BE1004428A3 - Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1004428A3
BE1004428A3 BE9100312A BE9100312A BE1004428A3 BE 1004428 A3 BE1004428 A3 BE 1004428A3 BE 9100312 A BE9100312 A BE 9100312A BE 9100312 A BE9100312 A BE 9100312A BE 1004428 A3 BE1004428 A3 BE 1004428A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
winding
stock
rope
holder
wrapping
Prior art date
Application number
BE9100312A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Sebrechts
Original Assignee
Jan Sebrechts
Sebrechts Jozef
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=3885427&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1004428(A3) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Jan Sebrechts, Sebrechts Jozef filed Critical Jan Sebrechts
Priority to BE9100312A priority Critical patent/BE1004428A3/nl
Priority to ES92200796T priority patent/ES2069372T3/es
Priority to EP19920200796 priority patent/EP0507378B1/en
Priority to DK92200796T priority patent/DK0507378T3/da
Priority to DE1992600990 priority patent/DE69200990T2/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1004428A3 publication Critical patent/BE1004428A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H54/00Winding, coiling, or depositing filamentary material
    • B65H54/68Winding on to cards or other flat cores, e.g. of star form
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/126Wirespool supports
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H75/00Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
    • B65H75/02Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
    • B65H75/04Kinds or types
    • B65H75/06Flat cores, e.g. cards
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H75/00Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
    • B65H75/02Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
    • B65H75/18Constructional details
    • B65H75/20Skeleton construction, e.g. formed of wire

Abstract

Inrichting voor het geleiden van planten, bestaande uit een houder (2) en een aan de houder (2) bevestigd touw (3), daardoor gekenmekt dat zij is voorzien van middelen die toelaten dat een welbepaalde hoeveelheid touw in één keer uit de inrichting (1) kan worden vrijgemaakt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en 
 EMI1.1 
 apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting. inrichting. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het geleiden van planten, alsmede op een werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting. 



  In de eerste plaats is de uitvinding bedoeld om te worden aangewend bij de tomatenteelt, meer speciaal bij de tomatenteelt in broeikassen. Meer in het algemeen echter kan de uitvinding ook worden aangewend voor het geleiden van allerlei planten. 



  Het is bekend dat tomatenplanten tijdens de groei langs een opgehangen touw worden geleid waarbij dit touw naarmate de plant groeit, wordt verlengd en schuiner wordt opgesteld, zodanig dat de planten een grote lengte kunnen bereiken, wat overeenstemmend een grote opbrengst levert. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Het is eveneens bekend dat hiertoe gebruik wordt gemaakt van inrichtingen voor het geleiden van planten die bestaan uit een houder en een op de houder opgewikkeld touw. Bij de aanvang van de groei wordt de houder boven de betreffende plant vastgehaakt en afgewikkeld tot het touw tot aan de plant reikt.   Tijdens   de groei wordt de plant door middel van het touw geleid. Naarmate de groei van de plant vordert wordt deze meer en meer schuin geleid.

   Hiertoe wordt de voornoemde houder zijdelings verplaatst door deze steeds op een andere plaats, verder van de plant, te bevestigen, waarbij telkens een aantal wikkelingen touw van de houder worden afgewikkeld. 



  De voornoemde inrichtingen worden doorgaans door middel van gespecialiseerde bedrijven verwezenlijkt, waarbij elke houder van een welbepaalde hoeveelheid touw wordt voorzien. 



  De bekende inrichtingen vertonen het kenmerk dat het touw uitsluitend door afwikkelen van de houder kan worden gehaald. Bij het in gebruik nemen dienen dan ook eerst tien à vijftien wikkelingen te worden afgewikkeld om te bekomen dat het touw tot aan de plant reikt. Bij de aanwending van zulke inrichtingen ontstaat dan ook het nadeel dat het initieel afwikkelen van het touw een tijdrovende bezigheid vormt, vooral in het geval dat 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 enkele duizenden inrichtingen dienen omhoog gehangen te worden in een broeikas. 



