NL1023515C2 - Decoratief paneel voor toepassing buitenshuis en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Decoratief paneel voor toepassing buitenshuis en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een decoratief paneel omvattende een decoratieve laag op één of beide oppervlakken van een dragerlaag. Daarnaast heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een decorati ef paneel.

10 Er is in de huidige markt behoefte aan decoratieve panelen voor gebruik buitenshuis. Panelen voor een dergelijke toepassing moeten naast een goede mechanische stabiliteit ook in het bezit zijn van goede oppervlakte-eigenschappen, zoals weersbestendigheid en bestendigheid tegen graffiti. Panelen die buitenshuis worden toegepast worden 15 blootgesteld aan veel zwaardere omstandigheden dan panelen voor toepassing binnenshuis, zodat aan dergelijke panelen andere eisen worden gesteld.

Dergelijke panelen kunnen worden toegepast in een omgeving waar krasvorming voorkomt, zoals bijvoorbeeld in bushokjes en 20 winkelcentra, maar ook bij terrasmeubilair van restaurants. Verder is het van groot belang dat er sprake is van een goede hechting tussen de dragerlaag en de decoratieve laag om te voorkomen dat de decoratieve laag loslaat. Omdat dergelijke panelen vaak in constructies worden toegepast is een goede mechanische stabiliteit een vereiste.

25 Daarnaast zal de invloed van het weer groot zijn, omdat het paneel afwisselend zal worden blootgesteld aan wind, regen, sneeuw, hagel, zonstraling, warmte en koude, hetgeen een goede weerbestendigheid verei st.

Er zijn op dit moment verscheidene panelen in de handel 30 verkrijgbaar die in meer of mindere mate de bovengenoemde eigenschappen bezitten. Bijvoorbeeld bezitten de in de handel verkrijgbare, op melamine 4 λ o * * 1 5 \ I gebaseerde panelen, een goede mechanische stabiliteit en graffiti bestendigheid. De weersbestendigheid van dergelijke panelen is I echter onvoldoende. Daarnaast zijn er panelen op de markt waarbij een I thermoplastische folie is aangebracht op het eerdergenoemde op melamine I 5 gebaseerde paneel. Deze beschermende folie verbetert de I weersbestendigheid van het paneel, maar zowel de mechanische stabiliteit I als de graffiti bestendigheid neemt af en beide eigenschappen zijn onvoldoende. Een derde type paneel dat in de handel verkrijgbaar is omvat I een met melamine geïmpregneerd papier voorzien van een coating. Dit I 10 paneel vertoont goede mechanische stabiliteit en graffiti bestendigheid.

I Echter de weersbestendigheid is wederom onvoldoende en bij donkerkleurige I panelen zijn na enige tijd van gebruik scheurtjes zichtbaar, hetgeen I afbreuk doet aan het decoratieve ui terlijk van het paneel.

I Er is aldus behoefte aan decoratieve panelen met verbeterde 15 eigenschappen, te weten een goed evenwicht voor betreffende mechanische stabiliteit, weerbestendigheid en graffitibestandheid.

I Mechanische stabiliteit wordt in de praktijk beoordeeld I door verschillende eigenschappen van het paneel, zoals de krasvastheid, I de Z-sterkte en door bijvoorbeeld de ruitjesproef. De krasvastheid I 20 (uitgedrukt in N) geeft aan welke krasbelasting kan worden aangebracht I zonder dat krassen worden gevormd en wordt bepaald volgens EN438-2 I Section 14. De Z-sterkte (uitgedrukt in N/mm2) heeft betrekking op de onderlinge hechting tussen verschillende lagen. Deze wordt weergegeven I door de kracht die moet worden aangebracht om een laag te scheiden van I 25 een andere laag en wordt gemeten volgens DIN 52366. De zogenaamde I ruitjesproef ('cross-cut adhesion test' volgens DIN 53151) is een andere I meting voor het vaststellen van de hechting tussen de lagen. Hiervoor worden zes parallelle inkepingen gemaakt in een laag, vervolgens wordt I het paneel 90 graden gedraaid en worden wederom zes parallelle inkepingen 30 gemaakt, waardoor een ruitjespatroon wordt gevormd. Vervolgens wordt enig I los materiaal van het oppervlak geveegd en de mate van beschadiging van 3 het oppervlak en de mate waarin de decoratieve laag heeft losgelaten wordt bepaald. De resultaten worden weergegeven als klassen 0 tot 5, waarbij 0 een uitstekende hechting is (gladde randen van inkeping en geen losgelaten materiaal) en waarbij 5 een slechte hechting is met tussen 65% 5 en 100% losgelaten materiaal.

