NL1014886C2 - Moduleerbare inductie-kookplaat met gereduceerde straling en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

5 MODULEERBARE INDUCTIEKOOKPLAAT MET GEREDUCEERDE STRALING EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op 10 een kookplaat die gevoed wordt met hoogfrequente elektrische stroom en een werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Verwarming door inductie bestaat uit het opwekken van zogeheten Foucault-stromen in een onderdeel dat 15 elektrisch geleidbaar is onder tussenkomst van een magnetisch veld. Het magnetisch veld wordt opgewekt door een inductor die aangepast is aan de zone van het te verwarmen onderdeel dat doorstroomt wordt door een wisselstroom. De wisselstroom wordt op zijn beurt opgewekt door 20 een generator waardoor de frequentie en de amplitude van de stroom worden aangepast om de gewenste verwarming te bereiken.

In het geval van inductiekoken is het te verwarmen voorwerp een elektrisch geleidbare houder. Hoewel 25 de hierna te beschrijven uitvinding ook kan worden toegepast op niet magnetische materialen zoals koper of aluminium, gaat de belangstelling meer in het bijzonder uit naar het verwarmen van magnetische materialen (zachte staalsoorten, gietijzer, magnetisch roestvrijstaal). De 30 houder toont in het algemeen een diameter die gelegen is tussen 120 en 280 mm en een dikte die gelegen is tussen 1 en 4 mm bij toepassingen voor het grote publiek. De diameters kunnen wel 450 mm bedragen en de dikte wel 10 mm, voor professionele toepassingen.

35 Door toepassing van de formule voor de wanddik te van de houder met een relatieve permeabiliteit μ en een elektrische geleidbaarheid a: 1014883 2 S = \y^O-Mr <7°> 5 leidt tot het gebruik van een frequentie: / = v2.„ in de orde van 1-50 kHz voor het doelmatige wijze verhit-10 ten van ferritische modems met een dikte van ten minste 1 mm. De voedingsspanning van het net op 50 of 60 Hz wordt in het algemeen bewerkt en gefilterd; de exitatiefrequen-tie wordt opgewekt onder tussenkomst van een generator, in het algemeen een resonantiegenerator. Deze generator 15 is verbonden met een in het algemeen vlakke inductor (aangeduid als "pan cake") die tegenover de bodem van de te verwarmen pan geplaatst is onder een elektrisch isolerend materiaal dat in het algemeen de rol speelt van drager voor een plaat keramisch glas.

20 Een van de nadelen van het bekende systeem is het op homogene en geschikte wijze kunnen verwarmen van te voren niet bekende houders met uiteenlopende materialen, vormen eri diameters. De ontwerper van een dergelijke inrichting zoekt een compromis door een inductor voor te 25 stellen met een diameter die gelegen is tussen de kleinste en de grootste te verwarmen houder, in het algemeen ongeveer 180 mm. Met het op steeds grotere schaal verspreiden van dit type koken, bieden constructeurs nu steeds vaker gespecialiseerde kookplaten aan, met uiteen-30 lopende diameters die meer in het bijzonder geschikt zijn voor een type houder: kookplaten van 140 mm voor kleine houders, kookplaten van 220 mm voor grote houders, en zelfs kookplaten van 280 mm voor zeer grote houders. Hoe groter de kookplaat, des te groter dient het vermogen te 35 zijn. Elke kookplaat wordt dus gevoed door een verschillende generator, hetgeen een oplossing is die uit produc-tietechnisch en economisch oogpunt niet interessant is. Wanneer de inductor beschouwd wordt, is het mogelijk om 1014886 3 met name door het spelen met het aantal wikkelingen en de ruimte tussen twee opeenvolgende wikkelingen zodanig te werk te gaan, dat de complexe impedantie Z = R + j.L.e bij het laden van de inductors met verschillende diame-5 ters in hoofdzaak gelijk is, waardoor identieke generatoren gebruikt kunnen worden voor kookplaten met verschillende afmetingen. Het vermogen dat zo bepaald wordt voor de kookplaat met de grootste diameter wordt beperkt voor de kookplaten met kleinere diameters. Dit is evenmin 10 economisch interessant, aangezien in dat geval gebruik gemaakt wordt van generatoren met groot vermogen om daardoor een gering vermogen te doen afgeven.

