NL1015614C2 - Ontveller voor karkassen van gevogelte. - Google Patents

Ontveller voor karkassen van gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1015614C2
NL1015614C2 NL1015614A NL1015614A NL1015614C2 NL 1015614 C2 NL1015614 C2 NL 1015614C2 NL 1015614 A NL1015614 A NL 1015614A NL 1015614 A NL1015614 A NL 1015614A NL 1015614 C2 NL1015614 C2 NL 1015614C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
skin
skinner
rollers
carcasses
carcass
Prior art date
Application number
NL1015614A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Eliza Hazenbroek
Bastiaan Verrijp
Original Assignee
Systemate Group Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19771662&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1015614(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Systemate Group Bv filed Critical Systemate Group Bv
Priority to NL1015614A priority Critical patent/NL1015614C2/nl
Priority to EP01202575A priority patent/EP1169921B2/en
Priority to DE60110690T priority patent/DE60110690T3/de
Priority to US09/899,319 priority patent/US7070493B2/en
Priority to DK01202575.5T priority patent/DK1169921T4/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1015614C2 publication Critical patent/NL1015614C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0092Skinning poultry or parts of poultry

Description

2 het vel over het algemeen niet als één geheel van het gevogelte afgehaald kan worden. Daardoor kunnen resten vel achterblijven of kan het vel in zijn geheel achterblijven. Ook kunnen vliezen die zich tussen het vel en het vlees 5 bevinden achterblijven. In andere gevallen kan het vlees beschadigd raken bij het ontvellen.
US-A-4.856.143 tracht deze problemen op te lossen middels een ontveller die voorzien is van twee tegengesteld roterende rechte cirkelkegels met in elkaar 10 grijpende tanden als velgrijpmiddelen. De velgrijplijn van de kegels is parallel aan de aanvoerrichting. Door middel van een sensor is de hoogte van de kegels vóór het ontvellen in zekere mate in te stellen. Tijdens het ontveller is de velgrijplijn verder stationair ten opzichte van het 15 karkas. Onder meer door de toenemende snelheid tussen de kegels kan he.t vel stuk gaan, en kan het voorkomen dat het vel niet rondom in zijn geheel van het karkas getrokken worden. Bovendien zal het rugvlies niet verwijderd worden.
Een doel van de uitvinding is hierin althans 20 gedeeltelijk verbetering te brengen.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur met steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, 25 welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen in een aanvoerrichting langs ten minste één bewerkingsin-stallatie te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller voorzien is van velgrijpmiddelen 30 voor het grijpen van het vel en middelen voor het relatief ten opzichte van het karkas en in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de aanvoerrichting bewegen van de velgrijpmiddelen tijdens ontvellen.
Doordat de ontveller voorzien is van middelen 35 voor het relatief ten opzichte van het karkas en in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de aanvoerrichting bewegen van de velgrijpmiddelen, wordt de mogelijkheid geschapen 1015614 3 het vel ongeschonden en in zijn geheel van het karkas te verwijderen op een snelle en zekere manier. Hierdoor is de ontveller in het bijzonder geschikt om ingezet te worden in industriële verwerkingslijnen.
5 Een betere en zekerder ontvelling wordt bereikt wanneer velgrijpmiddelen een velgrijplijn definiëren die transversaal is ten opzichte van de aanvoerrichting. Het verdient daarbij de voorkeur wanneer de transporteur voorzien is van vertikale steunen. De steun is daarbij 10 gelegen in het symmetrievlak van het karkas.
Om het vel goed en zeker te kunnen grijpen, onafhankelijk van de vorm en afmeting van het karkas, is de ontveller voorzien van aandrukmiddelen voor het aandrukken van de velgrijpmiddelen op het karkas of gedeelte 15 daarvan. Dit gaat nog eenvoudiger wanneer de ontveller voorzien is van middelen voor het naar het karkas toe bewegen van de velgrijpmiddelen.
Om het vel te kunnen grijpen van karkassen van verschillende afmetingen, en om het vel goed van het 20 karkas af te kunnen trekken, omvat de ontveller een arm, in hoofdzaak loodrecht op de aanvoerrichting, die voorzien is van velgrijpmiddelen. Bij voorkeur is de arm aan het ene uiteinde voorzien van een draaias waaromheen de arm kan roteren, en aan de andere zijde voorzien van velgrijp-25 middelen die langs de arm verplaatsbaar zijn. Om de velgrijpmiddelen goed tegen het karkas aan te drukken is bij voorkeur de arm voorbij het draaipunt verlengd zodat een hefboom ontstaat. Het draaipunt kan zowel onder als boven het karkas liggen. Door nu de verlengde arm te voorzien 30 van aandrukmiddelen kan de arm die voorzien is van velgrijpmiddelen naar het karkas toe bewogen worden. Hierdoor ontstaat een grote flexibiliteit in soorten en maten van karkassen die ontveld kunnen worden.
