NL1003682C2 - Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn. - Google Patents

Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn. Download PDF

Info

Publication number
NL1003682C2
NL1003682C2 NL1003682A NL1003682A NL1003682C2 NL 1003682 C2 NL1003682 C2 NL 1003682C2 NL 1003682 A NL1003682 A NL 1003682A NL 1003682 A NL1003682 A NL 1003682A NL 1003682 C2 NL1003682 C2 NL 1003682C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
curtain
blind
window covering
covering according
slats
Prior art date
Application number
NL1003682A
Other languages
English (en)
Inventor
Robby Alice Groeneveld-D Rijke
Original Assignee
Coocoo Pandora B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Coocoo Pandora B V filed Critical Coocoo Pandora B V
Priority to NL1003682A priority Critical patent/NL1003682C2/nl
Priority to PCT/NL1997/000444 priority patent/WO1998004803A1/en
Priority to EP97934783A priority patent/EP0914541B1/en
Priority to AU37865/97A priority patent/AU3786597A/en
Priority to DE69713101T priority patent/DE69713101D1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1003682C2 publication Critical patent/NL1003682C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/262Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with flexibly-interconnected horizontal or vertical strips; Concertina blinds, i.e. upwardly folding flexible screens
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B2009/2423Combinations of at least two screens
    • E06B2009/2429One vertical sheet and slats

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Blinds (AREA)

