BE1017173B3 - Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1017173B3
BE1017173B3 BE2006/0363A BE200600363A BE1017173B3 BE 1017173 B3 BE1017173 B3 BE 1017173B3 BE 2006/0363 A BE2006/0363 A BE 2006/0363A BE 200600363 A BE200600363 A BE 200600363A BE 1017173 B3 BE1017173 B3 BE 1017173B3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
holders
guide
rope
guiding
plants
Prior art date
Application number
BE2006/0363A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1017173A0 (nl
Inventor
Jacques Vanelstlande
Original Assignee
Hooks & Twines S R O
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hooks & Twines S R O filed Critical Hooks & Twines S R O
Priority to BE2006/0363A priority Critical patent/BE1017173B3/nl
Publication of BE1017173A0 publication Critical patent/BE1017173A0/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1017173B3 publication Critical patent/BE1017173B3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/126Wirespool supports

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET OPHANGEN VAN GELEIDINGSTOUWEN VOOR HETGELEIDEN VAN PLANTEN EN EEN STEL HOUDERS MET GELEIDINGSTOUWVOOR EEN DERGELIJLKE INRICHTING
Deze uitvinding betreft een inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voorhet geleiden van planten, omvattende een stel houders met geleidingstouw, waarbijelke houder een touw omvat waarvan een eerste lengte op de houder opgewikkeldis en een tweede lengte niet opgewikkeld is, en waarbij de tweede lengtes van deverschillende geleidingstouwen samengevoegd zijn in een bundel.
Deze uitvinding betreft ook een stel houders met geleidingstouw met de hierbovenaangeduide kenmerken.
Deze uitvinding betreft in het bijzonder een dergelijke inrichting en een stel houdersmet geleidingstouw dewelke voorzien zijn voor het geleiden van tomatenplanten.Het is algemeen gekend om bij de tomatenteelt in serres een groot aantalneerhangende touwen te voorzien om de tomatenplanten gedurende hun groei tegeleiden. Daarvoor bestaan er houders, ook wel haken genoemd, waarop eenbepaalde hoeveelheid geleidingstouw opgewikkeld is, en waarbij het de bedoeling isom deze houders boven de tomatenplanten op te hangen zodat het touw vanaf dehouders neerhangt met het uiteinde ter hoogte van een tomatenplant. Detomatenplant wordt vervolgens vastgemaakt aan het touw. Naarmate de plantengroeien kan bijkomend touw van de houders afgewikkeld worden om de houdersteeds verder van de plant weg te verplaatsen zodat de plant kan groeien langs hettouw en een grote lengte kan bereiken. Het spreekt vanzelf dat de inrichting en dehouders volgens deze uitvinding ook bruikbaar zijn voor het geleiden van andereplanten dan tomatenplanten.
In een serre moeten er dikwijls vele duizenden van dit soort haken manueelopgehangen worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een persoon die op een traagrijdend transportmiddel, zoals bijvoorbeeld een op rails opgestelde schaarlift, langseen rij tomatenplanten door de serre rijdt. Deze persoon heeft een kist met eenvoorraad haken bij zich. Gedurende het rijden hangt hij de haken één voor één opaan een draagdraad die zich boven de planten volgens de richting van de rij uitstrekt. Daarbij neemt hij met de ene hand telkens een handvol haken uit de kistom deze haken vervolgens met de andere hand één voor één op te hangen.
Gezien het grote aantal haken dat moet opgehangen worden is het van belang datde snelheid van ophangen en afwikkelen van het geleidingstouw tot een absoluutminimum wordt beperkt. Een kleine vermindering van de ophangtijd per haak leidt alvlug tot vele uren of zelfs meerdere dagen tijdswinst bij het ophangen van devereiste haken in een grote serre.
Er bestaan dergelijke houders waarbij de volledige lengte van het geleidingstouw opde houder gewikkeld is. Dan moet de persoon die de houders ophangt bij elkehouder de nodige lengte touw afwikkelen. Daarbij moet hij ofwel het aantalafgewikkelde wikkelingen tellen ofwel gedurende het afwikkelen in het oog houdenwanneer het uiteinde van de afgewikkelde lengte touw tot op de hoogte van detomatenplant reikt. Deze manier van werken is zeer tijdrovend en niet efficiënt.