De velgrijpmiddelen omvatten bij voorkeur twee 35 tegengesteld en vanuit het karkas gezien naar elkaar toe draaiende rollen. Door dergelijke rollen kan het vel op zekere wijze gegrepen worden. Bovendien kan de afstand 1015614 4 tussen het karkas en het punt waar het vel vastgegrepen worden klein blijven doordat het vel om één van beide rollen kan wikkelen. Daarbij omvat bij voorkeur slechts één van beide rollen middelen voor het aandrijven daarvan.
5 De andere rol kan vrij meeroteren. Daardoor ontstaat minder kans op beschadiging van het vel.
De rollen opgesteld zijn ten opzichte van elkaar om het vel te grijpen en te houden.
Om te voorkomen dat het vel tussen de rollen uit 10 slipt of niet gegrepen wordt, zijn de rollen voorzien van een velgrijpend oppervlak. Bij voorkeur zijn de rollen voorzien zijn van ribbels in de langs richting, bij voorkeur van een vlakke vertanding. De vertandingen zijn bij voorkeur een halve steek verschoven ten opzichte van 15 elkaar en grijpen dan bij voorkeur enigszins in elkaar, maar niet volledig. Bij voorkeur omvat één der rollen, bij voorkeur een niet-aangedreven rol, een middengedeelte dat rondom voorzien is van een geribbeld oppervlak, en buitenkanten ofwel uiteinden met een diameter kleiner dan het 20 middengedeelte, dat bij voorkeur niet voorzien van ribbels of glad is. Hierdoor wordt beschadiging van de zijkanten van het vel voorkomen, hetgeen zeer voordelig bleek te zijn voor het rondom ontvellen.
Om het vel na het ontvellen te verwijderen uit 25 de ontveller, is deze bij voorkeur voorzien van afgifte-middelen voor het vel. Dergelijke afgiftemiddelen omvatten, voor eenvoudige en zekere afgifte, middelen voor het langs zijn rotatieas verplaatsen van één van beide rollen.
Dergelijke middelen kunnen een uitstootplaat 30 omvatten, loodrecht op de lengteas van beide rollen, waarbij de eerste rol op de uitstootplaat bevestigd is, en de uitstootplaat voorzien is van een gat voor het over de tweede rol heen schuiven, waarbij de uitstootplaat voorzien is van middelen voor het vanuit een ruststand naar 35 buiten over en loodrecht op de rotatieas van de tweede rol bewegen van de uitstootplaat naar een afgiftestand. Hierdoor wordt het vel aan de zijkanten uitgestoten, zodat een 1015614 5 zekere afgifte optreedt en het vel niet in de inrichting terecht komt, waar het vel voor verontreiniging of storing kan zorgen.
Bij voorkeur staan de middelen voor het lood-5 recht op de aanvoerrichting bewegen van de velgrijpmidde-len in verbinding met middelen voor het doen draaien van de rollen. Meer bij voorkeur roteren de middelen voor loodrecht op de aanvoerrichting bewegen van de velgrijp-middelen ten minste één van de rollen. Hierdoor ontstaat 10 een eenvoudige en zekere constructie.
Bij voorkeur omvat de inrichting een rails parallel aan de aanvoerrichting, waarop de ontveller verplaatsbaar bevestigd is. Hierdoor kan de ontveller tijdens het ontvellen met de steunen en het karkas meelo-15 pen, waardoor geen oponthoud ontstaat in de verwerkings-li jn.
Om de ontveller goed tegen het karkas aan te drukken en de diverse handelingen goed te kunnen coördineren omvat de inrichting ten minste één sensor voor het 20 lokaliseren van de steunen ten opzichte van de ontveller. Daarnaast omvat de ontveller ten minste één sensor voor het lokaliseren van de velgrijpmiddelen op de ontveller, bij voorkeur ten minste een sensor voor het detecteren of de velgrijpmiddelen zich nabij de tip van het karkas 25 bevinden, waar de velgrijpmiddelen moeten beginnen met grijpen van het vel.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het ontvellen van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, in het bijzonder kippen, waarbij 3 0 velgrijpmiddelen het vel aan een zijde van het karkas vastgrijpen, en de velgrijpmiddelen langs het karkas bewogen worden in een aftrekrichting van het vel, waarbij het vel in hoofdzaak loodrecht op het karkas ter plaatse van een loslaatgedeelte van het karkas getrokken wordt. 35 Bij voorkeur wordt daarbij het vel in de richting van het borstbeen vanaf de onderzijde of tip van het borstbeen naar de bovenzijde van het borstbeen getrokken.
1015614 6
Bij voorkeur omvatten de velgrijpmiddelen rollen die tegen het karkas aangedrukt worden, ten minste één van beide rollen geroteerd wordt zodat het vel tussen de rollen gegrepen wordt, waarna de rollen langs het karkas 5 bewogen worden in de aftrekrichting van het vel terwijl de rollen draaien in tegengestelde richting, daarbij het vel tussen zich klemmend en om één der rollen wikkelend.
Door toepassing van de rollen is de kans dat het vel beschadigd raakt en het karkas niet volledig ontveld 10 wordt aanzienlijk kleiner.
Bij voorkeur wordt na het bereiken van de andere zijde van het karkas de ontveller relatief ten opzichte van het karkas tegengesteld aan de aanvoerrichting bewogen, daarmee het vel van de andere zijde van het karkas 15 aftrekkend, waarna het vel van de rollen afgeschoven kan worden. De andere zijde is de zijde die bij aanvang van het ontvellen van de ontveller afgewend is. Daarmee kan het karkas rondom ontveld worden.