  De huidige uitvinding heeft een inrichting tot doel waarbij het voornoemde nadeel wordt uitgesloten. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het geleiden van planten, bestaande uit een houder en een aan de houder bevestigd touw, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen die toelaten dat een welbepaalde hoeveelheid of lengte touw in   één   keer uit de inrichting kan worden vrijgemaakt. 



  Bij voorkeur bestaan de voornoemde middelen erin dat het touw in de inrichting aanwezig is in de vorm van minstens twee voorraden, respektievelijk een eerste voorraad die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad die in   een   keer volledig vrij kan worden gemaakt. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de eerste voorraad uit een aantal wikkelingen die volledig op de houder gewikkeld zijn, terwijl de tweede voorraad bestaat uit een aantal wikkelingen die door middel van een hulpmiddelen, zoals een elastiekje, bij elkaar worden gehouden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Bij het aanbrengen van de inrichting in een broeikas volstaat het dan om de houder vast te haken aan een speciaal daartoe voorziene steun, gevolgd door het losmaken of verwijderen van het voornoemde elastiekje, waardoor de wikkelingen van de tweede voorraad in één keer loskomen en het touw naar beneden valt tot aan de plant. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze en apparaat om de voornoemde inrichting te verwezenlijken, meer speciaal om de voornoemde houder van twee voorraden touw te voorzien. 



  Het apparaat volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een wikkelmechanisme ; een steuninrichting waarin een houder kan worden geplaatst ; en tussen minstens twee standen omschakelbare middelen die toelaten dat, door hun omschakeling, twee voorraden touw kunnen worden gevormd op of aan de houder. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende   uitvoering-   vormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een detail van de inrichting uit figuur 1 weergeeft ; figuur 3 het gebruik van de inrichting uit figuur 1 weergeeft ; figuren 4 tot 7 vier verschillende varianten van de inrichting volgens de uitvinding weergeven ; figuren 8 en 9 een apparaat volgens de uitvinding weergeven, voor twee verschillende standen ; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur   9 ;   figuur 11 nog een apparaat volgens de uitvinding weergeeft. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een houder 2 en een aan de houder 2 bevestigd touw 3. Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de inrichting voorzien is van middelen die toelaten dat een welbepaalde hoeveelheid touw 3 in   een   keer uit de inrichting kan worden vrijgemaakt. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze middelen erin dat het touw 3 in de inrichting 1 aanwezig is in de vorm van minstens twee voorraden, respektievelijk een eerste voorraad 4 die bedoeld is om systematisch losgemaakt te worden, en een tweede 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 voorraad 5 die in één keer, met een eenvoudige handeling, volledig vrij kan worden gemaakt. 



  In de uitvoeringsvorm van figuur 1 is de houder 2 gevormd uit een geplooide stalen draad of dergelijke. De houder 2 vertoont hierbij een wikkelkern 6 en twee haken 7 en 8. De wikkelkern 6 is gevormd uit twee verzonken gedeelten 9 en 10 die omgeven zijn door opstaande randen 11-12 en 13-14. 



  De haken 7 en 8 laten toe dat de inrichting 1 omhoog kan worden gehangen aan een draad of een steun in een broeikas. 



  Het touw 3 is aan de houder 2 bevestigd door middel van een knoop 15 of dergelijke. De eerste voorraad 5 van het touw 3 is op de wikkelkern 6 gewikkeld en kan, door de aanwezigheid van de opstaande randen 11-14, slechts worden vrijgemaakt door het touw 3 systematisch af te wikkelen. 



  De tweede voorraad 4 bestaat uit een aantal wikkelingen van het touw 3 die zich naast de wikkelkern 6 bevinden of, zoals weergegeven in figuur   1,   aan slechts één zijde 16 hierop gewikkeld zijn. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Om te beletten dat de tweede voorraad 4 uiteenvalt kunnen hulpmiddelen 17 worden voorzien om het touw 3 van de tweede voorraad 5 bijeen te houden. In de uitvoeringsvorm van figuur 1 bestaan deze hulpmiddelen 17 uit een elastiekje 18 dat doorheen de wikkelingen van de tweede voorraad 5 is gestoken en rond de houder 2 is vastgemaakt. De werkwijze om het elastiekje 18 te bevestigen is in figuur 2 in detail weergegeven. 



