NL1005291C2 - Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. - Google Patents
Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005291C2 NL1005291C2 NL1005291A NL1005291A NL1005291C2 NL 1005291 C2 NL1005291 C2 NL 1005291C2 NL 1005291 A NL1005291 A NL 1005291A NL 1005291 A NL1005291 A NL 1005291A NL 1005291 C2 NL1005291 C2 NL 1005291C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- screen
- folding
- cloth
- zig
- zag
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/24—Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
- A01G9/241—Arrangement of opening or closing systems for windows and ventilation panels
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/52—Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
- E06B2009/528—Screens extending between movable wing and fixed frame of window or door
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Blinds (AREA)
Description
5 SCHERMINRICHTING, DOEK DAARVOOR EN KAS WAARIN ZULKS IS TOEGEPAST
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scherminrichting voor het insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingspaneel 10 te verkrijgen ventilatieopening in een gebouw, in het bijzonder een tuinbouwkas, welke inrichting hiertoe in hoofdzaak langs randen van het paneel en de daardoor afgedekte opening kan zijn aangebracht, en is voorzien van een plooibaar scherm, welk scherm is voorzien van tenminste één verstevigingselement.
Dergelijke scherminrichtingen zijn algemeen bekend en zijn voor het 15 binnen dan wel buiten de kas houden van insecten doorgaans uitgerust met een scherm van zeer fijnmazig en kwetsbaar doek. De Terinzagelegging 9002304 beschrijft een inrichting waarin de randen van het zig-zagprofiel zijn gevormd door zomen, in elk waarvan U-vormige verstevigingselementen zijn ondergebracht. De verstevigingselementen zijn uitgevoerd in twee aanmerkelijk 20 verschillende maten, ten behoeve goede passing daarvan in de binnenste en de buitenste zomen. De in dit document weergegeven constructie is echter onwerkzaam omdat bij het openen van de inrichting de binnenste verstevigingsdelen in de richting van de buitenste moeten opschuiven. Ofschoon een radiale verplaatsing van het scharnierpunt van de binnenste delen denkbaar 25 is, is het naar elkaar toe verplaatsen in de richting dwars daarop, ofwel van de delen nabij de zijwangen onmogelijk.
Uit de Terinzagelegging 9202011 is een recente, praktisch toepasbare en in zig-zagprofiel opvouwbare scherminrichting bekend, met langs de randen van het zig-zagprofiel aangebrachte verstevigingselementen. Langs de binnenste 30 randen van het profiel zijn U-vormige verstevigingselementen aangebracht en langs de buitenste rand in U-vorm opgestelde, in de hoeken van het scherm onderbroken verstevigingselementen. Deze kunnen dankzij de onderbreking bij het in- of uitvouwen van het scherm zowel in de zijvlakken en in het middenvlak verplaatsen ten opzichte van de binnenste verstevigingselementen. De binnenste 35 en buitenste verstevigingselementen worden onderling evenwijdig gehouden met scharnierbaar aangebrachte, uit plat materiaal gevormde zogenaamde overbruggingselementen met oogvormig omgebogen uiteinden. Dankzij het momentoverbrengende vermogen hiervan verkrijgt het scherm een goede vormstabiliteit. De overbruggingselementen zijn telkens nabij een hoek van het 40 scherm paarsgewijs in zowel de zijvlakken als het middenvlak van het scherm 1005291 2 aangebracht. De constructie heeft als voordeel dat het scherm uit één geheel en uit een doekdeel van rechte afmetingen is gevormd. Nadelen van de bekende constructie zijn ondermeer dat de vervaardiging van het scherm omslachtig en daarmee duur is, en dat het scherm in opgevouwen toestand een betrekkelijk dik 5 pakket vormt, hetgeen nadelig is of kan zijn bij het transport en de behandeling van te installeren scherminrichtingen, voor de lichtinval bij kassen en bij het al dan niet automatisch reinigen van de kas. De onderhavige uitvinding heeft onder meer tot doel te komen tot een technisch gunstige, eenvoudig te produceren en/of voordelige scherminrichting, onder behoud van de vormstabiliteit van de 10 bekende inrichting.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt wanneer het verstevigingselement in hoofdzaak U-vormig is uitgevoerd en zich uitstrekt tot tenminste nabij een scharnierpunt van de scherminrichting, en welk scharnierpunt is gevormd door een plaatselijke althans onderlinge verbinding van plooien van het scherm.
15 Bij een dergelijke constructie is het scharnier van de scherminrichting op verrassende wijze gevormd door positionering van het doek in plaats van positionering van de verstevigingselementen. De verstevigingselementen zijn in de nieuwe constructie indirect gepositioneerd, en kunnen tegen stugge vervorming in van een zeer klein deel van het scherm scharnieren. Een scherm 20 volgens de uitvinding is verhoudingsgewijs zeer eenvoudig te vervaardigen, verbruikt relatief minder materiaal, is relatief licht en heeft niettemin voldoende vormstabiliteit.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding zijn de verstevigingselementen uitsluitend aan of nabij de binnenste dan wel aan de 25 buitenste randen van het zig-zagprofiel aangebracht en is het middendeel van tenminste één U-vormig verstevigingselement in geringe mate, tenminste overeenkomend met de grootste diameter uit de doorsnee van het element, korter dan een overig verstevigingselement, en ten opzichte van het middendeel van het overige element in geringe mate in binnenwaartse richting verzet in de 30 inrichting 4 opgenomen. Een dergelijke constructie heeft het voordeel dat de hoogte van het scherm in opgevouwen toestand wordt gehalveerd, althans aanmerkelijk verminderd. Dit voordeel is des te groter omdat volgens een praktijkregel het van invallend licht beroofde oppervlak overeenkomt met de som van het horizontale oppervlak van het lichthinderend object, vermenigvuldigd met 35 de helft van het object. De uitvinding omvat dan ook tevens een scherminrichting, waarbij de verstevigingselementen uitsluitend aan of nabij de binnenste dan wel aan de buitenste randen van het zig-zagprofiel zijn aangebracht en dat het middendeel van tenminste één U-vormig verstevigingselement in geringe mate, tenminste overeenkomend met de 40 grootste diameter uit de doorsnee van het element, korter is dan een overig 1005291 3 verstevigingselement, en ten opzichte van het middendeel daarvan eveneens in geringe mate in binnenwaartse richting verzet in de inrichting is opgenomen.
