NL7901549A - Zonwering. - Google Patents

Description

* N.O. 27.403

Yerosol B.Y. te Enschede.

Zonwering.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zonwering voor een raam, in het bijzonder een raam dat permanent of tijdelijk een vertikale, hellende of een horizontale stand inneemt en dat eventueel kantelbaar is om een horizontale as, welke zonwering bestaat uit een horizontaal bovenprofiel bevestigd 5 aan of één geheel vormend met de bovenlijst van het raamkozijn, een ten opzichte van het bovenprofiel beweegbaar horizontaal onderprofiel, een zonwerend gedeelte tussen bovenprofiel en onderprofiel, zijgeleidingen voor de einden van het onderprofiel, langs of in de zijlijsten van het raamkozijn, ten minste door 10 openingen in het zonwerende gedeelte heen lopende koorden, en eventueel een extra profiel langs de onderlijst van het raamkozijn.

Dergelijke zonweringen zijn in de praktijk en in de literatuur wel bekend. Het maakt voor de uitvinding niets uit hoe het zonwe- 15 rende gedeelte is uitgevoerd. Dit zonwerende gedeelte kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een geplisseerd doek, een jalouzie met horizontale lamellen, een verduisteringsgordijn, een energie-scherm of dergelijke.

Het toepassen van zonweringen bij een raam, dat in een hel- 20 lend vlak ligt, is in het algemeen moeilijker dan bij een raam, dat in een vertikaal gevelvlak is opgesteld. Yele van dergelijke in een hellend vlak opgestelde ramen, zijn bovendien nog kantelbaar om een horizontale as in het kozijn. Dit kantelen kan nodig of gewenst zijn voor ventilatie- of schoonmaakdoeleinden. Deze 25 kantel- of tuimelmogelijkheid van het raam geeft een extra complicatie voor de toepassing van een zonwering.

De bekende zonweringen voor vertikale ramen werken met optrek-koorden, dat wil zeggen twee of meer koorden, waarvan de einden bevestigd zijn aan het onderprofiel en die ingehaald kunnen wor- 790 1 5 49 2 den om de zonwering te openen· De koorden lopen door openingen in het zonwerende gedeelte naar boven naar het bovenprofiel en vandaar door het bovenprofiel naar één zijde van het raam. Deze constructie voldoet goed bij verticale ramen, maar is minder geschikt voor hellend opgestelde ramen en nog minder wanneer de 5 ramen bovendien kantelbaar zijn om een horizontale as· In dat laatste geval moet het onderprofiel bovendien in iedere stand in de zijgeleidingen gefixeerd kunnen worden* Deze fixatie moet bovendien ook in stand blijven, indien de stand van het haam en dus van de zonwering wordt gewijzigd· Soms is dan ook een mechanische 10 vergrendeling aanwezig van de einden van het onderprofiel in de zijgeleidingen.

Het werken met optrekkoorden gaat vaak erg lastig, vooral wanneer het raam in een vrijwel horizontale stand staat. Bovendien is het moeilijk om bij optrekken of neerlaten van de zon- 15 wering, het onderprofiel evenwijdig aan het bovenprofiel te houden. Het onderprofiel zal dan ook vaak scheef hangen, hetgeen het uiterlijk van het raam niet ten goede komt; bovendien bestaat de kans, dat door het scheef hangen de koorden zwaarder worden belast en daardoor meer slijten en zelfs breken. Het opber- 20 gen naast het raam van de optrekkoorden is een extra complicatie.

Bij zonweringen voor ramen'met een grotere breedte, is het nodig behalve links en rechts ook in het midden of op meerdere plaatsen extra geleidingskoorden aan te brengen· Bij sommige bekende typen zonweringen fungeren deze geleidingskoorden tevens 25 als optrekkoorden. Bij andere bekende typen heeft aparte koorden, staaldraden of kunststofdraden als geleiding. Die aparte koorden en dergelijke zijn dan meestal aan de bovenzijde bevestigd in het bovenprofiel van de zonwering, lopen omlaag door het zonwerende gedeelte en het onderprofiel en zijn aan de onderzijde aan het iaam 3^ vastgezet· Een bezwaar van deze koorden is, dat zij ook voor het glas zitten als de zonwering helemaal is opgetrokken; in de praktijk is dat erg onhandig, bijvoorbeeld bij het schoonmaken van de binnenzijde van het raam. De koorden gaan bovendien snel los zitten en gaan vaak stuk. De oplossing met extra geleidingskoorden 35 die tevens als optrekkoorden fungeren, komt in de praktijk het 790 1 5 49 3 meeste voor, wel is daarbij van belang, dat de zonwering zelf bestaat uit een materiaal met een redelijk grote stijfheid, bijvoorbeeld in geval van een lamellen zonwering moeten de lamellen gemaakt zijn van aluminium of een harde kunststof·