  Het gebruik van de inrichting 1 is in figuur 3 weergegeven. De inrichting 1 wordt door middel van de haak 7 of 8 aan een steun zoals een gespannen draad 19 vastgehaakt boven de te geleiden plant 20. Om te bekomen dat het touw 3 tot aan de plant 20 reikt, volstaat het om het elastiekje 18 los te maken, met als gevolg dat de tweede voorraad 5 loskomt en naar beneden uiteenvalt. 



  Dit biedt een enorme tijdsbesparing in vergelijking tot de bekende inrichtingen waarbij de hoeveelheid touw tussen de houder en de bodem dient afgewikkeld te worden. 



  Tijdens de groei van de plant wordt de houder 2 systematisch zijdelings verplaatst langs de steun of draad 19 en wordt de tweede voorraad 5 systematisch afgewikkeld naarmate meer touw 3 voor het geleiden van de plant 20 wordt vereist. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 In figuur 4 is een variante van de inrichting 1 weergegeven waarbij de hulpmiddelen 17 om de tweede voorraad 5 bijeen te houden bestaan uit een aan de houder 2 gevormd wikkelgedeelte 21, zodanig dat de tweede voorraad 5 bij het vervaardigen van de inrichting 1 kan opgewikkeld worden rond   een   zijde 16 van de voornoemde wikkelkern 6 en het voornoemde wikkelgedeelte 21.

   Het wikkelgedeelte 21 vertoont hierbij een wikkelvlak 22 dat zodanig gericht is dat de tweede voorraad 5 eenvoudig kan worden vrijgemaakt door deze van het wikkelvlak 22 te schuiven, meer speciaal zoals in figuur 4 is aangeduid met pijl A. 



  In figuur 5 is een variante weergegeven waarbij de hulpmiddelen 17 bestaan uit een afzonderlijke wikkelkern 23 voor de tweede voorraad 5, die gevormd is uit twee tegenover elkaar gesitueerde wikkelgedeelten 24 en 25. De wikkelvlakken 26 en 27 hiervan zijn zodanig gesitueerd dat de tweede voorraad 5 van de wikkelkern 23 kan worden geschoven zonder dat de wikkelingen   een   na   een   dienen te worden afgewikkeld. 



  In figuur 6 is een variante van de uitvoering uit figuur 5 afgebeeld, waarbij de wikkelkern 23 een andere vormgeving vertoont. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  De tweede voorraad 5 hoeft niet noodzakelijk aan de houder 2 te zijn bevestigd. In figuur 7 bijvoorbeeld bestaat de tweede voorraad 5 uit een aantal wikkelingen die bij elkaar gehouden worden door een klem 28 of dergelijke, zonder dat deze voorraad 5 op de houder 2 wordt vastgehouden. 



  Voor het verwezenlijken van de inrichting 1 volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een apparaat 29 zoals weergegeven in figuren 8 tot 10. Het weergegeven apparaat 29 is hierbij specifiek bedoeld voor het vormen van inrichtingen 1 zoals afgebeeld in figuur 1. 



  Het apparaat 29 bestaat hoofdzakelijk uit een 
 EMI9.1 
 wikkelmechanisme 30 een steuninrichting 31 voor het bevestigen van een houder 2 en tussen minstens twee standen omschakelbare middelen 32 die toelaten dat, door hun omschakeling, twee voorraden touw, respekievelijk 4 en 5, kunnen worden gevormd op of aan de houder 2. 



  Het wikkelmechanisme 30 bestaat hoofdzakelijk uit een wikkelarm 33 die gemonteerd is op een bij voorkeur vertikale as 34 en die aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een draadgeleidingsoog 35 of dergelijke. De wikkelarm 33 wordt via een overbrenging 36 aangedreven 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 door middel van een motor 37. De as 34 is hol,   één   en ander zodanig dat een touw 3 vanaf een voorraad 38, zoals een bobijn, doorheen deze as 34 naar het draadgeleidingsoog 35 kan worden geleid. 



