NL1021423C1 - Stelsel voor geleiding van gewassen. - Google Patents

Stelsel voor geleiding van gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021423C1
NL1021423C1 NL1021423A NL1021423A NL1021423C1 NL 1021423 C1 NL1021423 C1 NL 1021423C1 NL 1021423 A NL1021423 A NL 1021423A NL 1021423 A NL1021423 A NL 1021423A NL 1021423 C1 NL1021423 C1 NL 1021423C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
supports
wire
plants
guide wires
Prior art date
Application number
NL1021423A
Other languages
English (en)
Inventor
Ayman Tawfik
Original Assignee
Ayman Tawfik
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1020998A external-priority patent/NL1020998C1/nl
Application filed by Ayman Tawfik filed Critical Ayman Tawfik
Priority to NL1021423A priority Critical patent/NL1021423C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021423C1 publication Critical patent/NL1021423C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/126Wirespool supports

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

Stelsel voor geleiding van gewassen
De uitvinding heeft betrekking op het met draden geleiden van gewassen tijdens de groei daarvan, in het bijzonder tuinbouwgewassen, zoals tomatenplanten.
Het is bekend om in tuinbouwkassen tomatenplan-5 ten te laten groeien langs geleidingsdraden. De geleidingsdraden zijn elk gewikkeld op een spoel, die' opgehangen wordt aan een balk of iets dergelijks van de kas, boven de betreffende plant. Wanneer de betreffende plant langs de draad gegroeid is tot bijna bij de spoel 10 wordt het feitelijke ophangpunt van de draad verlegd. Hiertoe wordt de spoel van de balk afgenomen en daar weer aan opgehangen op een in horizontale richting verder gelegen plaats, onder het een of meerdere slagen afwikkelen van de draad. De plant krijgt daarmee een nieuwe 15 lengte geleidingsdraad tot haar beschikking, en kan zowel in verticale als in horizontale richting haar groei op geleide wijze voortzetten. Deze handelingen worden regelmatig herhaald, zodat er in hoofdzaak sprake is van een horizontale groei door de betreffende kas.
20 De tomatenplanten worden in grote aantallen in tuinbouwkassen gekweekt. Het voornoemde verleggen moet steeds voor grote reeksen planten tegelijk worden uitgevoerd, waarbij de spoelen steeds een positie opschuiven. Dit vergt een grote en tijdrovende arbeidsinspanning, 1021423- 2 verzwaard doordat men veelal boven het hoofd moet werken. Tijdens het afnemen, afwikkelen, verplaatsen en weer ophangen kunnen de planten beschadigd worden.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering 5 te brengen.
Een verder doel van de uitvinding is een stelsel, inrichting en/of werkwijze te verschaffen waarmee het verleggen van de feitelijke ophangpunten vereenvoudigd wordt en op betrouwbare wijze kan plaatsvinden.
10 Vanuit één aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een stelsel voor geleiding van gewassen tijdens de groei daarvan, omvattend een reeks geleidingsdraden voor individuele geleiding van de planten, welke geleidingsdraden voorzien zijn van een boveneind, een 15 reeks boven de planten geplaatste en in een eerste horizontale richting op afstand van elkaar gelegen houders voor de boveneinden van de geleidingsdraden en een reeks boven de planten geplaatste en in de eerste horizontale richting op afstand van elkaar geplaatste steunen voor 20 ondersteuning van de geleidingsdraden op een plaats langs hun lengte, waarbij de steunen met elkaar verbonden zijn om herhaaldelijk en stapsgewijs verplaatst te kunnen worden.
In het stelsel volgens de uitvinding blijven de 25 uiteinden van de geleidingsdraden steeds op hun plaats. De plaats waar de draden gesteund worden en van waaraf zij neerhangen is ontkoppeld van de plaats van het uiteinde. Men behoeft de feitelijke steunplaats voor de draad slechts in langsrichting te laten verplaatsen, hetgeen 30 stapsgewijs kan plaatsvinden. Afwikkelen is niet meer nodig, omdat men de extra draadlengte steeds verkrijgt door het verplaatsen. De planten ondervinden hierbij weinig nadelige krachten waarbij de steunen met elkaar zijn verbonden om herhaaldelijk en stapsgewijs verplaatst 35 te kunnen worden. De verplaatsing kan op samengaande wijze geschieden, waardoor op het aantal handelingen bespaard wordt.