De weerbestendigheid wordt bepaald door onder andere de exterieure kleurstabiliteit. Deze exterieure kleurstabiliteit wordt gewoonlijk bepaald door middel van een standaard werkwijze ISO 4892-2 met een evaluatiewerkwijze volgens ISO 150-A2 met een grijsschaal. Deze 10 waarde dient zo hoog mogelijk te zijn en geeft een maat voor de hoeveelheid licht waaraan het paneel kan worden blootgesteld zonder dat er een kleurverandering optreedt.

Voor het bepalen of een paneel bestand is tegen graffiti, wordt bepaald of het paneel bestand is tegen chemische verbindingen. Deze 15 bestandheid tegen chemische verbindingen wordt gebruikelijk getest volgens een werkwijze van EN438-2 Section 15 (Resistance to Staining), hetgeen de Britse standaard is voor Decoratieve High Pressure Laminate panelen. Hierbij kan worden getest met oplosmiddelen als aceton en middelen om graffiti te verwijderen.

20 Een aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een decoratief paneel, waarvan de decoratieve laag een goede mechanische stabiliteit vertoont alsmede een goede weersbestendigheid en graffiti bestendigheid bezit.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het 25 verschaffen van een werkwijze ter vervaardiging van een decoratief paneel, welke werkwijze volgens reproduceerbare wijze een paneel verschaft dat aan de gewenste eisen voldoet. Daarnaast is het een aspect van de onderhavige uitvindingen om een werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van een decoratieve laag.

30 De onderhavige uitvinding zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt, doordat de decoratieve laag een substraatlaag en een toplaag I omvat, waarin de substraat!aag een bedrukt papier is en waarin de toplaag I een synthetisch hars op basis van één of meer door straling hardbare I bestanddelen omvat en dat tussen de dragerlaag en de decoratieve laag een I hechtlaag aanwezig is, waarbij de hechtlaag in contact staat met de 5 substraatlaag.

I Door het samenstellen van lagen zoals hiervoor omschreven I worden een of meer van de bovenstaande aspecten bereikt.

I Verder beschikt het paneel over een decoratieve laag met een goede krasvastheid, hechting, bestendigheid tegen licht en goede 10 dimensionele eigenschappen, in het bijzonder onder omstandigheden zoals die buiten worden gevonden. Het onderhavige decoratieve paneel kan I uiteraard ook binnenshuis worden toegepast.

I Bij voorkeur is het synthetisch hars in de toplaag gedeeltelijk geïmpregneerd in de substraatlaag, aangezien dit de hechting I 15 tussen de toplaag en de substraatlaag verhoogt.

I Het is gewenst dat daarnaast een heldere laag aanwezig is tussen de substraatlaag en de toplaag, waardoor een betere bescherming I van de substraatlaag en een waardevolle uitstraling van het decoratief I paneel worden verkregen.

I 20 De heldere laag is eventueel gedeeltelijk geïmpregneerd in I de substraatlaag, hetgeen wederom de hechting tussen de lagen bevordert.

I Om een bijzonder goede hechting te verkrijgen tussen de heldere laag en de toplaag is het in bepaalde uitvoeringsvormen gewenst I dat de heldere laag op het grensvlak is gemengd met de toplaag. Hierbij I 25 wordt het grensvlak gedefinieerd als het contactvlak tussen deze twee lagen.

De hechtlaag omvat bij voorkeur een of meer basislagen die I zijn geïmpregneerd met een hars om een goede hechtende laag te krijgen tussen de decoratieve laag en de dragerlaag.