De uitvinding beoogt de bekende zonwering te verbeteren en 5 dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de koorden uitsluitend dienen als geleiding van het onderprofiel en van het zonwerende gedeelte, waarbij de einden van alle koorden bevestigd zijn aar» vaste punten van het bovenprofiel, het onderprofiel of de zijgeleidingen van de zonwering. 10

De koorden behoeven dus niet te worden ingehaald om de zonwering op te halen. Wanneer de zonwering gesloten moet worden, wordt het onderprofiel met de hand vaat gepakt en naar het bovenprofiel toe bewogen, ongeveer op de wijze van een rolgordijn.

Door de geleiding van de strak blijvende koorden kan het onder- 15 profiel niet scheef gaan staan. Het onderprofiel blijft bovendien zonder extra vergrendeling in iedere gewenste stand staan en zal zich ook niet verplaatsen, wanneer het raam eventueel wordt gekanteld om een horizontale scharnieras van het raamkozijn.

Om maattoleranties in de koorden op te vangen en om te ver- 20 hinderen, dat bij overbelasting een koord breekt, is in ieder koord ten minste één verend element opgenomen.

Bij een wat bredere zonwering is het nodig het zonwerende gedeelte in het midden of op meerdere plaatsen extra te geleiden.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding strekken zich, 25 behalve door openingen nabij de zijranden van het zonwerende gedeelte, ook koorden uit door daartussen liggende openingen.

Het grote voordeel is, dat zich bij geopend zonnescherm geen geleidingskoorden voor de ruit uitstrekken.

Bij zonweringen met extra geleidingen kunnen volgens de uit- 3° vinding hiervoor dezelfde koorden, dan wel extra koorden worden gebruikt·

Het is duidelijk, dat de zonwering volgens de uitvinding ook bij verticale ramen kan worden toegepast. Bij ramen wordt niet alleen gedacht aan ramen van gebouwen, maar bijvoorbeeld ook 35 aan de achter- of zijruiten van motorvoertuigen, kan kampeerwa- 790 1 5 49 ν'. * if gens enzovoort*

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin: fig. 1 toont perspectivisch een zonwering volgens de uitvinding; fig. 2 overeenkomt met fig. 1, maar bestemd is voor een bre- 5 der raam, met een middengeleiding; en fig. 3 overeenkomt met fig. 2, waarbij een extra profiel langs de onderkant van het raam aanwezig is.

Het niet-weergegeven raam, waarvoor de zonwering volgens de uitvinding bestemd is, kan een verticaal staand raam zijn, dan wel 10 een hellend raam, bijvoorbeeld een raam in een schuin dak, waarbij het raam op bekende wijze eventueel kan zijn uitgevoerd als klap-raam of als tuimelraam, zodat het raam en dus de zonwering onder verschillende hellingshoeken kan worden geplaatst*

In alle figuren is het bovenprofiel van de zonwering aange- 15 geven met 1, het onderprofiel met 2, het zonwerende gedeelte met 3 en de zijgeleidingen met if* Het extraprofiel langs de onderzijde van het raam volgens fig. 2 is aangegeven met 5·

De zi jgeleidingen if kunnen afzonderlijke profielen zijn, die bevestigd zijn tegen de zijstijlen (niet-weergegeven) van 20 het raam, dan wel in de zijstijlen zijn opgenomen. .

De diverse profielen bestaan bij voorkeur uit aluminium of kunststof*

Het zonwerende gedeelte 3 wordt bij de getoonde uitvoerings-voorbeelden gevormd door geplisseerd polyesterweefsel, dat door 25 aanvraagster in de handel wordt gebracht. Dè uitvinding is echter ook toe te passen bij bijvoorbeeld een zonwering met horizontale lamellen van aluminium of kunststof. De uitvinding is geschikt voor/type zonwering, dat opgevouwen of in elkaar geschoven kan worden. 30

Bij de uitvoeringsvormen volgens fig. 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van twee koorden A en B.

