NL1020272C2 - Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail. - Google Patents

Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail. Download PDF

Info

Publication number
NL1020272C2
NL1020272C2 NL1020272A NL1020272A NL1020272C2 NL 1020272 C2 NL1020272 C2 NL 1020272C2 NL 1020272 A NL1020272 A NL 1020272A NL 1020272 A NL1020272 A NL 1020272A NL 1020272 C2 NL1020272 C2 NL 1020272C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
curtain
coupling
drive
force
locking pin
Prior art date
Application number
NL1020272A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Ter Braak
Original Assignee
Rolf Edward Goelst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rolf Edward Goelst filed Critical Rolf Edward Goelst
Priority to NL1020272A priority Critical patent/NL1020272C2/nl
Priority to ES03075893T priority patent/ES2247479T3/es
Priority to EP03075893A priority patent/EP1348360B1/en
Priority to AT03075893T priority patent/ATE298518T1/de
Priority to DE60300901T priority patent/DE60300901T2/de
Priority to US10/401,382 priority patent/US6886218B2/en
Priority to DK03075893T priority patent/DK1348360T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1020272C2 publication Critical patent/NL1020272C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H5/00Devices for drawing draperies, curtains, or the like
    • A47H5/02Devices for opening and closing curtains
    • A47H5/032Devices with guiding means and draw cords
    • A47H5/0325Devices with guiding means and draw cords using electrical or electronical drive, detecting or controlling means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H1/00Curtain suspension devices
    • A47H1/04Curtain rails
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H15/00Runners or gliders for supporting curtains on rails or rods
    • A47H15/02Runners