Description

Titel: Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn
De uitvinding heeft betrekking op een raambekleding volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke raambekleding is bekend uit het Franse octrooischrift 1 364 674. Bij deze raambekleding zijn de la-5 mellen van de jaloezie tussen twee plissévormige gordijnlagen bevestigd. De gordijnstof is bij raambekledingen van deze soort typisch zeer transparant uitgevoerd teneinde wel licht door te laten, maar anderzijds waarneming van de ruimte achter het gordijn te bemoeilijken. Dergelijke gordijnen worden 10 in de praktijk wel aangeduid als vitrages, voiles of glasgordijnen.
Uit het Zwitserse octrooischrift 476 482 zijn raambe-kledingen bekend, waarbij tussen gordijnen bevestigde lamellen van de jaloezie uit flexibel materiaal zijn vervaardigd 15 dat over een onderbalk van de jaloezie gevouwen hangt wanneer de jaloezie is opgetrokken.
In de Nederlandse octrooiaanvrage 74 10152 en de Europese octrooiaanvrage 0 511 956 zijn raambekledingen beschreven, waarbij telkens een gordijn is verdeeld in stroken die 20 tussen opeenvolgende lamellen van een jaloezie zijn aangebracht .
In de Europese octrooiaanvrage 0 653 539 zijn diverse mogelijkheden voor het bevestigen van een gordijn aan stijve lamellen van een verticale of horizontale jaloezie beschre-25 ven.
In de Europese octrooiaanvrage 0 654 577 is een raambekleding beschreven, waarbij een plissévormig gordijn langs laterale randen van lamellen van een optrekbare jaloezie is bevestigd.
30 Bij de hiervoor besproken raambekledingen is de jaloe zie in het algemeen optrekbaar of vast uitgevoerd. De combinatie van een optrekbare jaloezie met een gordijn en in het bijzonder een vitrage-achtig gordijn biedt vele voordelen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk enerzijds een sterke, harde 35 lichtreflectie naar buiten en anderzijds een zacht, textiel 1003682.
-2- uiterlijk aan de binnenkant te verkrijgen, waarbij aan de binnenkant van de raambekleding geen harde reflecties worden veroorzaakt, een "gefilterd" licht wordt doorgelaten en inkijk van buiten sterk wordt belemmerd. De lichtdoorlaat is 5 bovendien nauwkeurig te regelen en binnen een groot bereik te beperken tot doorlaat van indirect licht. De bediening van een gecombineerd systeem is eenvoudig en de hiervoor beschreven visuele effecten worden ook in neergelaten toestand bereikt. Verder werkt de vitrage geluiddempend en wordt vervui-10 ling van de jaloezie vooral wat betreft moeilijk te verwijderen vettige aanslag door het gordijn tegengegaan.
Volgens een andere benadering zijn de lamellen gevormd door strookvormige, flexibele verbindingen tussen twee op afstand van elkaar hangende, evenwijdige lagen gordijnstof.
15 Door de lagen gordijnstof verticaal ten opzichte van elkaar te verplaatsen kan de stand van de lamellen gevarieerd worden. Voor het optrekken van de gordijnen worden de lagen gordijnstof met de lamellen in een evenwijdig daartussen liggende stand op een rol gewikkeld. Dergelijke raambekledingen 20 zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooi-schrift 2 865 446, het Franse octrooischrift 1 364 674, de Europese octrooiaanvrage 0 494 501, het Amerikaanse octrooischrift '5 313 999, de internationale octrooiaanvrage WO 94/29559 en het Amerikaanse octrooischrift 5 394 922.
25 Een belangrijk bezwaar van dergelijke systemen is, dat het niet mogelijk is de hellingshoek van de lamellen anders dan zo verticaal mogelijk te kiezen zolang de raambekleding niet geheel afgerold is.
Een gemeenschappelijke bezwaar van de hiervoor bespro-30 ken raambekledingen is, dat de vervaardiging gecompliceerd en derhalve kostbaar is of althans grote investeringen vergt, zoals wordt geïllustreerd door diverse voorstellen voor het fabriceren van dergelijke raambekledingen als beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3 384 519 en 5 313 999 en de 35 internationale octrooiaanvrage WO 94/29559. Een verder gemeenschappelijk bezwaar is, dat het gordijn niet losneembaar is, waardoor dit niet, zoals een conventioneel gordijn, ge- 1003682.
-3- wassen of afzonderlijk vervangen kan worden. Verder wordt ook het reinigen van de lamellen door de aanwezigheid van het gordijn bemoeilijkt. Bij de raambekledingen waarbij de lamellen tussen twee lagen gordijnstof zijn gelegen is het reini-5 gen van de lamellen zelfs nauwelijks uitvoerbaar en is het verwijderen van tussen de lagen gordijnstof geraakte objecten zoals dode insecten zeer omslachtig.
Uit het Amerikaanse octrooischrift 4 724 885 is een raambekleding met een gordijn en een jaloezie bekend, waarbij 10 het gordijn is uitgevoerd als een rolgordijn, waarvan de bediening is gekoppeld met het optrekmechanisme van de jaloezie. Bij deze raambekleding is het bedieningsmechanisme echter gecompliceerd van opbouw, dienovereenkomstig kostbaar en heeft het bedieningsmechanisme een grote inbouwdiepte.
15 De hiervoor genoemde bezwaren veroorzaken althans mede dat de hiervoor beschreven combinaties van een jaloezie en een gordijn nooit een aandeel van betekenis op de markt voor raambekledingen hebben verworven.
Het is een doel van de uitvinding deze oorzaak althans 20 voor een belangrijk deel weg te nemen door een raambekleding in de vorm van een combinatie van horizontale lamellen en een gemeenschappelijk daarmee te bedienen gordijn te verschaffen die eenvoudig en tegen lage kosten te vervaardigen is, een geringe inbouwdiepte mogelijk maakt, waarbij demontage en 25 vervanging van het gordijn mogelijk is en waarbij de lamellen van de jaloezie gemakkelijker te reinigen zijn.