In een bijzondere uitvoering van de inrichting is de zig-zagvorm in het scherm bereikt door een in het doek evenwijdig tussen twee 5 verstevigingselementen aangebrachte opvouwvoorziening zoals een scherpe vouw in het scherm. Een dergelijke opvouwvoorziening veroorzaakt een weerstand tegen beweging van schermdelen dwars op het vlak van het scherm zodat de kans op het bekneld raken van het scherm verdergaand verkleind wordt en bevordert het netjes en gemakkelijk in een pakketje opvouwen van de 10 scherminrichting. De uitvinding omvat samenhangend met de voornoemde verbeteringen dan ook tevens een doek geschikt voor het insectwerend afdichten van een beluchtingsopening en voorzien van een opvouwvoorziening. In een specifieke uitvoering hiervan zijn meerdere opvouwvoorzieningen evenwijdig en op onderling ongelijke afstanden in het doek opgenomen, hetzij aangebracht 15 tijdens het breien dan wel weven, hetzij daarna in een bewerking van doek.
Voornoemde maatregelen komen verder in het bijzonder gunstig tot uiting in combinatie met een verdergaande maatregel volgens de uitvinding, waarin uitsluitend de zig-zagranden van één zijde van het scherm, in het bijzonder de buitenzijde, zijn voorzien van verstevigingselementen en de elementen onderling 20 en met een bovenlijst van de inrichting zijn verbonden door een flexibel draagorgaan ofwel verbindingselement. Dit heeft het voordeel dat de inrichting lichter wordt, eenvoudiger geconstrueerd kan worden, en dat de kans op slijtage van het scherm vermindert met het aantal toegepaste verstevigingselementen. Het draagorgaan, bij voorkeur een lint, neemt het gewicht van de 25 verstevigingselementen op zodat het scherm niet op trek belast wordt en de openingen in het scherm onvervormd blijven, en voorkomt dat in de geopende toestand van de inrichting het scherm tussen en buiten de verstevigingselementen terecht komt.
Het aan de buitenzijde van het zig-zagprofiel aanbrengen van de 30 verstevigingselementen blijkt in de praktijk een scherminrichting met een vormvast scherm op te leveren. Dit is voordelig in verband met het voorkomen van slijtage van het scherm door schuren, in het bijzonder door schuren van tussen twee verstevigingselementen opgevouwen schermdelen. De kans op het tussen verstevigingselementen bekneld raken van het scherm bij het inklappen 35 van de scherminrichting, kan volgens nog een verdere maatregel volgens de uitvinding verminderd worden wanneer, met name bij grotere schermbreedten, meer dan één draagorgaan wordt toegepast.
Voor het in verband met slijtage verdergaand tegen contact met harde objecten zoals een beschermkap van de scherminrichting beschermen van het 40 scherm is dit volgens de uitvinding nabij de hoeken van de inrichting zodanig 1005291 4 gevouwen dat de hoekdelen van het scherm bij het opvouwen van het scherm op nagenoeg gegarandeerde wijze binnen de afmetingen van de schermbanen terecht komen en de banen door de vouwwijze bij het sluiten en openen van de inrichting ondersteund worden in het behouden en bereiken van een 5 oorspronkelijke, gewenste positie aan de binnenzijde van de verstevigingselementen. Een dergelijke constructie heeft het voordeel dat het schermmateriaal uit de hoeken van de inrichting en tussen twee verstevigingselementen in bij het opvouwen ofwel inklappen van de inrichting voortdurend tussen twee banen van het scherm in komt te liggen. De maatregel 10 leidt ertoe dat ook deze delen van het scherm gevrijwaard worden van beknelling tussen de relatief harde en zware verstevigingselementen en de mazen hiervan zodoende onvervormd blijven. Een dergelijke constructie ziet er bovendien professioneel uit en draagt in sterke mate bij aan de lange levensduur van het scherm. De uitvinding omvat dan ook tevens een scherminrichting voor het 15 insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingspaneel te verkrijgen ventilatieopening in een gebouw, in het bijzonder een tuinbouwkas, welke inrichting hiertoe is voorzien van een plooibaar en in zig-zagvorm opvouwbaar en uit één stuk gevormd scherm, met door de randen van het zig-zagprofiel bepaalde banen, welk scherm nabij twee of meer het zig-zagprofiel 20 bepalende randen is voorzien van langwerpige, in hoofdzaak U-vormige verstevigingselementen, waarbij de verstevigingselementen uitsluitend aan de buiten- dan wel aan de binnenzijde van het scherm zijn aangebracht, en het scherm nabij de hoeken van het scherm zodanig is gevouwen dat de van een baan deel uitmakende hoekdelen van in de opgevouwen toestand van de 25 inrichting tussen twee banen terecht komen, en de banen door de vouwwijze, met name bij het sluiten van de inrichting ondersteund worden in het behouden en bereiken van een gewenste positie aan de binnen-, respectievelijk buitenzijde van de verstevigingselementen.
Opgemerkt wordt dat uit de Terinzagelegging 9200300 een scherm 30 bekend is waarin een grote vormvastheid van het scherm is bereikt door toepassing van een elastisch trekorgaan in het overlangse midden van een schermdeel. Een dergelijke oplossing heeft het nadeel dat het scherm in schurend contact komt met het elastisch trekorgaan waardoor, door slijtage, op den duur de insectwerende werking verloren gaat. De constructie heeft als verder nadeel 35 dat de banen van het scherm onderling gehecht moeten worden, en voor een goede vorm van het scherm in een specifieke vorm gesneden moeten zijn.