Er bestaat ook een inrichting voor het geleiden van planten, die beschreven is in hetBelgisch octrooi BE 1 015 680 A3, waarbij het geleidingstouw, bij het afwikkelenervan, geblokkeerd wordt als een vooraf bepaalde lengte van het geleidingstouw isafgewikkeld. Hierdoor kan het afwikkelen van touw vereenvoudigd en versneldworden, maar de ophangsnelheid laat toch nog te wensen over.
Volgens nog een andere methode wordt voorkomen dat de nodige lengte touw moetafgewikkeld worden, en worden de houders in een kist voorzien terwijl de nodigelengte van het touw loshangt. De loshangende touwdelen worden in een bundelsamengenomen. Om slingerende touwuiteinden te vermijden wordt het uiteinde vande bundel door een elastiekje samengehouden. Deze bundel kan ook aan eenonderdeel van de schaarlift bevestigd worden. Telkens er een haak opgehangen iswordt het loshangende touwdeel van die haak uit de bundel getrokken doordat deschaarlift zich verwijderd van de opgehangen haak. Het risico dat er bij deopgehangen haken loshangende touwdelen aan elkaar blijven vasthangen,bijvoorbeeld doordat de uitstekende vezels ervan in elkaar vasthangen, is bij dezegekende werkwijze echter vrij groot. Dit aan elkaar vasthangen van loshangendetouwdelen is hinderlijk gedurende het ophangen van de haken en vereist nadien, na het ophangen van de haken, een bijkomende manuele tussenkomst die veel tijd inbeslag neemt.
Daarom werden houders ontwikkeld (zoals beschreven in EP 0 507 378) dievoorzien zijn om er het volledige geleidingstouw op te wikkelen, en om daarbij denodige vrije lengte van het touw zo op te wikkelen dat deze lengte in één keer,zonder afwikkelen, van de houder kan losgemaakt worden. Het nadeel hiervan isechter dat het touw anders (bijvoorbeeld op een ander deel van de houder) moetopgewikkeld worden. Als gevolg daarvan moet de houder complexer uitgevoerdworden, en moeten de opwikkelapparaten grondig aangepast worden.
Het doel van deze uitvinding is om aan de hoger aangeduide nadelen te verhelpendoor te voorzien in een eenvoudige inrichting voor het ophangen vangeleidingstouwen, alsook een stel houders met geleidingstouw, waarmee hetophangen van de houders zeer snel kan gebeuren, en waarmee het risico op aanelkaar vasthangende vrije touwdelen zeer klein is.
Deze doelstellingen worden bereikt door te voorzien in een stel houders metgeleidingstouw voor het geleiden van planten, met de in de eerste paragraaf vandeze beschrijving genoemde kenmerken, waarbij, volgens deze uitvinding, debundel geleidingstouwen over minstens een deel van zijn lengte omhuld is door eenbuisvormig element dat in dwarsrichting elastisch is.
Doordat de bundel geleidingstouw over een zekere lengte met een zekereelastische spanning in dwarsrichting samengehouden worden, ondervinden degeleidingstouwen over dië lengte een weerstand tegen hun verplaatsing inlangsrichting. Hierdoor wordt een geleidingstouw dat de neiging heeft om te bijvenvasthangen aan een naburig geleidingstouw dat uit de bundel wordt getrokken,weerhouden in de bundel. Hierdoor wordt voorkomen dat twee of meersamenhangende touwen samen uit de bundel getrokken worden. Het aantal aanelkaar vasthangende vrije touwdelen ligt bij deze inrichting dan ook merkelijk lagerdan bij de bestaande inrichtingen. Dit levert een aanzienlijke tijdswinst op bij hetophangen van grote hoeveelheden houders.
Het buisvormig element is bij voorkeur vervaardigd uit een soepel materiaal. Bijvoorkeur wordt het uitgevoerd met een hoofdzakelijk open structuur, zoalsbijvoorbeeld een net-structuur. Het buisvormig element is bijvoorbeeld eenbuisvormig net dat open is aan beide uiteinden. Bij voorkeur is het vervaardigd uitkunststof. Polyethyleen geniet daarbij de voorkeur.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm liggen de houders in één of meerdererijen op een draagvlak, zoals bijvoorbeeld in een doos of kist, terwijl deopeenvolgende houders van een rij elkaar gedeeltelijk bedekken. Als de haken ineen rij liggen, en elkaar gedeeltelijk bedekken kan de persoon die de haken ophangteen grotere hoeveelheid haken in één beweging in de hand kan nemen, watopnieuw de ophangsnelheid ten goede komt.