Dit doel wordt overeenkomstig de onderhavige uitvinding bereikt, door bij een raambekleding van het in de aanhef beschreven type de verbindingen tussen de jaloezie en het gor-30 dijn uit te voeren als puntverbindingen.
De over het oppervlak van de neergelaten jaloezie verdeelde puntverbindingen tussen het gordijn en de jaloezie kunnen op eenvoudige wijze, en in het bijzonder eenvoudiger dan de bekende lijnverbindingen, worden vervaardigd, zonder 35 dat speciale kostbare machines nodig zijn. Voor het realiseren van de puntverbindingen kunnen bijvoorbeeld ogen, haken, lussen, laspunten, gaten in het gordijn en dergelijke worden 1003682.
-4- toegepast. Dergelijke verbindingen kunnen eenvoudig machinaal of handmatig worden vervaardigd uit algemeen verkrijgbare componenten.
Losnemen en weer herstellen van de puntverbindingen, 5 die het gordijn en de jaloezie slechts zeer lokaal met elkaar verbinden, is eenvoudig mogelijk, zonder wezenlijke beschadiging van de jaloezie - die in het algemeen het kostbaarste gedeelte van de constructie vormt - en in het algemeen ook zonder wezenlijke beschadiging van het gordijn. Het gordijn 10 kan derhalve eenvoudig gereinigd of vervangen worden. De eenvoudige vervangbaarheid van het gordijn maakt het verder mogelijk de uiterlijke verschijningsvorm van de raambekleding te wijzigen zonder de jaloezie te vervangen.
Doordat het gordijn slechts op bepaalde punten met de 15 jaloezie is verbonden, is ook het reinigen van de jaloezie eenvoudiger mogelijk. Zonder demontage van het gordijn is het reinigen van de lamellen van de jaloezie vereenvoudigd, doordat deze beter toegankelijk zijn dan bij raambekledingen, waarbij het gordijn langs lijnverbindingen met de lamellen is 20 verbonden. Wanneer het gordijn van de jaloezie is losgenomen is de jaloezie nog gemakkelijker te reinigen. Bovendien wordt dan voorkomen dat bij het reinigen van de lamellen vlekken of strepen 'in het gordijn worden gemaakt.
Dankzij de over de jaloezie verdeelde puntverbindingen 25 wordt het gordijn bij het optrekken en neerlaten van de jaloezie door die jaloezie meegenomen. Er zijn derhalve geen extra middelen voor het optrekken en neerlaten van het gordijn nodig, waardoor de inbouwdiepte van de raambekleding volgens de uitvinding gering kan worden gehouden en de con-30 structie van het optrek- en neerlaatmechanisme eenvoudig en tegen lage kosten vervaardigbaar kan worden uitgevoerd.
De uitvinding is in belangrijke mate gebaseerd op het inzicht, dat het voor het verkrijgen van een gordijn dat met lamellen van een jaloezie mee opgetrokken en neergelaten kan 35 worden niet nodig is, het gordijn langs continue stroken met de lamellen te verbinden, maar dat een geschikt vouw- of plooi-effect bij het optrekken ook kan worden verkregen door 1003682.
-5- het gordijn slechts op een aantal, over het door de jaloezie beslagen oppervlak verdeelde punten met die jaloezie te verbinden .
Het gordijn kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een in 5 neergelaten toestand in hoofdzaak vlak vouwgordijn, als een gordijn dat in neergelaten toestand een aantal, elkaar in neerlaatrichting opvolgende lussen bevat, als een plissé-gor-dijn of als een gordijn dat in neergelaten toestand een drapering vanaf in verticale en horizontale richting onderling 10 versprongen puntverbindingen vormt. Door variatie van het aantal verbindingspunten en de plaatsing van de verbindingspunten kan verder ook het uiterlijk van het samengevouwen of -geplooide gedeelte van het gordijn worden beïnvloed.
Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en 15 toegelicht aan de hand van een op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekeningen. Daarin is: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een raambekle-ding volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvin-20 ding; fig. 2 een perspectivisch detailaanzicht van een raambekleding volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; fig. 3 een perspectivisch detailaanzicht van de punt-25 verbinding tussen gordijn en jaloezie bij de raambekleding volgens fig. 2, fig. 4 een perspectivisch detailaanzicht van de bevestiging van het gordijn aan een onderbalk van de jaloezie bij de raambekleding volgens de figuren 1 en 2, 30 fig. 5 een zijaanzicht in doorsnede van een onderbalk en een daaraan bevestigde gordijnstang van de raambekledingen volgens de in de figuren 1 en 2 getoonde voorbeelden, fig. 6 een opengewerkt perspectivisch detailaanzicht van de bevestiging van het gordijn aan een bovenbalk van de 35 jaloezie bij de raambekleding volgens de figuren 1 en 2, en 1003682.
-6- fig. 7 een zijaanzicht in doorsnede van een bovenbalk en een daaraan bevestigde gordijnstang van de raambekledingen volgens de in de figuren 1 en 2 getoonde voorbeelden.
In de tekening zijn overeenkomende delen met onderling 5 identieke verwijzingsnummers aangeduid. Van meervoudig voorkomende delen zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid telkens één of enkele met verwijzingsnummers aangeduid.
De in fig. 1 getoonde raambekleding is samengesteld uit een jaloezie 1 en een gordijn in de vorm van een vitrage 2.
10 De jaloezie 1 is opgebouwd uit onderling evenwijdige, in bedrijfstoestand horizontaal gerichte lamellen 3 die tussen een bovenbalk 4 en een onderbalk 5 zijn opgehangen. In de bovenbalk is een optrek- en neerlaatmechanisme voor het optrekken en neerlaten van de jaloezie ingebouwd. Bovenbalken 15 met optrek- en neerlaatmechanismes zijn in vele geschikte uitvoeringen in de handel verkrijgbaar en hier derhalve niet nader beschreven.