In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader verduidelijkt aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld: 1005291 5 figuur 1 is een schematisch aanzicht in perspectief, van een scherminrichting volgens de uitvinding, weergegeven in geopende toestand, figuur 2 is een dwarsdoorsnede van het scherm; figuur 3 is een aanzicht volgens de aangezichtslijn lll-lll in figuur 2; 5 figuur 4 is een schematische weergave van een in horizontale richting uitgerold deel van een doekrol waarvan het scherm is gemaakt; figuur 5 is een dwarsdoorsnede van een in opgevouwen toestand weergegeven deel van de scherminrichting; figuur 6 is een perspectivische, schematische weergave van de wijze 10 waarop het scherm in een hoek van de scherminrichting daarin is opgenomen; figuur 7 is een achteraanzicht van het uiteindedeel van de scherminrichting in de nabijheid waarvan het scharnier voor het scherm is aangebracht; figuur 8 is een aanzicht van onderaf van een uiteindedeel van de 15 scherminrichting.
Figuur 1 toont van een kas of warenhuis voor de gewasteelt, een beluchtingsraam 1, dat via profiel 2 scharnierbaar is verbonden nabij het nokprofiel 3 van de hier verder niet weergegeven kasconstructie. De 20 kasconstructie is bijvoorbeeld van het algemeen bekende Venlo-type; een kastype met rechthoekige, doorgaans langs de bovenrand scharnierbare beluchtingsramen van relatief geringe afmeting, welke zijn aangebracht in schuin verlopende dakdelen. Langs de buitenzijde van het beluchtingsraam 1 is een scherminrichting 4 volgens de onderhavige uitvinding aangebracht, welke in de 25 geopende stand is weergegeven.
Voorzover in de onderhavige aanvrage niet anders is weergegeven komen de inrichting en de daarin toegepaste onderdelen waaronder het doek, overeen met hetgeen is weergegeven in de Nederlandse octrooiaanvrage 1003304 ten name van aanvraagster, van welke eerdere inrichting de onderhavige aanvrage 30 een verdergaande ontwikkeling weergeeft en van welke eerdere aanvrage de inhoud onder de genoemde conditie geacht wordt in deze beschrijving te zijn opgenomen.
De inrichting 4 omvat in de in figuur 1 weergegeven uitvoering een in bovenaanzicht gezien U-vormige bovenste lijst welke in opgevouwen toestand 35 van de inrichting een afdekprofiel 5 voor het scherm 6 vormt. De bovenlijst 5 is nabij de omtreksrand van het beluchtingsraam, ofwel beluchtingspaneel 1 daarmee verbonden. De inrichting 4 omvat voorts een fijnmazig gaasvormig scherm 6, aan te duiden als insectenscherm, dat met de bovenrand 7 is bevestigd in het afdekprofiel 5, en met de benedenrand 8 is bevestigd rondom de 40 raamopening in de kas. Het scherm 6 is in een voorkeursuitvoering gevormd door 1005291 6 geweven doek en harmonika-achtig in de scherminrichting 4 opgenomen, dat wil zeggen, het doek vertoont in een doorsnede van een geopende toestand van de inrichting een zigzag profiel.
Ter bevestiging van de benedenrand 8 is de scherminrichting voorzien van 5 een speciale onderste lijst 9 welke nabij de rand van de bij het openen van de inrichting ontstane opening met het gebouw is verbonden. Het buitenste, in de tekening zichtbare deel van het afdekprofiel 5 is in dwarsdoorsnede in hoofdzaak L-vormig. Bij het inklappen van de scherminrichting 4, ofwel bij het sluiten van het raam vouwt het scherm 6 zich harmonika-achtig op, en komt het opgesloten 10 tussen een kasdeel en het profiel 5 te liggen. Hiermee is het scherm 6 beschermd tegen weersinvloeden en tegen reinigingshandelingen bij het reinigen van het dak, dan wel van de gevel van de kas.
Met scherm 6 wordt in de onderhavige aanvrage het toegepaste insectwerende en ook wel als doek aan te duiden materiaal bedoeld. Waar de 15 buiten- of binnenzijde van scherm, scherminrichting of harmonikaprofiel wordt genoemd is dit bedoeld ten opzichte van het gebouw waarin zulks is of kan worden toegepast.
In het scherm 6 lopen evenwijdig aan de beneden- en bovenrand 7,8 uit metalen, dan wel uit kunststof vervaardigde, langgestrekte met het scherm 6 20 verbonden verstevigingselementen 11. Deze zijn uitsluitend in de buitenste randen van het harmonikaprofiel aangebracht. De verstevigingselementen 11 lopen in de hoeken 13 van het scherm 6 door en kunnen bijvoorbeeld een doorsnede 18 hebben zoals is weergegeven in figuur 2. In deze uitvoering is het doek 6 met behulp van een vullichaam 27 in een verstevigingselement 11 met 25 open profiel 18 geklemd. De figuur toont een uitvoering waarin het doek 6 tussen vullichaam 27 en het profiel 18 is doorgevoerd en onder inklemming door plaatselijke vervorming 33 van het profiel 18 is vastgezet. Het vullichaam 27 is een uit kunststof gevormd monofilament. Evenwel kunnen de verstevigingselementen 11 op zich bekende wijze via lussen of in een genaaide 30 zoom met het scherm zijn verbonden. Bij de zijdelen 14 van het scherm 6 komen de uiteinden daarvan in een scharnier 15 bijeen.
Zoals in figuur 1 schematisch, en in de figuren 2 en 3 meer in detail wordt getoond, strekt zich vanaf de bovenrand 7 van de inrichting een draagorgaan 16 uit dat met elk van de verstevigingselementen 11 is verbonden. Bij voorkeur 35 strekt zich ook tussen het onderste verstevigingselement 11 en de onderste lijst 9 een deel van het draagorgaan 16 uit. Het draagorgaan 16 kan zijn uitgevoerd in delen die niet noodzakelijkerwijs recht onder elkaar zijn aangebracht. Het draagorgaan 16 is bij voorkeur gevormd uit UV-straling bestendig kunststof materiaal dat flexibel, doch ten opzichte van het scherm 6 relatief stug is.
