NL1016432C1 - Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. - Google Patents
Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1016432C1 NL1016432C1 NL1016432A NL1016432A NL1016432C1 NL 1016432 C1 NL1016432 C1 NL 1016432C1 NL 1016432 A NL1016432 A NL 1016432A NL 1016432 A NL1016432 A NL 1016432A NL 1016432 C1 NL1016432 C1 NL 1016432C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cylindrical assembly
- elements
- separating means
- assembly
- rotation
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 22
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 title 1
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 3
- 238000004804 winding Methods 0.000 abstract 6
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 5
- 241000196324 Embryophyta Species 0.000 description 4
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 4
- 230000003014 reinforcing effect Effects 0.000 description 2
- 230000001174 ascending effect Effects 0.000 description 1
- 230000000712 assembly Effects 0.000 description 1
- 238000000429 assembly Methods 0.000 description 1
- 210000003477 cochlea Anatomy 0.000 description 1
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 1
- 230000001934 delay Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 108090000623 proteins and genes Proteins 0.000 description 1
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C5/00—Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
- E04C5/16—Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
- E04C5/162—Connectors or means for connecting parts for reinforcements
- E04C5/166—Connectors or means for connecting parts for reinforcements the reinforcements running in different directions
- E04C5/167—Connection by means of clips or other resilient elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C5/00—Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
- E04C5/16—Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
- E04C5/162—Connectors or means for connecting parts for reinforcements
- E04C5/163—Connectors or means for connecting parts for reinforcements the reinforcements running in one single direction
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/20—Clips, i.e. with gripping action effected solely by the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/22—Clips, i.e. with gripping action effected solely by the inherent resistance to deformation of the material of the fastening of resilient material, e.g. rubbery material
- F16B2/24—Clips, i.e. with gripping action effected solely by the inherent resistance to deformation of the material of the fastening of resilient material, e.g. rubbery material of metal
- F16B2/248—Clips, i.e. with gripping action effected solely by the inherent resistance to deformation of the material of the fastening of resilient material, e.g. rubbery material of metal of wire
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B7/00—Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
- F16B7/04—Clamping or clipping connections
- F16B7/044—Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
- F16B7/048—Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for rods or for tubes without using the innerside thereof
- F16B7/0493—Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for rods or for tubes without using the innerside thereof forming a crossed-over connection
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Centrifugal Separators (AREA)
Description
Titel: Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element dat twee uiteinden en een gekromde vorm heeft alsmede op een samenstel van dergelijke elementen te gebruiken bij een dergelijke werkwijze.
5 Het op of om een voorwerp aanbrengen van een element zoals bovenstaand bedoeld, bijvoorbeeld een ring van het type om een of meer sleutels aan te hangen of een opbindring om een plantenstengel min of meer los-vast met een steunstok te verbinden dan wel een klem- of borgring om een as of soortgelijk element, is in allerlei uitvoeringen bekend. Typerend 10 bij al die uitvoeringen is dat een dergelijk element losstaand op zich wordt aangebracht. Dient een reeks van dergelijke elementen achtereenvolgens te worden aangebracht, bijvoorbeeld bij het opbinden van planten bij een kwekerij of voor het verbinden van betonwapeningsstaven zoals beschreven in de niet vóórgepubliceerde octrooipublicatie 1013890 op naam van de 15 onderhavige uitvinder, dan betekent het hanteren van de diverse afzonderlijke elementen een aanzienlijke bemoeilijking en vertraging van de uit te voeren werkzaamheden.