Door het verder doorlopen van de ontveller ten 20 opzichte van het karkas wordt ook het vel aan de achterzijde, i.e. de zijde tegenover de zijde waar het ontvellen begonnen is, van het karkas af getrokken.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten 25 daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen in een aanvoerrichting langs bewerkingsin-stallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller 30 omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller een arm loodrecht op de aanvoerrichting omvat welke voorzien is van velgrijpmiddelen voor het grijpen van het vel.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een 35 inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeel- 1015614 7 ten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller 5 velgrijpmiddelen omvat en voorzien is van middelen voor het bewegen van de velgrijpmiddelen in een symmetrievlak van het karkas. Bij voorkeur zijn de velgrijpmiddelen beweegbaar in het symmetrievlak van het karkas en langs het karkas. Hierdoor blijkt de spanning op het vel tijdens 10 het ontvellen gereduceerd te worden en de kans op scheuren af te nemen.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvat-15 tende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller 20 velgrijpmiddelen omvat en afgiftemiddelen voor het uitsto-ten van het vel uit de velgrijpmiddelen. Hierdoor kan het vel snel verwijderd worden en is de ontveller weer snel klaar voor gebruik, en treedt geen verstopping op.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 25 inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, 30 waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller velgrijpmiddelen omvat, welke velgrijpmiddelen een vel-grijplijn hebben loodrecht op de aanvoerrichting. Bij voorkeur is de velgrijplijn in hoofdzaak loodrecht op het 35 symmetrievlak van het karkas. Hierdoor kan het vel goed van het karkas verwijderd worden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een 1015814 8 inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen 5 om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller velgrijpmiddelen omvat, welke velgrijpmiddelen twee tegengesteld roteerbare knijpende rollen omvat, waarbij de 10 ontveller middelen omvat voor het verplaatsen van de rollen welke middelen tevens middel is voor het roteren van ten minste één van de rollen.
Hierdoor is een eenvoudige en storingsvrije constructie mogelijk.
15 De ontveller is in het bijzonder efficiënt voor het ontvellen van karkassen en borstkap op industriële schaal van karkassen en delen daarvan waarbij een borstbeen aanwezig is. De ontveller omvat daarbij middelen voor het langs het borstbeen bewegen van de velgrijpmiddelen.
20 De genoemde maatregelen kunnen onderling gecombineerd worden waardoor een ontveller ontstaat die met groot voordeel op industriële schaal, in het bijzonder in een verwerkingslijn zoals langs een rechte slachtlijn, ingezet kan worden, bedrijfszeker is en snel.
25 Enige voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvin ding zijn getoond in de figuren, ter toelichting daarvan. Hierin toont:
Figuur 1 een zijaanzicht van een gedeelte van de inrichting met ontveller, 30 figuur 2 een vooraanzicht van de velgrijpmidde len, figuur 2A een zijaanzicht volgens lijn IIA van de rollen, figuur 3 de velafgiftemiddelen, 35 figuur 4A een vooraanzicht tijdens het ontvel len, figuur 4B een achteraanzicht tijdens het ontvel- 1015614 9 len, figuur 4C een vooraanzicht van de eindfase van het ontvellen, figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm.
5 Figuur 1 toont een gedeelte van een inrichting 1 volgens de uitvinding. Een dergelijke inrichting omvat onder andere een transporteur 2 met steunen 3 verplaatsbaar daarop bevestigd. In de figuur is een vertikaal rechtopstaande steun 3 weergegeven. De transporteur 2 is 10 voorzien van middelen (niet weergegeven) om de steunen 3 langs de aanvoerrichting A te bewegen. Op de steunen 3 zijn middelen (niet weergegeven) aanwezig om het karkas 4 vast te houden. Een dergelijks steun 3 is bijvoorbeeld beschreven in US-A-5.951.393. Op de steun 3 is een 15 borst/rug gedeelte van een karkas 4 van bijvoorbeeld een kip vastgezet. 4a is daarbij de borstkastip, 4b de nekzij-de, 4c de rugzijde en 4d de borstzijde.
De ontveller 5 is voorzien van een frame x. Het frame x is beweegbaar langs een rail 23 in een richting A 20 en een richting tegengesteld daaraan middels niet getoonde middelen. Aan het frame x is een naar beneden reikende, beweegbare arm 10b bevestigd, roteerbaar om as 11, met aan arm 10b een houder 8 waaraan velgrijpmiddelen 6 bevestigd zijn (in de figuur aan de verborgen zijde: De velgrijp- 25 middelen zijn weergegeven in figuren 2-4C). De houder 8 is naar boven en naar beneden beweegbaar in de richting B middels pneumatische cilinder 30, en zuigerstang 31. In de figuur glijdt de houder 8 over glij-stangen 26.