  De steuninrichting 31 bestaat in het weergegeven voorbeeld uit twee klemmen, waartussen de houder 2 bij zijn uiteinden kan worden vastgezet. Zoals weergegeven in figuur 10 kunnen de klemmen bestaan uit een vaste bek 39 en een verplaatsbare bek 40. De verplaatsbare bek 40 kan worden verplaatst door middel van een aandrijving 41. De aandrijving 41 kan van willekeurige aard zijn. In het weergegeven voorbeeld bestaat zij uit een excentrische nok 42 die door middel van een elektromagnetisch aandrijfelement 43 kan worden verdraaid,   één   en ander zodanig dat de bek 40 naar de bek 39 toe of hiervan weg kan worden bewogen. 



  De voornoemde omschakelbare middelen 32 bestaan hoofdzakelijk uit een kantelbaar element 44, waarop de steuninrichting 31 is gemonteerd, en een wikkelsteun 45. 



  Het kantelbaar element 44 is verdraaibaar rond een as 46, een en ander zodanig dat een houder 2 die in de steuninrichting 31 is geplaatst bij één zijde 16 steeds in het wikkelvlak 47 van het wikkelmechanisme 30 is 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 gelegen, ongeacht de stand van het element 44, terwijl de andere zijde 48 van de houder 2 zich in het wikkelvlak 47 bevindt of hierbuiten is gelegen, afhankelijk van de stand van het element 44. 



  De verdraaiing kan worden bekomen door middel van een aandrijfcilinder 49 of dergelijke, die gemonteerd is tussen het element 44 en het freem 50 van de inrichting. 



  De voornoemde wikkelsteun 45 is verplaatsbaar, zodanig dat hij in het wikkelvlak 47 kan worden gebracht. De wikkelsteun 45 is hiertoe verdraaibaar rond een as 51. 



  Zoals weergegeven in figuur 10 bestaat de wikkelsteun 45 bij voorkeur uit twee elementen 52 en 53 die aan weerszijden naast de steuninrichting kunnen worden gepresenteerd. 



  Om de wikkelsteun 45 te verplaatsen is hij voorzien van een hefboomsarm 54, met een regelschroef 55, die met het kantelbaar element 44 kan samenwerken, zodanig dat wanneer de zijde 48 van de houder 2 zich buiten het wikkelvlak 47 bevindt de wikkelsteun 45 in het wikkelvlak 47 is gelegen, en vice versa. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  De motor 37, de aandrijfelementen 43 en de aandrijfcilinder 49 worden bij voorkeur bevolen door middel van een stuur-en bedieningseenheid 56. Het aantal opgewikkelde wikkelingen wordt hierbij gekontroleerd door middel van kontrolemiddelen zoals een toerenteller 57 of op enige andere wijze. Wanneer het toerental van de wikkelarm bekend is, kan het aantal opgewikkelde wikkelingen ook bepaald worden aan de hand van de tijd dat de wikkelarm ingeschakeld is. 



  Het gebruik en de werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuren 8 en 9 worden afgeleid. 



  Eerst wordt een houder. 2 in de steuninrichting 31 vastgezet. Vervolgens wordt het touw 3 door middel van een knoop 15 aan de houder 2 bevestigd. De aandrijfcilinder 49 bevindt zich in uitgeschoven toestand, zodanig dat het element 44 in zijn hoogste stand staat. Vervolgens wordt de motor 37 ingeschakeld waardoor een eerste voorraad 4 op de wikkelkern 6 van de houder 2 wordt gevormd zoals weergegeven in figuur 8. 