I 30 Daarnaast kan, om een nog betere hechting te krijgen, het I hars in de hechtlaag gedeeltelijk worden geïmpregneerd in de 5 substraatlaag.

Als dragerlaag wordt bij voorkeur een thermohardend composiet toegepast. Deze materialen vertonen uitstekende eigenschappen wat betreft mechanische stabiliteit en weerbestendigheid en zijn derhalve 5 uitermate geschikt voor de onderhavige toepassing.

Het is gewenst dat het thermohardend composiet is samengesteld uit een aantal papierlagen die zijn geïmpregneerd met een hars. Op deze wijze kan een thermohardend composiet van elke gewenste dikte worden vervaardigd door middel van het aanpassen van het aantal 10 lagen papier, de dikte en de hoeveelheid hars.

Daarnaast kan als een thermohardend composiet ook een non-woven weefsel dat is geïmpregneerd met een hars, worden toegepast. Ook verdichte matten van vezels kunnen worden aangemerkt als non-woven weefsels.

15 Om een nog betere hechting te krijgen is het wenselijk dat de hars in de hechtlaag is gemengd met de hars in de dragerlaag in het gebied van het grensvlak, dat hierboven is gedefinieerd.

Bij voorkeur wordt als papier!aag voor de dragerlaag soda kraft papier toegepast, welk materiaal goed verwerkbaar en vormstabiel 20 is.

Als geschikte vezels, die kunnen worden toegepast in het non-woven weefsel van de dragerlaag, kunnen de volgende vezels worden genoemd, houtvezels, polyestervezels, glasvezels, steenwol vezels, non-wovenvezels, minerale composietvezels of combinaties daarvan. Toepassing 25 van dergelijke materialen geeft de mogelijkheid om een decoratief paneel te vervaardigen met elke gewenste dragerlaag voor elk gewenst doel.

De voor de dragerlaag en de hechtlaag toegepaste harsen worden bij voorkeur afzonderlijk van elkaar gekozen uit de groep bestaande uit fenol harsen, melamineharsen, ureumharsen, epoxyharsen, 30 polyesterharsen, polyisocyanaatharsen, melamineacrylaat, polyurethaanacrylaat of combinaties daarvan. Toepassing van deze harsen I leidt tot een sterk en star harsnetwerk, hetgeen bijdraagt aan goede I eigenschappen van het resulterende decoratieve paneel.

I Bij voorkeur wordt een bedrukt papier toegepast met een gewicht van 15 tot 200 g/m2, met name 70 tot 100 g/m2. Deze in de handel I 5 verkrijgbare papiersoorten zorgen voor een optimaal decoratief uiterlijk van het onderhavige decoratieve paneel. Daarnaast kunnen ook unikleur papieren worden genoemd als het bedrukt papier volgens de onderhavige I uitvinding.

I De door straling hardbare bestanddelen worden bij voorkeur 10 gekozen uit de groep van onverzadigde acryl aten en metacrylaten. Een dergelijke groep verbindingen geeft namelijk starre netwerken na I polymerisatie van deze bestanddelen.

I Deze bestanddelen worden met name samengesteld uit een I oligomeer van epoxy en acrylaat of siliconen en acrylaat, bij voorkeur I 15 een oligomeer van polyester en acryl aat en met name een oligomeer van urethaan en acrylaat of de overeenkomstige oligomeren van metacrylaat als I prepolymeren, die in staat zijn tot polymerisatie door bestraling, die I zijn gepolymeriseerd door bestraling, indien gewenst met een mono-, tetra-, penta-, en/of hexa-acrylaat, bij voorkeur een diacrylaat of 20 tri acrylaat voor polyolen of etherpolyolen of de overeenkomstige metacrylaten.

I Het verdient verder vanuit het oogpunt van goede I oppervlakte-eigenschappen van het paneel de voorkeur dat het prepolymeer I volgens de onderhavige uitvinding een alifatisch oligomeer van urethaan I 25 en acryl aat is, dat met een di acryl aat en/of tri acryl aat is gepolymeriseerd door straling.