De arm 10b is verlengd door arm 10a. Arm 10b en 30 10a vormen een hefboom met draaias 11, in hoofdzaak lood recht op de aanvoerrichting A. Aan frame x is tevens een pneumatische cilinder 9a bevestigd met zuigerstang 9 die aandrukt tegen arm 10a. De hefboom 10a,b en pneumatische cilinder 9a met zuigerstang 9 vormen middelen 7 voor het 3 5 naar voren en naar achteren bewegen van de velgrijpmiddelen 6, naar het karkas 4 toe en tegen het karkas 4 aan. Door het handhaven van een constante druk in de pneumati- 1015614 10 sche cilinder kan een constante aandrukkracht gehandhaafd worden. Het is natuurlijk ook mogelijk om de opstelling om te keren, dat wil zeggen het draaipunt van de hefboom onder het karkas te kiezen, en de velgrijpmiddelen op de 5 bovenste arm aan te brengen. In verband met mogelijke verontreiniging is echter de eerstgenoemde opstelling te verkiezen.
Figuur 2 toont een vooraanzicht van de ontvelIer 5. Een karkas 4 beweegt met een steun 3 naar de ontveller 10 in de aanvoerrichting A. De velgrijpmiddelen worden hier gevormd door een eerste onderste rol 12 en een tweede bovenste rol 13. de lijn waar het oppervlak van de rollen elkaar het dichtst nadert is in de figuur aangegeven als de velgrijplijn G. De rollen zijn cirkelcilindrisch van 15 vorm. De (in dit geval) onderste rol 12 is voorzien van ribbels, langs de asrichting van de rol over de gehele lengte van de rol en de bovenste rol 13 alleen in een middengebied 14 voorzien is van een geribbeld gedeelte met ribben in de langsrichting van de rol. De uiteinden 13a 20 zijn glad en niet voorzien van ribbels. Door één van de rollen slechts in een middengebied 14 te voorzien van een geribbeld gedeelte wordt voorkomen dat het vel aan de omgebogen gedeelten van het karkas vermorzeld wordt: Indien het vel aan de randen beschadigd wordt bestaat de 25 kans dat aan de zijkanten van het karkas het vel niet volledig verwijderd wordt.
In figuur 1 en 2 is de houder 8 welke tijdens het ontvellen loodrecht op de aanvoerrichting A in de richting B beweegbaar is weergegeven. Aangezien de steunen 30 3 rechtop geplaatst zijn, betekent dat in dit geval dat de velgrijpmiddelen op en neer, loodrecht op de aanvoerrichting A en parallel aan het symmetrievlak S van het karkas, bewegen. De houder 8 wordt door de pneumatische cilinder 30 en zuigerstang 31 op en neer bewogen. De gehele houder 35 met de velgrijpmiddelen glijdt daarbij over de beide glijstangen 26 aan weerszijde van een heugel 15. De onderste rol 12 is verbonden met een tandwiel (in houder 8, 1015614 11 niet weergegeven) . Bij het op- en neer bewegen van de houder 8 met velgrijpmiddelen 6 loopt dit tandwiel over de heugel 15 en vormen het tandwiel en de heugel 15 een ronsel-tandheugel stel die rol 12 in rotatie aandrijft. De 5 middelen voor het op en neer bewegen van de velgrijpmiddelen zorgen daardoor dan tevens voor de rotatie van de rol 12 .
In figuur 2A is een zijaanzicht ven de rollen 12 en 1.3 te zien, waarbij de rotatierichting ten opzichte van 10 het karkas 4 is aangegeven. Het is duidelijk te zien dat de ribbels een vlakke vertanding hebben en op een halve steek verschoven zijn. De tanden grijpen in elkaar, maar niet geheel, om het vel niet te beschadigen of te scheuren. De rol 13 wordt aldus ook aangedreven door rol 12.
15 In figuur 3 zijn in detail de afgiftemiddelen 16 te zien, weergegeven in de positie waarbij het vel uitgestoten is. Door middel van de afgiftemiddelen is het afgetrokken vel zeer snel zijwaarts uit de ontveller 5 te verwijderen. In de figuur is een uitstootplaat 17 weerge-20 geven voorzien van een gat 19, waardoor de uitstootplaat 17 over de onderste rol 12 schuifbaar is. De uitstootplaat 17 is daarbij bevestigd aan de behuizing voor de aandrijf-middelen 8 middels stangen 18 die door de behuizing kunnen schuiven.
25 Daarnaast is een aandrijfstang 20 weergegeven waardoor de plaat 17 heen en weer beweegbaar is tussen een ingetrokken stand en een afgiftestand. De bovenste rol 13 voorzien van het in het midden geribbelde gedeelte 14 kan daarbij ofwel aan de uitstootplaat 17 bevestigd zijn op 30 een manier waarbij de rol vrij kan draaien. Ook is het mogelijk dat de rol voorzien is van een geleiding waardoor de rol over de aandrijfstang 20 kan schuiven en waarbij de rol aan het uiteinde voorzien is van vasthoudmiddelen waardoor de rol 13 in de uiterste stand vastgehouden wordt 35 aan het uiteinde van de aandrijfstang 20. De rol 13 is bij voorkeur vrij-roterend aangebracht.
De uitstootplaat wordt aangedreven door een gasdruk- 1015814 12 of pneumatische cilinder 21 welke verbonden is met de aandrijfstang 20, de zuigerstang van de pneumatische cilinder.