De raambekleding is weergegeven in een gedeeltelijk opgetrokken toestand. Meer in het bijzonder is een ondergelegen 20 aantal van de lamellen 3 weergegeven in een samengepakte, opgetrokken configuratie waarin deze een stapel vormen die op de aan qptrekkoorden 6 hangende onderbalk 5 steunt. De overige, daarboven gelegen lamellen 2 zijn weergegeven in een uiterste uiteengetrokken, neergelaten configuratie waarin 25 deze met onderlinge tussenruimtes worden ondersteund door dwarsverbindingen van ladderkoorden 7 die vanaf de bovenbalk 4 omlaag hangen. Deze dwarsverbindingen zijn in de tekening niet zichtbaar, omdat deze telkens onder de ondersteunde lamel zijn gelegen. In geheel neergelaten toestand beslaat de 30 jaloezie een oppervlak 8, ongeveer als in fig. 1 met streep-punt-lijnen is aangegeven.
De vitrage 2 strekt zich, voorzover neergelaten, voor het neergelaten gedeelte van de jaloezie 1 uit.
Tussen de jaloezie 1 en de vitrage 2 zijn puntverbin-35 dingen 9 aangebracht die over het oppervlak 8 verdeeld zijn voorzover de jaloezie 1 is neergelaten.
1003682.
-7-
De puntverbindingen 9 tussen de vitrage 2 en de jaloezie 1 kunnen op eenvoudige wijze worden vervaardigd, zoals hierna aan de hand van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden en enige alternatieven nader zal worden toegelicht.
5 De puntverbindingen 9 verbinden de vitrage 2 slechts zeer lokaal met de jaloezie 1. Daardoor zijn deze eenvoudig los te maken en opnieuw vast te maken. De vitrage 2 kan derhalve eenvoudig gereinigd of vervangen worden. De eenvoudige vervangbaarheid van de vitrage 2 maakt het verder mogelijk de 10 uiterlijke verschijningsvorm van de raambekleding te wijzigen zonder de relatief kostbare jaloezie 1 te vervangen.
De vitrage 2, die slechts ter plaatse van de puntverbindingen 9 ten opzichte van de jaloezie 1 is gefixeerd, belemmert de toegankelijkheid van de lamellen en derhalve het 15 reinigen van de jaloezie 1 slechts in geringe mate. Door de vitrage 2 van de jaloezie 1 los te nemen, is de jaloezie 1 nog gemakkelijker en zonder risico van het veroorzaken van vlekken of strepen in de vitrage 2 te reinigen.
Zoals te zien is in fig. 1, wordt de vitrage 2 bij het 20 optrekken en neerlaten van de jaloezie 1 ter plaatse van de over de jaloezie 1 verdeelde puntverbindingen 9 door die jaloezie 1 meegenomen. Bij het in fig. 1 getoonde uitvoerings-voorbeeïd vormt de vitrage 2 daarbij een serie plooien 10. Er zijn derhalve geen afzonderlijke middelen voor het optrekken 25 en neerlaten van de vitrage 2 nodig, waardoor voor de raambekleding een geringe inbouwdiepte voldoende is. Bij de raambekleding volgens het getoonde voorbeeld is als jaloezie 1 een conventionele, in de handel verkrijgbare optrekbare jaloezie 1 met horizontale lamellen toegepast, zodat wat betreft de 30 jaloezie 1 en meer in het bijzonder wat betreft het optrek-en neerlaatmechanisme is volstaan met tegen lage kosten en algemeen verkrijgbare componenten.
Hoewel de vitrage 2 niet langs continue horizontale stroken maar slechts ter plaatse van horizontaal op afstand 35 van elkaar gelegen punten met de jaloezie 1 is verbonden, wordt door de stijfheid van de stof van de vitrage 2 bij het optrekken van de jaloezie 1 en de vitrage 2 toch het effect 1003682.
-8- bereikt dat de vitrage 2 het getoonde pakket plooien 10 vormt. Door variatie in stofkeuze en keuze van de horizontale afstand tussen de verbindingspunten 9 kunnen desgewenst verschillende, strakkere of meer gedrapeerde pakkingen van de vi-5 trage 2 in opgetrokken toestand worden verkregen.
Ook de verschijningsvorm van de vitrage voorzover neergelaten kan door een geschikte stofkeuze en plaatsing van de verbindingspunten 9 op diverse wijzen beïnvloed worden. Zo kan in plaats van het getoonde, in hoofdzaak vlakke vouwgor-10 dijn, een vitrage die in neergelaten toestand een aantal, elkaar in neerlaatrichting opvolgende lussen bevat, een plissé-vitrage of een vitrage die in neergelaten toestand een drape-ring vormt worden verkregen.
Voor de vitrage 2 wordt bij voorkeur een zeer lichte, 15 transparante, gaasvormige soort stof worden toegepast. Ook bij toepassing van zeer lichte gordijnstoffen wordt echter een raambekleding met een over een lange gebruiksduur in hoofdzaak constant uiterlijk gewenst, Hiertoe wordt de vitrage bij voorkeur voorzien van verstevigingen op de plaatsen 20 waar de puntverbindingen op de vitrage aangrijpen. Bij de raambekleding volgens fig. 1 zijn de verstevingingen uitgevoerd als stroken 11, waarop opeenvolgende van de puntverbindingen 9 aangrijpen.
Bij de raambekleding volgens het in fig. 1 getoonde 25 voorbeeld zijn de verstevigingsstroken 11 in neerlaatrichting gericht, althans voorzover de raambekleding neergelaten is. Omdat voor het verkrijgen van een in neergelaten toestand vlak omlaag hangend vitrage 2, de verticale afstand tussen opeenvolgende verbindingspunten 9 steeds een enkelvoud of een 30 geheel meervoud van de steek tussen opeenvolgende lamellen 3 in neergelaten toestand dient te bedragen, biedt het verticale verloop van de verstevigingsstroken 11 het voordeel, dat voor elk type jaloezie 1 subsamenstellen in de vorm van ver-stevigingsstroken 11 voorzien van met een geschikte steek ge-35 plaatste verbindingselementen voorgefabriceerd kunnen worden. Pas als de koper voor een bepaald type vitrage gekozen heeft, worden op lengte afgeknipte, bij de gekozen jaloezie 1 beho- 1003682.
