NL1025505C2

NL1025505C2 - Verbindingsconstructie voor profielen.

Info

Publication number: NL1025505C2
Application number: NL1025505A
Authority: NL
Inventors: Leo Johannes Rodenburg
Original assignee: Alcoa Nederland Bv
Priority date: 2004-02-17
Filing date: 2004-02-17
Publication date: 2005-08-19

Description

♦ I

Verbindingsconstructie voor profielen

De uitvinding betreft het gebied van profielen zoals bijvoorbeeld worden toegepast in de kassenbouw. Een voorbeeld van een onderdeel van een kas waarbij profielen 5 onderling aan elkaar verbonden moeten worden is een luchtraam. Luchtramen bestaan uit twee paren profielen die onder een rechte hoek aan elkaar zijn verbonden. De uiteinden van de profielen kunnen recht of in verstek zijn gezaagd, zodanig dat zij op elkaar passen. In de holte van elk profiel ter plaatse van het verstek wordt een verbindingselement opgenomen, en vervolgens door bijvoorbeeld schroeven vastgezet.

10 Deze bekende verbindingsconstructie tussen profielen heeft verscheidene nade len. Allereerst is het vervaardigen van een dergelijke verbindingsconstructie arbeidsintensief, gezien de verschillende handelingen die daarbij moeten worden uitgevoerd zoals het door schroeven vastzetten van het inzetstuk. Als gevolg van deze arbeidsintensieve bouwwijze is het niet doenlijk om onderdelen zoals luchtramen op de bouwplaats 15 in elkaar te zetten. De luchtramen worden om die reden vooraf fabrieksmatig vervaardigd, en moeten vervolgens in gerede toestand naar de bouwplaats worden vervoerd.

Dat vervoer brengt zelf eveneens nadelen mee. Allereerst is het transport van vooraf vervaardigde, gerede luchtramen inefficiënt: zij nemen relatief veel ruimte in waardoor in een vrachtruimte relatief weinig luchtramen kunnen worden vervoerd. Bo-20 vendien kunnen de luchtramen beschadigd raken tijdens het transport, waardoor uitval optreedt en niet alle luchtramen direct bruikbaar zijn. Op de bouwplaats moeten in dergelijke gevallen vervolgens alsnog herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. Dit geschiedt onder minder ideale omstandigheden dan in een fabriek, hetgeen weer tot nieuwe problemen kan leiden.

25 Doel van de uitvinding is daarom een verbindingsconstructie voor profielen te verschaffen die deze nadelen niet heeft. Dat doel wordt bereikt door middel van een verbindingsconstructie, omvattende tenminste twee profielen alsmede een verbindingselement dat met een der profielen is verbonden door middel van een permanente verbinding, zoals een plastische vervorming, en dat met een ander profiel is verbonden 30 door middel van een klikverbinding.

Het is op zich bekend om profielen onderling te bevestigen door middel van plastische vervorming. Gewezen wordt op de verbindingsconstructie zoals bekend uit US-A-2101349 en FR-A-2240373, waarbij een van uitsparingen voorzien veibindingsele- 1025505" Η

2 I

ment wordt toegepast dat aan beide profielen wordt bevestigd door middel van plasti- I

sche vervorming. Een dergelijke verbindingsconstructie heeft echter het nadeel dat hij I

vooraf fabrieksmatig moet worden vervaardigd. I

Uit AU-A-411736 is een verbindingsconstructie bekend met twee inzetstukken I

5 die elk in een der profielen van een hoekconstructie zijn gestoken. De verbinding vindt I

plaats door middel van een klikverbinding. Uit deze publicatie is niet bekend om het I

andere inzetstuk aan het andere profiel te verbinden door middel van een plastische I

vervorming. I

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft tenminste een der profielen twee tegen- I

10 over liggende vlakke wandgedeelten die elk tenminste een plastische vervorming bezit- I

ten, terwijl het verbindingselement tenminste twee overeenkomstige uitsparingen bezit I

waarin zich telkens een der plastische vervormingen uitstrekt De verbinding door mid- I

del van plastische vervorming is hierbij zen stevig aan twee zijden van het verbin- I

dingselement uitgevoerd. I

15 Het verbindingselement omvat verder tenminste een klikelement, terwijl tenmin- I

ste een der profielen een bijbehorend tegenelement omvat, welk klikelement en tegen- I

element door inklikken met elkaar in samenwerking zijn gebracht, hl het bijzonder kan I

het verbindingselement twee dwars ten opzichte van elkaar gerichte inzetstukken om- I

vatten, een van welke inzetstukken tenminste een uitsparing omvat waarin een plasti- I