Landscapes

  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail, waarbij de inrichting is voorzien van langs de gordijnrail beweegbare aandrijfmiddelen en, in gebruik, aan het gordijn verbonden koppelingsmiddelen, waarbij de koppelingsmiddelen zijn 5 ingericht om het gordijn aan de aandrijfmiddelen te koppelen.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 0 782 833. Met deze inrichting kan een gordijn automatisch worden gesloten en geopend. Daarbij is het gordijn aan de aandrijfmiddelen gekoppeld, terwijl de aandrijfmiddelen door een 10 aandrijving zoals bijvoorbeeld een elektrische motor worden aangedreven. Het gordijn kan van de aandrijfmiddelen worden losgekoppeld, zodat het met de hand is te openen en sluiten. Zo kan het gordijn met de hand worden bediend, ook indien de aandrijfmiddelen tijdens stroomuitval worden geblokkeerd door een aangekoppelde aandrijving. Hiertoe omvatten de 15 koppelingsmiddelen van de bekende inrichting een koppelingselement voorzien van een beweegbare borgpen met een afgeschuind uiteinde. Wanneer het koppelingselement aan het aandrijfelement is gekoppeld strekt dit afgeschuinde uiteinde zich uit in een holte van een aandrijfelement van de aandrijfmiddelen. Met behulp van een veer wordt 20 bewerkstelligd dat de borgpen niet vanzelf uit de holte kan bewegen. Een ontkoppeling wordt bewerkstelligd door een in gordijnraillangsrichting gerichte kracht op het gordijn uit te oefenen. Daardoor ontstaat een krachtenspel tussen de het afgeschuinde uiteinde van de borgpen en een wand van de genoemde holte van het aandrijfelement, ten gevolge waarvan 25 een tegen een veerkracht van de genoemde veer in werkende ontkoppelingskracht op de borgpen ontstaat. Wanneer deze ontkoppelingskracht voldoende groot, althans groter dan de veerkracht en een door de genoemde wand van de holte op het uiteinde van de borgpen "t fN rs ’ V . y 2 uitgeoefende wrijvingskracht, glijdt de borgpen uit de holte zodat de koppeling tussen de aandrijfmiddelen en het gordijn ongedaan wordt gemaakt.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat de koppelingsmiddelen 5 onbetrouwbaar in gebruik zijn. Bij een abrupte start of stop van de aandrijfmiddelen kan namelijk een ongewenste ontkoppeling van het gordijn te weeg worden gebracht indien het gordijn daarbij een zodanige versnelling of vertraging ondergaat, dat de genoemde ontkoppelingskracht wordt bereikt.. Voorts zijn de holte en de borgpen gevoelig voor slijtage, 10 hetgeen bijvoorbeeld een verandering in de afschuining en/of lengte van het uiteinde van de borgpen tot gevolg kan hebben. Dit heeft eveneens een nadelige invloed op de betrouwbaarheid van de koppeling tussen het gordijn en de aandrijfmiddelen, omdat dergelijke slijtage invloed heeft op de benodigde kracht om de borgpen uit de holte te laten glijden. Tevens is de 15 borgpen-holte koppeling gevoelig voor vervuiling zoals stof, railafslijpsel of dergelijke, hetgeen een gewenste ontkoppeling van het gordijn kan verhinderen althans nadelig beïnvloeden, bijvoorbeeld door een toename van wrijving tussen het uiteinde van de borgpen en de wand van de holte.
Bijkomend nadeel van de bekende inrichting is dat de afschuining 20 van het uiteinde van de borgpen en de sterkte van de veer nauwkeurig op elkaar dienen te worden afgestemd, zodat een gewenste ontkoppeling slechts bij een bepaalde op het gordijn uitgeoefende kracht wordt bereikt. Deze kracht mag daarbij niet zodanig laag zijn dat ongewenste ontkoppelingen plaatsvinden.Tevens mag de kracht niet zodanig hoog zijn 25 dat juist geen ontkoppeling van het gordijn kan worden bewerkstelligd, waarbij die relatief grote kracht kan leiden tot beschadiging van het gordijn, de aandrijfmiddelen en/of de aandrijving. Dit nadeel kan bovendien levensgevaarlijke situaties doen ontstaan, bijvoorbeeld bij brand waarbij paniek kan uitbreken indien gebruikers een gesloten gordijn niet makkelijk
I V
3 kunnen openen. Dit geldt met name voor relatief zwakke gebruikers zoals kinderen, of verzwakte gebruikers die door rookt zijn bedwelmd.
Voorts is een nadeel van de bekende inrichting, dat de afschuining van het uiteinde van de borgpen en de sterkte van de veer slechts kunnen 5 worden afgestemd op een gordijn van één bepaalde, door de aandrijfmiddelen langs de gordijnrail te bewegen gordijnmassa. Derhalve dient de inrichting bij vervanging van het gordijn door een gordijn met een andere massa, hiertoe te worden aangepast, ingesteld of zelfs door een andere inrichting vervangen om althans de betrouwbaarheid van de 10 koppeling en ontkoppeling van het gordijn aan, respectievelijk van de aandrijfmiddelen te kunnen waarborgen. Verder is het automatisch oppakken van een eenmaal ontkoppelde voorloper bij de bekende inrichting lastig in verband met de, voor de goede werking van de inrichting benodigde, vrij sterke veer.
15 De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde nadelen van de inrichting op te heffen onder behoud van de voordelen daarvan. Dat wil zeggen een inrichting waarbij het gordijn met behulp van aandrijfmiddelen of met de hand kan worden gesloten en geopend, waarbij zowel de koppeling als een handmatige ontkoppeling van het gordijn aan, respectievelijk van de 20 aandrijfmiddelen zeer betrouwbaar is.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in de aanhef beschreven type, gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van bedienbare ontkoppelingsmiddelen, die zijn ingericht om althans tijdens bediening, de koppelingsmiddelen van de aandrijfmiddelen te ontkoppelen 25 zodat het gordijn onafhankelijk van de aandrijfmiddelen langs de gordijnrail beweegbaar is, waarbij de ontkoppelingsmiddelen zijn ingericht om onafhankelijk van een in een gordijnraillangsrichting op het gordijn uitgeoefende kracht te worden bediend.