  Nadat een welbepaald aantal wikkelingen op de wikkelkern 6 aanwezig zijn, wat bijvoorbeeld gedetekteerd wordt door middel van de toerenteller 57, wordt het element 44 bij voorkeur automatisch naar beneden gekanteld, met als 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 gevolg dat een toestand ontstaat zoals weergegeven in figuur 9, waardoor nu een tweede voorraad 5 wordt opgewikkeld rond, enerzijds, de zijde 16 van de houder 2, en anderzijds, de wikkelsteun 45. 



  Nadat de beide voorraden 4 en 5 gevormd zijn wordt het touw 3 doorgesneden en wordt de tweede voorraad 5 door middel van een elastiekje 18 vastgemaakt, bijvoorbeeld op de wijze zoals weergegeven in figuur 2. Het is duidelijk dat het wikkelen en omschakelen automatisch kan gebeuren. 



  In figuur 11 is een variante van het apparaat 29 weergegeven. De voornoemde omschakelbare middelen 32 bestaan in dit geval uitsluitend uit een verplaatsbare wikkelsteun 58. In het weergegeven voorbeeld is deze steun 58 verdraaibaar rond een as 59, zulks door middel van een aandrijfcilinder 60. De wikkelsteun 58 vertoont een geleiding 61, zodanig dat het touw 3 tijdens het wikkelen over deze geleiding 61 wordt verplaatst, waardoor een tweede voorraad 5 naast de wikkelkern 6 kan worden gevormd, zulks in een ander wikkelvlak. 



  Tijdens het wikkelen van de eerste voorraad 4 is de wikkelsteun 58 tot buiten het wikkelvlak 47 gekanteld. Hierdoor wordt het touw 3 rond de wikkelkern 6 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 gewikkeld. Nadat de eerste voorraad 4 is gevallen wordt de wikkelsteun 58 in het wikkelvlak 47 gepresenteerd, waardoor, zoals weergegeven in figuur 11, het touw 3 langs de geleiding 61 naar boven glijdt, zodat de wikkelingen van de tweede voorraad 5 gelegd worden rond, enerzijds, de wikkelsteun 58, en anderzijds, de zijde 16 van de houder 2. 



  Het is duidelijk dat volgens een variante het wikkelmechanisme 30 ook kan bestaan in de aandrijving van de steuninrichting 31. Een wikkelarm 33 is dan niet meer noodzakelijk daar het opwikkelen van het touw 3 in zulk geval wordt bekomen door de verdraaiing van de houder 2. 