De bundel geleidingstouwen wordt bij voorkeur naast de houders op het draagvlakvoorzien. Zo bekomt men een stel houders met geleidingstouw die gemakkelijktransporteerbaar is.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de houders voorzien inmeerdere boven elkaar liggende lagen, terwijl tussen deze lagen eenscheidingslaag voorzien is, zoals bijvoorbeeld een vel papier, karton of kunststof.Hierdoor kan een vrij groot aantal houders volgens een zeer praktische schikking ineen doos of een kist met beperkte afmetingen geplaatst worden en gemakkelijkgetransporteerd worden.
Elke houder omvat bij voorkeur ook middelen om het ongewild afwikkelen van deopgewikkelde eerste lengte van het geleidingstouw te verhinderen. Deze middelenkunnen bijvoorbeeld bestaan uit een wikkeling van het touw omheen de houder ofuit eender welke bevestiging van het opgewikkelde touw ten opzichte van de houderof een bevestiging van een aantal wikkelingen van het opgewikkelde touw tenopzichte van elkaar.
De hoger aangeduide doelstellingen worden eveneens bereikt door te voorzien ineen Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken, waarbij, volgens deze uitvinding, de inrichting een cluster elastischeweerhoudelementen omvat die voorzien is om de geleidingstouwen van de bundeltussen deze weerhoudelementen door te laten.
Wanneer de geleidingstouwen één voor één uit de bundel worden getrokken wordende geleidingstouwen waar niet aan getrokken wordt weerhouden door dezeweerhoudelementen, terwijl het geleidingstouw waaraan getrokken wordt ook doorde weerhoudelementen wordt gescheiden van de andere geleidingstouwen. Ditheeft als gevolg dat het risico op aan elkaar vasthangende losse touwdelenaanzienlijk gereduceerd wordt.
Deze inrichting omvat bij voorkeur een stel houders met geleidingstouw met dehoger aangeduide kenmerken volgens deze uitvinding.
In het bijzonder betreft deze uitvinding ook een inrichting voor het ophangen vangeleidingstouwen voor het geleiden van planten, met de in de eerste paragraaf vandeze beschrijving genoemde kenmerken, waarbij, volgens deze uitvinding, deinrichting een cluster elastische weerhoudelementen omvat die voorzien is om degeleidingstouwen van de bundel tussen deze weerhoudelementen door te laten, énwaarbij de bundel geleidingstouwen over minstens een deel van zijn lengte omhuldis door een buisvormig element dat in dwarsrichting elastisch is.
Bij een dergelijke inrichting is het risico op aan elkaar vasthangende lossetouwdelen minimaal.
De genoemde elastische weerhoudelementen zijjn bij voorkeur buigzamelangwerpige elementen die aan één uiteinde bevestigd zijn en samen eenborstelachtig geheel vormen. De langwerpige elementen zijn bij voorkeurdraadvormig.
De elastische weerhoudelementen worden bij voorkeur opgesteld in een kring enstrekken zich daarbij uit in radiale richting naar elkaar toe lopend.
In een sterk voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de inrichting ook eenringvormig of buisvormig geleidingslichaam, en strekken de elastischeweerhoudelementen zich uit in de binnenruimte van het genoemdegeleidingslichaam. Een buisvormig geleidingslichaam vormt een bijkomendebescherming van de geleidingstouwen en verhindert onder meer dat degeleidingstouwen gedurende het ophangen van de houders blijven haperen aanuitstekende onderdelen.
Zo’n geleidingslichaam is bijvoorbeeld een stuk cilindrische buis uit harde kunststof,met een borstel die in een kring aan de binnenwand van de buis bevestigd is enwaarvan de borstelharen zich naar elkaar toe uitstrekken. De borstelharen zijn bijvoorkeur schuin geplaatst, waarbij ze vanaf de binnenwand van de buis schuin in derichting van de verplaatsing van de geleidingstouwen lopen. Bij voorkeur worden erin de wand van een buisvormig geleidingslichaam één of meerdere openingenvoorzien, zodat de bundel (5) bij het doorhalen ervan door het geleidingslichaam (9),via deze opening(en) kan vastgenomen worden en door het geleidingslichaam (9)kan getrokken worden.