Op deze manier kan het gordijn handmatig van de 30 aandrijfmiddelen worden ontkoppeld door de ontkoppelingsmiddelen te 4 bedienen, zodat het gordijn vervolgens met de hand is te openen en sluiten. De koppeling tussen de aandrijfmiddelen en het gordijn kan daarbij zodanig worden uitgevoerd, dat deze zeer betrouwbaar is opdat een ongewenste ontkoppeling wordt voorkomen. Omdat de ontkoppelingsmiddelen zijn 5 ingericht om onafhankelijk van een in een gordijnraillangsrichting op het gordijn uitgeoefende kracht te worden bediend, wordt voorts voorkomen dat een ontkoppeling kan plaatsvinden door een relatief grote versnelling of vertraging van het gordijn ten gevolge van bijvoorbeeld een activering, respectievelijk deactivering van de aandrijfmiddelen. Bijkomend voordeel is 10 dat de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen onafhankelijk van elkaar zodanig kunnen worden uitgevoerd, dat deze zeer ongevoelig voor slijtage en/of vervuiling zijn, hetgeen de betrouwbaarheid van zowel de koppeling tussen het gordijn en de aandrijfmiddelen als een handmatige ontkoppeling van het gordijn ten goede komt. Tevens is het met een dergelijke inrichting 15 mogelijk om na ontkoppeling van de aandrijfmiddelen en de, met het gordijn verbonden koppelingsmiddelen weer op automatische wijze een koppeling tussen de koppelingsmiddelen en de aandrijfmiddelen te bewerkstelligen door de aandrijfmiddelen opnieuw langs de koppelingsmiddelen te bewegen.
Een ander voordeel is dat een relatief nauwkeurige instelling van 20 de koppelingsmiddelen niet meer nodig is om een betrouwbare koppeling alsmede ontkoppeling te kunnen waarborgen. Derhalve kunnen de koppelingsmiddelen zijn ingericht om gordijnen van verschillende massa's aan de aandrijfmiddelen te koppelen. De instelling van de ontkoppelingsmiddelen met betrekking tot een voor ontkoppeling benodigde 25 ontkoppelingskracht kan onafhankelijk van de instelling van de koppelingsmiddelen geschieden en derhalve relatief eenvoudig worden uitgevoerd.
Bij voorkeur zijn de ontkoppelingsmiddelen met het gordijn verbonden, zodanig dat de ontkoppelingsmiddelen worden bediend wanneer '·: ·' n o 1 J έ t. i £ 5 een in hoofdzaak loodrecht op de gordijnraillangsrichting, naar beneden gerichte kracht op het gordijn, een trekkoord of trekstok wordt uitgeoefend.
De gebruiker kan het gordijn makkelijk met de hand openen of sluiten door er direct in hoofdzaak in neerwaartse richting aan te trekken.
5 Daarbij kan de bediening van de ontkoppelingsmiddelen eenvoudig worden bewerkstelligd. Verder hoeven de ontkoppelingsmiddelen zo niet van een bedieningsorgaan zoals een koord of lat te worden voorzien, hetgeen de bediening van de ontkoppelingsmiddelen kan compliceren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de 10 aandrijfmiddelen voorzien van een aandrijflichaam, waarbij de koppelingsmiddelen een koppelingslichaam met een aangrijpelement omvatten, waarbij het aangrijpelement in een eerste stand het koppelingslichaam aan het aandrijflichaam koppelt, waarbij het aangrijpelement van de eerste naar een tweede stand beweegt bij bediening 15 van de ontkoppelingsmiddelen.
Dit is een praktische uitvoering van de uitvinding. Bij voorkeur grijpt het aangrijpelement in de eerste stand zodanig op het aandrijflichaam aan, dat het aandrijflichaam een in hoofdzaak in de gordijnraillangsrichting gerichte kracht op aangrijpelement uitoefent wanneer een in hoofdzaak in 20 een gordijnlangsrichting gerichte kracht op het gordijn wordt uitgeoefend.
Zo kan een relatief stevige koppeling tussen het gordijn en het aandrijflichaam worden bereikt. Het aandrijflichaam, respectievelijk het koppelingslichaam kan beweegbaar zijn opgesteld langs een eerste, respectievelijk tweede raildeel, zodat een goede, ongehinderde geleiding van 25 elk van deze lichamen kan worden verkregen.
Volgens een nadere uitwerking zijn de ontkoppelingsmiddelen voorzien van veermiddelen die een veerkracht op het aangrijpelement uitoefenen, welke veerkracht is gericht van de tweede naar de eerste stand van het aangrijpelement.
r- ;i ' 6
De veermiddelen bewerkstelligen dat het aangrijpelement niet vanzelf, bijvoorbeeld onder invloed van de zwaartekracht, naar de tweede stand beweegt, hetgeen een ongewenste ontkoppeling van het koppelingslichaam voorkomt. Tevens kunnen de veermiddelen zodanig zijn 5 uitgevoerd, dat deze het aangrijpelement ook nog in de eerste stand kunnen houden na een bepaalde afname van de sterkte van de veermiddelen ten gevolge van veelvuldig gebruik opdat ongewenste ontkoppeling van het gordijn wordt vermeden.
Volgens een voordelige uitwerking is het aandrijflichaam voorzien 10 van aankoppelingsmiddelen ten behoeve van het aankoppelen van een ontkoppeld, van het aandrijflichaam afbewogen koppelingslichaam, waarbij de aankoppelingsmiddelen in gebruik een aankoppelingskracht op het aangrijpelement uitoefenen wanneer het aandrijf- en koppelingslichaam langs elkaar worden bewogen, welke aankoppelingskracht is gericht tegen 15 de veerkracht van de veermiddelen in.
De aankoppelingsmiddelen bewerkstelligen dat een ontkoppeld koppelingslichaam weer aan het aandrijflichaam kan worden gekoppeld. Daarbij bewegen de aankoppelingsmiddelen het aangrijpelement naar de tweede stand, zodat het aandrijflichaam langs het koppelingslichaam kan 20 bewegen. Wanneer het aandrijflichaam zich op een aankoppelingspositie naast het koppelingslichaam bevindt, kunnen de aankoppelingsmiddelen het aangrijpelement loslaten, zodat de veermiddelen het aangrijpelement naar de eerste stand kunnen bewegen. Daardoor zijn het koppelingslichaam en het aandrijflichaam weer aan elkaar gekoppeld.
25 Volgens een nadere uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm omvat het aangrijpelement een borgpen die zich in de eerste stand vanuit het koppelingslichaam in een tegenoverliggende holte van het aandrijflichaam uitstrekt, waarbij de borgpen zich in de tweede stand buiten het aandrijflichaam bevindt, zodanig dat het koppelingslichaam van 30 het aandrijflichaam is ontkoppeld.
7
De borgpen is een eenvoudige uitvoering van het aangrijplichaam. De koppeling die de borgpen tussen het koppelingslichaam en het aandrijflichaam tot stand brengt, is relatief stevig.
Bij voorkeur strekt de borgpen zich in hoofdzaak haaks op de 5 langrichting van de gordijnrail uit, waarbij de aankoppelingsmiddelen een aanklikprofiel omvatten, welk aanklikprofiel in gebruik de borgpen in de holte laat vallen wanneer het koppelings- en aandrijflichaam langs elkaar worden bewogen vanuit een van elkaar afbewogen positie.
Het aanklikprofiel is een goedkope, eenvoudige uitvoering van de 10 aankoppelingsmiddelen. Het profiel duwt de borgpen in de richting van de tweede stand wanneer het koppelingslichaam en het aandrijflichaam langs elkaar bewegen, totdat de borgpen zich tegenover de holte bevindt. Op dat moment raakt de borgpen het profiel niet en kan in de holte schieten, zodat de aankoppeling is bereikt.
