BE1017571A3 - Verbeterde tomatenhaak en inrichting en werkwijze voor het vervaardigen ervan. - Google Patents

Abstract

Verbeterde tomatenhaak die is voorzien van een houder (2) en een touw (3), waarbij het touw (3) is voorzien van een eerste voorraad (15) die volledig rond de houder (2) is gewikkeld en die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad (16) die minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder (2) is opgewikkeld en in ‚‚n keer volledig kan worden vrijgemaakt van de houder (2) en waarbij deze tweede voorraad (16) wordt bijeengehouden door daartoe voorziene hulpmiddelen (17), waarbij de hulpmiddelen (17) zijn uitgevoerd in de vorm van een strookje papier (18) dat minstens rond de tweede voorraad (16) is bevestigd.

Description

Verbeterde tomatenhaak en inrichting en werkwijze voor het vervaardigen ervan.

Deze uitvinding heeft betrekking op een verbeterde tomatenhaak en een inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van zulke verbeterde tomatenhaak.

Het is bekend om tomatenplanten tijdens de groei langs een opgehangen touw te geleiden waarbij dit touw, naarmate de plant groeit, wordt verlengd en de tomatenhaak wordt opgeschoven zodat de plant horizontaal komt te liggen en zodat de planten een grote lengte kunnen bereiken, wat overeenstemmend een grote opbrengst levert.

Het is eveneens bekend dat hiertoe gebruik wordt gemaakt van tomatenhaken, bijvoorbeeld zoals beschreven in het EP 0.507.378 van dezelfde aanvrager, welke tomatenhaken bestaan uit een houder en een aan deze houder bevestigd touw, waarbij het touw is voorzien van twee voorraden, respectievelijk een eerste voorraad die volledig rond de houder is gewikkeld en die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad met een welbepaalde lengte, welke tweede voorraad minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder is opgewikkeld en in één keer en dus volledig kan worden vrijgemaakt van de houder en waarbij deze tweede voorraad wordt bijeengehouden door daartoe voorziene hulpmiddelen.

Bij de aanvang van de groei wordt de houder boven een betreffende plant vastgehaakt aan een daartoe voorziene draad bovenaan de broeikas.

Vervolgens worden de voornoemde hulpmiddelen die bestaan uit een elastiekje of een klem, van de tweede hoeveelheid touw genomen, één en ander zodanig dat deze tweede hoeveelheid touw in één keer - dat wil zeggen volledig en zonder afwikkelen - wordt vrijgemaakt van de houder.

De voornoemde "welbepaalde lengte" is hierbij zodanig dat zij nagenoeg tot aan de plant reikt. Tijdens de groei wordt de plant door middel van het touw geleid. Naarmate de groei van de plant vordert, wordt de houder zijdelings verschoven door deze steeds op een andere plaats, verder van de plant, te plaatsen, waarbij telkens een aantal wikkelingen van de eerste voorraad touw van de houder worden afgewikkeld.

Zulke tomatenhaken volgens het EP 0.507.378 laten toe om op snelle en efficiënte wijze te worden opgehangen in een broeikas, zonder dat de tweede hoeveelheid touw handmatig dient te worden afgewikkeld.

Een nadeel van zulke bekende tomatenhaken is echter dat, in het geval de voornoemde hulpmiddelen voor het samenhouden van de voornoemde tweede hoeveelheid touw worden uitgevoerd in de vorm van een klem, de tomatenhaak relatief duur is en het aanbrengen van zulke klem niet of slechts moeilijk kan worden geautomatiseerd.

Nog een nadeel van zulke tomatenhaken met een klem is dat de tomatenteler, voor het verwijderen van deze klem steeds een kracht dient uit te oefenen die relatief groot is, wat vermoeiend kan zijn, zeker wanneer er zeer veel tomatenhaken moeten worden opgehangen.

Nog een bijkomend nadeel van de bekende tomatenhaken die gebruik maken van een klem, is dat de klemmen relatief omvangrijk zijn, waardoor zij, na hun gebruik, zorgen voor een relatief grote afvalberg.