Fig. 4a, 4b en 4c laten een voor- en achteraan-5 zicht en opvolgende fase van het ontvellen zien van de werkwijze volgens de uitvinding. In de uitgangspositie bevinden de rollen zich nabij het draaipunt 11 van figuur 1. In de stand van figuur 2 was te zien dat de rollen 12 en 13 tegen de karkas aangedrukt werden, aan de tipzijde 10 van het karkas. Hiervoor zijn de aangrijpmiddelen naar beneden bewogen langs de karkas om het vel reeds enigszins te ruwen en mogelijk los te maken van het karkas. Tijdens deze bewegingen, en zelfs gedurende de gehele ontvel-procedure lopen de steunen op de transporteur gewoon door. 15 Een sensor detecteert wanneer de houder de onderzijde van arm 10b bereikt heeft. Relatief nadert de ontveller de steunen eerst en beweegt daartoe bijvoorbeeld tegen de aanvoerrichting in en neemt, wanneer de velgrijpmiddelen het karkas bereikt hebben, de snelheid en bewegingsrich-20 ting van het karkas aan.
Nadat door de sensor gedetecteerd is dat de ontveller de onderzijde van de arm 10b bereikt heeft, worden de velgrijpmiddelen naar het karkas toe bewogen middels de middelen voor het naar voren en naar achteren 25 bewegen van de velgri jpmiddelen 6 en tegen het karkas 4 aan gedrukt: De pneumatische cilinder 9 wordt op druk gebracht waardoor arm 10a in de aanvoerrichting beweegt en arm 10b tegen de aanvoerrichting in beweegt. De velgrijp-middelen grijpen het vel aan de onderzijde van het karkas, 30 bij de tip, terwijl de ontveller 5 in zijn geheel met de steun 3 mee beweegt.
Eén (12) van de rollen wordt vervolgens direct in rotatie gebracht door het omhoog bewegen van houder 8, waardoor het vel tussen de twee rollen van de velgrijpmid-35 delen 6 gegrepen wordt. De rol 13 wordt aangedreven via de tandingrijping met rol 12. De rollen roteren daarbij tegengesteld aan elkaar, naar de grijplijn G toe: De 1015814 13 rollen zijn dus knijpend. Vervolgens worden de rollen omhoog bewogen naar de stand zoals weergegeven in figuur 4a, terwijl de rollen tegengesteld ten opzichte van elkaar draaien en daarmee het vel tussen de geribbelde gedeelten 5 grijpen. Mede doordat de bovenste rol 13 enigszins meegeeft in rotatie zal het vel bij doorvoer tussen de ver-tandingen niet scheuren. Bij het omhoog gaan naar de stand zoals weergeven in figuur 4a wordt het vel samen met de verschillende vliezen van het vlees afgetrokken zodat het 10 blanke vlees overblijft. Door het gelijktijdig draaien van de rollen en het omhoog bewegen wordt het vel steeds ongeveer loodrecht van het vlees afgetrokken of opgelicht. Ook is de afstand tussen het punt waar het vel van het vlees loskomt en het punt waar het vel geklemd wordt 15 ongeveer gelijk aan de straal van de rollen. Hierdoor wordt de kans op scheuren van het vel verkleind.
Boven aangekomen in de stand van figuur 4a stopt de meegaande beweging van de ontveller en loopt de steun 3 gewoon door. Hierdoor wordt het vel over de bovenkant van 20 het karkasgedeelte heengetrokken zoals weergegeven in figuur 4b. De velgrijpmiddelen gevormd door de rollen houden hierbij het vel stevig vast en doordat de steun nu van de ontveller af beweegt, wordt het vel van het karkas afgetrokken. Dit is weergegeven in figuur 4c, waar de 25 steun met karkas de ontveller gepasseerd is en de ontveller het vel tussen de rollen blijft vasthouden zodat het vel samen met het borstvlies ook van de achterzijde van het karkas afgetrokken wordt. Hierdoor blijft een volledig ontveld karkas over zonder velresten. Bovendien is het 30 vlees niet beschadigd. Door de beweging van de rollen gecombineerd met de rotatie van de rollen wordt het vel nagenoeg loodrecht van het vlees afgetrokken waardoor het ontvellen zeker verloopt.
Wanneer het karkas een bepaalde afstand van de 35 ontveller verwijderd is en het vel dus in zijn geheel losgekomen is van het karkas treden de afgiftemiddelen, in detail weergegeven in de reeds besproken figuur 3, in I ^ i Jy * 14 werking. De gascilinder 21 zal de plaat 17 uitstoten over de onderste rol en de bovenste rol zal met de uitstootplaat meegaan. Hierdoor schuift het vel van de onderste rol af en wordt het vel zijwaarts weggeschoten.
5 Na het uit stoten zal plaat 17 weer terug keren in de oorspronkelijke stand en de twee rollen weer boven en tegen elkaar gepositioneerd zijn.
Figuur 5 toont een inrichting voorzien van een ontveller waarbij 3 ontvellers zoals boven beschreven aan 10 elkaar gekoppeld zijn. Hierdoor kunnen 3 karkassen tegelijkertijd ontveld worden waarna het geheel opschuift, tegen de richting van de karkassen in, naar de volgende 3 karkassen. Hierdoor is een zeer snelle verwerking mogelijk. In de figuur is duidelijk te zien dat de ontveller 15 gemonteerd is op een rail 23 waardoor de gehele ontveller beweegbaar is ten opzicht van de transporteur 2. Hierdoor zal de ontveller eerst naar de karkas toe bewegen, vervolgens door de aandrukmiddelen 9 tegen het karkas aangedrukt worden terwijl de ontveller met de karkassen mee beweegt, 20 vervolgens zullen de velgrijpmiddelen omhoog bewogen worden en bovenaan het karkas waardoor het vel van de voorzijde van het karkas afgetrokken wordt. Vervolgens zal de ontveller stil 'staan ten opzichte van de karkassen of niet minder snel mee beweegt met de karkassen waardoor het 25 vel van het hele karkas afgetrokken wordt. Vervolgens wordt het vel uitgestoten en gaat de ontveller weer terug bewegen en pakt de volgende 3 karkassen om te behandelen.
1015814