15 Volgens een voordelige uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de ontkoppelingsmiddelen een zwenkarm die zwenkbaar met het koppelingslichaam is verbonden, waarbij (een tussen de uiteinden gelegen deel van) de zwenkarm aan het aangrijpelement is gekoppeld, zodanig dat in gebruik het aangrijpelement 20 van de eerste naar de tweede stand beweegt wanneer de zwenkarm van een eerste naar een tweede zwenkstand beweegt.
Een gebruiker kan het aangrijpelement eenvoudig met behulp van de zwenkarm naar de tweede stand bewegen. Omdat het koppelingslichaam met de zwenkarm zich doorgaans op een onbereikbare hoogte bij de 25 gordijnrail bevindt, kan het bijvoorbeeld zijn voorzien van een bedieningsorgaan, zoals een koord of een trekstaaf, om bediening mogelijk te maken. Ook kan de zwenkarm met het gordijn zijn verbonden, zodanig dat de zwenkarm naar de tweede zwenkstand beweegt wanneer een in hoofdzaak loodrecht op de gordijnopeningsrichting gerichte kracht op het 30 gordijn wordt uitgeoefend.
102 C.? 7 2 8
Volgens een extra voordelige uitwerking zijn de ontkoppelingsmiddelen voorzien van zwenkarmveermiddelen die een veerkracht op de zwenkarm uitoefenen, welke veerkracht is gericht van de tweede naar de eerste zwenkstand van de zwenkarm.
5 De zwenkarmveermiddelen voorkomen dat de zwenkarm vanzelf naar de tweede zwenkstand beweegt, waarbij de zwenkarm het aangrijpelement meeneemt naar de tweede stand. Bovendien kunnen de zwenkarmveermiddelen een deel van het gewicht van een aan de zwenkarm bevestigd gordijn dragen. Zo kan een gebruiker de zwenkarm bedienen door 10 dat deel van het gordijn naar beneden te trekken.
Bij voorkeur is de zwenkarm met een zodanige speling aan het aangrijpelement gekoppeld, dat het aangrijpelement van de eerste naar de tweede stand beweegbaar is bij de zwenkarm in de eerste zwenkstand.
Nadat het koppelingslichaam van het aandrijflichaam is 15 ontkoppeld, is het veelal wenselijk om beide lichamen later weer aan elkaar te koppelen. Daarbij dient het aangrijpelement van de eerste naar de tweede stand te worden bewogen, bijvoorbeeld door de genoemde aankoppelingsmiddelen, indien het zich in de eerste stand bevindt. Dit bewegen van het aangrijpelement wordt vergemakkelijkt door de genoemde 20 speling waarmee de zwenkarm aan het aangrijpelement is gekoppeld. Zo wordt de beweging van het aangrijpelement niet gehinderd door de zwenkarm die zich in de eerste zwenkstand bevindt, noch door de optionele zwenkarmveermiddelen die de zwenkarm in de eerste zwenkstand houden.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een 25 uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een opengewerkt uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en : 7 ? 9 figuur 2 toont een doorsnede-aanzicht over lijn II-II van het in figuur 1 weergegeven zijaanzicht, waarbij de zwenkarm niet is weergegeven.
figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een tweede 5 uitvoeringsvoorbeeld; figuur 4 toont een soortgelijk perspectief aanzicht met uiteen genomen delen; figuur 5 toont een zijaanzicht en van de voorloper, waarbij de onderdelen in het huis gestippeld zijn weergegeven; 10 figuur 6 toont een doorsnede aanzicht over lijn VI-VI tijd figuur 3, waarbij de onderdelen in het huis gestippeld zijn weergegeven.
Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail 1. De inrichting is voorzien van een aandrijflichaam 5 en een koppelingslichaam 15 10, die beweegbaar zijn opgesteld langs een eerste raildeel 2, respectievelijk tweede raildeel 3 van de gordijnrail 1. Tussen het eerste en tweede raildeel 2, 3 strekken zich railprofielflenzen 4 uit. Het aandrijflichaam 5 is verbonden aan een aandrijfkoord 6, dat aan een niet weergegeven aandrijving kan zijn gekoppeld. Een middenlijf 7 van het aandrijflichaam 5 20 strekt zich vanuit het eerste raildeel 2 door een uitsparing tussen de railprofielflenzen 4 naar het koppelingslichaam 10 uit. Een naar het koppelingslichaam 10 toegekeerde zijde van het middenlijf 7 van het aandrijflichaam 5 is voorzien van een cilindrische holte 8. Vanuit het koppelingslichaam 10 strekt zich een axiaal beweegbare borgpen 11 uit in 25 de holte 8 van het aandrijflichaam 5. Het zich in de holte 8 bevindende uiteinde van de borgpen 11 is afgerond, maar niet zodanig afgeschuind dat de borgpen 11 vanzelf uit de holte kan schuiven ten gevolge van een in gordijnraillangsrichting uitgeoefende kracht op het koppelingslichaam 10 bij een stilstaand aandrijflichaam 5. Derhalve de borgpen 11 een 30 betrouwbare koppeling tussen het koppelingslichaam 10 en aandrijflichaam 10 5 bewerkstelligen. De weergegeven stand is een eerste, aangekoppelde stand van de borgpen 11, waarbij deze het koppelingslichaam 10 aan het aandrijflichaam 5 koppelt. Bij een tweede, ontkoppelde stand bevindt de borgpen 11 zich buiten de holte 8 van het aandrijflichaam 5, zodat het 5 koppelingslichaam 10 van het aandrijflichaam 5 is ontkoppeld. Deze tweede stand is niet weergegeven in de figuren. De naar het koppelingslichaam 10 toegekeerde zijde van het middenlijf 7 is verder in de gordijnraillangsrichting voorzien van twee groeven 9 met een driehoekige dwarsdoorsnede. Deze groeven 9 vormen samen met de holte 8 een 10 aanklikprofiel voor de borgpen 11.
Het koppelingslichaam 10 is voorzien van een zwenkarm 14 die zwenkbaar met het koppelingslichaam is verbonden. De zwenkarm strekt zich vanaf een zwenkpunt 13 via een uitsparing 12 van de borgpen 11 naar een omgeving van het kopplingslichaam 10 uit. De met ononderbroken, 15 respectievelijk onderbroken lijn weergegeven zwenkarm 14 bevindt zich in een eerste, respectievelijk tweede zwenkstand. De afmeting van de uitsparing 12 van de borgpen 11 is zodanig, dat de borgpen 11 van de eerste naar de tweede stand kan bewegen bij de zwenkarm 14 in de eerste zwenkstand. Het vrije uiteinde van de zwenkarm 14 is voorzien van een 20 verbindingsoog 17, waarmee de zwenkarm 14 bijvoorbeeld aan een gordijn of aan een bedieningskoord kan worden verbonden. Het koppelingslichaam 10 is verder voorzien van een borgpenveer 15 en een zwenkarmveer 16. De borgpen-, respectievelijk zwenkarmveer 15, 16 oefent een naar eerste raildeel 2 gerichte veerkracht uit op de borgpen 11, respectievelijk 25 zwenkarm 14.
Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt als volgt gebruikt. Een gordijn is daarbij aan het koppelingslichaam 10 verbonden. Bij voorkeur wordt een deel van het gordijn aan de zwenkarm 14 bevestigd, waarbij de zwenkarmveer 16 het gewicht van dit deel van het gordijn draagt 30 bij de zwenkarm 14 in de eerste zwenkstand. Wanneer het y 11 koppelingslichaam 10 aan het aandrijflichaam 5 is gekoppeld zoals in de figuren is weergegeven, kan het gordijn langs de gordijnrail 1 worden bewogen door het aandrijfkoord 6 te bewegen. Dit zal doorgaans worden uitgevoerd door een aan het koord 6 gekoppelde elektromotor. Niet altijd zal 5 elektrische bediening van het gordijn mogelijk of gewenst zijn, bijvoorbeeld bij brand. In dat geval kan de koppeling tussen het gordijn en het aandrijfkoord 6 handmatig worden verbroken, zodat de gebruiker het gordijn met de hand kan openen en sluiten. Daartoe wordt de zwenkarm 14 naar de tweede zwenkstand bewogen. De zwenkarm 14 kan worden bediend 10 met behulp van een bedieningskoord of stok, of door een aan de zwenkarm 14 bevestigd deel van het gordijn naar beneden te trekken indien het gordijn op de beschreven manier aan de zwenkarm 14 is verbonden. Tijdens het zwenken beweegt de zwenkarm 14 de borgpen 11 naar de tweede stand. Daardoor wordt het koppelingslichaam 10 van het aandrijflichaam 5 15 ontkoppeld, zodat het koppelingslichaam 10 samen met het gordijn met de hand langs de gordijnrail 1 kan worden bewogen. Na het loslaten van de zwenkarm 14 wordt deze door de zwenkarmveer 16 naar de eerste zwenkstand terugbewogen. Daarbij wordt de borgpen 11 naar de eerste stand terugbewogen ten gevolge van de veerkracht van de borgpenveer 15 20 Het aankoppelen van het ontkoppelde, van het aandrijflichaam 5 afbewogen koppelingslichaam 10 geschiedt daarna op de volgende wijze. Daarbij bevindt de borgpenveer 15 zich aanvankelijk in de eerste stand. Het aandrijflichaam 5 wordt naar het kopplingslichaam 10 toebewogen door bediening van het aandrijfkoord 6, of vise versa. Wanneer beide lichamen 5, 25 10 elkaar bereiken, maakt een ten opzichte van de gordijnraillangsrichting schuine groefwand van een groef 9 van het aandrijflichaam 5 contact met het afgeronde uiteinde van de borgpen 11. Wanneer het aandrijflichaam 5 verder langs het koppelingslichaam 10 beweegt, wordt de borgpen 11 vanuit de eerste stand in de richting van de tweede stand geduwd door de 30 groefwand van de groef 9. De aankoppeling wordt voltooid wanneer de ' u ά ·..·.··,. / 2 12 borgpen 11 de holte 8 van het aandrijflichaam 5 bereikt, en de borgpenveer 15 de borgpen 11 in de holte 8 drijft.
Bij het in figuren 3-6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, is in plaats van een aandrijfkoord een vertande riem 106 voorzien die wordt 5 aangedreven door een niet weergegeven aandrijfmotor. Op de vertande riem 106 is een tweetal koppelelementen 118 bevestigd op de wijze zoals beschreven in NL-A-1019467, waarvan de materie hier als te zijn ingelast dient te worden beschouwd. De koppelelementen 118 omvatten een mouw (sleeve) 119 die over de vertande riem 106 kan worden geschoven. Door op 10 een gewenste positie op de vertande riem 106 een van tanden voorzien, wigvormig element 120 te plaatsen en daar overheen de mouw 119 van een betreffende koppelelement 118 te schuiven, wordt het koppelelement 118 op de vertande tandriem verankerd. Elk koppelelement 118 is bovendien voorzien van een oog 121 waarin een klemstuk 122 kan worden opgenomen. 15 Klemmend opgenomen tussen deze klemstukken 122 is een aandrijflichaam 105. Net als in het uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in figuren 1 en 2, is het aandrijflichaam 105 voorzien van een tweetal oploopvlakken 109, welke oploopvlakken 109 tezamen een in hoofdzaak driehoekig profiel bepalen, waarbij in de tophoek van dat driehoekige profiel een uitsparing of 20 holte 108 is opgenomen waarin een borgpen 111 van een met het aandrijflichaam 105 koppelbaar koppelingslichaam 110 valt wanneer het koppelingslichaam 110 met het aandrijflichaam 105 is gekoppeld.
Het koppelingslichaam 110 is voorzien van eerder genoemde borgpen 111 die door een borgpenveer 115 naar boven wordt gedrukt, zodat 25 deze, wanneer het koppelingslichaam 110 het aandrijflichaam 105 passeert, telkens aanligt tegen de oploopvlakken 109 en bij het passeren van de holte 108 in deze holte 108 wordt gedrukt. Verder is het koppelingslichaam 110 voorzien van een zwenkarm 114 en een zwenkarmveer 116, welke zwenkarmveer 116 de zwenkarm 114 naar boven dringt. In het onderhavige 30 uitvoeringsvoorbeeld is de borgpenveer 115 uitgevoerd als een kunststof fr - ; · 13 veer die een integraal onderdeel uitmaakt van het huis 123 dat het koppelingslichaam 110 omgeeft. Het huis 123 vormt tevens een aanligoppervlak voor de zwenkarmveer 116.
Net als bij het uitvoeringsvoorbeeld uit figuren 1 en 2 is een 5 uiteinde van het gordijn verbonden met het koppelingslichaam 110, meer in het bijzonder met de zwenkarm 114. De zwenkarmveer 116 draagt het gewicht van het gordijndeel dat aan deze zwenkarm 114 hangt. Wanneer het koppelingslichaam 110 aan het aandrijflichaam 105 is gekoppeld, kan het gordijn langs de gordijnrail 101 worden bewogen door de vertande riem 10 106 aan te drijven. De koppeling tussen het koppelingselement 110 en de vertande riem 106 wordt verbroken wanneer de gebruiker de zwenkarm 114 naar beneden toe verzwenkt. Doordat de zwenkarm 114 met de borgpen 111 is gekoppeld doordat de zwenkarm 114 zich door een sleuf 112 in de borgpen 111 uitstrekt, beweegt met het naar beneden bewegen van de zwenkarm 15 114 tevens de borgpen 111 naar beneden. Hierdoor wordt de borgpen 111 uit de holte 108 van het aandrijflichaam 105 getrokken en wordt het koppelingslichaam 110 van het aandrijflichaam 105 ontkoppeld, zodat het gordijn handmatig door de rails 1 kan worden bewogen voor het openen en sluiten van het gordijn. De zwenkarm 114 kan worden bediend met behulp 20 van een trekkoord of trekstok. Wanneer vervolgens de aandrijfmotor van de vertande riem 106 weer in werking wordt gesteld en wanneer als gevolg daarvan het aandrijfelement 105 het koppelingselement 110 passeert, zal de borgpen 111 via de oploop vlakken 109 vanzelf de uitsparing 108 bereiken en daarin worden gedrukt door de borgpenveer 115. Op dat moment is de 25 koppeling tussen het koppelelement 110 en het aandrijflichaam 105 weer hersteld, zodat het gordijn weer automatisch met behulp van de vertande riem 106 kan worden geopend en gesloten.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het 30 raam van de uitvinding mogelijk zijn.
V
14
De genoemde aandrijfmiddelen kunnen bijvoorbeeld naast het weergegeven koord 6 of de vertande riem 106 ook een ketting omvatten.
1020272