20 sche vervorming van het bijbehorende profiel is opgenomen, en de ander van welke I

inzetstukken tenminste een klikelement omvat I

Verder kunnen voorspanmiddelen zijn voorzien voor het voorspannen van de pro- I

fielen ten opzichte van elkaar. Deze voorspanmiddelen omvatten, in een eenvoudige I

uitvoeringsvorm, een met het verbindingselement samenwerkende, veerkrachtige tong I

25 die onder veervoorspanning aanligt tegen het vrije eind van het profiel dat door middel I

van een klikverbinding is verbonden met het verbindingselement Het voordeel van een I

dergelijke voorspanning is dat ook bij eventuele maatonnauwkeurigheden, zoals die I

kunnen optreden bij het afzagen van de profielen, steeds een rammelvrij verbindings- I

constructie is verzekerd. I

30 De uitvinding betreft tevens een samenstel voor gebruik bij een verbindingscon- I

structie zoals hiervoor beschreven, omvattende tenminste een profiel alsmede tenminste I

een verbindingselement dat met dat profiel is verbonden door middel van een plastische I

1025505- I

3 vervorming, welk verbindingselement een klikelement heeft voor het verbinden daarvan met een ander profiel door middel van een klikverbinding.

Het voordeel van de uitvinding is dat een dergelijk samenstel vooraf fabrieksmatig kan worden vervaardigd, zodanig dat het aanbrengen van de plastische vervormin-5 gen onder goed beheersbare en controleerbare omstandigheden met de gewenste nauwkeurigheid kan worden uitgevoerd. De gerede samenstellen, die weinig ruimte beslaan, kunnen vervolgens op efficiënte wijze worden vervoerd naar de bouwplaats. Tenslotte behoeven op de bouwplaats nog slechts de overige verbindingen door inklikken tot stand te worden gebracht, waarna het betreffende onderdeel zoals een raam of kozijn 10 gereed is.

In dat verband betreft de uitvinding tevens, in combinatie, een samenstel zoals hiervoor beschreven, alsmede een profiel voorzien van een tegenelement dat door inklikken in samenwerking brengbaar is met het klikelement van het verbindingselement.

De stijfheid en rammelvrijheid van het gerede product kan nog verder worden IS vergroot door de hoek tussen de inzetstukken van een verbindingselement enigszins te doen verschillen van de hoek tussen de langsrichting en het kopvlak van het door dat verbindingselement middels een klikverbinding te verbinden profiel. Als gevolg van dit verschil in hoeken wordt een klemming opgewekt tussen de inzetstukken en de profielen, die tot de genoemde rammelvrijheid en stijfheid leidt Derhalve betreft de uitvin-20 ding tevens een raamconstructie, omvattende vier onderlinge profielen die aan twee aan twee zijn verbonden door middel van telkens een verbindingsconstructie zoals hiervoor beschreven, waarbij de dwars ten opzichte van elkaar gerichte inzetstukken van elke verbindingsconstructie zijn voorbelast op buiging in een vlak bepaald door de vier profielen.

25 Verder omvat de uitvinding een verbindingselement voor gebruik bij de verbin dingsconstructie zoals hiervoor beschreven, omvattende een oneffenheid, zoals een uitsparing, ten opzichte waarvan een profiel vastzetbaar is door plastische vervorming van dat profiel, alsmede een klikelement door middel waarvan een ander profiel door inklikken bevestigbaar is.

30 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuren 1 en 2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van het verbindingselement in perspectief, in respectievelijk voor- en achteraanzicht >1025505"

ι I

I 4 I

I Figuur 3 toont het verbindingselement met de verbindende profielgedeelten. I

I Figuur 4 toont de met dit veibindingselement verkregen gerede verbindingscon- I

I structie. I

I Figuur 5 toont een achteraanzicht in perspectief van de veibindingsconstructie I

I 5 van figuur 4. I

I Figuren 6 en 7 tonen mogelijke raamwerken met een veibindingsconstructie vol- I

I gens de uitvinding. I

I Figuur 8 toont een alternatief verbindingselement volgens de uitvinding, met pro- I

I fieldden. I

I 10 Figuur 9 toont een onderaanzicht in perspectief, waarvan sommige delen van de I

I profielen doorzichtig zyn weergegeven. I

I Het in de figuren 1 en 2 weergegeven verbindingselement 1 omvat twee onder I

I een hoek van circa 90° verlopende inzetstukken 2 respectievelijk 3. Zoals weergegeven I

I in de figuren 3, 4 en 5 wordt dat verbindingselement 1 gebruikt voor het onder een I