Claims (27)

15
1. Inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur met steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van 5 middelen om de steunen in een aanvoerrichting langs ten minste één bewerkingsinstallatie te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller voorzien is van velgrijpmiddelen voor het grijpen van het vel en 10 middelen voor het relatief ten opzichte van he*· 1 rkas en in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de aanvoerrichting bewegen van de velgrijpmiddelen tijdens ontvellen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de velgrijpmiddelen een velgrijplijn definiëren die trans- 15 versaal is ten opzichte van de aanvoerrichting.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de transporteur voorzien is van vertikale steunen.
4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de ontveller voorzien is van aandruk- 2. middelen voor het aandrukken van de velgrijpmiddelen op het karkas of gedeelte daarvan.
5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de ontveller voorzien is van middelen voor het naar het karkas toe bewegen van de velgrijpmid- 25 delen.
6. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de ontveller een arm omvat, in hoofdzaak loodrecht op de aanvoerrichting, die voorzien is van velgrijpmiddelen. 3 0 7. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de velgrijpmiddelen twee tegengesteld 10156 H 16 en vanuit het karkas gezien naar elkaar toe draaiende rollen omvatten, die bij voorkeur voorzien zijn van een velgrijpend oppervlak.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij 5 slechts één van beide rollen middelen omvat voor het aandrijven daarvan, waarbij bij voorkeur die rol de andere rol aandrij ft.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de rollen opgesteld zijn ten opzichte van elkaar om het 10 vel te grijpen en te houden.
10. Inrichting volgens één der conclusies 7-9, waarbij de rollen voorzien zijn van ribbels in de langs-richting, bij voorkeur een vlakke vertanding, waarbij de vertanding bij voorkeur versprongen is en enzigszins, doch 15 niet volledig, in elkaar grijpt.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij één der rollen, bij voorkeur een niet-aangedreven rol, een middengedeelte omvat dat rondom voorzien is van een geribbeld oppervlak, en buitenkanten met een diameter kleiner 20 dan het middengedeelte.
12. Inrichting volgens één der conclusies 7-11, waarbij de steunen ingericht zijn voor het opstaand houden van de karkassen, en waarbij de rollen horizontaal gericht zijn.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de lengteassen van de rollen in hoofdzaak loodrecht op de aanvoerrichting gericht zijn.
14. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, voorzien van afgiftemiddelen voor het vel, 30 welke bij voorkeur middelen omvatten voor het langs zijn rotatieas verplaatsen van één van beide rollen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de middelen een uitstootplaat omvatten, loodrecht op de lengteas van beide rollen, waarbij de eerste rol op de 35 uitstootplaat bevestigd is, en de uitstootplaat voorzien is van een gat voor het over de tweede rol heen schuiven, waarbij de uitstootplaat voorzien is van middelen voor het 1015614 17 vanuit een ruststand naar buiten over en loodrecht op de rotatieas van de tweede rol bewegen van de uitstootplaat naar een afgiftestand.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, waar-5 bij de middelen voor het loodrecht op de aanvoerrichting bewegen van de velgrijpmiddelen in verbinding staan met middelen voor het doen draaien van de rollen.
17. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een rails parallel aan de aanvoerrich- 10 ting, waarop de ontveller verplaatsbaar bevestigd is.
18. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, omvattende een sensor voor het lokaliseren van de steunen ten opzichte van de ontveller.
19. Werkwijze voor het ontvellen van karkassen, 15 of gedeelten daarvan, van gevogelte, in het bijzonder kippen, waarbij velgrijpmiddelen het vel aan een zijde van het karkas vastgrijpen, en de velgrijpmiddelen langs het karkas bewogen worden in een aftrekrichting van het vel, waarbij het vel in hoofdzaak loodrecht op het karkas ter 20 plaatse van een loslaatgedeelte van het karkas getrokken wordt.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de velgrijpmiddelen rollen omvatten die tegen het karkas aangedrukt worden, ten minste één van beide rollen gero- 25 teerd wordt zodat het vel tussen de rollen gegrepen wordt, waarna de rollen langs het karkas bewogen worden in de aftrekrichting van het vel terwijl de rollen draaien in tegengestelde richting, daarbij het vel tussen zich klemmend en om één der rollen wikkelend.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij na het bereiken van de andere zijde van het karkas de ontveller relatief ten opzichte van het karkas tegengesteld aan de aanvoerrichting beweegt, daarmee het vel van de andere zijde van het karkas aftrekkend, waarna het vel van de 35 rollen afgeschoven wordt.
22. Inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een trans- 1015614 18 porteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen in een aanvoerrichting langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting 5 een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller een arm loodrecht op de aanvoerrichting omvat voorzien is van velgrijpmiddelen voor het grijpen van het vel.
23. Inrichting voor het verwerken van karkassen, 10 of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het 15 ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller velgrijpmiddelen omvat en voorzien is van middelen voor het bewegen van de velgrijpmiddelen in een symme-trievlak van het karkas.
24. Inrichting voor het verwerken van karkassen, 20 of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het 25 ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller velgrijpmiddelen omvat en afgiftemiddelen voor het uitstoten van het vel uit de velgrijpmiddelen.
25. Inrichting voor het verwerken van karkassen, of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een trans- 30 porteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke 35 ontveller velgrijpmiddelen omvat, welke velgrijpmiddelen een velgrijplijn hebben loodrecht op de aanvoerrichting.
26. Inrichting voor het verwerken van karkassen, IvJ 10 0 1 '•f* 19 of gedeelten daarvan, van gevogelte, omvattende een transporteur omvattende steunen voor het houden van de karkassen of gedeelten daarvan, welke transporteur voorzien is van middelen om de steunen langs bewerkingsinstallaties te 5 voeren, waarbij de inrichting een ontveller omvat voor het ontvellen van de karkassen of gedeelten daarvan, welke ontveller velgrijpmiddelen omvat, welke velgrijpmiddelen twee tegengesteld roteerbare knijpende rollen omvat, waarbij de ontveller middelen omvat voor het verplaatsen 10 van de rollen welke middelen tevens middel is voor het roteren van ten minste één van de rollen.
27. Ontveller, kennelijk geschikt voor de inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1015014
NL1015614A 2000-07-05 2000-07-05 Ontveller voor karkassen van gevogelte. NL1015614C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015614A NL1015614C2 (nl) 2000-07-05 2000-07-05 Ontveller voor karkassen van gevogelte.
EP01202575A EP1169921B2 (en) 2000-07-05 2001-07-05 Skinner for poultry carcasses
DE60110690T DE60110690T3 (de) 2000-07-05 2001-07-05 Verfahren und Vorrichtung zum Enthäuten von Geflügelkarkassen
US09/899,319 US7070493B2 (en) 2000-07-05 2001-07-05 Skinner for poultry carcasses
DK01202575.5T DK1169921T4 (da) 2000-07-05 2001-07-05 Flåer til fjerkrækroppe