Met de uitvinding wordt een oplossing voor dit probleem beoogd.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een werkwijze van de 20 in de aanhef omschreven soort bereikt, als een aantal van dergelijke elementen dat door naast elkaar plaatsen en aaneen hechten is samengevoegd tot een cilindervormig samenstel, ten opzichte van scheidingsmiddelen in rotatie wordt gebracht en in lengterichting zodanig wordt verschoven, dat de scheidingsmiddelen in contact komen met althans 25 een van de uiteinden van het element dat het cilindervormige samenstel aan een uiteinde begrenst, waardoor ten gevolge van het ten opzichte van 10 1 6 43 2 2 elkaar roteren van de scheidingsmiddelen en het cilindervormige samenstel genoemd element wordt losgemaakt van het cilindervormige samenstel, waarbij een van de uiteinden van genoemd element in de richting van het voorwerp wordt geleid en genoemd element door voortgezette rotatie op of 5 om het voorwerp wordt geschroefd. Door deze maatregelen is een reeks van bedoelde elementen achtereenvolgens op of om één of een aantal voorwerpen aan te brengen en wel op uiterst handige en snelle wijze. Dit omdat niet telkens een los nieuw element hoeft te worden opgepakt, maar volstaan kan worden met het op een gewenste en geschikte plaats situeren van het 10 cilindervormige samenstel en het daarna ten opzichte van elkaar in rotatie brengen van de scheidingsmiddelen en het cilindervormige samenstel voor het afscheiden en opschroeven van een element.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het cilindervormige samenstel stationair worden opgesteld en de 15 scheidingsmiddelen in rotatie worden gebracht. Bij een dergelijke uitvoering kan het cilindervormige samenstel op eenvoudige wijze worden gehanteerd en geplaatst en hoeft er geen rekening te worden gehouden met een afnemende roterende massa tijdens het achtereenvolgens aanbrengen van een reeks elementen. Het scheiden en geleiden van een element vindt 20 hierbij bij voorkeur plaats, doordat overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de roterende scheidingsmiddelen duwend in contact worden gebracht met een eerste uiteinde van genoemd element, waardoor genoemd element van het cilindervormige samenstel wordt gescheiden en in rotatie wordt gebracht en een tweede uiteinde van 25 genoemd element in de richting van het voorwerp wordt geleid.
Een andere mogelijkheid voor het verder uitwerken van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen, als de scheidingsmiddelen stationair worden opgesteld en het cilindervormige samenstel in rotatie wordt gebracht. Hierbij is het verder op 30 voordeelbiedende wijze mogelijk, dat de scheidingsmiddelen bij het roteren 10 1 6 432 3 van het cilindervormige samenstel splijtend in contact komen met een vooroplopend uiteinde van genoemd element en een daaraan grenzend element van het cilindervormige samenstel en genoemd vooroplopend uiteinde in de richting van het voorwerp wordt geleid. Bij deze uitvoering 5 zorgen de scheidingsmiddelen zowel voor het losmaken van een element van het cilindervormige samenstel als voor het geleiden van dat element naar het voorwerp waarop of waarom dat element moet worden aangebracht.
Ook is een combinatie van beide bovenstaande uitvoeringen mogelijk, dat wil zeggen zowel het roteren van de scheidingsmiddelen als 10 het roteren van het cilindervormige samenstel. Een mogelijke uitvoering van een dergelijke combinatie van bewegingen wordt verkregen, als het cilindervormige samenstel over een beperkte hoek draaibaar wordt op gesteld en in een eerste stand wordt gehouden tot het cilindervormige samenstel bij het tot stand komen van het duwende contact over de 15 beperkte hoek wordt geroteerd tot in een tweede stand, waarbij een splijtorgaan tijdens het roteren over de beperkte hoek het tweede uiteinde en een daarop aansluitend deel van genoemd element scheidt van het cilindervormige samenstel, dat vervolgens in de tweede stand tegen verdere verdraaiing wordt geblokkeerd, waarna genoemd element door het verder 20 draaien van de scheidingsmiddelen geheel van het cilindervormige samenstel wordt gescheiden, waarna het cilindervormige samenstel vanuit de tweede stand terug wordt gebracht naar de eerste stand.
Het aan te brengen element kan de vorm hebben van een gespleten ring, bijvoorbeeld een op een as aan te brengen borgring of 25 afdichtring of een verende onderlegring. De werkwijze volgens de uitvinding is echter in het bijzonder geschikt voor toepassing bij elementen die elk in een zodanig gekromde vorm zijn gebracht dat het eerste uiteinde een buitengelegen uiteinde vormt en het tweede uiteinde een binnengelegen uiteinde dat door het buitengelegen uiteinde wordt overlapt. Doordat bij het 30 scheiden het buitengelegen uiteinde tevens in een positie wordt gebracht 1016 432 4 waarbij het naar een voorwerp kan worden geleid, is dit uiteinde tevens op afstand gebracht van het deel van het element dat door dit uiteinde wordt overlapt. Deze inleidende beweging is bij een los element veelal de meest gecompliceerde fase van het aanbrengen van een dergelijk element. Bij de 5 werkwijze volgens de uitvinding wordt die inleidende beweging evenwel automatisch als gevolg van de scheiding en geleiding van een element verkregen, en wel in het bijzonder als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding dat het buitengele gen uiteinde in de richting van het voorwerp wordt geleid.