De inrichting omvat bij voorkeur ook een transportmiddel, zoals bijvoorbeeld eenschaarlift, terwijl het genoemde geleidingslichaam aan het transportmiddel bevestigdis.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en ombijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meergedetailleerde beschrijving van verschillende uitvoeringsvormen van een inrichtingvoor het ophangen van geleidingstouwen volgens deze uitvinding. We benadrukkenevenwel dat niets uit deze beschrijving kan geïnterpreteerd worden als eenbeperking van het toepassingsgebied of van de in de conclusies gedefinieerdebeschermingsomvang voor deze uitvinding.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezennaar de hierbij gevoegde figuren, waarbij: - figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een gekende houder metopgewikkeld geleidingstouw, voorzien van een blokkeerwikkeling en eenloshangend gedeelte touw; - figuur 2 een schematisch perspectief aanzicht is van een doos waarin houders,elkaar gedeeltelijk bedekkend, in verschillende lagen zijn gestapeld; - figuur 3 een schematisch perspectief aanzicht is van een bundel loshangendegeleidingstouwen , omhuld door een buisvormig net volgens deze uitvinding; - figuur 4 een schematisch perspectief aanzicht is van een cluster elastischeelementen volgens de uitvinding, voorzien in een buis; - figuur 5 een schematisch perspectief aanzicht is van een inrichting voor hetophangen van houders met opgewikkeld geleidingstouw, voorzien van eenschaarlift als transportmiddel.
Een houder (1) met opgewikkeld geleidingstouw (2) voor het geleiden vantomatenplanten wordt schematisch weergegeven op figuur 1. De houder bestaat uiteen gebogen metaaldraad (1), waarop een een bepaalde lengte van eengeleidingstouw (2) is opgewikkeld. De nodige opgewikkelde lengte is afhankelijk vande teeltomstandigheden, o.m. de verwachte groei van de planten, en ligt in demeeste gevalllen tussen 2 m en 16 m. Een vooraf bepaalde lengte (4) van hetgeleidingstouw is niet op de houder (1 ) opgewikkeld. Het is de lengte die nodig isom vanaf de opgehangen houder tot aan de tomatenplant te reiken. Dezeloshangende lengte is afhankelijk van de hoogte van de serre en is in de meestegevallen gelegen tussen 2 m en 4,5 m.
Na de laatste wikkeling op de houder (1) is het geleidingstouw om de houder (1)omgeslagen. Door deze bijkomende wikkeling, een blokkeerwikkeling (3) genoemd,wordt verhinderd dat er ongewild één of meerdere wikkelingen van hetgeleidingstouw afgewikkeld worden, bijvoorbeeld gedurende het transport ofgedurende het manipuleren van de houder (1) bij het ophangen ervan.
Op figuur 2 wordt schematisch een doos (6) weergegeven waarin dergelijke houders(1), met opgewikkeld geleidingstouw (2), en met een vooraf bepaalde lengteloshangend touw (4), naast elkaar en elkaar gedeeltelijk overlappend -dakpansgewijs - in rijen zijn geschikt. De verschillende rijen zijn in lagen bovenelkaar gestapeld. Tussen twee lagen houders (1) is er telkens een vel papier (7)geplaatst om de houders van de verschillende lagen goed van elkaar te scheiden.
Door de dakpansgewijze schikking kan de persoon die de houders (1) ophangt meerhouders (1) tegelijk oppakken dan wanneer de houders naast elkaar zoudengeschikt liggen. Dit spaart tijd uit bij het ophangen.
Typisch zijn er 8 à 9 lagen aanwezig per doos, met 48 à 54 haken per laag, zodateen doos typisch een 400-tal houders (1) bevat.
Bij het aanbrengen van de houders (1) in de doos (6) wordt ervoor gezorgd dat deloshangende touwdelen (4) van de houders (1) zich aan dezelfde zijde van de doos(6) bevinden. De loshangende touwdelen (4) worden aan deze zijde van de doos inéén bundel (5) samengevoegd en in de doos (6) gelegd. De bundel (5) is over eenzekere lengte (bijvoorbeeld 1,20 m) omhuld door een buisvormig net (8) datelastisch is in dwarsrichting en op de loshangende geleidingstouwen (4) van debundel (5) een zekere houdkracht uitoefent (zie figuur 3). Deze houdkracht magechter niet te groot zijn. De op deze figuur voorgestelde buisvormige elastischeomhulling (8) is een net. Men zou er ook voor kunnen kiezen om de bundel (5) teomhullen door middel van een buisvormig element uit nylon.