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015614A NL1015614C2 (nl) 2000-07-05 2000-07-05 Ontveller voor karkassen van gevogelte.
NL1015614 2000-07-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015614C2 true NL1015614C2 (nl) 2002-01-08

Family

ID=19771662

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015614A NL1015614C2 (nl) 2000-07-05 2000-07-05 Ontveller voor karkassen van gevogelte.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US7070493B2 (nl)
EP (1) EP1169921B2 (nl)
DE (1) DE60110690T3 (nl)
DK (1) DK1169921T4 (nl)
NL (1) NL1015614C2 (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004052106A1 (ja) * 2002-12-11 2004-06-24 Mayekawa Mfg.Co.,Ltd. 鶏肉屠体上半身の自動脱骨処理装置
EP2258204B1 (en) * 2002-12-20 2016-08-24 Marel Stork Poultry Processing B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
NL1025209C2 (nl) * 2004-01-09 2005-07-12 Systemate Group Bv Inrichting voor het ontvellen en/of fileren van slachtgevogelte.
NL1025657C2 (nl) * 2004-03-08 2005-09-12 Meyn Food Proc Technology Bv Inrichting voor het van elkaar scheiden van een drumstick en een dij.
NL1029227C2 (nl) * 2005-06-10 2006-12-12 Meyn Food Proc Technology Bv Werkwijze en inrichting voor het oogsten van een binnenfilet van gevogelte.
NL1030458C2 (nl) 2005-11-18 2007-05-21 Meyn Food Proc Technology Bv Broei-inrichting.
NL1033604C2 (nl) * 2007-03-27 2008-09-30 Stork Pmt Systeem en werkwijze voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
US7465224B1 (en) * 2008-01-07 2008-12-16 Tyson Foods, Inc. Method and apparatus for removing feathers from a segmented wing
NL2002580C2 (en) * 2009-02-27 2010-08-30 Meijn Food Proc Technology B V Deskinner for poultry parts.
US8157625B2 (en) 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
PL2667728T3 (pl) 2011-01-26 2016-01-29 Foodmate Bv Sposób usuwania kości z ud zwierzęcych w celu oddzielania i zbierania z nich mięsa oraz urządzenie realizujące sposób
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
NL2011369C2 (en) * 2013-09-02 2015-03-03 Marel Stork Poultry Proc Bv Skinning installation and method for removing skin from slaughtered poultry parts.
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
NL2012465B1 (en) * 2014-03-18 2015-12-15 Meyn Food Proc Technology Bv Method, processing device and processing line for mechanically processing an organ or organs taken out from slaughtered poultry.
NL2019926B1 (en) * 2017-11-16 2019-05-22 Meyn Food Processing Tech Bv Deskinning apparatus and method for deskinning a poultry leg or part of a poultry leg
NL2024085B1 (en) 2019-10-23 2021-07-13 Meyn Food Processing Tech Bv Deskinning apparatus and method for deskinning a poultry leg or part of a poultry leg
DE102020108618A1 (de) 2020-03-27 2021-09-30 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Halteelement zum Anordnen von Rückenteilen oder Teilen davon von Geflügelschlachtkörpern

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2461466A (en) * 1944-07-18 1949-02-08 Swift & Co Skinning machine
US3714682A (en) * 1971-02-16 1973-02-06 Gainesville Machine Co Inc Method and apparatus for removing oil glands from fowl
US3729775A (en) * 1971-07-26 1973-05-01 E Mcdonald Apparatus for removing the skin from vertebrates such as fish & animals
NL8302207A (nl) * 1983-06-21 1985-01-16 Stork Pmt Inrichting voor het afscheiden van het vel van een deel van een vogel.
US4856143A (en) 1987-10-28 1989-08-15 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh+Co Kg Apparatus for skinning poultry carcasses
US5098336A (en) * 1990-10-17 1992-03-24 Delong Horace J Poultry peeling apparatus
US5167569A (en) * 1991-05-03 1992-12-01 Monfort, Inc. Method and apparatus for removing a hide from a carcass
US5197917A (en) 1991-10-11 1993-03-30 Stork Gamco, Inc. Apparatus for removing skin from animal parts
EP0756826A2 (en) * 1995-08-04 1997-02-05 Stork Pmt B.V. Device and method for processing a slaughtered animal
WO2001003509A1 (de) * 1999-07-12 2001-01-18 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Verfahren zum enthäuten von tierkörpern und/oder tierkörperteilen sowie vorrichtung zur durchführung desselben