1005291 7
In de onderhavige uitvoering wordt het draagorgaan 16 gevormd door een doorgaand lint. Het lint kan bijvoorbeeld zijn gevormd als monofilament of als al dan niet gevulcaniseerd weefsel of vlechtwerk. In de weergegeven uitvoering is het lint een rondgeweven weefsel met verschillende structuren. Het weefsel 5 vertoont in breedterichting tenminste één herhaling van het patroon dat hier als visgraatpatroon is uitgevoerd, en heeft aan beide zijden een speciale tegengesteld aangebrachte zijkantbescherming. In de weergegeven uitvoering is de dikte ongeveer 0,3 mm, en de breedte tenminste ongeveer 6 mm.
Het materiaal en/of het weefsel van het draagorgaan 16 is volgens de 10 uitvinding zodanig gekozen, dat een eenmaal scherp aangebrachte vouw 17 niettemin tot blijvende plaatselijke vervorming leidt. Tevens is de treksterkte van het lint aanzienlijk groter dan van het scherm 6. In de onderhavige scherminrichting 4 is het draagorgaan 16 telkens halverwege tussen twee onmiddelijk naburige verstevigingselementen 11 van een zodanige, in hoofdzaak 15 dwars op de langsrichting van het lint verlopende vouw 17 voorzien, dat het lint, bij het inklappen van de inrichting 4, geneigd is tot binnenwaarts gekeerde V-vormige stand. Hierdoor wordt bij het opvouwen ofwel inklappen van de scherminrichting 4 het scherm 6 op betrouwbare en gewenste wijze binnenwaarts in een zig-zagprofiel gedrongen. In een voorkeursuitvoering 20 verloopt de vouw onder een hoek van ongeveer 45° met de langsrichting van het lint.
De figuren 2 en 3 tonen de wijze waarop het scherm 6 door het draagorgaan 16 grotendeels van zijn eigen gewicht en van dat van de verstevigingselementen wordt ontlast, en de wijze waarop het scherm 6 onder 25 gebruikmaking van verstevigingselementen 11, welke uitsluitend aan buitenste zijde van het scherm 6 zijn aangebracht, ook in uitgeklapte toestand zijn zig-zagprofiel behoudt. Het draagorgaan 16 houdt de verstevigingselementen 11 op een verzorgd ogende regelmatige, zodanige onderlinge afstand dat het scherm 6 tussen twee verstevigingselementen 11 bij geopende scherminrichting slap kan 30 hangen, dat wil zeggen niet op trekkracht belast wordt. Het draagorgaan 16 waarborgt dat een tussen twee verstevigingselementen 11 in gelegen schermdeel althans grotendeels aan de binnenzijde van de verstevigingselementen 11 blijft. Figuur 3 toont onder meer een plaatselijke vervorming 33 van een verstevigingselement 11 ten behoeve van inklemming 35 van scherm 6, vullichaam 27 en draagorgaan 16.
Het scherm 6 is steeds ongeveer halverwege tussen twee verstevigingselementen 11 voorzien van een evenwijdig aan de verstevigingselementen verlopende, in het scherm aangebrachte opvouwvoorziening 32. In de uitvoering volgens figuur 3 is de 40 opvouwvoorziening gevormd door een scherpe vouw welke bij het opvouwen van 1005291 8 de scherminrichting bijdraagt aan de gewenste harmonika-achtige wijze van opvouwen van het scherm 6. De opvouwvoorziening 32 kan volgens de uitvinding ook zijn bewerkstelligd door een plaatselijke variatie in de stugheid van het scherm, bijvoorbeeld in de vorm van een plaatselijke verdikking zoals een 5 ingeweven draad met grotere doorsnee dan de draden van het schermweefsel. In een verder alternatief is het schermweefsel plaatselijk juist verslapt, bijvoorbeeld door één of meer dunnere, draden te weven, welke draad of draden ten opzichte van overige draden van het weefsel of onderling een geringere afstand kunnen hebben. Volgens nog een alternatieve constructie is in het scherm plaatselijk een 10 naainaad aangebracht.
Figuur 4 illustreert schematisch aan de hand van een rol gesneden doekdeel van een volgens bovenstaande uitvindingsgedachte uitgevoerd doek 6. In de figuur zijn de verticale draden van het weefsel welke tezamen met de weergegeven horizontale draden de mazen van het scherm vormen, niet 15 ingetekend. De gearceerde gebieden vormen elk een vouwvoorziening 32 uitgevoerd volgens één der bovengegeven voorbeelden. Evenwijdig aan de voorzieningen 32, en om en om afwisselend daarmee is een vullichaam 27 met het doek meegeweven. Tenminste één bovenste of onderste rand 7, 8 van het doek 6 is gevormd door, of grenst onmiddelijk aan een vullichaam 27. De 20 opvouwvoorziening is volgens de voorkeursuitvoering steeds enigszins buiten het midden tussen twee vullichamen aangebracht. In een uitvoering van het doek 6 waarbij de vullichamen 27 zijn weggelaten zijn de opvouwvoorzieningen om en om op een eerste, langste en een tweede, kortste onderlinge afstand in het doek opgenomen. Tussen een vullichaam 27 en een opvouwvoorziening 32 bevindt 25 zich steeds een ietwat smallere of een ietwat bredere schermbaan 20, 21, zoals uiteen is gezet aan de hand van de beschrijving van figuur 5.
Figuur 5 illustreert een dwarsdoorsnede van een scherminrichting 4 in de ingeklapte toestand. Hierin is zichtbaar dat het scherm 6 is voorzien van banenparen 20 met een iets geringere breedte, dan overige banenparen 21. De 30 banenparen zijn om en om met onderscheidenlijke breedte aangebracht. Het verschil in breedte bedraagt maximaal ongeveer de breedte van een verstevigingselement 11.