I 15 rechte hoek aan elkaar verbinden van de profielen 4 respectievelijk 5. De inzetstukken I

I 2,3 zijn daarbij gestoken in de holten 6 respectievelijk 7 van de profielen 4,5 (fig. 3 en I

I 4) I

I Zoals weergegeven in de figuren 1-3 bezit het inzetstuk 2 twee tegenoverliggende I

I vlakke wandgedeelten 8, 9 die elk uitsparingen 10 bezitten. Nadat het inzetstuk 2 in de I

I 20 holte 6 is geschoven, worden tor plaatse van uitsparingen 10 verdiepingen 11 aange- I

I bracht die in de uitsparingen 10 steken. Daarmee is het inzetstuk 2, en dus het verbin- I

I dingselement 1, gefixeerd ten opzichte van het profiel 4. I

I Vervolgens kan direct daarna of op een later tijdstip, bijvoorbeeld na het trans- I

I port, het profiel 5 aan het andere inzetstuk 3 worden geklikt Dat inzetstuk 3 bezit daar- I

I 25 toe een in zijn geheel met 12 aangeduid klikelement, dat een verende tong 14 bezit met I

I aan het eind daarvan een uitsteeksel 13. Vader bezit het profiel 5 een gat 15. Bij het I

I opschuiven van het profiel 5 op het inzetstuk 3 wordt aanvankelijk het uitsteeksel 13 op I

I het eind van de verende tong 14 enigszins weggedrukt. Zodra dit het gat 15 bereikt, I

I klikt het daarin ai is de verbinding tussen de profielen 4,5 tot stand gebracht I

I 30 Teneinde een rammelvrije verbinding van het profiel 5 aan het inzetstuk 3 te be- I

I werkstelligen, is de in figuur 5 afgebeelde tong 16 voorzien. Bij het opschuiven van het I

I profiel 5 op het inzetstuk 3 komt een der wanden van dat profiel aan te liggen tegen I

I deze verende tong 16, waardoor een veervoorspanning wordt opgewekt I

1025505- I

5

Figuren 6 en 7 tonen verschillende varianten van raamwerken waarin de verbin-dingsconstructie volgens de uitvinding kan worden toegepast In figuur 6 is de variant getoond waarbij profielen 4 worden toegepast aan de beide uiteinden waarvan de verbindingselementen 1, in het bijzonder de inzetstukken 2 daarvan, zijn bevestigd door 5 plastische vervorming. Met behulp van de profielen 5 kan uit een tweetal van dergelijke profielen 4 door inklikken een rechthoekig raamwerk worden vervaardigd.

In de variant van figuur 7 zijn profielen 4 toegepast die niet alleen aan de einden verbindingselementen 1 bezitten, maar ook in het tussengebied daarvan. Aldus kan een raamwerk worden vervaardigd door inklikken dat uit twee vakken bestaat.

10 Zoals te zien is in de figuren 6 en 7 is de hoek tussen de inzetstukken 2 en 3 enigszins kleiner dan 90° gekozen. Ook daardoor wordt een voorspanning opgewekt in het gerede raamwerk, hetgeen een steviger en trillingvrije constructie oplevert.

De figuren 8 en 9 tonen een tweede variant van het verbindingselement 21 volgens de uitvinding. Dit verbindingselement 21 bezit een inzetstuk 22 voorzien van uit-15 sparingen 30 aan de tegenoverliggende vlakken 28,29 daarvan.

Het inzetstuk 23 bezit een klikelement 32 in de vorm van een vrij uitstekende tong 34 waarop het uitsteeksel 33 is aangebracht. Het profiel 23 bezit een overeenkomstig gat 35 waarin het uitsteeksel 33 is geklikt 1025505·!

Claims

1. Verbindingsconstructie, omvattende tenminste twee profielen (4,5) alsmede I I een verbindingselement (1, 21) dat met een der profielen (4) is veibonden door middel I I 5 van een permanente verbinding, zoals een plastische vervorming (11, 31) en dat met I I een ander profiel (5) is verbonden door middel van een klikverbinding (12-15; 32-35). I

2. Verbindingsconstructie volgens conclusie 1, waarbij de profielen (4, 5) elk een I I holte (6, 7) bezitten, en het verbindingselement (1, 21) is opgenomen in de holten (6, I I 10 7). I

3. Verbindingsconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het verbindingsele- I I ment (1,21) tenminste een uitsparing (10, 30) heeft, en een der profielen (4) tenminste I I een plastische vervorming (11,31) heeft die zich uitstrekt in een uitsparing (10,30). I I 15 I