Een nadeel van tomatenhaken waarvan de voornoemde hulpmiddelen zijn uitgevoerd in de vorm van een elastiekje, is dat zulke elastiekjes niet of moeilijk biologisch afbreekbaar zijn en dat het vlot losmaken van zulk elastiekje enige handigheid vereist.

De huidige uitvinding heeft als doel een antwoord te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een verbeterde tomatenhaak die is voorzien van een houder en een aan deze houder bevestigd touw, waarbij het touw is voorzien van twee voorraden, respectievelijk een eerste voorraad die volledig rond de houder is gewikkeld en die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad met een welbepaalde lengte, welke tweede voorraad minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder is opgewikkeld en in één keer volledig kan worden vrijgemaakt van de houder, waarbij deze tweede voorraad wordt bijeengehouden door daartoe voorziene hulpmiddelen en waarbij de voornoemde hulpmiddelen zijn uitgevoerd in de vorm van een strookje papier dat minstens rond de tweede voorraad is bevestigd.

Een voordeel van zulke verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding is dat hij op zeer eenvoudige, snelle en goedkope wijze kan worden vervaardigd en dat het aanbrengen van zulk strookje papier eenvoudig kan worden geautomatiseerd, bijvoorbeeld op de wijze die verderop wordt beschreven.

Nog een voordeel van zulke verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding is dat de strookjes papier relatief gemakkelijk biologisch afbreekbaar zijn en dat zij slechts een beperkt volume innemen, waardoor zij geen aanleiding geven tot een grote afvalberg.

Een bijkomend voordeel van een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding bestaat erin dat voor het verwijderen van het strookje papier, voor het vrijmaken van de tweede voorraad, geen grote kracht dient te worden uitgeoefend door de gebruiker, aangezien zulk strookje papier bijvoorbeeld eenvoudig kan worden afgescheurd of worden losgetrokken.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding is het strookje papier rond de tweede voorraad bevestigd door middel van kleven, doordat dit strookje papier met zijn respectievelijke uiteinden tegen elkaar is gekleefd, bij voorkeur door middel van een losmaakbare lijm of met andere woorden een lijm met weinig kleefkracht, bijvoorbeeld een zogenaamd microsphere-type adhesief.

Dit heeft als voordeel dat het strookje papier zeer gemakkelijk en snel kan worden losgemaakt.

De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zulke verbeterde tomatenhaak, waarbij deze werkwijze minstens de volgende stappen omvat: het bevestigen van een touw aan een houder; het opwikkelen van een eerste voorraad van het touw op een wikkelkern van de houder; het opwikkelen van een tweede voorraad van het touw, minstens gedeeltelijk naast de houder; en het minstens rond de tweede voorraad bevestigen van een strookje papier.

Tevens heeft de huidige uitvinding betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een verbeterde tomatenhaak zoals hierboven beschreven, waarbij deze inrichting is voorzien van een aanbrengmechanisme voor het rond minstens de tweede voorraad bevestigen van een strookje papier.

Bij voorkeur is het voornoemde aanbrengmechanisme voorzien van aanvoermiddelen voor het aanvoeren van een strookje papier dat aan minstens één van zijn vrije uiteinden is voorzien van een laag lijm; en van aandrukmiddelen die de respectievelijke uiteinden van het voornoemde strookje papier tegen elkaar drukken, voor het samenkleven ervan.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld, zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding beschreven, evenals een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van zulke verbeterde tomatenhaak, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding weergeeft; de figuren 2 tot 4 enkele opeenvolgende stappen van een werkwijze volgens de uitvinding weergeven voor het vervaardigen van een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding.

In figuur 1 is een verbeterde tomatenhaak 1 volgens de uitvinding weergegeven die is voorzien van een houder 2 en een aan de houder 2 bevestigd touw 3.

In de uitvoeringsvorm van figuur 1 is de houder 2 gevormd uit een geplooide stalen draad 4 of dergelijke. De houder 2 vertoont hierbij een wikkelkern 5 en twee haken 6 en 7. De wikkelkern 5 is gevormd uit twee verzonken gedeelten 8 en 9 die omgeven zijn door opstaande randen 10-11 en 12- 13.