Figuur 6 is een schets van de overgang 1 3 in het scherm 6 van het middenvlak 10 naar een zijvlak 14. Deze is hier gevormd door invouwen van het 35 scherm 6 ter plaatse van de hoeken 13 van de scherminrichting 4, welk invouwen sterk samenhangt met de aanwezigheid van een opvouwvoorziening 32 in het scherm 6, zoals een scherpe bijvoorbeeld, al dan niet onder toevoeging van warmte, door persen permanent aangebrachte vouw. De opvouwvoorziening kan tevens zijn gevormd door een plaatselijke verdikking of verandering in de 40 aard van het materiaal. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de eerder 1005291 9 genoemde scherpe vouw beter en zonder nadelige gevolgen kan worden aangebracht en/of dat de vouw als het ware van zelf op deze plaats in valt. In de weergave van figuur 6 lopen de vouwen in het middenvlak 10 tot de uiterste breedte van de inrichting 4 door. Van de banen 20 en 21 in de zijvlakken 14 is in 5 dit geval het aan de binnenzijde van de inrichting 4 en nabij het tussenvlak 10 gelegen hoekdeel in driehoeksvorm 22 teruggeslagen, zodanig dat een vouwvoorziening 32 vanuit het zijvlak 14 samenvalt met de betreffende voorziening in het tussenvlak 10 en van daaruit onder een hoek van ongeveer 45° terugloopt in een punt in de haakse bocht in een verstevigingselement 11.
ÏO De opvouwvoorziening 32 en een verstevigingselement 11 markeren banen 20 en 21, welke in opgevouwde toestand van de inrichting op elkaar liggen. Teneinde een gunstige, lage stapeling van de verstevigingselementen 11 te verkrijgen zijn deze, zoals de figuren 5 en 7 tonen, paarsgewijs om en om versprongen ten opzichte van elkaar gestapeld, zodat de hoogte van het 15 opgevouwen scherm gehalveerd wordt zonder dat de breedte van het opgevouwen scherm 6 noemenswaardig toeneemt. Het scherm 6 is hierbij conform de tekening bij voorkeur om en om met enigszins bredere banen 21 en enigszins minder brede banen 20 uitgevoerd. Het middendeel van de naar binnen verzette verstevigingselementen 11 is hiertoe in geringe mate korter uitgevoerd 20 dan dat van de buitenste verstevigingselementen 11. De naar binnen verzette verstevigingselementen 11 behouden hun plaats omdat volgens de uitvinding de betreffende schermbanen 20,21 uit de zijvlakken in of nabij het scharnier 15 van de inrichting 4 onderling of met een lijst van de inrichting in de verzette positie zijn gefixeerd.
25 Bovengenoemde vouwwijze, en de daarbij horende onderlinge positionering van de verstevigingselementen 11 worden gewaarborgd met behulp van een specifieke scharnierconstructie 15 volgens de uitvinding. Hierbij zijn de banen 20 en 21, in het algemeen de plooien van een scherm 6, nabij de uiteinden van het scherm 6 onderling verbonden in een verbinding 26 welke bij 30 voorkeur tevens tegen een bovenste of onderste lijst 5,9 is gefixeerd. In een specifieke, in de figuren weergegeven uitvoering wordt de verbinding 26 gevormd door een samenklemming van banen van het scherm 6. Hierbij is tenminste één klemblok 23 dat zich over vrijwel de gehele breedte van de banen 20 uitstrekt toegepast. Aan één zijde grenst het klemblok 23 nagenoeg tegen het 35 binnenste verstevigingselement 11. In de uitvoering volgens de figuren 7 en 8 zijn de baanuiteinden onderling gefixeerd door inklemming tussen het klemblok 23 en de bovenrand 7 van de scherminrichting 4. In de weergegeven constructie is de onderste buitenste baan van het scherm 6 buiten de inklemming gehouden. In een alternatieve constructie is een schermuiteinde tussen twéé klemblokken 40 gefixeerd. Bij voorkeur is ook in deze uitvoering het scharnier 15 tegen beweging 1005291 10 in radiale richting tot de randen van de scherminrichting vastgezet, bijvoorbeeld met behulp van een aan een rand bevestigde boogvormige pen die door een oog in of aan de klemblokken is gevoerd. In deze uitvoering is zowel de bovenste uiterste baan 20 als de onderste uiterste baan 20 van het scherm 6 buiten de 5 inklemming gehouden. Het scharnier 15 waarborgt de eerder beschreven onderling versprongen stand van de verstevigingselementen 11. Hiertoe is, zoals in figuur 7 is te zien, het klemblok 23 althans in de onmiddellijke nabijheid van de uiteinden van de verstevigingselementen 11 aangebracht. Bij voorkeur eindigen de uiteinden hiervan zoals weergegeven in figuur 8 achter de voorste, dat wil ÏO zeggen meest naar buiten gelegen rand van het klemblok 23. Figuur 7 toont tevens een zogenaamde glasdrager 28 via welke de lijst 7 met het paneel 1 kan zijn verbonden.
De weergegeven scharnierconstructie voor het scherm 6 waarborgt de positie van de verstevigingselementen 11 in de richtingscomponenten van de 15 banen 20, 21 dan wel plooien in het scherm, ofwel de vormstabiliteit van de inrichting: de verstevigingselementen verplaatsen zich vrijwel niet in radiale richting, noch in de richtingen dwars daarop en evenwijdig aan de scharnieras van het paneel 1, terwijl een scharnierende functie van de elementen 11 behouden blijft.