De lengte van het buisvormig net (8) is bij voorkeur groter dan 0,20 m. Een lengtevan minstens 0,60 m levert uitstekende resultaten op. Een meest voorkeurdragendelengte is groter dan 1 m, zoals bijvoorbeeld 1,20 m. Het spreekt vanzelf dat dezelengte ook afhankelijk is van de lengte van de loshangende touwdelen (4) en dusook groter kan zijn dan 1,20 m.
Voor het ophangen van de houders (1) wordt de bundel (5) met het omhullendbuisvormig net (8) door een cilindrische buis (9) uit harde kunststof gehaald. Dezebuis heeft een binnendiameter van ongeveer 120 mm. Aan een uiteinde van deze buis (9) is een borstel voorzien met een reeks ringvormig opgestelde elastischeborstelharen (10) die zich radiaal naar elkaar toe uitstrekken, zoals schematischweergegeven in figuur 4. De haren van de borstel zijn hierbij 60 mm lang.
Deze borstel wordt aan de uitgangzijde van de buis gemonteerd, d.i. de zijde waarde loshangende touwdelen (4) bij het ophangen van de houders de buis (9)verlaten. De borstel wordt daarbij zeer dicht van de buisrand gemonteerd. Wanneermen de borstel op een relatief grote afstand van de bovenrand van de buis zoumonteren zou de buisrand immers een extra hindernis vormen die de loshangendetouwdelen (4) bij het loskomen uit de bundel (5) zouden moeten overwinnen. Dezeextra weerstand wordt het best vermeden. Bovendien vermijdt men met een borsteldie nabij de rand van de buis is gemonteerd, dat de loshangende touwdelen (4)groeven trekken in de buisrand of dat deze touwdelen (4) zelf beschadigd wordendoor het contact met de buisrand. Deze beschadigingen zouden gepaard gaan metvezelvorming op de touwdelen (4) met een verhoogd risico op aan elkaarvasthangende losse touwdelen (4) als gevolg.
Men zou er ook voor kunnen kiezen om de cluster van elastische elementen (10) terealiseren door in een stuk rubber of een ander elastisch materiaal radiaal gerichtesneden te maken, tot op een zekere afstand van de rand ervan.
De bundel (5) met loshangende touwdelen (4) voorzien van het buisvormig elastischnet (8) bevindt zich in de buis (9). Het uiteinde van het net (8) wordt aan deingangzijde van de buis (9) over de rand van de buis (9) omgevouwen (zie figuur(5). Dit vermijdt dat het buisvormig net (8) bij het ophangen van de houders (1) meemet de loshangende touwdelen (4) uit de buis (9) wordt getrokken.
De loshangende touwdelen (4) verlaten de buis (9) tussen de ringvormig opgesteldeborstelharen (zie figuren 4 en 5).
Figuur 5 is een schematische voorstelling van een schaarlift (11), die volgens dezeuitvinding is uitgerust met een inrichting voor het ophangen van houders (1) metopgewikkeld geleidingstouw (2) voorzien van loshangende touwdelen (4), waarbij debundel (5) van deze loshangende touwdelen (4) voorzien is van een buisvormig elastisch omhullend net (8) en waarbij deze bundel met het net (8) zich doorheeneen aan de schaarlift bevestigde buis (9) uitstrekt.
Gezien de wielen van de schaarlift (11) uit deze figuur niet afgeschermd zijn, zorgtde buis ervoor dat de loshangende touwdelen (4) niet met de wielen in contactkunnen komen. Door deze buis (9) wordt ook voorkomen dat de loshangendetouwdelen (4) zouden vastgeraken in de scharen (12) van de schaarlift (11) ofzouden haperen aan een ander onderdeel van de schaarlift of aan eender welkehindernis die zich in de serre bevindt. Hierdoor wordt bovendien ook voorkomen datde loshangende touwdelen (4) over de grond slepen en hierbij beschadigd raken ofvuil worden.