10 Het na het scheiden naar het voorwerp geleiden van het element geeft verder de voordeelbiedende mogelijkheid, dat onafhankelijk van de eindvorm van het element op of om het voorwerp, overeenkomstig een verdere, de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de uitvinding, elk element in de vorm van een platte schijf wordt vervaardigd en het 15 buitengelegen uiteinde in axiale richting uit die schijfvorm wordt gebogen bij het naar het voorwerp leiden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een cilindervormig samenstel, dat een essentieel onderdeel vormt van de werkwijze volgens de uitvinding en is samengesteld uit ten minste twee identieke elementen 20 vervaardigd uit een veerkrachtig draad- of strengvormig materiaal, waarbij elk element een gekromde vorm met een eerste en een tweede uiteinde heeft en de ten minste twee elementen met telkens de eerste en de tweede uiteinden in lijn gelegen onderling losmaakbaar aan elkaar zijn gehecht.
Een voorkeur wordt daarbij uitgesproken voor een cilindervormig 25 samenstel, waarbij van elk van de ten minste twee elementen het eerste uiteinde een buitengelegen uiteinde is en het tweede uiteinde een binnengelegen uiteinde, waarbij het binnengelegen uiteinde door het buitengelegen uiteinde wordt overlapt. Daarbij kan elk van de ten minste twee elementen de vorm van een platte schijf hebben of ook de vorm van een 30 spiraalveer dan wel een andere vorm afhankelijk van de toepassing ff01 6 4 3 2 5 waarvoor het element is bedoeld, waarbij het dan verder mogelijk is, dat van elk van de ten minste twee elementen althans een der uiteinden haakvormig is omgebogen.
Onder verwijzing naar in de tekening schematisch weergegeven 5 uitvoeringsvoorbeelden zal de aanbrengwerkwijze volgens de uitvinding en daarbij toe te passen cilindervormige samenstellen thans, zij het uitsluitend bij wijze van voorbeeld, nader worden toegelicht. Daarbij toont:
Fig. 1 een zijaanzicht van een houder met een daarin opgenomen cilindervormig samenstel; 10 Fig. 2 een aanzicht volgens pijl A in Fig. 1;
Fig. 3 een bovenaanzicht van de houder volgens Fig. 1 en 2;
Fig. 4 een toepassingsmogelijkheid;
Fig. 5 een andere toepassingsmogelijkheid;
Fig. 6 een mogelijke uitvoeringsvariant; 15 Fig. 7 in vooraanzicht een verdere uitvoeringsvorm;
Fig. 8 een bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 7; en
Fig. 9 een verdere mogelijke uitvoering van het cilindervormige samenstel.
In Fig. 1 is een houder 1 weergegeven, die zoals het duidelijkst 20 blijkt uit Fig. 2, voorzien is van een buiswand 2 met een nokvormige uitstulping 3. De houder is vormgegeven om een reeks onderling tot een cilindervormig samenstel 4 verbonden elementen 5 schuifbaar geleidend op te nemen. Elk element 5 heeft de vorm van een platte spiraal eindigend in een recht pootdeel 5a, dat in een corresponderende uitsparing in de 25 nokvormige uitstulping 3 reikt. Het cilindervormige samenstel 4 wordt door niet weergegeven veermiddelen in Fig. 1 gezien naar links gedrukt tot tegen een aanslag 6, welke zodanig is uitgevoerd en gesitueerd, dat net één element 5 tot buiten de houder 1 reikt. De buiswand 2 heeft een aan de vorm van de platte spiraal aangepaste vorm, dat wil zeggen een vorm 30 vergelijkbaar met die van een slakkenhuis voor een centrifugale ventilator.