20 Niettemin wordt dit effect volgens de uitvinding in vergaande gelijke zo niet gelijke mate eveneens verkregen wanneer het scharnier 15 van het scherm wordt gevormd door een plaatselijke samensmelting, een verlijming of een stiksel van plooien, of door inklemming van plooien 20, 21 tussen scherminrichting 4 en een deel van het gebouw, dan wel door toepassing van mechanische 25 klemmiddelen zoals een bout en moer.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven voorbeelden, maar heeft tevens betrekking op de in de figuren weergegeven constructies en op allerlei variaties zoals volgens de navolgende conclusies mogelijk zijn.
1005291
Claims (35)
1. Scherminrichting (4) voor het insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingspaneel (1) te verkrijgen ventilatieopening in een 5 gebouw, in het bijzonder een tuinbouwkas, welke inrichting (4) hiertoe in hoofdzaak langs randen van het paneel (1) en de daardoor afgedekte opening kan zijn aangebracht, en is voorzien van een plooibaar scherm (6), welk scherm (6) is voorzien van tenminste één verstevigingselement (11), met het kenmerk, dat het verstevigingselement (11) in hoofdzaak U-vormig is uitgevoerd en zich uitstrekt 10 tot tenminste nabij een scharnierpunt van de scherminrichting (4), en welk scharnierpunt is gevormd door een plaatselijke althans onderlinge verbinding (26) van plooien van het scherm (6).
2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scherm 15 (6) althans in de onmiddelijke nabijheid van de verbinding (26) met een lijst (7,8) van de inrichting (4) is verbonden.
3. Scherminrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbinding (26) is gevormd door een plaatselijke samensmelting, een verlijming of 20 een stiksel van plooien, of door inklemming van plooien (20,21) tussen scherminrichting (4) en een deel van het gebouw, dan wel door toepassing van mechanische klemmiddelen zoals een bout en moer (24).
4. Scherminrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de 25 verbinding (26) is gerealiseerd onder toepassing van tenminste één klemblok (23).
5. Scherminrichting volgens één de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het scherm (6) gezien in dwarsdoorsnede in zig-zagvorm 30 opvouwbaar is en tenminste twee verstevigingselementen (11) omvat welke althans nabij de randen (11,32) van het zig-zagprofiel uitsluitend nabij de binnenzijde dan wel nabij de buitenzijde van het zig-zagprofiel in het scherm (6) zijn opgenomen.
6. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiteinden van tenminste één verstevigingselement (11), gezien in de langsrichting van het element en in de richting van de verbinding (26) voorbij de voorste, dwars op het element (11) gerichte raaklijn met de verbinding (26) eindigt. 40 1005291
7. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met uitzondering van een uiterste schermdeel uit een plooi (20, 21), alle overige uiteindedelen van de plooien (20,21) van het scherm (6) tegen een lijst van de inrichting (7, 8) zijn aangebracht. 5
8. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiteindedelen van het scherm (6) ter plaatse van de onderlinge verbinding (26) tegen een lijst (7,8) zijn aangebracht.
9. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plooien (20,21) zijn gevormd door de in de zig-zagvorm in het scherm (6) onderscheidbare banen.
10. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de verbinding (26), gezien haaks op de langsrichting van een verstevigingselement (11), in de onmiddelijke nabijheid daarvan is aangebracht.
11. Scherminrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de verbinding (26) onder vrijlating van de verstevigingselementen (11) nagenoeg de 20 gehele, doch tenminste de helft van de breedte van een zig-zagbaan beslaat.
12. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbinding (26) van de uiteindedelen is aangebracht in de onmiddelijke nabijheid van althans de beoogde positie van de scharnieras of de 25 projectie daarvan, van het paneel (1) waarvoor de scherminrichting (4) is bestemd.
13. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiteindedelen van het scherm (6) tegen de bovenste lijst (7) van 30 de inrichting (4) zijn aangebracht.
14. Scherminrichting (4) in het bijzonder volgens één der voorgaande conclusies, voor het insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingspaneel (1) te verkrijgen ventilatieopening in een gebouw, in het 35 bijzonder een tuinbouwkas, welke inrichting (4) hiertoe in hoofdzaak langs de randen van het paneel (1) en de daardoor afgedekte opening kan zijn aangebracht, en is voorzien van een plooibaar en althans in hoofdzaak in zig-zagvorm opvouwbaar scherm (6), welk scherm (6) is voorzien van in hoofdzaak U-vormige verstevigingselementen (11), met het kenmerk, dat de 40 verstevigingselementen (11) uitsluitend aan of nabij de binnenste dan wel aan de 1005291 buitenste randen van het zig-zagprofiel (6) zijn aangebracht en dat het middendeel van tenminste één U-vormig verstevigingselement (11) in geringe mate, tenminste overeenkomend met de grootste diameter uit de doorsnee van het element (11), korter is dan een overig verstevigingselement (11), en ten 5 opzichte van het middendeel van het overige element (11) in geringe mate in binnenwaartse richting verzet in de inrichting (4) is opgenomen.
15. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat uitsluitend buitenste randen van het zig-zagprofiel zijn voorzien van 10 verstevigingselementen (11).
16. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verstevigingselementen (11) om en om versprongen in meer binnenwaartse, respectievelijk meer buitenwaartse positie in het scherm (4) zijn 15 opgenomen.
17. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een verstevigingselement (11) meer dan een halve en minder dan ruim een hele breedte van een verstevigingselement (11) verzet is aangebracht. 20
18. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verstevigingselementen (11) onderling en met een tot de scherminrichting (4) horende bovenste lijst (7) zijn verbonden door tenminste één uit flexibel materiaal en op trek belastbaar draagorgaan (16).
19. Scherminrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de plooien van het scherm (6) uitsluitend aan de binnen- dan wel aan de buitenzijde van een draagorgaan (16) in de inrichting (4) zijn opgenomen.
20. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zig-zagvorm in het scherm is bereikt door een in het doek (6) aanwezige opvouwvoorziening (32), in het bijzonder zoals weergegeven in één der conclusies 22-30.
21. Scherminrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de opvouwvoorziening (32) althans vrijwel evenwijdig aan een verstevigingselement (11) verloopt en het scherm (6) ter plaatse van de opvouwvoorziening althans tussen twee verstevigingselementen (11) in is voorzien van een scherpe vouw. 100F291
22. Doek, geschikt voor het insectwerend afdichten van een beluchtingsopening, in het bijzonder voor toepassing in een inrichting (4) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doek (6) is voorzien van een opvouwvoorziening (32). 5
23. Doek volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat meerdere opvouwvoorzieningen evenwijdig en op onderling ongelijke afstanden in het doek (6) zijn opgenomen.
24. Doek volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat het doek (6) is voorzien van tenminste één evenwijdig aan de opvouwvoorziening (32) aangebracht, als vullichaam (27) toepasbaar draad of toepasbare groep van draden.
25. Doek volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de opvouwvoorziening (32) of de groep van draden telkens asymmetrisch tussen twee draden of groepen van draden is aangebracht.
26. Doek volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het verschil in afstand 20 van het draad of de groepen van draden tot de aan de ene zijde grenzende opvouwvoorziening (32) en tot de aan de ander aangrenzende opvouwvoorziening (32) tenminste een halve centimeter en maximaal twee centimeter bedraagt.
27. Doek volgens één der conclusies 22 - 26, met het kenmerk, dat de opvouwvoorziening (32) is gevormd door een stiknaad, dan wel door één of meer draden waarvan de stugheid dan wel de doorsnee of het materiaal verschilt van de genoemde overige draden van het scherm (6).
28. Doek volgens één der conclusies 20 - 27, met het kenmerk, dat de draden al dan niet in combinatie met de opvouwvoorzieningen zijn aangebracht in een repeterend patroon.
29. Doek volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat het patroon is gevormd 35 door een eerste draad of groep van draden, op een eerste, langere afstand waarvan een opvouwvoorziening (32) in het doek (6) is opgenomen, op een overeenkomende afstand van welke opvouwvoorziening een tweede draad of groep van draden is opgenomen, op een tweede, kortere afstand van welke tweede draad of groep van draden een tweede opvouwvoorziening (32) in het 40 doek is aangebracht, op een overeenkomende afstand van welke tweede 1005?"t opvouwvoorziening een derde, de eerste van een mogelijk volgend patroon vormende draad of groep van draden is opgenomen.
30. Doek volgens één der conclusies 22 - 29, met het kenmerk, dat het doek 5 is voorzien van haaks op een opvouwvoorziening (32) aangebrachte, op trek belastbare draden of linten (16) van relatief stug materiaal, waarvan de lengte over een afgemeten deel van het doek (6) overeenkomt met de lengte dan wel breedte van het overbrugde doekdeel.
31. Scherminrichting (4), in het bijzonder volgens één der voorgaande conclusies, voor het insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingspaneel (1) te verkrijgen ventilatieopening in een gebouw, in het bijzonder een tuinbouwkas, welke inrichting (4) hiertoe is voorzien van een plooibaar en in zig-zagvorm opvouwbaar en uit één stuk gevormd scherm (6), 15 welk scherm (6) nabij twee of meer het zig-zagprofiel bepalende randen is voorzien van langwerpige, in hoofdzaak U-vormige verstevigingselementen (11), met het kenmerk, dat de verstevigingselementen (11) uitsluitend aan de buitendan wel aan de binnenzijde van het zig-zagprofiel zijn aangebracht, en het scherm (6) nabij de hoeken van het scherm zodanig is gevouwen dat de van een 20 plooi (20, 21) deel uitmakende hoekdelen in de opgevouwen toestand van de inrichting tussen twee naburige banen (20, 21) in liggen.
32. Scherminrichting volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat de banen (20, 21) door de vouwwijze, met name bij het sluiten van de inrichting 25 ondersteund worden in het behouden en bereiken van een gewenste positie aan de binnen-, respectievelijk buitenzijde van de verstevigingselementen (11).
33. Scherminrichting volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het scherm (6) aan tenminste één zijde van het zig-zagprofiel is voorzien van tenminste één 30 in hoofdzaak evenwijdig aan een verstevigingselement (11) verlopende opvouwvoorziening (32) zoals een scherpe vouw, voor het bereiken van de zig-zagvorm, welke opvouwvoorziening (32) en de daardoor gescheiden schermbanen (20,21) in het tussen de twee zijvlakken (14) van het scherm (6) gelegen middenvlak (10) dan wel in een zijvlak (14) althans nagenoeg doorlopend 35 tot aan de verste omtreksbegrenzing is aangebracht, en waarbij de overgang van de opvouwvoorziening (32) in het éne schermvlak (10,24) naar de opvouwvoorziening in het andere schermvlak (14,10) is gerealiseerd door het onder een scherpe hoek ten opzichte van de lengterichting van een baan (20,21) omslaan van een aan de binnenzijde van een betreffende baan (20,21) uit het 40 aangrenzende schermvlak (10,14) gelegen hoekdeel (22). 1 00529 1
34. Scherminrichting volgens conclusies 31 of 32, met het kenmerk, dat alle terugslagen zijn aangebracht in banen (20, 21) van de zijvlakken (14).