Claims (13)

1. Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail, waarbij de inrichting is voorzien van langs de gordijnrail (1) beweegbare aandrijfmiddelen (5, 6; 105, 106) en, in gebruik, aan het gordijn verbonden koppelingsmiddelen (10; 110), waarbij de koppelingsmiddelen (10, 11; 110, 5 111) zijn ingericht om het gordijn aan de aandrijfmiddelen (5, 6; 105, 106) te koppelen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van bedienbare ontkoppelingsmiddelen (14; 114), die zijn ingericht om althans tijdens bediening, de koppelingsmiddelen (10, 11; 110, 111) van de aandrijfmiddelen (5, 6; 105, 106) te ontkoppelen zodat het gordijn 10 onafhankelijk van de aandrijfmiddelen langs de gordijnrail (1) beweegbaar is, waarbij de ontkoppelingsmiddelen (14; 114) zijn ingericht om onafhankelijk van een in een gordijnraillangsrichting op het gordijn uitgeoefende kracht (10, 11) te worden bediend.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 ontkoppelingsmiddelen (14; 114) met het gordijn zijn verbonden, zodanig dat de ontkoppelingsmiddelen worden bediend wanneer een in hoofdzaak loodrecht op de gordijnraillangsrichting, naar beneden gerichte kracht op het gordijn, een trekkoord of trekstok wordt uitgeoefend.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 , met het kenmerk, dat de 20 aandrijfmiddelen (5, 6; 105, 106) zijn voorzien van een aandrijflichaam (5; 105), waarbij de koppelingsmiddelen (10, 11; 110, 111) een koppelingslichaam (10; 110) met een aangrijpelement (11; 111) omvatten, waarbij het aangrijpelement (11; 111) in een eerste stand het koppelingslichaam (10; 110) aan het aandrijflichaam (5; 105) koppelt, 25 waarbij het aangrijpelement (11; 111) van de eerste naar een tweede stand beweegt bij bediening van de ontkoppelingsmiddelen (14; 114). J
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het aangrijpelement (11; 111) in de eerste stand zodanig op het aandrijflichaam (5; 105) aangrijpt, dat het aandrijflichaam (5; 105) een in hoofdzaak in de gordijnraillangsrichting gerichte kracht op aangrijpelement (11; 111) 5 uitoefent wanneer een in hoofdzaak in een gordijnlangsrichting gerichte kracht op het gordijn wordt uitgeoefend.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het aandrijflichaam (5; 105), respectievelijk het koppelingslichaam (10; 110) beweegbaar zijn opgesteld langs een eerste, respectievelijk tweede raildeel 10 (2, 3; 102, 103).
6. Inrichting volgens één der conclusie 3-5, met het kenmerk, dat het koppelingslichaam (10; 110) is voorzien van veermiddelen (15; 115) die een veerkracht op het aangrijpelement (11; 111) uitoefenen, welke veerkracht is gericht van de tweede naar de eerste stand van het aangrijpelement (11; 15 111).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het aandrijflichaam (5; 105) is voorzien van aankoppelingsmiddelen (9; 109) ten behoeve van het aankoppelen van een ontkoppeld, van het aandrijflichaam afbewogen koppelingslichaam (10; 110), waarbij de aankoppelingsmiddelen 20 (9; 109) in gebruik een aankoppelingskracht op het aangrijpelement (11; 111. uitoefenen wanneer het aandrijf- en koppelingslichaam (5, resp. 10; 105, resp. 110) langs elkaar worden bewogen, welke aankoppelingskracht is gericht tegen de veerkracht van de veermiddelen (15) in.
8. Inrichting volgens één der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat het 25 aangrijpelement een borgpen (11; 111) omvat die zich in de eerste stand vanuit het koppelingslichaam (10; 110) in een tegenoverliggende holte (8; 108) van het aandrijflichaam (5; 105) uitstrekt, waarbij de borgpen (11; 111) zich in de tweede stand buiten het aandrijflichaam (5) bevindt, zodanig dat het koppelingslichaam (10; 110) van het aandrijflichaam (11; 111) is 30 ontkoppeld.
9. Inrichting volgens conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat de borgpen (11; 111) zich in hoofdzaak haaks op de langsrichting van de gordijnrail (1; 101) uitstrekt, waarbij de aankoppelingsmiddelen een aanklikprofiel (9; 109) omvatten, welk aanklikprofiel in gebruik de borgpen 5 (11; 111) in de holte (8; 108) laat vallen wanneer het koppelings- en aandrijflichaam langs elkaar worden bewogen vanuit een van elkaar afbewogen positie.
10. Inrichting volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat de ontkoppelingsmiddelen een zwenkarm (14; 114) omvatten die zwenkbaar 10 met het koppelingslichaam (10; 110) is verbonden, waarbij de zwenkarm (14; 114) aan het aangrijpelement (11; 111) is gekoppeld, zodanig dat in gebruik het aangrijpelement (11; 111) van de eerste naar de tweede stand beweegt wanneer de zwenkarm (14; 114) van een eerste naar een tweede zwenkstand beweegt. 15
11 Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zwenkarm (14; 114) met het gordijn is verbonden, zodanig dat de zwenkarm naar de tweede zwenkstand beweegt wanneer een in hoofdzaak loodrecht op de gordijnraillangsrichting, neerwaarts gerichte kracht op het gordijn wordt uitgeoefend.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de ontkoppelingsmiddelen (12, 13, 14; 114) zijn voorzien van zwenkarmveermiddelen (16; 116) die een veerkracht op de zwenkarm (14; 114) uitoefenen, welke veerkracht is gericht van de tweede naar de eerste zwenkstand van de zwenkarm (14; 114).
13. Inrichting volgens één der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de zwenkarm (14; 114) met een zodanige speling aan het aangrijpelement (11; 111) is gekoppeld, dat het aangrijpelement (11; 111) van de eerste naar de tweede stand beweegbaar is bij de zwenkarm in de eerste zwenkstand. 30 10. u « 2
NL1020272A 2002-03-28 2002-03-28 Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail. NL1020272C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020272A NL1020272C2 (nl) 2002-03-28 2002-03-28 Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail.
ES03075893T ES2247479T3 (es) 2002-03-28 2003-03-27 Aparato para mover una cortina por un riel.
EP03075893A EP1348360B1 (en) 2002-03-28 2003-03-27 Apparatus for moving a curtain along a curtain rail
AT03075893T ATE298518T1 (de) 2002-03-28 2003-03-27 Vorrichtung für das bewegen eines vorhanges entlang einer vorhangschiene
DE60300901T DE60300901T2 (de) 2002-03-28 2003-03-27 Vorrichtung für das Bewegen eines Vorhanges entlang einer Vorhangschiene
US10/401,382 US6886218B2 (en) 2002-03-28 2003-03-27 Apparatus for moving a curtain along a curtain rail
DK03075893T DK1348360T3 (da) 2002-03-28 2003-03-27 Indretning til at bevæge et gardin langs en gardinskinne