4016432 6
Centraal in de houder 1 is een in rotatie brengbare as 7 opgesteld, op het uiteinde waarvan een scheidingselement 8 is bevestigd, dat voorzien is van een aanslagvlak 9, dat tot aanligging kan komen met bet binnengelegen uiteinde van de platte spiraal van het tot buiten de houder 1 reikende 5 element 5. Het aanslagvlak is derhalve geheel buiten de buiswand 2 gesitueerd. Op de nokvormige uitstulping is een in het verlengde van de houder 1 uitstekende nok 10 aangebracht, die gezien vanaf de uitsparing waarin zich het pootdeel 5a uitstrekt vloeiend buitenwaarts uitloopt, zoals het duidelijkst blijkt uit Fig. 1 en 3.
10 Voor het scheiden van een element 5 van het samenstel 4 wordt de as 7 in Fig. 2 gezien kloksgewijs aangedreven. Het aanslagvlak 9 drukt dan tegen het vrije binnenuiteinde van de platte spiraal en scheidt zodoende het buitenste element 5 van het samenstel 4. Het losgemaakte element 5 wordt door de as 7 via het scheidingselement 8 met aanslagvlak 9 in draaiing 15 gebracht, waarbij het pootdeel 5a door oplopen tegen de nok 10 axiaal buitenwaarts beweegt. De aanslag 6, waarvan vorm en aantal desgewenst kunnen variëren, zorgt er daarbij voor dat het overige deel van het element 5 in zijn uitgangsvlak blijft. Het uitgebogen pootdeel kan in de richting van een voorwerp worden geleid waarop of waaromheen het element moet 20 worden aangebracht. Het uiteindelijk loskomen van de aanslag 6 geschiedt automatisch door de spiraalvorm van het element 5 en het naar buiten buigen van een steeds groter deel van dat element. Dit heeft tot gevolg dat op een gegeven moment een deel van het element met een dusdanig kleine straal langs de aanslag 6 draait, dat dit deel niet meer wordt afgedekt en 25 tegengehouden door die aanslag 6 en zodoende volledig loskomt van de houder 1.
Ter illustratie is in Fig. 4 een plantenstengel 11 en een steunstok 12 weergegeven, waaromheen een ringvormig element 13 moet worden aangebracht om de plantenstengel 11 middels de steunstok 12 op de ; 30 gewenste wijze te geleiden en steunen. Door te voorzien in een samenstel 14 1016432 7 van elementen 13 is door middel van de werkwijze volgens de uitvinding snel en eenvoudig een hele reeks elementen op telkens verschillende plaatsen aan te brengen, op de wijze zoals schematisch getoond in Fig. 4. Een andere toepassingsmogelijkheid is getoond in Fig. 5, waarbij twee 5 wapeningsstaven 15, 16 door een spiraalvormig element 17 onderling klemmend zijn verbonden en gepositioneerd.
In Fig. 6 is een mogelijke uitvoeringsvariant weergegeven, waarmee het van een samenstel 4 scheiden van een element 5 gefaseerd tot stand kan worden gebracht. Daartoe is de uitsparing waarin het pootdeel 5a 10 zich bevindt, vergroot zoals met een streeplijn 18 is aangeduid in Fig. 2, waarbij het samenstel 4 door veerkracht middels niet getoonde middelen naar de in Fig. 2 getoonde stand wordt gedrukt. Wordt nu de as 7 in rotatie gebracht, dan zal het samenstel 4 in zijn geheel roteren over de hoek toegestaan door de vergrote uitsparing. De verruimde uitsparing is aan de 15 buitenzijde afgesloten door een splijtorgaan 19, dat bij rotatie van het samenstel 4 het pootdeel 5a van het buitenste element 5 losmaakt van het samenstel 4. Nadat het samenstel 4 met zijn pootdelen 5a binnen de houder 1 aanstuit tegen de eindwand van de verruimde uitsparing, wordt het buitenste element 5 door verder aandrijven van de as 7 op de wijze zoals 20 hierboven beschreven, in zijn totaliteit losgemaakt van het samenstel 4 en naar een voorwerp geleid. Nadat het buitenste element 5 is losgemaakt van het samenstel 4 zorgt de veerkracht ervoor dat dit samenstel 4 terug wordt gebracht naar zijn in Fig. 2 getoonde uitgangsstand.