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3541637A (en) * 1967-10-02 1970-11-24 Acme Markets Inc Hide puller method
FR2533116B1 (nl) * 1982-09-21 1985-03-15 Safo
US4459721A (en) * 1983-01-18 1984-07-17 Hill William J Poultry skinning machine
US4723339A (en) 1986-04-21 1988-02-09 Stork Pmt B.V. Breast skinner
NL9101050A (nl) * 1991-06-18 1993-01-18 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van de huid van een poot van een geslachte vogel.
NL9401198A (nl) * 1994-07-21 1996-03-01 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
US5766066A (en) * 1996-06-05 1998-06-16 Ranniger; Richard L. Skinning machine
US5951393A (en) 1998-03-17 1999-09-14 Systemate Holland, B.V. Poultry breast filleting mandrel
NZ336679A (en) 1999-07-09 2002-03-28 Rex Warren Moore Roller and spot liquid applicator having a cylindrical applicator surface

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2461466A (en) * 1944-07-18 1949-02-08 Swift & Co Skinning machine
US3714682A (en) * 1971-02-16 1973-02-06 Gainesville Machine Co Inc Method and apparatus for removing oil glands from fowl
US3729775A (en) * 1971-07-26 1973-05-01 E Mcdonald Apparatus for removing the skin from vertebrates such as fish & animals
NL8302207A (nl) * 1983-06-21 1985-01-16 Stork Pmt Inrichting voor het afscheiden van het vel van een deel van een vogel.
US4856143A (en) 1987-10-28 1989-08-15 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh+Co Kg Apparatus for skinning poultry carcasses
US5098336A (en) * 1990-10-17 1992-03-24 Delong Horace J Poultry peeling apparatus
US5167569A (en) * 1991-05-03 1992-12-01 Monfort, Inc. Method and apparatus for removing a hide from a carcass
US5197917A (en) 1991-10-11 1993-03-30 Stork Gamco, Inc. Apparatus for removing skin from animal parts
EP0756826A2 (en) * 1995-08-04 1997-02-05 Stork Pmt B.V. Device and method for processing a slaughtered animal
WO2001003509A1 (de) * 1999-07-12 2001-01-18 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Verfahren zum enthäuten von tierkörpern und/oder tierkörperteilen sowie vorrichtung zur durchführung desselben

Also Published As

Publication number Publication date
EP1169921A1 (en) 2002-01-09
DK1169921T3 (da) 2005-08-15
US7070493B2 (en) 2006-07-04
DE60110690T2 (de) 2006-01-26
EP1169921B2 (en) 2013-03-27
US20030008606A1 (en) 2003-01-09
DE60110690D1 (de) 2005-06-16
EP1169921B1 (en) 2005-05-11
DE60110690T3 (de) 2013-08-29
DK1169921T4 (da) 2013-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1015614C2 (nl) Ontveller voor karkassen van gevogelte.
NL2011369C2 (en) Skinning installation and method for removing skin from slaughtered poultry parts.
KR102354113B1 (ko) 깃털이 제거된 가금류의 다리 전체 또는 다리부위 제품으로부터 껍질의 제거를 위한 시스템, 방법, 및 회전식 장치
US20020090903A1 (en) Method and device for processing a poultry leg
NL9300815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
MX2007003645A (es) Union directa de una maquina engrapadora de embutidos y un aparato transportador de embutidos.
CA1294397C (en) Apparatus for skinning poultry carcasses
US5167569A (en) Method and apparatus for removing a hide from a carcass
FI76674B (fi) Hudavdragningsmaskin med mataranordning och foerfarande foer dess anvaendning.
US20240122189A1 (en) Method and apparatus for removing skin from animal parts
JPH09188303A (ja) 物品のバンド方法および装置
NL9400897A (nl) Inrichting voor het verwijderen van verpakkingsmateriaal van een verpakt artikel.
US4633547A (en) Crab picking machine
FR2689373A1 (fr) Dispositif de contention d'une pièce de viande au cours de son désossage.
EP4029376B1 (en) Product transfer roller
US4339848A (en) Apparatus for removing the cut off feet of a fowl from an overhead conveyor shackle
US20230371533A1 (en) Crustacean butchering apparatus
FR2523813A1 (fr) Appareil de marquage
CN116600647A (zh) 用于从家禽腿产品上移除皮肤的去皮装置、系统和方法
BE862059A (nl) Inrichting voor het uitsnijden van de aars van gevogelte
NL1011736C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een gevogeltepoot.
JPS6135809B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
ZD Corrections to earlier publications

Free format text: THE PAMPHLET WITH PATENTNO. 1015614, IS ISSUED 01.03.2002: A CORRECTED VERSION OF THE PAMPHLET HAS BEEN ISSUED.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080201