1021423' 3
Bij voorkeur vormen de steunen een omlegpunt voor de geleidingsdraden, die aldaar dan van een meer horizontale richting naar een meer verticale richting omgebogen kunnen worden.
5 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een stelsel voor geleiding van gewassen tijdens de groei daarvan, omvattend een reeks geleidingsdraden voor individuele geleiding van de planten, welke geleidingsdraden voorzien zijn van een boveneind, een reeks boven de 10 planten geplaatste en in een eerste horizontale richting op afstand van elkaar gelegen houders voor de boveneinden van de geleidingsdraden en een reeks boven de planten geplaatste en in de eerste horizontale richting op afstand van elkaar geplaatste steunen voor ondersteuning van de 15 geleidingsdraden op een plaats langs hun lengte, waarbij de steunen met elkaar verbonden zijn in een langwerpig steunsamenstel dat voorzien is van oplegmiddelen, waarbij het stelsel voorts omvat middelen voor het in lengterich-t'i'ng verplaatsen van het steunsamenstel eiï vast öpgesteTde " 2 0 middelen vóór het ondersteunen van de oplegmiddelen van het steunsamenstel en het geleiden daarvan tijdens de verplaatsing.
De verplaatsing kan hierdoor op beheerste en betrouwbare wijze plaatsvinden door de vaste, stabiliteit 25 verschaffende ondersteuning/geleiding, waarbij een doorhangen van het steunsamenstel voorkomen wordt en een in elkaar raken van geleidingsdraden op vergaande wijze voorkomen wordt.
De stabiliteit en beheersing van de verplaatsing 30 van het steunsamenstel worden vergroot indien het langwerpig steunsamenstel in langsrichting trek- en drukvast is.
In een uit overwegingen van krachtenoverdracht gunstige uitvoering zijn de oplegmiddelen gelegen ter plaatse van de steunen.
35 De verplaatsing wordt bevorderd indien de opleg middelen rollen omvatten.
In een eenvoudige uitvoering omvatten de onder- 1021423" 4 steuningsmiddelen een rail.
Indien de houders aangebracht zijn op de onder-steuningsiniddelen vervullen deze laatste een extra functie, waardoor het stelsel eenvoudig gehouden wordt.
5 In en mogelijke uitvoering bezit het steunsamen- stel een groter aantal steunen dan het aantal geleidings-draden, zodat men voor planten die minder snel blijken te groeien een extra mogelijkheid heeft voor steun. Men kan ook zonodig de steunplaats van opeenvolgende planten 10 verwisselen.
In een mogelijke uitvoering is waarbij de onderlinge afstand tussen de steunen kleiner dan die tussen de houders.
De steunen zijn in dit geval bij voorkeur open, 15 dat wil zeggen dat de draad in en uit steunende aangrij-ping gebracht kan worden met de steun, zoals bijvoorbeeld bij een steun in de vorm van een haak of onderbroken ring.
De middelen voor het in lengterichting verplaatsen van het steunsamenstel kunnen zijn ingericht voor 20 stapsgewijze verplaatsing, zodat na een groeiperiode de steunplaatsen groepsgewijs verplaatst worden over een bepaalde afstand, waarna de planten kunnen verder kunnen groeien langs de vrijgegeven lengte draad.
Bij voorkeur omvatten de middelen voor het in 25 lengterichting verplaatsen van het steunsamenstel daarbij tegenhoudmiddelen, die in en uit tegenhoudende aangrijping met het steunsamenstel te brengen zijn. De tegenhoudmiddelen zij bij voorkeur aangebracht op de ondersteuningsmid-delen.
30 Bij voorkeur vormen de steunen een omlegpunt voor de geleidingsdraden, die aldaar dan van een meer horizontale richting naar een meer verticale richting omgebogen kunnen worden.
Het is voordelig wanneer de steunen een 35 schuifoplegging voor de geleidingsdraden vormen, zodat de draad enigszins kan meegeven tijdens de groei van de plant en het af nemen van de draad van de steun gemakkelijk 1021423- 5 plaats kan vinden.