In Fig. 7 en 8 is een samenstel 24 weergegeven, dat gevormd wordt 25 door een groot aantal onderling aaneen gehechte elementen 25. Elk element 25 heeft de vorm van een platte spiraal met een zowel een binneneinde 25a als een buiteneinde 25b dat haakvormig is omgezet. Het haakvormige binneneinde 25a van elk element 25 is gestoken in een sleuf 26 in een in rotatie brengbare as 27. De sleuf 26 eindigt voor het vooruiteinde van de as 30 27, waarbij het einde van de sleuf 26 een stoporgaan vormt voor het via niet tf 0 16 4 3 2 8 weergegeven middelen verend in de richting van het sleufeinde gedrukte samenstel 24, dat zodoende steeds nauwkeurig wordt vastgehouden en gepositioneerd. Met behulp van de as 27 is het gehele samenstel 24 in rotatie te brengen. Bij een dergelijke rotatie komt het buiteneinde 25b in 5 contact met een splijtorgaan 28 met een oplopend nokvlak 28a, dat geleidelijkaan beginnend met het buiteneinde 25b het buitenste element 25 uitbuigend scheidt van het samenstel 24. Desgewenst kan het splijtorgaan 28 heen en weer verplaatsbaar in de richting van de dubbele pijl B worden op gesteld.
10 In Fig. 9 is een samenstel 34 uit elementen in de vorm van gespleten ringen 35 weergegeven als mogelijk verdere uitvoeringsvorm van een cilindervormig samenstel. Elk der ringen 35 heeft een schroeflijnvorm, dat wil zeggen heeft een vorm afwijkend van de platte schijfvorm, die de in de vorige uitvoeringsvormen weergegeven elementen hadden. Uiteraard 15 kunnen deze ringen ook weer zodanig zijn uitgevoerd, dat deze een spiraalvorm met overlappende uiteinden hebben.
Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding, zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een 20 geleidingsnok voor het van het cilindrische samenstel losgemaakte deel van een element, welke nok niet alleen een buitenwaartse uitbuiging oplegt, maar tevens een buiging loodrecht daarop, waardoor de in Fig. 4 weergegeven configuratie van het element wordt verkregen. Het zal duidelijk zijn dat door een geschikte geleiding van het losgemaakte en 25 verder gedraaide element elke gewenste, voor het betreffende toepassingsgeval geschikte verbuiging is te verwezenlijken. Wat betreft het materiaal voor het vervaardigen van de elementen wordt opgemerkt, dat dit elke gewenste en geschikte kunststof kan zijn naast uiteraard een metaal.
401 6 43 2
Claims (14)
1. Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element dat twee uiteinden en een gekromde vorm heeft, met het kenmerk, dat een aantal van dergelijke elementen dat door naast elkaar plaatsen en aaneen hechten is samengevoegd tot een 5 cilindervormig samenstel, ten opzichte van scheidingsmiddelen in rotatie wordt gebracht en in lengterichting zodanig wordt verschoven, dat de scheidingsmiddelen in contact komen met althans een van de uiteinden van het element dat het cilindervormige samenstel aan een uiteinde begrenst, waardoor ten gevolge van het ten opzichte van elkaar roteren van de 10 scheidingsmiddelen en het cilindervormige samenstel genoemd element wordt losgemaakt van het cilindervormige samenstel, waarbij een van de uiteinden van genoemd element in de richting van het voorwerp wordt geleid en genoemd element door voortgezette rotatie op of om het voorwerp wordt geschroefd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het cilindervormige samenstel stationair wordt opgesteld en de scheidingsmiddelen in rotatie worden gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de roterende scheidingsmiddelen duwend in contact worden gebracht met een eerste 20 uiteinde van genoemd element, waardoor genoemd element van het cilindervormige samenstel wordt gescheiden en in rotatie wordt gebracht en een tweede uiteinde van genoemd element in de richting van het voorwerp wordt geleid.