  De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op de hierbij gevolgde werkwijze, waarbij deze werkwijze erin bestaat dat eerst een touw 3 aan een houder 2 wordt bevestigd ; dat vervolgens een hoeveelheid van dit touw 3 op een wikkelkern 6 wordt gewikkeld ; en dat uiteindelijk een tweede hoeveelheid van dit touw 3 minstens gedeeltelijk naast de voornoemde wikkelkern 6 wordt opgewikkeld en wordt bijeengehouden. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het geleiden van planten, en de werkwijze en het apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting, kunnen volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Konklusies. EMI16.1 ----------- 1. - Inrichting voor het geleiden van planten, bestaande uit een houder (2) en een aan de houder (2) bevestigd touw (3), daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen die toelaten dat een welbepaalde hoeveelheid touw in één keer uit de inrichting (1) kan worden vrijgemaakt.
    2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen erin bestaan dat het touw (3) in de vorm van minstens twee voorraden (4, 5). in de inrichting (1) aanwezig is, respektievelijk een eerste voorraad (4) die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad (5) die in een keer volledig vrij kan worden gemaakt.
    3.-Inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van hulpmiddelen (17) die de tweede voorraad (5) bijeenhouden.
    4.-Inrichting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) hoofdzakelijk bestaan uit een elastiekje (18). <Desc/Clms Page number 17> 5.-Inrichting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen 17 hoofdzakelijk bestaan uit een klem (28).
    6.-Inrichting volgens één der konklusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) een wikkelkern (6) vertoont ; dat de eerste voorraad (4) op deze wikkelkern (6) is opgewikkeld ; en dat de tweede voorraad (5) aan een zijde (16) op de voornoemde wikkelkern (6) is gewikkeld, doch zieh aan de andere zijde (48) naast deze wikkelkern (6) bevindt.
    7.-Inrichting volgens één der konklusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) een wikkelkern (6) vertoont, alsmede een afzonderlijk naast de wikkelkern (6) aangebracht wikkelgedeelte (21), en dat de eerste voorraad (4) is opgewikkeld op de wikkelkern (6) en de tweede voorraad (5) is opgewikkeld rond, enerzijds, één zijde (16) van de wikkelkern (6), en anderzijds, het voornoemde wikkelgedeelte (21), waarbij het wikkelgedeelte (21) een wikkelvlak (22) vertoont dat toelaat dat de tweede voorraad (5) van het wikkelgedeelte (21) kan worden afgeschoven.
    8.-Inrichting volgens één der konklusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) twee wikkelkernen <Desc/Clms Page number 18> (6,23) vertoont ; dat de eerste voorraad (4) en de tweede voorraad (5) elk op één van deze wikkelkernen (6, 23) zijn opgewikkeld ; en dat de wikkelkern (23) waarop de tweede voorraad (5) is aangebracht een wikkelvlak, respektievelijk wikkelvlakken (26,27) vertoont die toelaten dat de tweede voorraad (5) van deze wikkelkern (23) kan worden afgeschoven.
    9.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) bestaat uit een geplooide draad.
    10.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) is voorzien van een haak (7,8) om de houder (2) te bevestigen.
    11. - Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het bevestigen van een touw (3) aan een houder (2) ; het opwikkelen van een eerste hoeveelheid van het touw (3) op een wikkelkern (6) van de houder (2) ; en het opwikkelen van een tweede hoeveelheid touw (3), waarbij deze tweede hoeveelheid minstens gedeeltelijk naast de voornoemde wikkelkern (6) wordt opgewikkeld. <Desc/Clms Page number 19> 12.-Apparaat voor het vervaardigen van een inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat uit een wikkelmechanisme (30) ; een steuninrichting (31) voor het bevestigen van een houder (2) ;
    en tussen minstens twee standen omschakelbare middelen (32) die toelaten dat, door hun omschakeling, twee voorraden touw (4,5) worden gevormd op of aan de houder (2).
    13.-Apparaat volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat het wikkelmechanisme (30) hoofdzakelijk bestaat uit een wikkelarm (33) die door middel van een motor (37) wordt aangedreven.
    14.-Apparaat volgens konklusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de steuninrichting 31 bestaat uit een aantal bekken (39,40) waartussen een houder (2) kan worden vastgezet.
    15.-Apparaat volgens één der konklusies 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de omschakelbare middelen (32) hoofdzakelijk bestaan uit een kantelbaar element (44) waarop de steuninrichting (31) is gemonteerd en een verplaatsbare wikkelsteun (45), waarbij het kantelbaar element (44) en de wikkelsteun (45) afwisselend verplaatsbaar zijn zodanig dat het touw (3) in een stand <Desc/Clms Page number 20> van het apparaat volledig rond een in de steuninrichting (31) geplaatste houder (2) wordt gewikkeld, terwijl in een andere stand het touw (3) wordt opgewikkeld rond, enerzijds, een zijde (16) van de voornoemde houder (2), en anderzijds, de voornoemde wikkelsteun (45).
    16.-Apparaat volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de wikkelsteun (45) vrij kantelbaar is rond een as (51) en samenwerkt met het voornoemde kantelbaar element (44), meer speciaal verdraaid wordt wanneer het EMI20.1 kantelbaar element (44) hiermee kontakt maakt.
    17.-Apparaat volgens één der konklusies 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de omschakelbare middelen (32) hoofdzakelijk bestaan uit een verplaatsbare wikkelsteun (58) die in het wikkelvlak van het wikkelmechanisme (30) kan worden gebracht, waarbij deze wikkelsteun (58) is voorzien van een geleiding (61), zodanig dat het touw (3) in een ander vlak dan het voornoemde vlak (47) kan worden opgewikkeld.
    18.-Apparaat volgens een der konklusies 12 tot 17, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van kontrolemiddelen (57) om het aantal wikkelingen te tellen en dat het verder is voorzien van een stuureenheid (56) zodanig dat de omschakelbare middelen <Desc/Clms Page number 21> (32) automatisch worden verplaatst nadat de voornoemde eerste voorraad (4) is gevormd.
BE9100312A 1991-04-04 1991-04-04 Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting. BE1004428A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100312A BE1004428A3 (nl) 1991-04-04 1991-04-04 Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting.
ES92200796T ES2069372T3 (es) 1991-04-04 1992-03-20 Instalacion para orientacion de plantas y procedimiento de operacion y dispositivo para realizacion de la instalacion antes mencionada.
EP19920200796 EP0507378B1 (en) 1991-04-04 1992-03-20 Arrangement for training plants and operating procedure and device for the embodiment of the aforementioned arrangement
DK92200796T DK0507378T3 (da) 1991-04-04 1992-03-20 Arrangement til opbinding af planter samt fremgangsmåde og indretning i forbindelse dermed
DE1992600990 DE69200990T2 (de) 1991-04-04 1992-03-20 Anordnung zum Führen von Pflanzen und Betriebsverfahren und Vorrichtung zum Herstellen dieser Anordnung.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100312A BE1004428A3 (nl) 1991-04-04 1991-04-04 Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004428A3 true BE1004428A3 (nl) 1992-11-17