In een eenvoudige uitvoering van het stelsel volgens de uitvinding is de onderlinge afstand van de houders in hoofdzaak gelijk aan de onderlinge afstand van 5 de steunen.
Het stelsel kan constructief eenvoudig worden gehouden indien elke houder en elke steun paarsgewijs een geheel met elkaar vormen. Overzichtelijkheid wordt bevorderd en in elkaar verward raken van de draden wordt tegen-10 gegaan indien de houder en de steun op afstand van elkaar gelegen zijn,, in het bijzonder althans een vlak dwars op de eerste horizontale richting.
Houder en steun kunnen telkens een apart onderdeel vormen, waardoor men vrijheid heeft in het aantal te 15 plaatsen eenheden. Uit oogpunt van besparing op plaat-singswerkzaamheden is het voordelig wanneer de reeksen houders en steunen een geheel met elkaar vormen.
Het verleggen wordt verder vereenvoudigd wanneer — · het stelsel voorts zich- tussen de steunen ul'tstrekkende ~~~ 20 draadgeleidingen omvat. Na het afnemen kan de draad langs de draadgeleiding naar een volgende steun worden geschoven. Hierbij worden ook de door de draad op de plant uitgeoefende krachten beperkt gehouden.
Bij voorkeur zijn de draadgeleidingen nabij de 25 volgende, ontvangende steun gevormd met een de daarlangs plaatsvindende draadbeweging afremmend gedeelte, zodat de beweging van de draad niet abrupt gestopt wordt wanneer de draad bij de volgende steun aankomt. Bij voorkeur zijn de draadgeleidingen vloeiend gevormd tussen beide steunen.
30 Het verleggen nog verder vereenvoudigd indien de draadgeleidingen aflopend zijn van de ene steun naar de opvolgende steun, waardoor de draad als vanzelf zal kunnen schuiven naar de volgende steun, geholpen door de gewichtskracht van de plant.
35 In een verdere ontwikkeling van het stelsel volgens de uitvinding zijn de steunen voorzien van middelen voor het in een tweede, dwars op de eerste 1021423- 6 horizontale richting staande tweede horizontale richting tegenhouden van de geleidingsdraad op de betreffende steun, waardoor met behoud van een eenvoudige en snel losmaakbare oplegging van de draad op de steun voorkomen 5 wordt dat de draad onbedoeld loskomt.
In een verdere uitvoering zijn deze te-genhoudmiddelen losneembaar of ontkoppelbaar, om de draad gemakkelijk van de betreffende steun te kunnen nemen. Het losnemen van de tegenhoudmiddelen kan gemakkelijk op 10 automatische wijze plaatsvinden, waartoe middelen voorzien kunnen zijn voor het losnemen en weer plaatsen van de tegenhoudmiddelen. Een centrale bedieningseenheid met besturing kan voorzien zijn voor het aansturen van de voornoemde losneemmiddelen. Ook kan een half-automatische 15 bediening van alle of groepen van losneemmiddelen voorzien zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een stangenstelsel met centrale bedieningsstang en daarmee verbonden centrale bedieningshefboom, in de zin zoals ook toegepast bij voerhekken.
20 De voornoemde draadgeleidingen werken bijzonder voordelig met losneembare tegenhoudmiddelen, in het bijzonder indien die op automatische wijze worden bediend. De draden schuiven dan telkens op gewenste momenten een steun op, geleid door de draadgeleidingen, hetgeen met meerdere 25 of alle draden tegelijk kan. Hierbij wordt aanzienlijk bespaard op arbeid.
Het aanbrengen op de houders van de geleidingsdraden wordt vergemakkelijkt indien de boveneinden van de geleidingsdraden voorzien zijn van een oog. Men 30 behoeft eenvoudigweg het oogvormige eind op bijvoorbeeld een pen te steken.
Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een kas of warenhuis, voorzien van een of meer stelsels volgens de uitvinding.
35 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een draad voor geleiding van gewassen, in het bijzonder kennelijk geschikt en bestemd voor toepassing in een 1021423- 7 stelsel volgens de uitvinding, in het bijzonder met een uiteinde dat voorzien is van een oog.