-9- rende verstevingsstroken voorzien van verbindingselementen op geschikte plaatsen tegen de vitragestof gestikt.
Overigens kunnen ook bij toepassing van voorgefabriceerde verstevingsstroken met verbindingselementen aan de vi-5 tragestof verschillende drapeervormen worden verkregen door de verbindingselementen op verschillende posities aan de jaloezie te bevestigen.
Voor het optrekken van de jaloezie 1 en de vitrage 2 alsmede voor het door kantelen om de lengte-as instellen van 10 de stand van de lamellen 3 is de raambekleding volgens fig. 1 voorzien van twee bedieningskoorden 12, 13 die door een opening in de vitragestof steken. Teneinde de opening op snelle en efficiënte wijze af te werken en een stabiele geleiding van de bedieningskoorden te verkrijgen, kan aan de van de bo-15 venbalk 4 af gekeerde zijde van de vitrage 2 een (niet getoonde) ten opzichte van de bovenbalk 4 gepositioneerde en gefixeerde plaat worden toegepast, zoals is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0 682 901.
Door variatie van het aantal verbindingspunten en de 20 plaatsing van de verbindingspunten kan verder ook het uiterlijk van het samengevouwen of -geplooide gedeelte van de vitrage worden beïnvloed.
Dé in fig. 2 getoonde uitvoering van de raambekleding volgens de uitvinding verschilt van de raambekleding volgens 25 fig. 1, doordat in de neergelaten configuratie de afstand in neerlaatrichting tussen opeenvolgende lamellen 3 kleiner is dan de afstand in neerlaatrichting tussen opeenvolgende van de puntverbindingen 9. Dit biedt het voordeel, dat relatief weinig puntverbindingen tussen de vitrage 2 en de jaloezie 1 30 nodig zijn, zodat de vitrage 2 dienovereenkomstig sneller aan de jaloezie 1 te bevestigen is alsook dienovereenkomstig sneller van de jaloezie 1 te verwijderen is. Verder is het aantal plooien dat zich bij het optrekken van de vitrage 2 vormt relatief klein is, waardoor ook bij toepassing vein dik-35 kere of stuggere stoffen de dikte van het pakket plooien 10 het optrekken van de jaloezie 1 niet wezenlijk belemmert. Nog een voordeel van de relatief grote verticale spatiëring tus- 1003682.
-10- sen opeenvolgende verbindingspunten 9 is, dat bij het optrekken relatief brede lussen of plooien 10 worden gevormd die, althans indien geen al te stijve stof is gekozen, voor de onderbalk 5 van de jaloezie 1 langs omlaag hangen. Hierdoor 5 wordt de onderbalk 5 van de jaloezie 1 ook indien deze is opgetrokken geheel of grotendeels aan het zicht onttrokken. Het door toepassing van de vitrage 2 verkregen zachte, beklede uiterlijk van de raambekleding wordt aldus ook behouden indien de jaloezie 1 en de vitrage 2 zijn opgetrokken.
10 Verder zijn bij de raambekleding volgens fig. 2 de ver- stevigingsstroken 11 evenwijdig aan de lamellen 3 gericht. Hierdoor wordt niet alleen uitrekken en uitscheuren van de vitragestof in het gebied van de puntverbindingen 9 tegengegaan, maar wordt tevens een versteviging in het gebied van de 15 vouwen aan de naar jaloezie 1 toe gekeerde zijde van de plooien 10 in de opgetrokken vitrage 2 verkregen. Deze versteviging gaat doorhangen van de plooien 10 tussen de in horizontale richting naburige puntverbindingen 9 alsook buiten de in horizontale richting buitengelegen puntverbindingen 9 20 tegen.
Al naar gelang de beoogde strakheid van de plooien 10 in de vitrage 2 in opgetrokken toestand kunnen verstevigingen 11 met één grotere of minder grote buigstijfheid worden toegepast. Voor het vergroten van de buigstijfheid van de ver-25 stevigingen 11 kunnen eventueel pezen, baleinen of stangen in de verstevigingsstroken 11 worden opgenomen. Eventueel kunnen aanvullend ook tussen de puntverbindingen door verlopende horizontale verstevigingen worden aangebracht.
Opgemerkt wordt overigens, dat het ook mogelijk is de 30 vitrage te voorzien van combinaties van horizontale en verticale alsook anderssoortige verstevigingen.
Volgens de op dit moment de meeste voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding worden verticale verstevigingsstroken 11 als getoond in fig. 1 gecombineerd met een 35 tussenafstand tussen opeenvolgende puntverbindingen 9 als getoond in fig. 2.
1003682.
-11-
Hoewel de puntverbindingen 9 bijvoorbeeld kunnen zijn vervaardigd uit garen en in essentie op dezelfde manier kunnen worden verkregen als het aanzetten van een knoop, worden de puntverbindingen 9 bij voorkeur uitgevoerd met losneembare 5 verbindingselementen 15 zoals bijvoorbeeld is getoond in fig.
3. Hiermee kan een slijtvaste puntverbinding met een nauwkeurig beheerste speling tussen de vitrage 2 en de jaloezie 1 worden verkregen.
Bij de raambekledingen volgens de getoonde voorbeelden 10 zijn de puntverbindingen 9 uitgevoerd met verbindingselementen 15 in de vorm van elastisch vervormbare ringen 15. Deze zijn elastisch vervormbaar tussen een gesloten toestand als getoond in fig. 3, waarin de vitrage 2 ter plaatse van de desbetreffende puntverbinding 9 met de jaloezie 1 verbonden 15 is, en een open toestand, waarin het desbetreffende verbindingselement ontkoppelbaar dan wel koppelbaar is. De vitrage kan hierdoor eenvoudig met de jaloezie worden verbonden en weer van de jaloezie worden losgemaakt. In de open toestand is een onderbreking 16 in de ring 15 geopend. In de getoonde, 20 gesloten toestand is deze onderbreking 16 met enige voorspanning gesloten. Dergelijke ringen zijn in de handel bijvoorbeeld verkrijgbaar in de vorm van sleutelhanger-ringen.