Deze schaarlift (11) omvat bovenaan een staanplaats voor de persoon die dehouders ophangt. Binnen het bereik van deze persoon is een doos (6) met houders(1 ) geplaatst, (zie figuur 2)
De buis (9) wordt bij voorkeur vast aan de schaarlift (11) bevestigd. Bij dezevoorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is deze buis (9) bovendien aan éénvan de schaarbenen (12) van de schaarlift (11) bevestigd, en wel zo dat deze buis(9) bij het omhoog brengen van de schaarlift (11) mee omhoog beweegt en in eenhellende positie komt (zie figuur 5), en bij het naar beneden brengen van deschaarlift (11) neerwaarts beweegt tot in een minder hellende positie.
Het is uiteraard ook mogelijk om meerdere dozen (6) met houders (1) op eendergelijke schaarlift (11) te voorzien. Elke bundel (5) met loshangende touwdelen (4)wordt dan door een respectievelijk, aan een schaarbeen (12) de schaarlift (11)bevestigde, buis (9) gehaald. Elke buis (9) is dan ook voorzien van een kringvormigopgestelde clusters borstelharen (10). Zo kan het de voorkeur dragen om in eengang van een serre waar aan beide zijden houders (1) moeten opgehangen worden,een transportmiddel (11 ) te voorzien met aan weerszijden een inrichting voor hetophangen van geleidingstouwen volgens deze uitvinding.
Om het doorhalen van de bundel (5) door het buisvormig geleidingslichaam (9) tevergemakkelijken kan er in deze buiswand minstens één opening worden voorzien (niet voorgesteld op de figuren), zodat men de bundel (5) via deze opening(en) kanvastnemen en door het geleidingslichaam (9) kan trekken.

Claims (13)

1. Een stel houders (1 ) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, waarbijelke houder (1) een touw omvat waarvan een eerste lengte (2) op de houder (1)opgewikkeld is en een tweede lengte (4) niet opgewikkeld is, en waarbij detweede lengtes (4) van de verschillende geleidingstouwen samengevoegd zijn ineen bundel (5), met het kenmerk dat de bundel geleidingstouwen (5) overminstens een deel van zijn lengte omhuld is dooreen buisvormig element (8) datin dwarsrichting elastisch is.
2. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgensconclusie 1, met het kenmerk dat het buisvormig element (8) een hoofdzakelijkopen structuur heeft, meer bepaald een net-structuur heeft.
3. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgensconclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het buisvormig element (8) hoofdzakelijkvervaardigd is uit kunststof, in het bijzonder uit polyethyleen.
4. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgenseen van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de houders (1) in éénof meerdere rijen op een draagvlak liggen, zoals bijvoorbeeld in een doos of kist,en dat de opeenvolgende houders (1) van een rij elkaar gedeeltelijk overlappen.
5. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgensconclusie 4 met het kenmerk dat de bundel geleidingstouwen (5) naast dehouders (1 ) op het draagvlak voorzien is.
6. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgenseen van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houders (1)voorzien zijn in meerdere boven elkaar liggende lagen (A, B, ...), en dat tussendeze lagen (A, B, ...) een scheidingslaag (7) voorzien is, zoals bijvoorbeeld eenvel papier, karton of kunststof.
7. Een stel houders (1) met geleidingstouw voor het geleiden van planten, volgenseen van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke houder (1)middelen (3) omvat om het ongewild afwikkelen van de opgewikkelde eerstelengte van het geleidingstouw (2) te verhinderen.
8. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, omvattende een stel houders (1) met geleidingstouw, waarbij elkehouder (1) een touw omvat waarvan een eerste lengte (2) op de houderopgewikkeld is en een tweede lengte (4) niet opgewikkeld is, en waarbij detweede lengtes (4) van de verschillende geleidingstouwen samengevoegd zijn ineen bundel (5), met het kenmerk dat de inrichting een cluster elastischeweerhoudelementen (10) omvat die voorzien is om de geleidingstouwen van debundel (5) tussen deze weerhoudelementen (10) door te laten.
9. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de inrichting een stelhouders (1) met geleidingstouw volgens een van de conclusies 1 tot 7 omvat.
10. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de elastischeweerhoudelementen (10) buigzame langwerpige elementen zijn die aan éénuiteinde bevestigd zijn en samen een borstelachtig geheel vormen.
11. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, volgens een van de conclusies 8 tot 10, met het kenmerk dat deelastische weerhoudelementen (10) opgesteld zijn in een kring en zich radiaalnaar elkaar toe uitstrekken.
12. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, volgens een van de conclusies 8 tot 11 met het kenmerk dat deinrichting een ringvormig of buisvormig geleidingslichaam (9) omvat, en dat deelastische weerhoudelementen (10) zich uitstrekken in de binnenruimte van hetgenoemde geleidingslichaam (9).
13. Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden vanplanten, volgens conclusie 12 met het kenmerk dat de inrichting eentransportmiddel (11) omvat, en dat het geleidingslichaam (9) aan hettransportmiddel (11) bevestigd is.
BE2006/0363A 2006-07-05 2006-07-05 Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting. BE1017173B3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0363A BE1017173B3 (nl) 2006-07-05 2006-07-05 Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0363A BE1017173B3 (nl) 2006-07-05 2006-07-05 Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.
BE200600363 2006-07-05

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1017173A0 BE1017173A0 (nl) 2008-03-04
BE1017173B3 true BE1017173B3 (nl) 2010-11-09

Family

ID=39144308

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2006/0363A BE1017173B3 (nl) 2006-07-05 2006-07-05 Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1017173B3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL3714682T3 (pl) * 2019-03-29 2023-03-06 Veditec BVBA Chwytające urządzenie do przemieszczania haka do podwieszania podtrzymującego uprawy w systemie wysokiego drutu w ogrodnictwie

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1491087A1 (en) * 2003-06-19 2004-12-29 Tas Octrooi B.V. i.o. Assembly for training plants, as well as method for the production of such an assembly
EP1709863A2 (en) * 2005-06-20 2006-10-11 Ayman Tawfik Assembly of several reels with guide wires for crops and operation carriage for it

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1004428A3 (nl) 1991-04-04 1992-11-17 Jan Sebrechts Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting.
BE1015680A3 (nl) 2003-09-10 2005-07-05 Jacques Vanelstlande Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke inrichting.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1491087A1 (en) * 2003-06-19 2004-12-29 Tas Octrooi B.V. i.o. Assembly for training plants, as well as method for the production of such an assembly
EP1709863A2 (en) * 2005-06-20 2006-10-11 Ayman Tawfik Assembly of several reels with guide wires for crops and operation carriage for it

Also Published As

Publication number Publication date
BE1017173A0 (nl) 2008-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2620000C2 (ru) Разматывающийся крючок для подвязки растений
JP2007282558A (ja) 蔓植物栽培装置及びこれを用いた蔓植物栽培方法
BE1017173B3 (nl) Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.
BE1012525A3 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten.
WO2007059345A2 (en) Horticultural netting with dimensional control
JP3116875U (ja) 誘引紐吊り具
EP0001703A1 (en) A device for, and method of supporting and training plants
JP4980498B1 (ja) 果菜類保護カバー
BE1001567A3 (nl) Afwindinrichting voor touw bij de tomatenteelt.
FR2779906A1 (fr) Crochet devideur pour ficelle de tuteurage d'une plante grimpante
DE102014112177A1 (de) Kabelaufwickler mit Halterung
JP2009055923A (ja) トマトの栽培方法
KR101693401B1 (ko) 가지 처짐 방지용 유인줄 연결 기구 및 이를 이용한 과일 재배 방법
JP4931473B2 (ja) 誘引紐吊り具
NL8002867A (nl) Werkwijze en orgaan voor het steunen van groeiende planten.
US4779375A (en) Apparatus and method for training a plant to grow upright using a plant training stake
NL1038128C2 (nl) Gewashaspel voor groenteteelt.
NL1018107C2 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten langs een leidraad.
NL2013440B1 (nl) Inrichting voor het in hoofdzaak in verticale richting laten groeien van klimgewassen, alsmede kweeksysteem voorzien van een dergelijke inrichting.
JPH0529012Y2 (nl)
JP4931966B2 (ja) 果菜茎等支持具
NL1013023C2 (nl) Inrichting voor het omhoog geleiden van een plant.
NL1040415C2 (nl) Verbeterde tweede touwopslag van een gewashaspel.
AU2020101545A4 (en) Expandable Plant Support
NL1032279C2 (nl) Samenstel van meerdere spoelen met geleidingsdraden voor gewassen, alsmede houder daarvoor.