Family

ID=3885427

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9100312A BE1004428A3 (nl) 1991-04-04 1991-04-04 Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0507378B1 (nl)
BE (1) BE1004428A3 (nl)
DE (1) DE69200990T2 (nl)
DK (1) DK0507378T3 (nl)
ES (1) ES2069372T3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015680A3 (nl) * 2003-09-10 2005-07-05 Jacques Vanelstlande Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke inrichting.

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9200834A (nl) * 1992-05-11 1993-01-04 Wilhelmus Jozef Delisse Combinatie van een draadhaspel en een op de draadhaspel aan te brengen hulpstuk.
FR2779906B1 (fr) * 1998-06-19 2000-09-08 Amo Sarl Crochet devideur pour ficelle de tuteurage d'une plante grimpante
NL1020221C2 (nl) * 2002-03-21 2003-09-23 Wilhelmus Jozef Delisse Inrichting voor het met draad omwikkelen van een draadhouder.
EP1491087A1 (en) * 2003-06-19 2004-12-29 Tas Octrooi B.V. i.o. Assembly for training plants, as well as method for the production of such an assembly
FR2870669B1 (fr) * 2004-06-01 2007-09-28 Gilles Bruno Debat Dispositif de tuteurage d'une plante grimpante et procede de deroulage d'un tuteur souple pour une telle plante
BE1017173B3 (nl) 2006-07-05 2010-11-09 Hooks & Twines S R O Inrichting voor het ophangen van geleidingstouwen voor het geleiden van planten en een stel houders met geleidingstouw voor een dergelijke inrichting.
BE1017571A3 (nl) 2007-06-22 2008-12-02 Sebrechts Jan Verbeterde tomatenhaak en inrichting en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
BE1019410A3 (nl) * 2010-07-08 2012-07-03 Sebrechts Jan Alfons E Verbeterde tomatenhaak en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen ervan.
FR3021495B1 (fr) * 2014-05-28 2016-06-24 A Raymond Et Cie Crochet devideur pour le palissage de plantes
DK201600505A1 (da) * 2016-08-30 2018-03-12 Ole Bjerre Holder
WO2023051910A1 (en) * 2021-09-29 2023-04-06 Flexibell Systems B.V. Improved crop hook or tomato hook, use thereof and warehouse comprising the crop hook