Hét is echter ook mogelijk de puntverbindingen uit te voeren met andere losneembare verbindingselementen, zoals 25 klemmen, haken, lussen etc..
De jaloezie 1 van de raambekleding volgens de getoonde voorbeelden is op gebruikelijke wijze uitgerust met ladder-koorden 7 die de lamellen 3 in de neergelaten configuratie op onderlinge afstanden gepositioneerd houden. De puntverbindin-30 gen 9 tussen de jaloezie 1 en de vitrage 2 grijpen aan op de ladderkoorden 7. Dit biedt het voordeel, dat de ligging van de los in de ladderkoorden liggende lamellen 3 niet verstoord wordt door via de puntverbindingen daarop uitgeoefende krachten. Doordat de door de vitrage 2 uitgeoefende krachten di-35 reet op het ladderkoord 7 en niet via op de lamellen 3 of het optrekkoord 6 worden uitgeoefend, wordt slijtage van het ladderkoord 7 respectievelijk het optrekkoord 6 tegengegaan.
1003682.
-12-
Verder kunnen de puntverbindingen 9 met het ladderkoord 7 eenvoudig en compact worden uitgevoerd, omdat bevestiging daaraan op eenvoudige wijze vormsluitend te realiseren is en het ladderkoord 7 dicht langs de vitrage 2 verloopt.
5 De vitrage 2 is tevens aan de onderbalk 5 van de jaloe zie bevestigd, zoals het duidelijkst blijkt uit de figuren 4 en 5. Dit biedt het voordeel, dat in opgetrokken toestand de laatste plooi, die relatief buigzaam is omdat deze niet aan weerszijden door een gebogen of gevouwen stofdeel wordt be-10 grensd, in een rechte, langs de onderbalk 5 verlopende stand wordt gehouden.
Bij de raambekleding volgens de getoonde uitvoerings-voorbeelden is de vitrage 2 langs de onderrand daarvan voorzien van een lus 17 die iets smaller is dan de breedte van de 15 vitrage 2 en waardoor een stang 18 is gestoken. Uiteinden van de stang 18 steken uit de lus 17 naar buiten. Doordat de vitrage ter plaatse van de lus 17 iets versmald is, steekt de stang 18 niet of zeer weinig buiten de vitrage 2 uit, zodat twee raambekledingen zeer dicht op elkaar aansluitend naast 20 elkaar kunnen worden opgehangen. Verende beugels 19 houden de uitstekende uiteinden van de stang 18 tegen de onderzijde van de onderbalk 5 gepositioneerd. Uitbuigen van deze veerkrachtige beugels 19 maakt het mogelijk de stang 18 en daarmee de vitrage 2 van de onderbalk 5 los te maken en weer vast te ma-25 ken.
Teneinde de bovenrand van de vitrage 2 langs de bovenbalk 4 vast te houden en in het bijzonder teneinde omklappen van de bovenste hoekgedeeltes van de vitrage te voorkomen, is de vitrage 2 langs zijn bovenrand aan de bovenbalk 4 beves-30 tigd, zoals het duidelijkst blijkt uit de figuren 6 en 7.
De vitrage 2 is langs zijn bovenrand voorzien van een lus 20 waarin een stang 21 is gestoken. Op twee plaatsen is de lus 20 onderbroken door een uitsparing 22, zodat de stang 21 vrij ligt. In elk van de uitsparingen 22 grijpt een uit-35 einde van een veerkrachtige beugel 23 om de stang 21. Het andere uiteinde van elk van die veerkrachtige beugels 23 grijpt achter een omgezette flens 24 van de bovenbalk 4. Hierdoor 1003682.
-13- word t de stang 22 van de daaraan hangende vitrage 2 door de beugels 23 tegen de bovenbalk vastgehouden. De veerkrachtige beugels 23 die achter de omgezette flens 24 van de bovenbalk 4 haken kunnen eenvoudig uitgehaakt worden voor het van de 5 bovenbalk 4 losmaken van de vitrage 2. Voor het vastmaken van de vitrage 2 kunnen de beugels 23 eenvoudig ingehaakt worden.
Doordat de bovenbalk 4 aan de van de lamellen 3 af gekeerde zijde daarvan een holte vertoont en de stang 21 in die holte is gelegen (zie ook figuren 1 en 2), dekt de vitrage de 10 bovenbalk 4 af. De bovenbalk 4 is hierdoor aan de zijde van de vitrage 2 aan het zicht onttrokken. Daarbij neemt de stang 21 geen extra ruimte in beslag en laat deze plaatsing van de bovenbalk 4 op gebruikelijke wijze, zeer dicht tegen een daarboven gelegen oppervlak toe.
15 Binnen het kader van de onderhavige uitvinding zijn vele varianten op de getoonde voorbeelden mogelijk. Zo kan het aantal bevestigingsbeugels langs de bovenzijde alsook langs de onderzijde van het gordijn groter zijn dan twee. Het is ook mogelijk het gordijn ter plaatse van de bevestigings-20 beugels door te laten lopen, zodat de het gordijn ter plaatse van die beugels tussen het gordijn en de stang is geklemd. De bevestiging van het gordijn aan de onderbalk en de bovenbalk kan ook öp geheel andere wijze worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door middel vein een pees uit flexibel materiaal, zoals 25 rubber of kunststof, die met een strook gordijnstof in een groef in de boven- of onderbalk is geklemd. Het is ook mogelijk het gordijn bijvoorbeeld door middel van ogen, knoopver-bindingen, drukknopen, klitteband of geschikt uitgevoerde einddoppen aan de bovenbalk en de onderbalk van de jaloezie 30 te bevestigen. Door het gordijn of een spandraad langs de bovenbalk of de onderbalk in lengterichting van die balk te spannen kan een strak langs de desbetreffende balk verlopende eindrand van het gordijn worden verkregen zonder toepassing van een extra langwerpig buigstijf element zoals een stang.
35 In plaats van als vitrage kan het gordijn uit elke an dere willekeurige soort baanvormig materiaal zijn vervaardigd, zoals geweven of gebreide textiel, viltmateriaal, fo- <00^682.
-14- lie, papier of composiet materiaal. In combinatie met de mogelijkheid van regeling van de lichtinval door middel van de jaloezie is toepassing van lichtdoorlatend materiaal in het algemeen echter het aantrekkelijkst.
1 00 3 68 2 .