Vanuit weer een ander aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor geleiding van gewassen tijdens 5 de groei daarvan met behulp van geleidingsdraden, omvattend tenminste een houder voor een boveneind van een geleidingsdraad en een daarmee een geheel vormende steun voor ondersteuning van een volgende geleidingsdraad op een plaats langs zijn lengte.
10 Bij voorkeur omvat de inrichting volgens de uitvinding een reeks stellen houders en steunen, die in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen zijn.
De steunen vormen bij voorkeur een omlegpunt voor geleidingsdraden, bij voorkeur een schuifoplegging.
15 Bij voorkeur zijn zich tussen de steunen uitstrekkende draadgeleidingen aanwezig, die bij voorkeur aflopend zijn van de ene steun naar de opvolgende steun.
Vanuit nog een ander aspect voorziet de uitvin- -- - ding ±n~ een werkwij ze voor geleiding van'gewassen ‘ti jdens ‘ 20 de groei daarvan, waarbij voor elke plant een geleidingsdraad wordt voorzien, elke geleidingsdraad met een eind wordt vastgelegd en op een in horizontale richting op afstand van het genoemde draadeind langs zijn lengte wordt ondersteund op een geselecteerde van een 25 reeks in horizontale richting op afstand van elkaar gelegen, en boven de planten gelegen steunen om van daaraf neerwaarts te reiken naar een betreffende plant voor het bieden van een geleiding tijdens de groei daarvan, waarbij wanneer de betreffende plant de geselecteerde steun tot 30 een bepaalde mate is genaderd de betreffende draad wordt afgenomen van de geselecteerde steunplaats en naar een volgende, dichter bij het betreffende draadeind gelegen steunplaats wordt verplaatst.
Bij voorkeur worden de einden van de geleidings-35 draden op geselecteerde, in de horizontale richting op afstand van elkaar gelegen plaatsen vastgelegd.
Bij voorkeur worden de geleidingsdraden na het 1 021423- 8 afnemen van hun steunplaats door een geleiding geleid naar een volgende steunplaats.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-5 beelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 in perspectief een eerste uitvoering van een stelsel volgens de uitvinding; figuur 2 een aanzicht pp een verdere uitvoering van een stelsel volgens de uitvinding, in een eerste 10 gebruiksfase; figuur 3 een aanzicht op het stelsel van figuur 1, in een volgende gebruiksfase; figuur 4 een detail van een eind van een geleidingsdraad in het stelsel van figuren 1-3; 15 figuren 5A en 5B twee mogelijke uitvoeringen van steunen in een stelsel volgens de uitvinding; en figuur 6 een schematisch vooraanzicht op een verdere mogelijke uitvoering van het stelsel volgens de uitvinding; en 20 figuren 7A-C enige details van het stelsel van figuur 6.
In figuur 1 is op perspectivische wijze weerge- ^ geven een stelsel 1 volgens de uitvinding, aangebracht op een balk 2 van een verder niet weergegeven kas. Op een 25 afstand beneden de balk 2 bevindt zich de grond 20, van-waaraf tomatenplanten T groeien.
Op de balk 2 is een meervoudige draadgeleider 3 bevestigd, omvattend een langsstrook 5 en op regelmatige tussenafstanden daarop bevestigde beugels 4.
3 0 De beugels 4 bezitten een verticale poot 6 met een boveneind 7, en een horizontale poot 8, met een opstaande pen 9. Tussen de beugels 4, in het bijzonder de horizontale poten 8, reiken staven 10, die in dit voorbeeld hellend zijn en van een plaats op kleine afstand 35 beneden het boveneind van de pen 9 naar een lagere plaats bij de pen 9 van een volgende beugel 4 reiken.
De meervoudige draadgeleider 3 vormt een makke- 1021423- 9 lijk transporteerbaar en hanteerbaar geheel.
Op elk eind 7 van beugelpoten 6 is een oog 12 van een geleidingsdraad 11 (zie figuur 4) opgeschoven. Van het eind 7 loopt elke draad 11 in in hoofdzaak horizontale 5 richting, evenwijdig aan de balk 2, naar een geselecteerde volgende beugel 4, in het bijzonder naast de opstaande pen 9 daarvan, om van daaraf neerwaarts te reiken naar een betreffende tomatenplant T. De draad 11 wordt in het traject tussen zijn oogeind 12 en de beugel 4 waar de 10 draad 11 wordt omgeleid naar een meer verticale uitstrekking, ondersteund door de poten 8 van tussenliggende beugels 4. De pennen 9 zorgen ervoor dat de draden 11 niet van de beugels 4 kunnen afschuiven.