De haken 6 en 7 laten toe dat de tomatenhaak 1 omhoog kan worden gehangen aan een draad in een broeikas.

Het touw 3 is aan de houder 2 bevestigd door middel van een knoop 14 of dergelijke en is voorzien van twee voorraden, respectievelijk een eerste voorraad 15 die bedoeld is om systematisch losgemaakt te worden door middel van afwikkelen, en een tweede voorraad 16 met een welbepaalde lengte, welke tweede voorraad 16 in één keer - wat wil zeggen met een eenvoudige handeling, volledig en zonder afwikkelen - kan worden vrijgemaakt van de houder 2.

De eerste voorraad 15 is hiertoe volledig rond de houder 2 gewikkeld, en meer speciaal op de wikkelkern 5, en kan, door de aanwezigheid van de opstaande randen 10-13, slechts worden vrijgemaakt door het touw 3 systematisch af te wikkelen.

De tweede voorraad 16 van het touw 3 is minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder 2 opgewikkeld, doordat de wikkelingen van deze tweede voorraad 16 zich volledig naast de wikkelkern 5 bevinden of doordat zij, zoals weergegeven in figuur 1, aan slechts één zijde hierop zijn gewikkeld.

De voornoemde tweede voorraad 16 vertoont hierbij een welbepaalde lengte - wat wil zeggen een vooraf afgemeten lengte - die volstaat om de afstand tussen, enerzijds, een gespannen draad waaraan de verbeterde tomatenhaak 1 dient te worden opgehangen bovenaan in een broeikas, en anderzijds, een plant die aan het touw 3 dient te worden vastgemaakt, nagenoeg volledig te overbruggen.

Om te beletten dat de tweede voorraad 16 uiteenvalt, zijn hulpmiddelen 17 voorzien om het touw 3 van de tweede voorraad 16 bijeen te houden.

Volgens de uitvinding zijn deze hulpmiddelen 17 uitgevoerd in de vorm van een strookje papier 18 dat minstens rond de tweede voorraad 16 is bevestigd, en dat zich, volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding tevens uitstrekt rondom de houder 2 en/of de eerste voorraad 15.

Hiertoe is het strookje papier 18, in dit voorbeeld, met zijn respectievelijke uiteinden 19 en 20 tegen elkaar gekleefd, doordat dit strookje papier 18 aan minstens één of aan beide vrije uiteinden 19 en 20 is voorzien van een laagje lijm waarmee deze vrije uiteinden 19 en 20 tegen elkaar zijn gekleefd ter bevestiging rond de tweede voorraad 16, en in dit geval ook rond de houder 2 en de eerste voorraad 15.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk wordt het voornoemde laagje lijm uitgevoerd in een lijm met een lage kleefkracht, zoals een zogenaamd microsphere-type adhesief, doch, dit is volgens de uitvinding geen vereiste.

Het gebruik van een verbeterde tomatenhaak 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

De tomatenhaak 1 wordt door middel van de haak 6 of 7 aan een steun, zoals een gespannen draad, vastgehaakt boven de te geleiden plant. Om te bekomen dat het touw 3 tot aan de plant reikt, volstaat het om het strookje papier 18 van de tweede voorraad 16 van het touw 3 te verwijderen, met als gevolg dat de tweede voorraad 16 loskomt en naar beneden uiteenvalt.

In het geval de tweede voorraad 16 volledig naast de houder 2 is opgewikkeld, kan men de tomatenhaak 1 hiertoe met eender welke van de haken 6 of 7 ophangen, doch, in het geval de tweede voorraad 16 met één zijde op de wikkelkern 5 is gewikkeld, zoals het geval is in de uitvoeringsvorm van figuur 1, dient de tomatenhaak 1 zodanig te worden opgehangen aan de steun dat de zijde van de wikkelkern 5 waarop de tweede voorraad 16 gewikkeld is, naar beneden is gericht zoals weergegeven in figuur 1.

In dit voorbeeld wordt de tomatenhaak 1 dus opgehangen met de haak 7.