Claims (12)

1. Raambekleding omvattende: een jaloezie (1) met onderling evenwijdige, in bedrijf stoestand horizontaal gerichte lamellen (3) die in bedrijf stoestand onderling verplaatsbaar tussen een samenge-5 pakte, opgetrokken configuratie en een uiterste uiteengetrokken, neergelaten configuratie zijn opgehangen, welke jaloezie (1) in genoemde, neergelaten configuratie een bepaald oppervlak (8) beslaat, en een gordijn (2) dat in neergelaten toestand ten minste 10 een gedeelte van genoemd oppervlak (8) beslaat, waarbij tussen de jaloezie (1) en het gordijn (2) verbindingen zijn aangebracht die over genoemd oppervlak (8) verdeeld zijn gelegen indien de lamellen (3) in genoemde, neergelaten configuratie verkeren, 15 met het kenmerk, dat de verbindingen tussen de jaloe zie (1) en het gordijn (2) zijn uitgevoerd als puntverbindin-gen (9).
2. Raambekleding volgens conclusie 1, waarbij de punt-verbindingen (9) losneembare verbindingselementen (15) omvat- 20 ten.
3. Raambekleding volgens conclusie 2, waarbij de verbindingselementen (15) elk elastisch vervormbaar zijn tussen een eerste toestand waarin het gordijn (2) ter plaatse van de desbetreffende puntverbinding (9) met de jaloezie (1) verbon- 25 den is en een tweede toestand, waarin het desbetreffende verbindingselement (15) ontkoppelbaar dan wel koppelbaar is.
4. Raambekleding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in genoemde neergelaten configuratie de afstand in neerlaatrichting tussen opeenvolgende lamellen (3) kleiner is 30 dan de afstand in neerlaatrichting tussen opeenvolgende van genoemde puntverbindingen (9).
5. Raambekleding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de jaloezie (1) is uitgerust met ladderkoorden (7) waarin de lamellen (3) in genoemde, neergelaten configuratie 35 op onderlinge afstanden hangen, waarbij de puntverbindingen 1 0 0 Λ 6 8 2 . • · -16- (9) tussen de jaloezie (1) en het gordijn (2) zijn uitgevoerd als verbindingen (9) tussen het gordijn (2) en genoemde lad-derkoorden (7).
6. Raambekleding volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij het gordijn (2) is voorzien van verstevigingsstroken (11) die genoemde puntverbindingen (9) dragen.
7. Raambekleding volgens conclusie 6, waarbij ten minste een aantal van de verstevigingsstroken (11) in neerlaat-richting gericht zijn indien de raambekleding in zijn neerge- 10 laten configuratie verkeert.
8. Raambekleding volgens conclusie 6 of 7, waarbij ten minste een van de verstevigingsstroken (11) evenwijdig aan de lamellen (3) gericht is.
9. Raambekleding volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij de jaloezie (1) een bovenbalk (4) omvat en het gordijn (2) losneembaar aan de bovenbalk (4) is bevestigd.
10. Raambekleding volgens conclusie 9, waarbij de bevestiging tussen het gordijn (2) en de bovenbalk (4) een evenwijdig aan de bovenbalk (4) verlopende stang (21) omvat 20 die op ten minste twee plaatsen aan de bovenbalk (4) is gekoppeld.
11. Raambekleding volgens conclusie 9 of 10, waarbij de bovenbalk (4) aan de van de lamellen (3) af gekeerde zijde daarvan een holte vertoont en de stang (21) in genoemde holte 25 is gelegen.
12. Raambekleding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de jaloezie (1) een onderbalk (5) omvat en het gordijn (2) tevens aan de onderbalk (5) is bevestigd. 1003682.
NL1003682A 1996-07-25 1996-07-25 Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn. NL1003682C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003682A NL1003682C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn.
PCT/NL1997/000444 WO1998004803A1 (en) 1996-07-25 1997-07-25 Window covering having lowerable venetian blind and curtain, and conversion set
EP97934783A EP0914541B1 (en) 1996-07-25 1997-07-25 Window covering having lowerable venetian blind and curtain, and conversion set
AU37865/97A AU3786597A (en) 1996-07-25 1997-07-25 Window covering having lowerable venetian blind and curtain, and conversion set
DE69713101T DE69713101D1 (de) 1996-07-25 1997-07-25 Fensterabdeckung mit herablassbarer lamellenjalousie und vorhang, sowie umbausatz