Sommige fabrikanten maken gebruik van een generator met groot vermogen voor het voeden van ver-15 schillende kookplaten onder tussenkomst van een elektro-mechanische schakelaar. Door deze oplossing kan het vermogen van de ene kookplaat tot de andere worden geregeld door het variëren van de cyclische verhouding, maar deze oplossing is niet bevredigend met betrekking tot het 20 koken en het lawaai tijdens bedrijf. Verder moet worden opgemerkt dat de impedantie (L, R) van een inductor toeneemt als functie van het aantal wikkelingen daarvan. Conventionele inductors worden gevormd door een torus die bestaat uit verschillende draden met geringe doorsnede 25 die spiraalvormig gewikkeld zijn, hetzij de wikkelingen van de een rond de ander, hetzij, wanneer de ruimte tussen de spiralen variabel dient te zijn, om een matrijs. Een inductor met kleine afmetingen heeft derhalve een kleinere impedantie dan een grotere inductor en de 30 generator heeft in eerste benadering een vermogen P = R.I2 af dat groter is bij de kleinere inductors, hetgeen tegengesteld is aan het gewenste doel.

Ten slotte is in het conventionele geval van gebruik van een inductor met een enkele wikkeling het 35 ladingscentrum dat overeenkomt met het centrum van de spoel relatief groot en wordt dit niet door inductie verwarmd, zodat de warmteverdeling niet aanvaardbaar is, 1014886 4 wanneer de houder zelf niet uitstekende warmteverdelende eigenschappen vertoont.

Een tweede nadeel van het bekende systeem is dat hierdoor geen magnetisch veld wordt uitgestraald in 5 de nabije omgeving van de inductor, waarop zich de gebruiker kan bevinden. Het systeem dient immers te kunnen werken met kleine houders en zelfs met houders die uit het midden staan. Wanneer de verhouding tussen de afmetingen van de inductor en de afmetingen van de houder 10 groot is, wordt dan de koppeling matig en wordt daardoor het energetisch rendement beïnvloed. Dit heeft tot gevolg dat een belangrijk lekveld wordt opgewekt in de onmiddellijke nabijheid van de inductor. Het beperken van dit veld wordt tot nu toe verplicht gesteld door de normen 15 voor de elektromagnetische compatibiliteit. Sinds kort zijn de toegelaten niveau's nog verder verlaagd met het oog op de mogelijke blootstelling van de gebruiker van het apparaat aan deze lekvelden en de potentiële effecten op de gezondheid daarvan.

20 Een middel om het lekveld te verminderen is het aanpassen van de afmetingen van het inductorsysteem als functie van de lading daarvan, zoals voorgesteld in het document EP-92400362.2. Maar deze oplossing is niet voldoende, zelfs wanneer er hypothetisch vanuit gegaan 25 zou worden dat de aanpassing wikkeling voor wikkeling uitgevoerd zou worden.

Anderzijds is het bekend inductors twee aan twee in fase en tegenover elkaar te plaatsen, welke inductors dan in serie geschakeld zijn om doorstroomd te 30 worden door een identieke stroom. Dit laatste concept, dat reeds lang bekend is (document EP-8617273) is moeilijk toe te passen, omdat wanneer een enkele inductor verdeeld wordt in stukjes inductors, hierdoor het effect van onderlinge inductie tussen een wikkeling en andere 35 wikkelingen in zijn omgeving aanzienlijk wordt verminderd, hetgeen leidt tot een verlaging van de impedantie van de inductor. De stroomsterkte blijft dan dus groot, 1014886 5 zelfs wanneer de ontwerper kiest voor een generatorsys-teem dat geschikt is voor geringe impedanties.