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het 25 cilindervormige samenstel over een beperkte hoek draaibaar wordt opgesteld en in een eerste stand wordt gehouden tot het cilindervormige samenstel bij het tot stand komen van het duwende contact over de 10 1 6 432 beperkte hoek wordt geroteerd tot in een tweede stand, waarbij een splijtorgaan tijdens het roteren over de beperkte hoek het tweede uiteinde en een daarop aansluitend deel van genoemd element scheidt van het cilindervormige samenstel, dat vervolgens in de tweede stand tegen verdere 5 verdraaiing wordt geblokkeerd, waarna genoemd element door het verder draaien van de scheidingsmiddelen geheel van het cilindervormige samenstel wordt gescheiden, waarna het cilindervormige samenstel vanuit de tweede stand terug wordt gebracht naar de eerste stand.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 scheidingsmiddelen stationair worden opgesteld en het cilindervormige samenstel in rotatie wordt gebracht.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de scheidingsmiddelen bij het roteren van het cilindervormige samenstel splijtend in contact komen met een vooroplopend uiteinde van genoemd 15 element en een daaraan grenzend element van het cilindervormige samenstel en genoemd vooroplopend uiteinde in de richting van het voorwerp wordt geleid.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk element in een zodanig gekromde vorm wordt gebracht dat 20 het eerste uiteinde een buitengelegen uiteinde vormt en het tweede uiteinde een binnengelegen uiteinde dat door het buitengelegen uiteinde wordt overlapt.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het buitengelegen uiteinde in de richting van het voorwerp wordt geleid.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat elk element in de vorm van een platte schijf wordt vervaardigd en het buitengelegen uiteinde in axiale richting uit die schijfVorm wordt gebogen bij het naar het voorwerp leiden.
10. Cilindervormig samenstel te gebruiken bij een werkwijze volgens 30 een der voorgaande conclusies en samengesteld uit ten minste twee 10 16 43 2 i identieke elementen vervaardigd uit een veerkrachtig draad- of strengvormig materiaal, waarbij elk element een gekromde vorm met een eerste en een tweede uiteinde heeft en de ten minste twee elementen met telkens de eerste en de tweede uiteinden in lijn gelegen onderling 5 losmaakbaar aan elkaar zijn gehecht.
11. Cilindervormig samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat van elk van de ten minste twee elementen het eerste uiteinde een buitengelegen uiteinde is en het tweede uiteinde een binnengelegen uiteinde, waarbij het binnengelegen uiteinde door het buitengelegen 10 uiteinde wordt overlapt.
12. Cilindervormig samenstel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat elk van de ten minste twee elementen de vorm van een platte schijf heeft.
13. Cilindervormig samenstel volgens conclusie 10 of 11, met het 15 kenmerk, dat elk van de ten minste twee elementen de vorm van een spiraalveer heeft.
14. Cilindervormig samenstel volgens een der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat van elk van de ten minste twee elementen althans een der uiteinden haakvormig is omgebogen. 101 6 43 2
Priority Applications (17)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016432A NL1016432C1 (nl) | 2000-10-18 | 2000-10-18 | Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. |
DE60030586T DE60030586T2 (de) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Verfahren und vorrichtung zur gegenseitigen verbindung von länglichen elementen wie stahlbetonstäben |
US10/168,291 US6994485B2 (en) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Method and apparatus for mutually connecting elongated elements, such as reinforcement rods |
JP2001547021A JP4303909B2 (ja) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | 強化ロッド等の細長いエレメントを互いに連結するための方法及び装置 |
MXPA02006088A MXPA02006088A (es) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Metodo y aparato para unir mutuamente elementos alargados, tales como varillas de refuerzo. |
AU32443/01A AU783190B2 (en) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Method and apparatus for mutually connecting elongated elements, such as reinforcement rods |
CNB00817475XA CN1200188C (zh) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | 用于相互连接例如加强杆等细长元件的方法和装置 |
BR0016526-3A BR0016526A (pt) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Método para mutuamente ligar pelo menos dois elementos alongados, e, mola com enrolamento e conjunto cilìndrico para uso no mesmo |