In fig. 1, waarbij geen middengeleiding wordt toegepast, is het koord A vastgezet in het onderprofiel 2 in het punt A1.

Het koord A loopt door het onderprofiel 2 naar punt A2, 35 verlaat bij A2 het onderprofiel 2, gaat omlaag door ruimte in 790 1 5 49 • *· 5 de zijgeleiding 4 naar A3, gaat om pen A3 omhoog en terug naar A2, komt bij A2 weer in onderprofiel 2 en loopt door onderprofiel 2 naar A4, verlaat bij A4 het onderprofiel 2, gaat omhoog door zonwerend gedeelte 3 naar A5, komt bij A5 het bovenprofiel 1 binnen, loopt van A5 door het bovenprofiel 1 naar A6, verlaat bij 5 A6 het bovenprofiel 1, gaat omlaag door zonwerend gedeelte 3 naar A7, komt bij A7 het onderprofiel 2 in en loopt door onderprofiel 2 naar A1, waar het koord A wordt vastgezet·

In het koord A is naast het punt A1 een verend element 6 aangebracht voor het opvangen van maattoleranties in het koord en 10 om te vorkomen, dat bij overbelasting het koord breekt.

Het koord B heeft een loop, die symmetrisch is met die van het koord A.

De zonwering volgens fig. 2 heeft een middengeleiding gevormd door de koorden A en B en bevat verder een extra onderprofiel 5 15 langs de onderrand van het raam·

Het koord A is weer in punt A1 bevestigd in het bovenprofiel 1, verlaat bij A2 het bovenprofiel 1 loopt omlaag door de midden-openingen in het zonwerende gedeelte 3 naar A3 in het onderprofiel 2, komt bij A3 het onderprofiel 2 binnen en loopt door het onder- 20 profiel 2 naar A4, verlaat bij A4 het onderprofiel 2, loopt omlaag naar A5, gaat bij A5 het extra profiel 5 binnen, loopt door het extra profiel 5 naar A6, loopt van A6 omhoog naar A7, loopt door het onderprofiel 2 van A7 naar A8, komt bij A8 het onderprofiel 2 uit, gaat omhoog door het zonwerende gedeelte 3 naar A9, 25 loopt door het bovenprofiel 1 van A9 naar A1 en wordt daar vastgezet.

Ook hier is weer naast het punt A1 een verend element 6 aangebracht in het koord A.

Het koord B heeft een loop, die symmetrisch is met die van 30 het koord A,

In fig. 2 is aangegeven, dat de koorden A en B beide door de middenopeningen van het zonwerende gedeelte 3 lopen· Wanneer men bij een nog bredere zonwering twee series middenopeningen wil aanbrengen, dan kunnen de koorden A en B elk door een eigen 35 serie openingen lopen· 790 1 5 49 6

Bij fig. 2 zijn de koorden zodanig aangebracht, dat zij zowel voor de zijgeleiding als voor de middengeleiding zorgen; het toevoegen van het extra profiel 5 aan de onderzijde van het raam is daarbij noodzakelijk.

De zonwering volgens fig. 3 heeft eveneens een middengeleiding. 5 Hierbij worden vier koorden A, B, 0 en D toegepast.

Het zijgeleidingskoord A is in A1 bevestigd in het onderpro-fiel 2, loopt door het onderprofiel 2 naar A2, komt bij A2 het onderprofiel. 2 uit, gaat omlaag naar A3, loopt om de pen A3 omhoog naar A2, gaat van A2 door het onderprofiel 2 naar A4, komt bij A4 10 uit het onderprofiel 2, loopt omhoog door het zonwerende gedeelte 3 naar A5, komt bij A5 het bovenprofiel 1 binnen, gaat door het bovenprofiel 1 naar Aö, komt bij A6 het bovenprofiel 1 uit, loopt omlaag door het zonwerende gedeelte 3 naar A7, komt bij A7 het onderprofiel 2 binnen en loopt door het onderprofiel 2 naar A1, 15 waar het koord wordt vastgezet.

In het koord A is weer een verend element 6 aangebracht naast het punt A1.