Ter verkrijging van een optimale stabiliteit en glansgraad I is het in een bijzondere uitvoeringsvorm gewenst dat de heldere laag harsen omvat zoals in de hiervoor besproken alinea's is beschreven.

H 30 Als geschikte basislaag van de hechtlaag, die voor voldoende stabiliteit en verwerkbaarheid zorgt kunnen overlay-papieren, 7 non-woven substraten, glass web, of combinaties daarvan worden genoemd.

Door toevoeging van een of meer additieven, gekozen uit de groep bestaande uit vlamvertragende middelen, UV-absorberende middelen, licht-stabiliserende middelen, pigmenten, anorganische deeltjes, of 5 combinaties daarvan aan een of meer lagen van het decoratieve paneel volgens de onderhavige uitvinding, te weten dragerlaag, hechtlaag, substraatlaag, heldere laag en toplaag, kunnen aan het paneel de gewenste eigenschappen worden gegeven, zoals een bepaalde kleur, vuurbestendigheid, vochtafstotendheid en verminderde inwerking van 10 schadelijk UV-licht.

De decoratieve laag volgens de uitvinding bezit bij voorkeur een krasbelasting van ten minste 1,5 Newton, bij voorkeur ten minste 3 Newton (EN438-2 Section 14). Een dergelijke krasvastheid zorgt ervoor dat het paneel in een grote verscheidenheid aan toepassingen is te 15 gebruiken, in het bijzonder in een omgeving waar het vermijden van krasvorming van belang is.

Een optimale hechting tussen de decoratieve laag en de dragerlaag is van groot belang waarbij het verdient de voorkeur dat de decoratieve laag een Z-sterkte van 20-50 N/mm2, met name 25-50 N/mm2 heeft 20 (DIN 52366).

Daarnaast bezit de decoratieve laag een klasse van maximaal 2 volgens de ruitjesproef (DIN 53151).

Verder is het wenselijk dat de decoratieve laag een glansretentie heeft van 80% in vergelijking met het referentiemonster zoals 25 gemeten volgens DIN 67530.

Voor toepassing buitenshuis is de weersbestendigheid van zeer groot belang. Daarom is het wenselijk dat het onderhavige decoratieve paneel een exterieure kleurstabiliteit heeft met een graad van ten minste 4 (volgens standaardtestmethode ISO 4892-2 met 30 evaluatiemethode ISO 105-A2 met grijsschaal).

Daarnaast is het onderhavige product onderworpen aan een I test onder veel zwaardere kunstmatige weersomstandigheden. Deze extra I test wordt uitgevoerd in een gesloten kamer (Ci4000 Atlas) met Xenonboog I (Xenon lamp van 3500 - 6500 Watt). Daarbij worden Florida simulatie cycli I uitgevoerd van 120 minuten. Deze cycli bestaan uit achtereenvolgens 90 I 5 minuten licht met 50% relatieve vochtigheid en 30 minuten licht met irrigatie. De totale lengte van de test is 2500 uren. De lichtintensiteit I is 0,55 W/m2 bij 340 nm, ongeveer 63 W/m2 (300-400 nm). De temperatuur van I de lucht is 50 *C. De op deze wijze verkregen data werd evenals de data I verkregen volgens de standaardmethode, geëvalueerd met ISO 105-A2 met I 10 grijsschaal. Hierbij is de acceptabele kleurverandering, zoals gemeten I tegen een referentiemonster, een grijsschaal van ten minste 4. Daarnaast I wordt visueel geïnspecteerd of geen scheurtjes, blaren of delaminering I optreedt op het oppervlak.

I Andere testen die kunnen worden toegepast om de I 15 weersbestendigheid van dergelijke panelen te testen zijn de zuurbestendigheid, die wordt bepaald door middel van de bestendigheid I tegen S0Z volgens DIN 50018. Dit is een maat voor de bestendigheid tegen I zure regen.