4. Verbindingsconstructie volgens conclusie 3, waarbij tenminste een der profie- I I len (4) twee tegenover liggende vlakke wandgedeelten heeft die elk tenminste een plas- I I tische vervorming (11, 31) bezitten, en het verbindingselement (1, 21) tenminste twee I I overeenkomstige uitsparingen (10,30) bezit waarin zich telkens een der plastische ver- I I 20 vormingen (11,31) uitstrekt I

5. Verbindingsconstructie volgens conclusie 1,2,3 of 4, waarbij het verbindings- I I element (1,21) tenminste een klikelement (12,32) omvat en tenminste een der profie- I I len (5) een bijbehorend tegenelement (15, 35) omvat, welk klikelement (12, 32) en te- I I 25 genelement (15,35) door inklikken met elkaar in samenwerking zijn gebracht. I

6. Verbindingsconstructie volgens een der conclusies 1-5, waarbij het verbin- I I dingselement (1,21) twee dwars ten opzichte van elkaar gerichte inzetstukken (2,3; 22, I I 23) omvat, een van welke inzetstukken (2, 22) tenminste een uitsparing (10) omvat I I 30 waarin een plastische vervorming (11, 31) van het bijbehorende profiel (4) is opgeno- I I men, en de ander (3, 23) van welke inzetstukken tenminste een klikelement (12, 32) I I omvat. I I 1025505- I f '

7. Verbindingsconstructie volgens conclusie 5 en 6, waarbij het klikelement (12, 32) zich op een afstand bevindt van het profiel (2, 22) dat door middel van een plastische vervorming (11, 31) is verbonden met het verbindingselement (1, 21), welke afstand in wezen gelijk is aan de afstand van het met dat klikelement (12,32) samenwer- 5 kende tegenelement (15,35) tot het eind van het bij dat tegenelement (15,35) behorende profiel (3,23), welk eind is gekeerd naar het profiel (2,22) dat door middel van een plastische vervorming (11,31) is verbonden met het verbindingselement (1,21).

8 I langsrichting en het kopvlak van het door (at verbindingselement (11,21) middels een I klikverbinding te vertinden profiel (5,23). I

8. Verbindingsconstructie volgens conclusie 8, waarbij voorspanmiddelen zijn , 10 voorzien voor het voorspannen van de profielen (2,3; 22,23) ten opzichte van elkaar.

9. Verbindingsconstructie volgens conclusie 8, waarbij de voorspanmiddelen een met het verbindingselement (1, 21) samenwerkende, veerkrachtige tong (16) omvatten die onder veervoorspanning aanligt tegen het vrije eind van het profiel (5, 23) dat door 15 middel van een klikverbinding (12, 32) is verbonden met het verbindingselement (1, 21).

10. Verbindingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verbindingselement (1,21) een geheel uit kunststof is. 20

11. Samenstel voor gebruik bij een verbindingsconstructie volgens een dor voorgaande conclusies, omvattende tenminste een profiel (4) alsmede tenminste een verbindingselement (1, 21) dat met dat profiel (4) is verbonden door middel van een plastische vervorming (11, 21), welk verbindingselement (1, 21) een klikelement (12, 32) 25 heeft voor het verbinden daarvan met een ander profiel (5, 23) door middel van een klikverbinding.

12. In combinatie, een samenstel volgens conclusie 11, alsmede een profiel (5, 23) voorzien van een tegenelement (15,25) dat door inklikken in samenwerking breng- 30 baar is met het klikelement van het verbindingselement.

13. Combinatie volgens conclusie 11 of 12, waarbij de hoek tussen de inzetstuk-ken (2, 3; 22, 23) van een verbindingselement (1, 21) verschilt van de hoek tussen de 1025505-

14. Raamconstructie, omvattende vier onderlinge profielen (4, 5) die aan twee I 5 aan twee zijn verbonden door middel van telkens een verbindingsconstructie volgens I een der conclusies 6-9, waarbij de dwars t(n opzichte van elkaar gerichte inzetstukken I (2, 3; 22, 23) van elke verbindingsconstructie zijn voorbelast op buiging in een vlak I bepaald door de vier profielen (4,5). I

15. Verbindingselement (1, 21) voor gebruik bij de verbindingsconstructie vol- I gens een der conclusies 1-10, omvattende een oneffenheid, zoals een uitsparing (10, I 30) , ten opzichte waarvan een profiel (4) v; stzetbaar is door plastische vervorming (11, I 31. van dat profiel (4), alsmede een klikelc ment (12,32) door middel waarvan een an- I der profiel (5) door inklikken bevestigbaar i s. I

15 I 10255 05- I