35. Kas, voorzien van een scherminrichting (4) volgens één der voorgaande conclusies. 1005291
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005291A NL1005291C2 (nl) | 1997-02-17 | 1997-02-17 | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005291 | 1997-02-17 | ||
NL1005291A NL1005291C2 (nl) | 1997-02-17 | 1997-02-17 | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005291C2 true NL1005291C2 (nl) | 1998-08-18 |
Family
ID=19764432
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005291A NL1005291C2 (nl) | 1997-02-17 | 1997-02-17 | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1005291C2 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1015812C2 (nl) | 2000-07-26 | 2002-01-29 | Leen Huisman B V | Schermdoek, productieproces daarvoor en scherminrichting. |
NL2007796C2 (en) * | 2011-11-16 | 2013-05-21 | Unilux Nederland B V | Screen device having a pleated corner. |
WO2020226496A1 (en) | 2019-05-09 | 2020-11-12 | Ventiguard B.V. | Greenhouse, netting tensioner and method of building a greenhouse |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3808030A1 (de) * | 1988-03-10 | 1989-09-21 | Hans Scheugenpflug | Windschutz fuer kippfenster |
NL9002304A (nl) * | 1990-10-23 | 1992-05-18 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9200300A (nl) * | 1991-12-06 | 1992-07-01 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9100117A (nl) * | 1991-01-24 | 1992-08-17 | Leen Huisman B V | Kasscherm. |
NL9101958A (nl) * | 1991-01-23 | 1992-08-17 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9202011A (nl) * | 1992-11-18 | 1994-06-16 | Leen Huisman B V | Scherminrichting. |
DE4433841A1 (de) * | 1994-09-22 | 1995-02-09 | Dieter Reichardt | Insektenschutzrahmen mit integriertem Faltbalgen für Fenster |
WO1995020715A1 (en) * | 1994-01-28 | 1995-08-03 | V. Kann Rasmussen Industri A/S | A screening arrangement for a window |
-
1997
- 1997-02-17 NL NL1005291A patent/NL1005291C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3808030A1 (de) * | 1988-03-10 | 1989-09-21 | Hans Scheugenpflug | Windschutz fuer kippfenster |
NL9002304A (nl) * | 1990-10-23 | 1992-05-18 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9101958A (nl) * | 1991-01-23 | 1992-08-17 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9100117A (nl) * | 1991-01-24 | 1992-08-17 | Leen Huisman B V | Kasscherm. |
NL9200300A (nl) * | 1991-12-06 | 1992-07-01 | Bom P L J Beheer Bv | Warenhuis. |
NL9202011A (nl) * | 1992-11-18 | 1994-06-16 | Leen Huisman B V | Scherminrichting. |
WO1995020715A1 (en) * | 1994-01-28 | 1995-08-03 | V. Kann Rasmussen Industri A/S | A screening arrangement for a window |
DE4433841A1 (de) * | 1994-09-22 | 1995-02-09 | Dieter Reichardt | Insektenschutzrahmen mit integriertem Faltbalgen für Fenster |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1015812C2 (nl) | 2000-07-26 | 2002-01-29 | Leen Huisman B V | Schermdoek, productieproces daarvoor en scherminrichting. |
NL2007796C2 (en) * | 2011-11-16 | 2013-05-21 | Unilux Nederland B V | Screen device having a pleated corner. |
EP2631413A1 (en) * | 2011-11-16 | 2013-08-28 | Unilux IP B.V. | Screen device having a pleated corner |
WO2020226496A1 (en) | 2019-05-09 | 2020-11-12 | Ventiguard B.V. | Greenhouse, netting tensioner and method of building a greenhouse |
NL2023099B1 (en) | 2019-05-09 | 2020-11-30 | Ventiguard B V | Greenhouse |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101278598B1 (ko) | 빌딩 구조체용 덮개에 사용하기 위한 패브릭 및 건축물의 개구부용 덮개 | |
US5490553A (en) | Fabric window covering with rigidified vanes | |
NL1032787C2 (nl) | Bevestigingsmodule voor een raambedekking en werkwijze. | |
US5680891A (en) | Window covering | |
ES2275208T3 (es) | Cubierta de ventana con superficie de hilos paralelos. | |
US20060225846A1 (en) | Segmented Roman window shade | |
NL9000804A (nl) | Optrekbaar gordijn, profiel daarvoor en werkwijze voor het tot een gordijn plooien van een baan materiaal met het profiel. | |
NL1005291C2 (nl) | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. | |
NL1003304C2 (nl) | Scherminrichting, constructieprofiel en doek daarvoor, en gebouw zoals kas waarin zulks is toegepast | |
CA1105351A (en) | Cover or the like | |
NL8600845A (nl) | Opvouwbare gordijnschermkonstruktie voor een driehoekig venster. | |
NL1003682C2 (nl) | Raambekleding met neerlaatbare jaloezie en gordijn. | |
US20050262781A1 (en) | Door drop cloth: a single-piece, temporary floor covering that will lay flat while passing through a doorway, and efficiently cover the immediate working area on both sides of a door or doorway; in and for a variety of door or threshold widths | |
US179123A (en) | Improvement in sectional window-shades | |
US20190269270A1 (en) | Drape having stabilizer | |
NL2026373B1 (nl) | Inrichting voor bevestiging aan een schermdoek in een kas en schermdoek met deze inrichting | |
NL9202011A (nl) | Scherminrichting. | |
NL2037222B1 (en) | A bellow-shaped insect netting for a ventilation window of a greenhouse and a greenhouse | |
NL7901549A (nl) | Zonwering. | |
DE4019434C2 (de) | Markisen-Volant | |
US10814707B2 (en) | Wind deflector for open roof construction | |
NL2016917B1 (en) | window covering slat for use in a window covering system | |
EP1229208B1 (en) | Device for protecting a window opening or doorway | |
JP2009074336A (ja) | ブラインド用スラット | |
NL1007890C2 (nl) | Samenstel van een railsysteem, ten minste één stuk doek en een aantal bevestigingselementen voor bevestiging van het doek aan het railsysteem. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100901 |
|
RD1H | A request for restoration to the prior state has been filed |
Effective date: 20101027 |
|
RD1N | Patents in respect of which a request for novelty search has been filed |
Effective date: 19970224 |
|
RD1H | A request for restoration to the prior state has been filed |
Effective date: 20101027 |
|
RD1N | Patents in respect of which a request for novelty search has been filed |
Effective date: 19970224 |
|
RD1H | A request for restoration to the prior state has been filed |
Effective date: 20101027 |
|
RD1N | Patents in respect of which a request for novelty search has been filed |
Effective date: 19970224 |
|
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 19971024 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130901 |