I Daarnaast kan de bestendigheid tegen koken worden bepaald I 20 door onderdompelen van het paneel gedurende 8 uren in kokend water, waarna het paneel wordt geëvalueerd op zichtbare veranderingen in de I glans en het oppervlak, zoals of blaarvorming of delaminering zijn I opgetreden. De laatste twee wijzen op slechte hechting tussen de decoratieve laag en de dragerlaag.

25 De bestendigheid tegen graffiti wordt gemeten als de I bestendigheid van het paneel tegen bepaalde chemische verbindingen. Dit I wordt gemeten volgens een aanpassing van de werkwijze van EN438-2 Section I 15 (Resistance to Staining), hetgeen de Britse standaard is voor I Decoratieve High Pressure Laminate panelen. Hiervoor worden een aantal I 30 druppels van de chemische verbinding op het monster aangebracht en vervolgens wordt een glazen afdekplaatje aangebracht. Na een bepaalde 9 contacttijd wordt de chemische verbinding verwijderd en wordt het plaatje schoongemaakt. Na 1 uur na schoonmaak wordt het oppervlak visueel geïnspecteerd voor veranderingen in glans, kleur, oppervlakte afwijking en blaarvorming. Op een schaal van 1 tot 5 wordt weergegeven wat de 5 veranderingen zijn, waarbij 5 staat voor geen zichtbare veranderingen en 1 staat voor oppervlakte-afwijkingen en blaarvorming. Hierbij worden organische oplosmiddelen zoals aceton getest en daarnaast specifieke in de handel verkrijgbare middelen om graffiti te verwijderen.

De onderhavige uitvinding heeft daarnaast betrekking op een 10 werkwijze voor het vervaardigen van een decoratief paneel omvattende een decoratieve laag op één of beide oppervlakken van een dragerlaag, gekenmerkt doordat de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een dragerlaag; ii) het verschaffen van een hechtlaag op één of beide 15 oppervlakken van de dragerlaag volgens i); iii) het verschaffen van de decoratieve laag of op een of beide oppervlakken van het samenstel volgens ii); iv) het in contact brengen van het samenstel volgens stap iii) onder zodanige omstandigheden van druk en temperatuur dat het 20 decoratieve paneel wordt verkregen.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een decoratieve laag omvattende de stappen van v) het verschaffen van een niet-geïmpregneerd bedrukt 25 papier; vi) het aanbrengen van een toplaag omvattende het synthetisch hars op basis van een of meer door straling hardbare bestanddelen op het papier volgens stap v); vii) het door straling harden van het samenstel volgens 30 stap vi) op een zodanige wijze om de decoratieve laag te verschaffen.

Het verdient de voorkeur dat de werkwijze voor het I 10 I vervaardigen van een decoratieve laag wordt uitgevoerd door het uivoeren I van een extra stap viii) tussen stappen iv) en v), waarbij stap viii) omvat I viii) het verschaffen van een heldere laag omvattende het 5 synthetisch hars op basis van een of meer door straling hardbare bestanddelen; op een zodanige wijze dat een decoratieve laag wordt I verkregen bestaande achtereenvolgens uit gedeeltelijk geïmpregneerd bedrukt papier, een heldere laag en een toplaag.

I 10 De harsen van de toplaag en de heldere laag kunnen worden I aangebracht door middel van verscheidende werkwijzen, die bekend zijn in het gebied. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een hars via rotatie zeefdruk direct aan te brengen op de substraatlaag; daarnaast kan het hars ook I door rotatie zeefdruk op een dragerfilm (zoals bijvoorbeeld I 15 polyesterfolie of polypropyleenfolie) worden aangebracht, welke daarna wordt overgebracht op de substraatlaag. Het is tevens mogelijk beide I werkwijzen gelijktijdig toe te passen.

I Bovenstaande werkwijzen kunnen worden toegepast voor zowel I het aanbrengen van een toplaag als voor het aanbrengen van zowel een I 20 heldere laag als een toplaag. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat I achtereenvolgens de heldere laag en de toplaag worden aangebracht in één I processtap waarbij de heldere laag direct op de substraatlaag wordt I aangebracht en de toplaag via een dragerfolie op het samenstel van I substraatlaag en heldere laag wordt aangebracht. Uiteraard zijn meerdere 25 combinaties tussen de hierboven beschreven werkwijzen mogelijk. Als I andere methoden kan bijvoorbeeld worden gedacht aan roller coating, gravure printen, sproei coating, gordijncoaten, flexodruk, vacuumcoaten of H ink-jetcoating en dergelijke.