DK00991340T DK1242698T3 (da) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Fremgangsmåde og apparat til sammenkobling af aflange elementer, såsom armeringsstænger |
KR1020027007880A KR100749977B1 (ko) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | 보강용 로드와 같이 가늘고 긴 부재를 서로 연결하기 위한장치 및 방법 |
CA002394129A CA2394129C (en) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Method and apparatus for mutually connecting elongated elements, such as reinforcement rods |
ES00991340T ES2272359T3 (es) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Metodo y aparato, para unir mutuamente elementos alargados, tales como redondos de armadura. |
AT00991340T ATE338860T1 (de) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Verfahren und vorrichtung zur gegenseitigen verbindung von länglichen elementen wie stahlbetonstäben |
EP00991340A EP1242698B1 (en) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Method and apparatus for mutually connecting elongated elements, such as reinforcement rods |
PCT/NL2000/000937 WO2001046537A1 (en) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Method and apparatus for mutually connecting elongated elements, such as reiforcement rods |
PT00991340T PT1242698E (pt) | 1999-12-20 | 2000-12-20 | Procedimento e equipamento para ligação conjunta de dois elementos alongados, por exemplo, duas hastes para armaduras de betão |
CY20061101763T CY1106281T1 (el) | 1999-12-20 | 2006-12-06 | Μεθοδος και συσκευη για αμοιβαια συνδεδεμενα επιμηκυμενα στοιχεια, οπως ειναι οι ραβδοι ενισχυσεως |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016432 | 2000-10-18 | ||
NL1016432A NL1016432C1 (nl) | 2000-10-18 | 2000-10-18 | Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1016432C1 true NL1016432C1 (nl) | 2002-04-22 |
Family
ID=19772267
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1016432A NL1016432C1 (nl) | 1999-12-20 | 2000-10-18 | Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1016432C1 (nl) |
-
2000
- 2000-10-18 NL NL1016432A patent/NL1016432C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL192052C (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een blind schroefanker. | |
US10041965B2 (en) | Modified device for transporting a container of biological products in a laboratory automation system | |
JP2007046723A (ja) | 樹脂コイルばねの製造方法および樹脂コイルばね | |
JP2019115770A (ja) | 所定の配向に伸長物体を取り外し可能に保持するためのデバイスおよび所定の配向に配置された伸長物体を輸送するためのシステム | |
NL1016432C1 (nl) | Werkwijze voor het op of om een voorwerp aanbrengen van een draad- of strengvormig element en een samenstel van dergelijke elementen. | |
US11161712B2 (en) | Optical fibre spool | |
RU2018110244A (ru) | Система и способ разгрузки узла хранения трубчатой формы | |
KR100749977B1 (ko) | 보강용 로드와 같이 가늘고 긴 부재를 서로 연결하기 위한장치 및 방법 | |
EP0440270B1 (en) | Fixing bundle of elongate members or an elongate element having a non-cylindrical outer surface to a support | |
KR19990008409A (ko) | 신속착탈형 스크류, 그 제조방법과 분리용 공구 | |
KR101960065B1 (ko) | 볼트 너트 체결 장치 | |
EP2589559A2 (en) | Drum for storing and dispensing a reeled clip line | |
EP3362271B1 (en) | Tire bead former | |
GB2581846A (en) | A hook for use in a garment hanger | |
WO2016131798A1 (en) | Coil of cutting wire for a vegetation cutting machine | |
FR2886530A1 (fr) | Dispositif-presentoir pour le conditionnement et la vente d'articles en libre-service | |
AU2007253582A1 (en) | Support coil with mechanical locking device and method for its manufacture | |
US20160152368A1 (en) | Labelling machine with carrousel | |
NL1009686C2 (nl) | Schrapertransporteur, en aandrijfwiel daarvoor. | |
US3456897A (en) | Twine supply holder | |
NL1013890C2 (nl) | Werkwijze en wikkelveer voor het onderling verbinden van langgerekte elementen, zoals wapeningsstaven. | |
SE469836B (sv) | Monterbar kabeltrumma samt sätt för dess framställning | |
GB1586539A (en) | Core support | |
WO2009062533A1 (en) | Device for bending an edge of a container and method for fastening an object inside a container | |
BE687061A (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050501 |