Op de hiervoor beschreven manier wordt een grote tijdsbesparing verkregen in vergelijking tot de bekende tomatenhaken waarbij de hoeveelheid touw tussen de houder en de bodem volledig dient te worden afgewikkeld.

Het losmaken van het voornoemde strookje papier 18 is daarenboven zeer eenvoudig en snel uit te voeren en vergt slechts een minimale inspanning van de gebruiker.

Daarenboven wordt er slechts een zeer beperkt volume afval geproduceerd dat relatief gemakkelijk biologisch afbreekbaar is.

Tijdens de groei van de plant wordt de houder 2 systematisch zijdelings verplaatst langs de steun of draad en wordt de eerste voorraad 15 systematisch afgewikkeld naarmate meer touw 3 voor het geleiden van de plant wordt vereist.

Volgens een niet in de figuren weergegeven variant van een verbeterde tomatenhaak 1 volgens de uitvinding kan de voornoemde lijm tevens worden uitgevoerd in de vorm van een lijm met een grote kleefkracht en kan, eventueel, een verzwakking worden voorzien in het strookje papier, bijvoorbeeld in de vorm van microperforaties, uitsparingen of dergelijke.

Op deze wijze wordt er nog steeds voor gezorgd dat het strookje papier 18 op zeer eenvoudige en snelle wijze kan worden verwijderd van de tweede voorraad touw 16, voor het plots vrijmaken daarvan.

In figuur 2 is een gedeelte 21 van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven voor het vervaardigen van een verbeterde tomatenhaak 1 zoals hiervoor beschreven.

Deze inrichting is in dit geval voorzien van een niet in de figuur weergegeven wikkelmechanisme en een steuninrichting voor het bevestigen van de houder 2, bijvoorbeeld uitgevoerd zoals beschreven in het EP 0.507.378.

Tevens omvat de inrichting 21 bij voorkeur tussen minstens twee standen omschakelbare middelen die toelaten dat, door hun omschakeling, de voornoemde twee voorraden touw 15 en 16 worden gevormd op of aan de houder 2.

Volgens de uitvinding is de inrichting minstens voorzien van een aanbrengmechanisme 22 voor het rond minstens één voorraad, meer speciaal de tweede voorraad 16, bevestigen van een strookje papier 18, waarbij dit aanbrengmechanisme 22 in dit geval is voorzien van aanvoermiddelen 23 voor het aanvoeren van een strookje papiêr 18 dat aan minstens één van zijn vrije uiteinden is voorzien van een lijmaag; en van aandrukmiddelen 24 die in streeplijn zijn weergegeven in figuur 4 en die de respectievelijke uiteinden 19 en 20 van het voornoemde strookje papier 19 tegen elkaar kunnen drukken, voor het samenkleven ervan.

De voornoemde aanvoermiddelen 23 zijn in dit geval voorzien van een behuizing 25 waarin een gleuf 26 is voorzien waar doorheen een vel papier 27 wordt aangevoerd volgens een aanvoerrichting A, waarbij dit vel papier 27, in dit geval, aan minstens één rand is voorzien van een niet in de figuren zichtbare nagenoeg doorlopende laag lijm.

Verder zijn de aanvoermiddelen 23 in dit voorbeeld voorzien van een mes 28 dat met zijn snijkant 29 tegenover de voornoemde gleuf 26 is aangebracht en dat kan bewegen volgens een snij richting B, dwars op de aanvoerrichting A, meer bepaald in de richting van het voornoemde vel papier 27.

Volgens een bijzonder, voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding, is het voornoemde mes 28 aan zijn snijkant voorzien van een uitsparing 30, welke uitsparing 30 bij voorkeur bestaat uit een boogvormige inkeping in de snij rand van het mes 28.

Het gebruik en de werking van een inrichting 21 is zeer eenvoudig en als volgt.

Eerst wordt de houder 2 in de voornoemde steuninrichting vastgezet. Vervolgens wordt het touw 3 door middel van een knoop 14 aan de houder 2 bevestigd. Vervolgens wordt, op bekende wijze, een eerste voorraad 15 van het touw 3 op de wikkelkern 5 gewikkeld.