In de situatie weergegeven in figuur 2 zijn de 15 tomatenplanten T schematisch weergegeven, groeiend langs respectievelijke geleidingsdraden lla-d. De geleidingsdraad 11a is met het oogeind 12a vastgelegd op beugel 4a, en op gelijke wijze is geleidingsdraad 11b met het oog 12b — bevestigd-op beuge-l 4b r—Aldus- is elke -draad lla-d beves - “ 20 tigd op een eigen beugel 4a-d.
In figuur 2 is de draad 11a ter plaatse van de overgang van het horizontale traject naar het verticale traject ondersteund op beugel 4c. Wanneer de tomatenplant T tot vlak bij de beugel 4c is gegroeid, is het nodig om 25 de ophangplaats één stap naar links te verzetten, waartoe de tuinder de draad 11a beetpakt, en van de beugel 4c licht. Vrijwel direct daarna kan de tuinder de draad weer loslaten, waarna de draad wordt opgevangen door staaf 10, en daarlangs afglijdt naar de volgende beugel 4b. Hetzelf-30 de wordt gedaan met de draden llb-d en volgende, waarna de situatie weergegeven in figuur 3 is verkregen en de tomatenplanten weer een extra draadlengte L hebben verkregen om verder te groeien. Deze lengte L komt overeen met de beugelafstand.
35 De staven 10, die hier anders gevormd zijn dan in figuur 1 en een convex gedeelte en een daarop en op de volgende steun 4 aansluitend concaaf gedeelte 10a bezit- 1 021 423- 10 ten, bieden niet alleen geleiding voor de draden, maar geven ook verstijving van de inrichting 3. De staven 10 kunnen in een vlak gelegen zijn dat schuin staat, bijvoorbeeld 45 graden, ten opzichte van een horizontaal vlak en 5 een verticaal vlak evenwijdig aan de strook 5. Het gedeelte 10a zorgt voor een vloeiend af geremde en dus schokarme nadering van de draad 10 naar de volgende steun 4.
Aldus kan met een stelsel volgens de uitvinding de tomatenplanten geleidingsdraad trapsgewijs verlengd 10 worden, door het eenvoudigweg oplichten van de geleidingsdraad van de ondersteuningsbeugel 4 van dat moment. De geleidingsdraden zijn reeds op lengte, waarbij in hun lengte onderscheid kan gemaakt worden tussen een reserve-lengte en een nuttige lengte, waarbij de reservelengte 15 steeds één afstand L verkleind wordt en de nuttige lengte met L vergroot wordt.
In figuren 5A en 5B is de beugel voorzien van een opsluiter 15, die de draden 11 die horizontaal doorlopen naar een van de volgende steunen scheiden van de draad 20 11 die van die steun 4 af neerwaarts reikt. Om het omleg gen van een draad 11 naar de andere (op de tekening rechter) zijde van opsluiter 15 te vergemakkelijken is de opsluiter gebogen.
In figuur 5A is de tegenhouder 13 met bus 14 25 losneembaar bevestigd op het uiteinde van poot 8. De tegenhouder 13 kan met niet weergegeven middelen automatisch afgenomen en weer aangebracht worden. De opsluiter 15 kan ook losneembaar/ontkoppelbaar zijn, eventueel ook op automatische wijze, dan synchroon met de tegenhouders.
30 In figuur 6 is een voorkeursuitvoering weergege ven van een inrichting 101 volgens de uitvinding, waarbij tomatenplanten T langs geleidingsdraden llla-c groeien, welke geleidingsdraden llla-c met een oogvormig uiteinde 112a-c bevestigd zijn aan vaste punten vormende, open 35 ringen 104a-c. De ringen 104a-c zijn vast bevestigd aan langwerpige, vaste ondersteuning 102, in dit voorbeeld gevormd door een kunststof of metalen, omgekeerd U-vormig 1021423* 11 profiel 103. Het profiel 103, in doorsnede weergegeven in figuur 7A, bezit omgezette onderranden 124, die ondersteuning en geleiding bieden voor trolleys 107. De trolleys 107 zijn aan hun boveneind 109 voorzien van twee wielen 5 110, die steunen op de omgezette randen 124 en daarover heen kunnen rollen. Het ondereind van de trolley 107 vormt een open oog of onderbroken ring 108, zoals ook te zien is in figuur 7C.