Het middengeleidingskoord B is vastgezet in het bovenprofiel 1 aan het punt B1, loopt door het bovenprofiel 1 naar B2, komt bij 20 B2 uit het bovenprofiel 1, loopt omlaag door middenopeningen van het zonwerende gedeelte 3 naar B3, komt bij B3 het onderprofiel 2 binnen en loopt door het onderprofiel 2 naar B4, komt bij B4 het onderprofiel 2 uit, loopt omlaag naar de pen B5, en is bij B5 vastgezet aan de pen. 25

Ook in koord B is een verend element 6 aangebracht.

Het koord C loopt symmetrisch aan-koord B. Het koord D loopt symmetrisch aan koord A.

Ook bij deze uitvoeringsvorm is het mogelijk de koorden voor de middengeleiding B en 0 bij bredere zonweringen elk door hun 30 eigen serie middengeleidingsopeningen in het zonwerende gedeelte te laten lopen. Deze uitvoeringsvorm kenmerkt zich door het feit, dat men hier te maken heeft met twee koorden A en D, die voor de zijgeleiding zorgen en twee koorden B en C, die de midden geleidingen) voor hun rekening nemen. 35

Het voordeel van de zonwering volgens de uitvinding is, dat 7901549

Claims (6)

1. Zonwering voor een raam, in het bijzonder een raam dat permanent of tijdelijk een hellende stand inneemt en dat eventueel kantelbaar is om een horizontale as, welke zonwering bestaat uit 10 een horizontaal bovenprofiel, bevestigd aan of één geheel vormend met de bovenlijst van het raamkozijn, een ten opzichte van het bovenprofiel beweegbaar horizontaal onderprofiel, een zonwerend gedeelte tussen bovenprofiel en onderprofiel, zijgeleidingen voor einden van het onderprofiel langs of in de zijlijsten van 15 het raamkozijn, ten minste twee door openingen in het zonwerende gedeelte heenlopende koorden en eventueel een extra profiel langs de onderlijst van het raamkozijn, met het kenmerk, dat de koorden uitsluitend dienen als geleiding van het onderprofiel en van het zonwerende gedeelte, waarbij de einden van 20 alle koorden bevestigd zijn aan vaste punten van het bovenprofiel, het onderprofiel of de zi jgeleidingen van de zonwering.

2. Zonwering volgens conclusie 1,met het kenme rk, dat in ieder koord ten minste één verend element is opgenomen.

3· Zonwering volgens conclusie 1 of 2, m e t het ken- 25 merk, dat bij een zonwering, waarbij de koorden zich uitsluitend uitstrekken door openingen nabij de zijranden van het zonwerende gedeelte, twee koorden worden toegepast, waarbij ieder koord zich vaiaf een vast punt van het onderprofiel uitstrekt, door alle andere onderdelen van de zonwering heenloopt en weer verbon- 30 den is met hetzelfde of een ander vast punt van het onderprofiel. b. Zonwering volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat behalve door openingen nabij de zijranden van het zonwerende gedeelte, zich ook koorden uitstrekken door daartussen liggende openingen. 35

5. Zonwering volgens conclusie 4, met het kenme rk, 790 1 5 49 dat bij een zonwering met een extra onderprofiel langs de onderlijst van het raamkozijn, twee koorden worden toegepast, waarbij ieder koord bovendien door dit extra onderprofiel heenloopt en zich uit strekt vanaf een vast punt in het bovenprofiel naar hetzelfde of een ander vast punt van het bovenprofiel en waarbij 5 ieder koord behalve door openingen nabij de zijranden van het zonwerende gedeelte zich ook uitstrekt door daartussen liggende openingen.

6. Zonwering volgens conclusie 4> met het kenmerk, dat de koorden, die zich uitstrekken door de genoemde 10 daartussen liggende openingen in het zonwerende gedeelte, twee extra koorden zijn, waarbij ieder extra koord zich uitstrekt vanaf een vast punt van het bovenprofiel, door het bovenprofiel heenloopt naar de genoemde openingen en vandaar door het onderprofiel loopt naar een vast punt van de zijgeleiding. 15

7. Zonwering volgens de conclusies 1,2,3,4>5 of 6, met het kenmerk, dat de bediening van de zonwering geschiedt door het beweegbare profiel omhoog of omlaag of heen en weer te bewegen. 790 1 5 49