I De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een 30 aantal voorbeelden worden toegelicht, waarbij echter dient te worden I opgemerkt dat de onderhavige uitvinding niet tot dergelijke bijzondere 11 uitvoeringsvormen is beperkt.

Voorbeelden

Voorbeeld 1 5 Op een papier van 80 g/m2 dat is bedrukt met een decoratief houtdecor werd een toplaag aangebracht van 90 g/mf van een heldere hars (35% HDDA verdunde polyurethaan acrylaat) door middel van rotatie zeefdruk. Het papier wordt gedeeltelijk geïmpregneerd door de toplaag en de toplaag wordt gehard door middel van bestraling met een 10 elektronenstraal. De pigmenten in de gedrukte inkt zijn stabiel voor licht en zijn anorganische pigmenten gebaseerd op ijzeroxide. Een tweede papier van 25 g/m2 dat is geïmpregneerd met 245% melaminehars werd geplaatst tussen het hierboven genoemde, gedeeltelijk geïmpregneerde bedrukte papier en een stapel van 30 papieren, die zijn geïmpregneerd met 15 een op fenol gebaseerde hars. Dit samenstel van papieren werd aangebracht in een pers en werd gedurende 30 minuten bij 160 °C en 70 bar onder druk gebracht. De eigenschappen van het verkregen product worden weergegeven in tabel 1.

Voorbeeld 2 20 Dezelfde handelingen als omschreven in voorbeeld 1 werden uitgevoerd, behalve dat een extra heldere laag werd aangebracht van 50 g/m2 van een mengsel van alifatische urethanen en metallische effectpigmenten (aluminiumdeeltjes). Het toepassen van deze laag geeft een extra visueel effect. De eigenschappen van het verkregen product 25 worden weergegeven in tabel 1.

Voorbeeld 3

Dezelfde handelingen als omschreven in voorbeeld 1 werden uitgevoerd, waarbij de toplaag nano-deeltjes siliciumoxide bevat en werd aangebracht in een hoeveelheid van 30 g/m2 en waarbij een extra heldere 30 laag werd aangebracht van 70 g/m2 van een polyurethaanacrylaat. Het toepassen van deze veranderingen geeft een verbeterde krasvastheid. De λ*. Λ m I 12 I eigenschappen van het verkregen product worden weergegeven in tabel 1.

Voorbeeld 4 I Dezelfde handelingen als omschreven in voorbeeld 1 werden I 5 uitgevoerd, waarbij het 30-tal papieren wordt vervangen door een verdichte mat cellulosevezels die zijn geïmpregneerd met een fenolhars I dat een vlamvertragend middel bevat. Het op deze wijze vervaardigde paneel verschaft een betere vlamvertragende werking in vergelijking met I de hierboven genoemde voorbeelden. De eigenschappen van het verkregen I 10 product worden weergegeven in tabel 1.

I Voorbeeld 5 I Dezelfde handelingen als omschreven in voorbeeld 1 werden I uitgevoerd, waarbij een papier van 70 g/mm? wordt bedrukt met twee lagen inkt, waarbij de eerste laag inkt het gehele oppervlak van het papier I 15 bedekt. Hierdoor wordt het absorptievermogen van dit papier beïnvloed.

De eigenschappen van het verkregen product worden weergegeven in tabel 1.

I Voorbeeld 6

Dezelfde handelingen als omschreven in voorbeeld 1 werden uitgevoerd, waarbij de toplaag wordt aangebracht door middel van I 20 voorwaartse roll coating. Hierdoor kan een relatief dunne toplaag worden I verkregen. De toplaag bestaat uit 20 g/mm2 polyurethaanacrylaat.