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020272A NL1020272C2 (nl) 2002-03-28 2002-03-28 Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail.
NL1020272 2002-03-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020272C2 true NL1020272C2 (nl) 2003-09-30

Family

ID=27800744

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020272A NL1020272C2 (nl) 2002-03-28 2002-03-28 Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6886218B2 (nl)
EP (1) EP1348360B1 (nl)
AT (1) ATE298518T1 (nl)
DE (1) DE60300901T2 (nl)
DK (1) DK1348360T3 (nl)
ES (1) ES2247479T3 (nl)
NL (1) NL1020272C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN2845634Y (zh) * 2005-08-17 2006-12-13 上海青鹰遮阳技术发展有限公司 窗帘轨电动手动离合器
US7832052B2 (en) * 2007-05-22 2010-11-16 Gerrit Jan Vrielink Drapery motor remote activation by manual drapery pull
US7699090B2 (en) * 2006-11-07 2010-04-20 Gerrit Jan Vrielink Drapery master carrier with automatic disengager
US7686063B2 (en) * 2008-06-04 2010-03-30 Lutron Electronics Co., Inc. Motorized drapery system having a pull-away master car
US20100294441A1 (en) * 2009-05-20 2010-11-25 Merlin Manufacturing, Inc. Method and apparatus for curtain baton with positionable pin
US8931541B2 (en) 2012-03-16 2015-01-13 Lutron Electronics Co., Inc. Motorized drive unit assembly for a shade system
CN112773169A (zh) * 2019-11-07 2021-05-11 宁波利洋新材料股份有限公司 一种用于安装窗帘的安装杆组件
FR3103693B1 (fr) * 2019-11-29 2024-01-05 Somfy Activites Sa Dispositif d’entraînement motorisé d’un dispositif d’occultation ou de protection solaire, dispositif d’occultation ou de protection solaire et installation associés