Nadat een aantal wikkelingen op de wikkelkern 5 aanwezig zijn, worden de voornoemde omschakelbare middelen omgeschakeld, met als gevolg dat nu een tweede voorraad 16 van het touw 3 wordt opgewikkeld, minstens gedeeltelijk naast de houder 2.

Nadat beide voorraden 15 en 16 gevormd zijn, wordt het touw 3 doorgesneden en wordt de tweede voorraad 16 vastgemaakt, bijvoorbeeld op de wijze zoals stapsgewijs is weergegeven in de figuren 2 tot 4.

Hierbij wordt in een eerste stap, die is weergegeven in figuur 2, de tomatenhaak 1 aangebracht tegenover de voornoemde gleuf 26, en meer speciaal aan de andere zijde van deze gleuf 26 dan het voornoemde mes 28.

Doorheen de gleuf 26 wordt een vel papier 27 aangevoerd dat, in dit geval, doch niet noodzakelijk, op de naar de tomatenhaak 1 gerichte zijde en minstens aan één zijrand is voorzien van een laag lijm, bij voorkeur bestaande uit een lijm met weinig kleefkracht.

Volgens een variante werkwijze volgens de uitvinding is het tevens mogelijk dat de laag lijm op het vel papier 27 wordt aangebracht in de aanvoermiddelen 23, bijvoorbeeld gedurende de aanvoer van het vel papier 27 doorheen de gleuf 26.

In een tweede stap, die is weergegeven in figuur 3, wordt het mes 28 bewogen volgens de snij richting B, naar het voornoemde vel papier 27, en snijdt dit mes 28 een smalle strook 18 af van dit vel papier 27.

Door de aanwezigheid van de voornoemde uitsparing 30, worden de respectievelijke uiteinden 19 en 20 van de strook papier 18 naar beneden geduwd, één en ander zodanig dat deze uiteinden zich langs weerszijden van de tomatenhaak 1 uitstrekken.

Vervolgens worden, zoals weergegeven in figuur 4, de voornoemde aandrukmiddelen 24 geactiveerd die in dit geval bestaan uit twee armen 31 die elk zijn voorzien van een drukvlak 32 en die onder het voornoemde mes 28 beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, één en ander zodanig dat zij in een eerste positie met hun respectievelijke drukvlakken 32 op een afstand liggen van elkaar en in een tweede positie met hun drukvlakken 32 tegen elkaar worden gedrukt.

Tijdens het activeren van de aandrukmiddelen 24, worden de armen 31 van hun eerste naar hun tweede positie bewogen, zodanig dat de vrije uiteinden van het strookje papier 18 tegen elkaar worden gedrukt en, door de aanwezigheid van de voornoemde laag lijm op minstens één van deze uiteinden 19 en/of 20, tegen elkaar worden gekleefd.

In het weergegeven voorbeeld wordt het strookje papier 18 volledig rond de tomatenhaak 1 gekleefd, meer bepaald, rond de houder 2, de eerste voorraad 15 en de tweede voorraad 16, doch, het is volgens de uitvinding tevens mogelijk dat het strookje papier 18 enkel rond de tweede voorraad 16 wordt aangebracht, of enkel rond de tweede voorraad 16 en de houder 2, of enkel rond de tweede voorraad 16 en de eerste voorraad 15.

De uitsparing 30 in de snijrand van het mes 28 is in dit geval uitgevoerd in de vorm van een boogvormige inkeping, doch, volgens de uitvinding kan de voornoemde uitsparing 30 ook andere vormen vertonen, zoals een U- of V-vormige inkeping of dergelijke.