I Daarnaast wordt vóórdat de toplaag wordt aangebracht, eerst een extra I heldere laag aangebracht van 60 g/mm2 van polyester acrylaat. De I eigenschappen van het verkregen product worden weergegeven in tabel 1.

13

Tabel 1

Uitgevoerde testen Vbl. 1 Vbl. 2 Vbl. 3 Vbl. 4 Vbl. 5 Vbl. 6

Weerbestandheid 4-5 4-5 5 4-5 4-5 4 (grijsschaal) 5 Z-sterkte (N/W) 27 25 27 27 30 25 kooktest g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* ruitjesproef (Klasse) 122222 krasvastheid (N) 457444

Bestandheid tegen koken z.g.* z.g.* z.g.* z.g.* z.g.* z.g.* 10 bestandheid tegen S02 4-5 4-5 5 4-5 5 4 (grijsschaal) bestandheid tegen g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* g.v.* chemicaliën * g.v. : geen zichtbare veranderingen 15 * z.g.: zeer goed

Claims (32)

1. Decoratief paneel omvattende een decoratieve laag op één of beide oppervlakken van een dragerlaag, met het kenmerk, dat de I 5 decoratieve laag een substraatlaag en een toplaag omvat, waarin de I substraatlaag een bedrukt papier is en waarin de toplaag een synthetisch I hars op basis van één of meer door straling hardbare bestanddelen omvat I en dat tussen de dragerlaag en de decoratieve laag een hechtlaag aanwezig is, waarin de hechtlaag in contact staat met de substraatlaag. I 10

2. Decoratief paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I het synthetisch hars gedeeltelijk in de substraatlaag is geïmpregneerd.

3. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande I conclusies, met het kenmerk, dat een heldere laag aanwezig is tussen de I substraatlaag en de toplaag. I 15

4. Decoratief paneel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de heldere laag gedeeltelijk in de substraatlaag is geïmpregneerd.

5. Decoratief paneel volgens een of meer van de conclusies 3- 4, met het kenmerk, dat de heldere laag is gemengd met de toplaag in het I gebied van een grensvlak, zijnde het contactvlak tussen de heldere laag I 20 en de toplaag.

6. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat dë hechtlaag één of meer basislagen omvat, welke basislagen zijn geïmpregneerd met een hars.

7. Decoratief paneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 25 de hars in de hechtlaag gedeeltelijk in de substraatlaag is B geïmpregneerd.

8. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande B conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag een thermohardend B composiet omvat. B 30

9. Decoratief paneel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat B het thermohardend composiet een aantal papierlagen omvat, welke papierlagen zijn geïmpregneerd met een hars.

10. Decoratief paneel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het thermohardend composiet een non-woven weefsel omvat, welk weefsel is geïmpregneerd met een hars.

11. Decoratief paneel volgens één of meer van de conclusies 6- 10, met het kenmerk, dat de hars in de hechtlaag is gemengd met het hars in de dragerlaag in het gebied van een grensvlak, zijnde het contactvlak tussen de hechtlaag en de dragerlaag.

12. Decoratief paneel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 10 het papier soda kraft papier is.

13. Decoratief paneel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het weefsel vezels omvat, welke vezels zijn gekozen uit de groep bestaande uit houtvezels, polyestervezels, glasvezels, steenwolvezels, non-woven vezels en mineraal-composietvezels, of combinaties daarvan.

14. Decoratief paneel volgens één of meer van de conclusies 6- 13, met het kenmerk, dat de hars is gekozen uit de groep bestaande uit fenolhars, melaminehars, ureumhars, epoxyhars, polyesterhars, polyisocyanaathars, melamineacrylaat, polyurethaanacrylaat of combinaties daarvan.

15 ISO 4892-2, evaluatiemethod ISO 105-A2 met grijsschaal).

15. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedrukte papier een papier met een gewicht van 15-200 g/m2 is.

16. Decoratief paneel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het bedrukte papier een papier met een gewicht van 70-100 g/m2 is.

17. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door straling hardbare bestanddelen zijn gekozen uit de groep bestaande uit onverzadigde acrylaten en methacrylaten.

18. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de door straling hardbare bestanddelen zijn samengesteld uit een oligomeer van epoxy en acrylaat of silicone en u a t e 4 1% \ acrylaat, bij voorkeur een oligomeer van polyester en acrylaat en met name een oligomeer van urethaan en acrylaat of de overeenkomstige oligomeren van methacrylaat als prepolymeren, welke prepolymeren in staat zijn tot polymerisatie door middel van bestraling, die zijn 5 gepolymeriseerd door bestraling, eventueel met een mono-, tetra-, penta-, en/of hexa-acrylaat, bij voorkeur een diacrylaat en/of triacrylaat van polyol en of etherpolyolen of de overeenkomstige methacrylaten.

19. Decoratief paneel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het prepolymeer een alifatisch polymeer van urethaan en acrylaat is, 10 gepolymeriseerd met een diacrylaat of triacrylaat door middel van bestraling.

20. Decoratief paneel volgens een of meer van de conclusies 3-19, met het kenmerk, dat de heldere laag door straling hardbare bestanddelen volgens één of meer van de conclusies 17-19 omvat.

21. Decoratief paneel volgens een of meer van de conclusies 6-20, met het kenmerk, dat de basislaag is gekozen uit de groep bestaande uit overlay-papieren, non-woven substraten, glass web, of combinaties daarvan.

22. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat één of meer lagen, te weten dragerlaag, hechtlaag, substraatlaag, heldere laag en toplaag één of meer additieven omvatten, gekozen uit de groep bestaande uit vlamvertragende middelen, UV-absorberende middelen, licht-stabiliserende middelen, pigmenten, anorganische deeltjes, of combinaties daarvan.

23. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag krasvast is bij een krasbelading van ten minste 1,5 Newton (EN438-2 Section 14).

24. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag krasvast is bij een 30 krasbelading van ten minste 3,0 Newton (EN438-2 Section 14).

25. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag een Z-sterkte van 20 -50 N/mm2 heeft (DIN 52366).

26. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag een Z-sterkte van 5 25 -50 N/mm2 heeft (DIN 52366).

27. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag bij de ruitjesproef (cross-cut adhesion) in de klasse van ten hoogste 2 ligt (DIN 53151).

28. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag een glans-retentie van ten minste 80% van een referentiemonster heeft (DIN 67530).

29. Decoratief paneel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de decoratieve laag een graad van exterieure kleurstabiliteit heeft van ten minste 4 (standaard testmethode

30. Werkwijze voor het vervaardigen van een decoratief paneel volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van i) het verschaffen van een dragerlaag; 20 ii) het verschaffen van een hechtlaag op één of beide oppervlakken van de dragerlaag volgens stap i); iii) het verschaffen van een decoratieve laag op één of beide oppervlakken van het samenstel volgens stap ii); iv) het in contact brengen van het samenstel volgens stap 25 iii) onder zodanige omstandigheden van druk en temperatuur om het decoratieve paneel te verkrijgen.

31. Werkwijze voor het vervaardigen van een decoratieve laag zoals vermeld in conclusie 30, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van 30 v) het verschaffen van een niet-geïmpregneerd bedrukt papier; I 18 I vi) het aanbrengen van een toplaag omvattende het I synthetisch hars op basis van één of meer door straling hardbare I bestanddelen op het papier volgens stap v); I vii) het door straling harden van het samenstel volgens I 5 stap vi) op een zodanige wijze dat een decoratieve laag volgens stap iii) I wordt verkregen.

32. Werkwijze volgens conclusie 31, met het kenmerk dat tussen stap v) en stap vi) een aanvullende stap viii) wordt uitgevoerd, waarbij I stap viii) omvat I 10 viii) het verschaffen van een heldere laag omvattende het I synthetisch hars op basis van één of meer door straling hardbare bestanddelen; op een zodanige wijze dat een decoratieve laag wordt verkregen omvattende achtereenvolgens een gedeeltelijk geïmpregneerd bedrukt papier, een I 15 heldere laag en een toplaag.