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4683935A (en) * 1985-02-20 1987-08-04 Ettore Arquati Motor-driven curtain operating unit
EP0782833A1 (de) 1996-01-05 1997-07-09 bautex Adolf Stöver Söhne KG Vorhangzug

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3626429A (en) * 1969-10-29 1971-12-07 Ellis I Toder Detachable drapery carrier
CH526292A (de) * 1970-07-28 1972-08-15 Konrad Bratschi Elektromechanische Zugvorrichtung für schienengeführte Gehänge, insbesondere Vorhänge
CH597811A5 (en) * 1974-10-11 1978-04-14 Hanspeter Berger Curtain rail with spring clip fixing
CH608858A5 (nl) * 1976-08-04 1979-01-31 Bratschi Silent Gliss
US4492262A (en) * 1982-05-07 1985-01-08 Kenney Manufacturing Company Adjustable traverse rod and motor drive combination
JPS5944386U (ja) * 1982-09-16 1984-03-23 ト−ソ−株式会社 カ−テンランナ−
US4495671A (en) * 1982-12-06 1985-01-29 Kenney Manufacturing Company Master carrier and perforated tape drive combination
DE3410056A1 (de) * 1984-03-19 1985-09-19 Hermann 8781 Wartmannsroth Rosenfeld Feststeller fuer gardinen
GB8500060D0 (en) * 1985-01-03 1985-02-13 Berend P C Curtain driving means
US4964191A (en) * 1988-04-04 1990-10-23 Ambassador Industries Carrier and replaceable cartridge hanger assembly
JPH03280907A (ja) * 1990-03-29 1991-12-11 Oi Seisakusho Co Ltd カーテンの開閉装置
CH682249A5 (nl) * 1991-01-24 1993-08-13 Bratschi Silent Gliss
DE4334717C2 (de) * 1993-10-12 1995-11-23 Cedargrove Ltd Gardinengleiter
JPH1033360A (ja) * 1996-07-25 1998-02-10 Tomoaki Seki カーテン支持具
JPH10337246A (ja) * 1997-06-06 1998-12-22 Tomoaki Seki カーテン支持具
US6098246A (en) * 1998-12-08 2000-08-08 Moir; Alan R. Adapter for conversion of vertical blinds to curtains
NL1019467C2 (nl) 2001-12-03 2003-06-04 Rolf Edward Goelst Inrichting voor het automatisch bewegen van een gordijn langs een gordijnrail.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4683935A (en) * 1985-02-20 1987-08-04 Ettore Arquati Motor-driven curtain operating unit
EP0782833A1 (de) 1996-01-05 1997-07-09 bautex Adolf Stöver Söhne KG Vorhangzug

Also Published As

Publication number Publication date
DE60300901T2 (de) 2006-05-18
DE60300901D1 (de) 2005-08-04
ES2247479T3 (es) 2006-03-01
DK1348360T3 (da) 2005-10-31
US20030221282A1 (en) 2003-12-04
ATE298518T1 (de) 2005-07-15
EP1348360B1 (en) 2005-06-29
US6886218B2 (en) 2005-05-03
EP1348360A1 (en) 2003-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1020272C2 (nl) Inrichting voor het bewegen van een gordijn langs een gordijnrail.
JP6228264B2 (ja) 家具用の駆動機構及び駆動方法
EP0563445A1 (en) Drive mechanism engaging means for garage door operator
JP6228265B2 (ja) 駆動機構
US7775612B2 (en) Interlocking device for a drawer slide
NL2008036C2 (nl) Losbreekinrichting voor een ketting van een scherm, zoals een raambekleding.
US8147010B2 (en) Slide assembly having an automatic retractable device
KR20150126029A (ko) 가동성 가구 부품을 위한 구동 디바이스
KR20110083625A (ko) 특히 이동 가구 부재용 자동 개폐장치
JP4836622B2 (ja) 開閉部材閉止装置
CN108545584B (zh) 一种电梯轿门门机装置
FR2693589A1 (fr) Dispositif de sécurité pour ouvrants électriques de véhicule, du type à câble d'entraînement d'un organe mobile, notamment lèvre-vitre et toits ouvrants.
JPH09328959A (ja) 電気式窓開閉装置と動作要素を連結するための連結装置、ならびに該連結装置と併用される電気式操作装置
FR2693568A1 (fr) Dispositif de sécurité pour ouvrants électriques de véhicule, notamment lève-vitre et toits ouvrants, et ouvrant incorporant ce dispositif.
CA2167034C (en) Mechanical automatic aisle lock
EP1028221A3 (en) Window blind opening and closing device
JPH0230876A (ja) 金物取付け具
CN220267453U (zh) 一种能够保持门敞开角度的锁定装置
US11614109B2 (en) Automatic disengaging linkage system and method
CN111453277B (zh) 一种agv牵引对接机构及仓储agv系统
GB2416000A (en) Window stay incorporating a safety catch
JPH0635096Y2 (ja) 建築用窓
EP1083287A2 (en) Manually resettable device for emergency release of automatic door moving mechanism
GB2074644A (en) Door operating mechanism
US777300A (en) Fire door or shutter.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20061001