik.
17. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de transparante banen van een onder gelegen doek (I) ofwel schermlaag een grotere 30 lichtdooriatendheid heeft dan de fichtdooriatende banen in een hoger gelegen schermlaag (lil).
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat niet doorlatende delen (A) van een scherm (I) in een onder, dan wei binnen gelegen scherm (I) breder zijn uitgevoerd dan de overeenkomstige banen (A) van een hoger, 35 dan wei buitenwaarts gelegen scherm (lil). 1027091
19. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat in verticale richting de schermdelen van elkaar zijn gescheiden door een taag van op afstand van elkaar aanwezige steundraden.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 5 schermlaag aan twee uiteinden is voorzien van een zogenaamd meeneemprofiel.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lagen van een scherm onderling zijn verbonden door flexibele verbindingsmiddelen. 22. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste twee niveaus van onderling met elkaar samenwerkende typen 10 schermen omvat, in het bijzonder een niveau van transparant doek, bestemt voor de regulering van lucht, en een niveau van doeken bestemt voor de onderschepping, en/of diffuse verspreiding van licht.
23. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het lucht regulerende niveau aan de onderzijde van het licht regulerende niveau van de 15 scherminrichting is opgenomen.
24. Schermdoek, in het bijzonder voor toepassing in een scherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doek is gevormd met ten minste twee, elkaar in een onderling patroon afwisselende lagen van onderscheidende dooriatendheid voor ten minste een van licht en lucht
25. Schermdoek volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat althans de minst doorlatende delen in een doek zijn gevormd door banen met een breedte van ten minste 5 cm, bij voorkeur circa 10 cm, en ten hoogste een breedte van 100 cm hebben.
26. Schermdoek volgens een der beide voorgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat de dooriatendheid van ten minste een baan uit een doek nihil is.
27. Schermdoek volgens de betreffende voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat een licht- ondoorlatende baan aan de bovenzijde reflecterend is uitgevoerd.
28. Schermdoek volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de lichtondooriatende baan aan de naar een andere laag gekeerde zijde zwart, althans 30 iichtabsorberend is uitgevoerd.
29. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat de beide vlakken van de licht niet doorlatende banen -op overeenkomstige wijze zijn uitgevoerd, in het bijzonder zwart. 1027091
30. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat de lichtreductie door een transparante baan zich bevindt in het bereik van 10 tot 50%.
31. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies, met het 5 kenmerk, dat het doek in de transparante banen is gevormd door een open garen weefsel.
32. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies,, met het kenmerk, dat de iichtondoorlatende banen een aluminium band omvatten.
33. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies, met het 10 kenmerk, dat de banen een regelmatig patroon in het doek vormen. «
34. Schermdoek volgens een der voorgaande betreffende conclusies, met het kenmerk, dat de banen met een onderscheidenlijke iichtdoorlatendheid een corresponderende breedte hebben.
35. Schermdoek volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 15 het doek ten minste drie elkaar onderling in een regelmatig patroon afwisselende delen van onderscheidenlijke doorlatendheid voor licht dan wei lucht hebben.
36. Kas (1) voor het telen van tuinbouwgewassen, in het bijzonder voor toepassing van een scherminrichting conform een of meer der voorgaande conclusies, van een scherminrichting voor het in meer of meerdere mate afschermen van licht 20 daarin opgenomen lichtscherm (5), met het kenmerk, dat het lichtscherm (5) is toegepast in combinatie met een in de directe nabijheid daarvan opgenomen, lucht afscheidend, licht doorlatend scherm (4), waarbij het lichtscherm (5) ten opzichte van de af te schermen teeltruimte aan de buitenzijde van het luchtscherm in de kas (1) is opgenomen.
37. Kas volgens conclusie 1, waarbij de kas is voorzien van een dakdeel (2), bijvoorbeeld met ten minste een, gezien in dwarsdoorsnede nok-vormig deel, en waarbij het lichtscherm (5) voor het licht beperkend, dan wel licht-ondoorlatend afschermen van de binnenruimte van de kas horizontaal is opgenomen, met het kenmerk, dat het luchtscherm (4) aan de onderzijde van het lichtscherm (5) in de kas 30 is opgenomen.
38. Kas volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een der beide schermen (4, 5) is gevormd uit ten minste twee iagen die elk zijn voorzien van in niet of weinig voor licht dan wel lucht doorlatende delen zoals overdwarse banen, en van verhoudingsgewijs meer doorlatende dëlen, en waarbij de doorlatendheid door 35 onderlinge verschuifbaarheid beïnvloed kan worden. 1027091
39. Kas volgens conclusie 1. 2 of 3 met het kenmerk, dat de afscheidende laag (4) voor het realiseren van luchtdoorlatendheid - het luchtscherm althans deels beweegbaar in de kas (1) is opgenomen.
40. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 afscheidende laag (4) is voorzien van een of meer openingen.
41. Kas volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de openingen zijn gevormd door een veelvoud aan perforaties.
42. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afscheidende scherm (4) ten minste een in kunststof folie uitgevoerde laag omvat.
43. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afscheidende scherm (4) zich evenals het lichtscherm (5) in de ruimte tussen twee spantbalkeri van een kas uitstrekt
44. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dakdeel (2) van de kas is voorzien van bijvoorkeur met insectengaas afgeschermde, 15 regelbare beluchtingopeningen.
45. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dakdeel (2) althans nagenoeg geheel geopend kan worden, bij voorbeeld door het opvouwen en terzijde schuiven van twee nokdelen.
46. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 scherminrichting, althans de kas is voorzien van een schermlaag (7) voor het beïnvloeden van de kleur van het doorgelaten licht.
47. Kas volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het kleurenscherm (7) een folie omvat dat althans verhoudingsgewijs optimaal doorlatend is voor UV-licht en verhoudingsgewijs beperkend is voor een ten opzichte van het 25 geoptimaliseerde UV-sprectrum relatief breed spectrum aan andere lichtkleuren.
48. Scherminrichting voor toepassing in een kas, in het bijzonder ten behoeve van een kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste twee met elkaar samenwerkende schermen (4, 5), waarbij een scherm (5) althans in hoofdzaak is gericht op het in meer of mindere mate 30 afschermen van licht, en het andere scherm (4) op het in meer of mindere mate afschermen van lucht
49. Scherminrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de inrichting een derde scherm voor het beïnvloeden van de kleur van het licht omvat. 1027091
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027091A NL1027091C2 (nl) | 2004-09-23 | 2004-09-23 | Kas en scherminrichting. |
PCT/IB2005/002810 WO2006051360A2 (en) | 2004-09-22 | 2005-09-22 | Screening arrangement and cloth therefor |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027091 | 2004-09-23 | ||
NL1027091A NL1027091C2 (nl) | 2004-09-23 | 2004-09-23 | Kas en scherminrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1027091C2 true NL1027091C2 (nl) | 2006-03-27 |
Family
ID=36011067
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1027091A NL1027091C2 (nl) | 2004-09-22 | 2004-09-23 | Kas en scherminrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1027091C2 (nl) |
WO (1) | WO2006051360A2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2001828C2 (nl) * | 2008-07-18 | 2010-01-21 | Valk Systemen Bvvd | Kas of warenhuis met lamellen. |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2015677B1 (nl) * | 2015-10-28 | 2017-05-29 | Bom Holding B V | Schermsysteem voor een warenhuis. |
NL2016364B1 (en) * | 2016-03-04 | 2017-09-19 | Svensson Ludvig Ab | Light pollution screening arrangement |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
MA19667A1 (fr) * | 1981-12-18 | 1983-07-01 | Yves Dalle | Dispositif pour deployer ou replier dans une serre un ou plusieurs ecrans thermiques |
FR2544771B1 (fr) * | 1983-04-25 | 1985-12-20 | Rhone Poulenc Films | Dispositif pour la mise en place, le retrait ou l'etablissement d'au moins un ecran souple |
JP3547904B2 (ja) * | 1996-05-13 | 2004-07-28 | 宇部日東化成株式会社 | 農業ハウス用被覆材及び農業用ハウス |
NL1003741C2 (nl) | 1996-08-06 | 1998-02-12 | Leen Huisman B V | Scherminrichting en kas waarin zulks is toegepast. |
NL1022083C2 (nl) * | 2002-12-04 | 2003-11-11 | Leen Huisman B V | Scherminrichting, profiel en kas waarin zulks is toegepast. |
-
2004
- 2004-09-23 NL NL1027091A patent/NL1027091C2/nl active Search and Examination
-
2005
- 2005-09-22 WO PCT/IB2005/002810 patent/WO2006051360A2/en active Application Filing
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2001828C2 (nl) * | 2008-07-18 | 2010-01-21 | Valk Systemen Bvvd | Kas of warenhuis met lamellen. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2006051360A3 (en) | 2007-10-04 |
WO2006051360A2 (en) | 2006-05-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR100876183B1 (ko) | 커튼지원단 및 그의 창문차단장치 | |
DK1776025T3 (en) | Window coverings. | |
US2110145A (en) | Adjustable blind or screen | |
KR100959028B1 (ko) | 제직물로 만들어진 블라인드지 및 그 블라인드지의 제조 방법 및 그 블라인드지를 적용한 블라인드 | |
JP2000511605A (ja) | 光制御窓カバー | |
JP2004316405A (ja) | ベネチアン・ブラインド | |
JPH10502817A (ja) | 折畳み可能な防水作物保護カーテン付き作物保護装置 | |
US4761913A (en) | Greenhouse screen | |
EP3080378B1 (en) | Venetian blind | |
NL1027091C2 (nl) | Kas en scherminrichting. | |
AU2004201737A1 (en) | Roman Shade capable of Adjusting Light Transmittance | |
NL1027090C2 (nl) | Kas en scherminrichting. | |
JP6999366B2 (ja) | 横型ブラインド | |
NL1003682C2 (nl) | Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn. | |
US6419001B2 (en) | Venetian blind having segmented tilt adjustment | |
US20070163726A1 (en) | System, method, and apparatus for window treatment blind having overlapping slats | |
KR100988592B1 (ko) | 전후면 띠를 갖는 입체커튼지 원단 및 그 제조방법 | |
KR102555945B1 (ko) | 조망부를 갖춘 로만쉐이드 커튼 | |
JP2004332506A (ja) | 透光布面を有するブラインド | |
KR102623284B1 (ko) | 힘살부를 구비한 이중 롤쉐이드 블라인드 | |
NL1037106C2 (nl) | Scherminrichting en daarvan voorziene kas. | |
KR102636213B1 (ko) | 이중 롤쉐이드 블라인드 | |
NL1005291C2 (nl) | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. | |
NL2000833C2 (nl) | Lamelsysteem. | |
CA2350106C (en) | Venitian blind having segmented tilt adjustment |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
PLED | Pledge established |
Effective date: 20140812 |