Zoals in figuur 6 te zien is zijn opeenvolgende 10 trolleys 107 met elkaar verbonden, en wel door middel van stijve stangetjes 113, die omgezette einden bezitten die opgenomen zijn in ogen 114 aan de trolleys 107. De stangetjes 113 kunnen, indien gewenst, eenvoudig verwijderd worden om de trolleys 107 van elkaar los te koppelen. In 15 de toestand weergegeven in figuur 6 zorgen zij ervoor dat de trolleys 107 een langwerpig steunsamenstel vormen, dat in lengterichting trek- en drukvast is.
In de wanden van het profiel 103 zijn gaten 105 ----- aangebracht, waarin één of meer grendeipennen- 106 gestoken ~ — 20 kunnen worden. Door voor de in verplaatsingsrichting (zie pijl in figuur 6) voorste trolley 107 een pen 106 te steken (zie gat 105a in figuur 6) blijven de trolleys 107 op de getekende positie. Indien de tomatenplanten tot bij de ogen 108 aangekomen zijn, en niet verder kunnen groei-25 en, steekt men in een volgend gat 105, bijvoorbeeld gat 105b, een tweede pen 106, en verwijderd men daarna de pen 106 uit het gat 105a. Door het gewicht van de tomatenplanten zullen de trolleys 107 vanzelf naar rechts bewegen, totdat de wielen van de voorste trolley 107 tegen de pen 30 105b aankomen. Bij die verplaatsing van de (steun)trolleys
107 wordt een lengte van de geleidingsdraden llla-c van een horizontale uitstrekking omgezet naar een verticale uitstrekking, en wordt de tomatenplanten T extra lengte geboden om verder te groeien. Wanneer de tomatenplanten T
35 na enige tijd weer aangekomen zijn bij de ogen 108, kan men dezelfde handeling herhalen.
Het insteken en verwijderen van de pen 106 op de 1021423- 12 gewenste plaatsen kan indien gewenst op automatische aangestuurde wijze plaatsvinden. Het zal de deskundige duidelijk zijn dat ook andere wijzen van verbinding van de (steun)trolley en het laten verplaatsen daarvan op vele 5 andere wijzen kunnen plaatsvinden, zonder buiten de strekking van de uitvinding te geraken.
De open ogen 104 en 108 vergemakkelijken het aanbrengen en losmaken van de draden 111. Eventueel kunnen verdere ogen 108 voorzien zijn op plaatsen tussen de 10 trolleys 107, in het bijzonder op de stangetjes 113.
1021423-

Claims (33)

1. Stelsel voor geleiding van gewassen tijdens de groei daarvan, omvattend een reeks geleidingsdraden voor individuele geleiding van de planten, welke geleidingsdraden voorzien zijn van een boveneind, een 5 reeks boven de planten geplaatste en in een eerste horizontale richting op afstand van elkaar gelegen houders voor de boveneinden van de geleidingsdraden en een reeks boven de planten geplaatste en in de eerste horizontale richting op afstand van elkaar geplaatste steunen voor 10 ondersteuning van de geleidingsdraden op een plaats langs hun lengte, waarbij de steunen met elkaar verbonden zijn om herhaaldelijk en stapsgewijs verplaatst te kunnen worden.
2. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de 15 steunen een omlegpunt voor de geleidingsdraden vormen.
---- 3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2', waarbij de ' steunen met elkaar verbonden zijn in een langwerpig steun-samenstel dat voorzien is van oplegmiddelen, waarbij het stelsel voorts omvat middelen voor het in lengterichting 20 verplaatsen van het steunsamenstel en vast opgestelde middelen voor het ondersteunen van de oplegmiddelen van het steunsamenstel en het geleiden daarvan tijdens de verplaatsing.