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003682A NL1003682C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn.
NL1003682 1996-07-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003682C2 true NL1003682C2 (nl) 1998-01-28

Family

ID=19763274

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003682A NL1003682C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0914541B1 (nl)
AU (1) AU3786597A (nl)
DE (1) DE69713101D1 (nl)
NL (1) NL1003682C2 (nl)
WO (1) WO1998004803A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1319792A1 (en) * 2001-12-12 2003-06-18 Nien Made Enterprise Co Ltd Venetian blind with a shade cloth
EP1375815A1 (en) * 2002-06-20 2004-01-02 Nien Made Enterprise Co Ltd Combination curtain and venetian blind arrangement
AU783380B2 (en) * 2002-06-21 2005-10-20 Nien Made Enterprise Co., Ltd. Combination curtain and blind arrangement
CN2595283Y (zh) * 2002-12-17 2003-12-31 亿丰综合工业股份有限公司 具布幕的窗帘
CN2588034Y (zh) * 2002-12-17 2003-11-26 亿丰综合工业股份有限公司 具遮挂式帘布的百叶窗帘
CN115306288B (zh) * 2022-07-11 2023-06-02 上海工程技术大学 一种扭转驱动单元、百叶窗帘及互动式百叶窗帘

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1364674A (fr) * 1963-05-11 1964-06-26 Perfectionnements aux stores à lames orientables
EP0653539A1 (en) * 1993-11-09 1995-05-17 Hunter Douglas International Nv Window shade
EP0654577A1 (en) * 1993-11-09 1995-05-24 Hunter Douglas International Nv Window shade

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0688935A1 (en) * 1994-06-21 1995-12-27 Newell Operating Company Blind with curtain

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1364674A (fr) * 1963-05-11 1964-06-26 Perfectionnements aux stores à lames orientables
EP0653539A1 (en) * 1993-11-09 1995-05-17 Hunter Douglas International Nv Window shade
EP0654577A1 (en) * 1993-11-09 1995-05-24 Hunter Douglas International Nv Window shade

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998004803A1 (en) 1998-02-05
DE69713101D1 (de) 2002-07-11
AU3786597A (en) 1998-02-20
EP0914541B1 (en) 2002-06-05
EP0914541A1 (en) 1999-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029263C2 (nl) Raambedekking.
NL1024216C2 (nl) Rolgordijn in Romeinse stijl.
US5787951A (en) Roman shade
NL1032597C2 (nl) Bevestigingsmodule voor een raambedekking en werkwijze.
US4582109A (en) Accordian fold type decorative fabric drapery system
US5680891A (en) Window covering
CA2150911C (en) Sheet curtain with vertical blind actuating mechanism
US2110145A (en) Adjustable blind or screen
US5918657A (en) Holeless window blind
US4603725A (en) Headrail for a window blind
NL1003682C2 (nl) Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn.
NL9000804A (nl) Optrekbaar gordijn, profiel daarvoor en werkwijze voor het tot een gordijn plooien van een baan materiaal met het profiel.
US5769140A (en) Holeless window blind
NL8600845A (nl) Opvouwbare gordijnschermkonstruktie voor een driehoekig venster.
JP2006283554A (ja) 折り畳み遮光要素を有するウィンドウカバー
EP0146622A4 (en) DECORATIVE FABRIC HANGING SYSTEM.
US5765260A (en) Drapery with removable header
NL1005291C2 (nl) Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast.
US5720331A (en) Vertical multiple-slat blind
US20070023150A1 (en) Convertible window covering
US5680890A (en) Pleated blind
GB2222192A (en) Window blind
JP3887294B2 (ja) プリーツスクリーン
JP3032108B2 (ja) プリーツカーテン
JP2891864B2 (ja) ブラインドカーテン

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201