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR610770A (fr) * 1925-03-13 1926-09-13 Clark Thread Co Porte-écheveaux pour machines à bobiner et autres analogues
EP0001703A1 (en) * 1977-10-18 1979-05-02 Richard Flynn A device for, and method of supporting and training plants
GB1564242A (en) * 1977-11-18 1980-04-02 Colton Hough W Cord holder
EP0343285A1 (fr) * 1988-03-25 1989-11-29 KOORDENFABRIEK SAEY W. &amp; F. N.V. Dispositif de déroulage de corde pour la culture des tomates
DE3922974A1 (de) * 1989-07-12 1991-01-17 Niehoff Kg Maschf Verfahren und vorrichtung zum aufwickeln oder abwickeln von draht und dergleichen
NL8902036A (nl) * 1989-08-09 1991-03-01 A L De Groot En Zonen Fa Inrichting voor het in een warenhuis ophangen van planten, in het bijzonder tomatenplanten.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR610770A (fr) * 1925-03-13 1926-09-13 Clark Thread Co Porte-écheveaux pour machines à bobiner et autres analogues
EP0001703A1 (en) * 1977-10-18 1979-05-02 Richard Flynn A device for, and method of supporting and training plants
GB1564242A (en) * 1977-11-18 1980-04-02 Colton Hough W Cord holder
EP0343285A1 (fr) * 1988-03-25 1989-11-29 KOORDENFABRIEK SAEY W. &amp; F. N.V. Dispositif de déroulage de corde pour la culture des tomates
DE3922974A1 (de) * 1989-07-12 1991-01-17 Niehoff Kg Maschf Verfahren und vorrichtung zum aufwickeln oder abwickeln von draht und dergleichen
NL8902036A (nl) * 1989-08-09 1991-03-01 A L De Groot En Zonen Fa Inrichting voor het in een warenhuis ophangen van planten, in het bijzonder tomatenplanten.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015680A3 (nl) * 2003-09-10 2005-07-05 Jacques Vanelstlande Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke inrichting.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0507378B1 (en) 1994-12-28
ES2069372T3 (es) 1995-05-01
EP0507378A1 (en) 1992-10-07
DK0507378T3 (da) 1995-05-29
DE69200990T2 (de) 1995-08-03
DE69200990D1 (de) 1995-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1004428A3 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten en werkwijze en apparaat voor het verwezenlijken van de voornoemde inrichting.
US2315196A (en) Container holding mechanism
US9185894B1 (en) Automatic fish hook tying device
WO2003006349A3 (en) Portable wire spool caddy
BE1012525A3 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten.
US20030029956A1 (en) Optical fiber winding apparatus and method
HU176583B (en) Method and apparatus for spooling fibre-shaped products first wire
DE59802596D1 (de) Maschine zum automatischen Abbinden von in einer Wursthaut eingefülltem Fleisch
EP1493856A3 (en) Method and tensioning device for stabilizing and regulating the tension of thread being unwound from bobbins
BE1019410A3 (nl) Verbeterde tomatenhaak en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen ervan.
FR2429150B1 (nl)
NL1016210C2 (nl) Ophanghaak.
BE1001567A3 (nl) Afwindinrichting voor touw bij de tomatenteelt.
BE1017571A3 (nl) Verbeterde tomatenhaak en inrichting en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
GB2035957A (en) Improvements in and relating to devices for supporting growing plants
NL1027825C1 (nl) Alternatief voor het wikkelen van haken voor geleiding planten in plantenkassen.
NL1027408C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vieren van een draad.
EP1491087A1 (en) Assembly for training plants, as well as method for the production of such an assembly
NL1018107C2 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten langs een leidraad.
RU2005101424A (ru) Намоточное устройство
BE1008807A6 (nl) Inrichting en werkwijze voor het geleiden van planten, alsmede hulpmiddelen voor het bevestigen van een touw voor het geleiden van planten aan een houder.
CN113470509A (zh) 吊牌穿绳辅助装置和吊牌穿绳方法
JP2005124424A (ja) 植物栽培用ひも長さ調整器
US1234051A (en) Holder for surgical sutures.
SU880548A1 (ru) Устройство дл намотки,ув зки и взвешивани бунтов проволоки

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *SEBRECHTS JAN

Effective date: 20110404

Owner name: *SEBRECHTS JOZEF

Effective date: 20110404