4. Stelsel volgens conclusie 3, waarbij het 25 langwerpig steunsamenstel in langsrichting trek- en druk- vast is.
5. Stelsel volgens conclusie 3 of 4, waarbij de oplegmiddelen gelegen zijn ter plaatse van de steunen.
6. Stelsel volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij 30 de oplegmiddelen rollen omvatten.
7. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ondersteuningsmiddelen een rail omvatten.
8. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houders aangebracht zijn op de ondersteu- 1021423- ningsmiddelen.
9. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunsamenstel een groter aantal steunen bezit dan het aantal geleidingsdraden.
10. Stelsel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de onderlinge afstand tussen de steunen kleiner is dan die tussen de houders.
11. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het in lengterichting 10 verplaatsen van het steunsamenstel ingericht zijn voor stapsgewijze verplaatsing.
12. Stelsel volgens conclusie 11, waarbij de middelen voor het in lengterichting verplaatsen van het steunsamenstel tegenhoudmiddelen omvatten, die in en uit 15 tegenhoudende aangrijping met het steunsamenstel te brengen zijn.
13. Stelsel volgens conclusie 12, waarbij de tegenhoudmiddelen aangebracht zijn op de ondersteunings-middelen.
14. Stelsel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de steunen een schuifoplegging voor de geleidingsdraden vormen..
15. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij houders aanwezig zijn die op een gelijke 25 afstand van elkaar geplaatst zijn als steunen.
16. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, voorts voorzien van een centrale bedieningseenheid met besturing voor het aansturen van de verplaatsing.
17. Stelsel volgens conclusie 12 of 13 in combi- 30 natie met conclusie 16, waarbij de centrale bedieningseenheid de tegenhoudmiddelen aanstuurt.
18. Stelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de boveneinden van de geleidingsdraden voorzien zijn van een oog.
19. Kas of warenhuis, voorzien van één of meer stelsels volgens één der voorgaande conclusies.
20. Draad voor geleiding van gewassen, in het i 021423- bijzonder kennelijk geschikt en bestemd voor toepassing in een stelsel volgens één der conclusies 1-18.
21. Draad volgens conclusie 20, waarbij een uiteinde voorzien is van een oog.
22. Inrichting voor geleiding van gewassen tijdens de groei daarvan met behulp van een reeks gelei-dingsdraden voor individuele geleiding van de planten, omvattend een reeks boven de planten te plaatsen en in een eerste horizontale richting op afstand van elkaar gelegen 10 houders voor de einden van de geleidingsdraden en een reeks boven de planten te plaatsen en in de eerste horizontale richting op afstand van elkaar geplaatste steunen voor ondersteuning van de geleidingsdraden op een plaats langs hun lengte, waarbij de steunen met elkaar verbonden 15 zijn in een langwerpig steunsamenstel dat voorzien is van oplegmiddelen, waarbij het stelsel voorts omvat middelen voor het in lengterichting verplaatsen van het steunsamenstel en vast opgestelde middelen voor het ondersteunen van — - de - oplegmiddelen van het steunsamenstel. en he't geleiden 20 daarvan tijdens de verplaatsing.
23. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij het langwerpig steunsamenstel in langsrichting trek- en druk-vast is.
24. Inrichting volgens conclusie 22 of 23, 25 waarbij de oplegmiddelen gelegen zijn ter plaatse van de steunen.
25. Inrichting volgens conclusie 22, 23 of 24, waarbij de oplegmiddelen rollen omvatten.
26. Inrichting volgens één der conclusies 22-25, 30 waarbij de ondersteuningsmiddelen een rail omvatten.
27. Werkwijze voor geleiding van gewassen tijdens de groei daarvan, waarbij voor elke plant een geleidingsdraad wordt voorzien, elke geleidingsdraad met een eind wordt vastgelegd en op een in horizontale rich- 35 ting op afstand van het genoemde draadeind langs zijn lengte op een steunplaats wordt ondersteund op een geselecteerde van een reeks in horizontale richting op afstand 1021423- van elkaar gelegen, en boven de planten gelegen steunen om van daaraf neerwaarts te reiken naar een betreffende plant voor het bieden van een geleiding tijdens de groei daarvan, waarbij herhaaldelijk, stapsgewijs, wanneer de be-5 treffende plant de geselecteerde steun tot een bepaalde mate is genaderd de steunplaats van de draad in horizontale richting wordt gewijzigd om de lengte draad tussen de feitelijke steunplaats en de plant· in een vooraf bepaalde mate te vergoten, waarbij de wijziging van de steunplaats 10 plaatsvindt door verplaatsing over een voorafbepaalde afstand van de steunen.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij de verplaatsing van de steunen tegelijk plaatsvindt.
29. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28, waar-15 bij de steunen worden ondersteund en geleid op een vaste ondersteuning.
30. Werkwijze volgens conclusie 27, 2 8 of 29, waarbij de draadeinden op geselecteerde, in horizontale richting op afstand van elkaar gelegen plaatsen vastgelegd 20 worden.
31. Stelsel voorzien van één of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij -gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
32. Inrichting voorzien van één of meer van de 25 in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
33. Werkwijze omvattend één of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 30 -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 1021423-
NL1021423A 2002-07-04 2002-09-10 Stelsel voor geleiding van gewassen. NL1021423C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021423A NL1021423C1 (nl) 2002-07-04 2002-09-10 Stelsel voor geleiding van gewassen.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020998A NL1020998C1 (nl) 2002-07-04 2002-07-04 Stelsel voor geleiding van gewassen.
NL1020998 2002-07-04
NL1021423 2002-09-10
NL1021423A NL1021423C1 (nl) 2002-07-04 2002-09-10 Stelsel voor geleiding van gewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021423C1 true NL1021423C1 (nl) 2004-01-08

Family

ID=31890613

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021423A NL1021423C1 (nl) 2002-07-04 2002-09-10 Stelsel voor geleiding van gewassen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021423C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017175203A1 (en) 2016-04-08 2017-10-12 Still Water Designs, Inc. System for growing plants

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017175203A1 (en) 2016-04-08 2017-10-12 Still Water Designs, Inc. System for growing plants
EP3439457A4 (en) * 2016-04-08 2019-12-18 Still Water Designs, Inc. PLANT BREEDING SYSTEM
US10618530B2 (en) 2016-04-08 2020-04-14 Still Water Designs, Inc. System for growing plants

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1041165B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het beheren van de opslag van artikelen.
JP2007282558A (ja) 蔓植物栽培装置及びこれを用いた蔓植物栽培方法
NL1021423C1 (nl) Stelsel voor geleiding van gewassen.
NL1016265C2 (nl) Teeltsysteem.
NL1020998C1 (nl) Stelsel voor geleiding van gewassen.
ES2626569T3 (es) Aparato de embalaje
NL7900943A (nl) Plantenstekoverzetinrichting.
NL1006410C1 (nl) Werkwijze voor het oogsten, transporteren en sorteren van rozen, en transportstelsel voor rozen.
JP4900774B2 (ja) 植物栽培用誘引装置
BE1019410A3 (nl) Verbeterde tomatenhaak en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen ervan.
NL8702028A (nl) Ophanginrichting voor planten, in het bijzonder tomatenplanten.
NL1006029C2 (nl) Transportstelsel voor het transporteren van rozen naar een sorteermachine.
NL1027513C2 (nl) Stelsel en werkwijze voor het kweken van gewassen.
NL2013440B1 (nl) Inrichting voor het in hoofdzaak in verticale richting laten groeien van klimgewassen, alsmede kweeksysteem voorzien van een dergelijke inrichting.
NL1009000C2 (nl) Werkwijze voor het opslaan en verplaatsen van gewasdelen alsmede transport/opslaghouder.
NL1016960C2 (nl) Systeem voor het kweken van planten.
NL1005626C2 (nl) Transportsysteem
NL1018107C2 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten langs een leidraad.
NL2002319C2 (nl) Werkwijze voor het installeren van een scherminrichting in een kas of warenhuis.
CS270442B2 (en) Carrying device for suspension railway
NL8602544A (nl) Inrichting voor het verzamelen en transporteren van bloemen, zoals orchideeen.
NL1031737C2 (nl) Verplaatsinrichting voor in steek te veranderen teeltgoten.
NL1024375C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bloemen.
BE1015647A3 (nl)
BE1017173B3 (nl) Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070401