In de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm van een verbeterde tomatenhaak volgens de uitvinding, is het strookje papier 18 steeds rond minstens de tweede voorraad 16 van het touw 3 bevestigd door middel van kleven, doch, het is volgens de uitvinding niet uitgesloten dat andere bevestigingsmethoden kunnen worden toegepast, zoals het aan elkaar nieten van de uiteinden 19 en 20 van het strookje papier 18, of het tegen elkaar ponsen, of gelijk welke andere bevestigingstechniek.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen en werkwijzen, doch dergelijke verbeterde tomatenhaak en een inrichting en werkwijze voor het vervaardigen ervan, kunnen op velerlei wijzen en volgens talrijke varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Verbeterde tomatenhaak die is voorzien van een houder (2) en een aan deze houder (2) bevestigd touw (3), waarbij het touw (3) is voorzien van twee voorraden, respectievelijk een eerste voorraad (15) die volledig rond de houder (2) is gewikkeld en die bedoeld is om systematisch afgewikkeld te worden, en een tweede voorraad (16) met een welbepaalde lengte, welke tweede voorraad (16) minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder (2) is opgewikkeld en in één keer volledig kan worden vrijgemaakt van de houder (2) en waarbij deze tweede voorraad (16) wordt bijeengehouden door daartoe voorziene hulpmiddelen (17), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde hulpmiddelen (17) zijn uitgevoerd in de vorm van een strookje papier (18) dat minstens rond de tweede voorraad (16) is bevestigd.

2. Verbeterde tomatenhaak volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde strookje papier (18) met zijn respectievelijke uiteinden (19 en 20) tegen elkaar is gekleefd.

3. Verbeterde tomatenhaak volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uiteinden (19 en 20) van het strookje papier (18) tegen elkaar zijn gekleefd door middel van een laag lijm die is uitgevoerd in een lijm met weinig kleefkracht

4. Verbeterde tomatenhaak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde strookje papier (18) zich rond de houder (2) uitstrekt.

5. Verbeterde tomatenhaak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde strookje papier (18) zich rond de eerste voorraad van het touw (3) uitstrekt.

6. Inrichting voor het vervaardigen van een verbeterde tomatenhaak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, welke tomatenhaak is voorzien van een houder (2) en een aan de houder (2) bevestigd touw (3), en waarbij het touw (3) is voorzien van twee voorraden, respectievelijk een eerste voorraad (15) die volledig rond de houder (2) is gewikkeld, en een tweede voorraad (16) die minstens gedeeltelijk naast de voornoemde houder (2) is opgewikkeld, daardoor gekenmerkt dat deze inrichting is voorzien van een aanbrengmechanisme (22) voor het rond minstens de tweede voorraad (16) bevestigen van een strookje papier (18) .

7. Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde aanbrengmechanisme (22) is voorzien van aanvoermiddelen (23) voor het aanvoeren van een strookje papier (18) dat aan minstens één van zijn vrije uiteinden (19 en/of 20) is voorzien van een lijmaag; en van aandrukmiddelen (24) die de respectievelijke uiteinden (19 en 20) van het voornoemde strookje papier (18) tegen elkaar kunnen drukken, voor het samenkleven ervan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanvoermiddelen (23) zijn voorzien van een behuizing (25) met daarin een gleuf (26) waar doorheen een vel papier (27) wordt aangevoerd volgens een aanvoerrichting (A) , waarbij dit vel papier (27) aan minstens één rand is voorzien van een nagenoeg doorlopende laag lijm, en waarbij de aanvoermiddelen (23) verder een mes (28) omvatten dat kan bewegen volgens een snij richting (B) , dwars op de aanvoerrichting (A) en dat aan zijn snijrand is voorzien van een uitsparing (30).

9. Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uitsparing (30) boogvormig is uitgevoerd.

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een verbeterde tomatenhaak volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze minstens de volgende stappen omvat: het bevestigen van een touw (3) aan een houder (2) ; het opwikkelen van een eerste voorraad (15) van het touw (3) op een wikkelkern (5) van de houder (2) ; het opwikkelen van een tweede voorraad (16) van het touw (3), minstens gedeeltelijk naast de houder (2); en het minstens rond de tweede voorraad (16) bevestigen van een strookje papier (18).

11. Werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat zij de stappen omvat van het aanvoeren van een vel papier (27) en het afsnijden van een strookje papier (18) van dit vel papier (27), alvorens dit strookje papier (18) rond minstens de tweede voorraad (16) van het touw (3) te bevestigen.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het strookje papier (18) rond minstens de tweede voorraad (16) van het touw (3) wordt bevestigd door middel van kleven.