Naar mate de wikkelingen meer doorlopen worden door de totale stroomsterkte van de generator dient de 5 doorsnede daarvan groter te zijn, hetgeen een extra probleem vormt bij het plaatsen van een voldoende aantal wikkelingen (ampere-wikkelingen) onder de te verwarmen lading. Als gevolg daarvan moet getracht worden de doorsnede van de geleider toch te verkleinen en derhalve de 10 inductor warm te laten worden, waarbij de inductor dan kan worden gekoeld door de belasting (document FR-9605878). Deze oplossing is interessant maar is moeilijk uit te voeren, en deze leidt tot een aanzienlijke verhoging van de temperatuur van de interface, waardoor een 15 van de voordelen van inductiekoken wordt weggenomen, namelijk het kunnen hebben van een "koud" kookvlak en waardoor het risico bestaat van ongelukken door verbranding.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een 20 inductor te verschaffen voor het inductiekoken met een eenvoudige opbouw en een hoge impedantie welke met andere overeenkomstige inductors kan worden verbonden ter vorming van een inductiekookplaat en waarvan het parallel of in serie-parallel en in tegengestelde fase schakelen het 25 mogelijk maakt een volledige serie kookplaten te vormen, waarbij toch een zeer laag niveau van magnetische verstoring wordt verkregen, ongeacht de vorm en het type van de houder die op de plaat verwarmd moet worden of meer in het algemeen het verwarmingsoppervlak.

30 Daartoe verschaft de uitvinding een inductie kookplaat van het hiervoor beschreven type, gekenmerkt door: - ten minste één inductor die gevormd wordt door een groot aantal wikkelingen met ten minste één geleider, 35 - welke geleider een rechthoekige doorsnede met geringe dikte vertoont, waarbij de lange zijde van de doorsnede evenwijdig verloopt aan de wikkelas van de geleider waarvan de wikkelingen gevormd zijn, 1014886 6 - een isolatie-orgaan met geringe dikte ten minste tussen de aangrenzende wikkelingen, waarbij de wikkeling in bovenaanzicht een in hoofdzaak rechthoekige vorm vertoont.

5 Deze inductor met hoge impedantie en geringe afmetingen kan gevoed worden door een enkele gerenator met gering vermogen; hij kan ook verbonden worden met andere stellen inductors en generatoren ter vorming van kookvlakken met verschillende afmetingen en vermogens.

10 De spiraalvormige wikkeling van de inductor wordt verkregen door de geleider in een rechthoekige vorm te wikkelen, zodanig dat een oppervlak tegenover de te verwarmen houder wordt bedekt. De opeenvolgende wikkelingen zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal verbonden.

15 In zijn algemeenheid is de dikte van het isola tie-orgaan gering, dat wil zeggen dat volgens de uitvinding deze dikte minder bedraagt dan de helft van de dikte van de geleider.

Het kan interessant zijn om te kunnen beschik-20 ken over een groot vermogen en tegelijkertijd het modulair karakter te bewaren, waartoe de inductor gevormd wordt door het wikkelen van verschillende onafhankelijke geleiders, die parallel geschakeld zijn of in serie en parallel.

25 Het kan met name interessant zijn om tegelij kertijd verschillende ten opzichte van elkaar geïsoleerde geleiders te wikkelen ter vorming van een inductor. Deze verschillende geleiders kunnen dan parallel geschakeld worden waardoor het nuttig oppervlak aan koper wordt 30 vergroot, terwijl tegelijkertijd randeffecten en nade-ringseffecten in het koper worden geminimaliseerd waardoor de verliezen van de inductor worden verlaagd. Dit is praktisch wanneer de stroom door de inductor hoog blijft, ondanks het parallel schakelen van de inductors, bijvoor-35 beeld voor professionele kookapparaten waarvan het vermogen hoog is. Het belangrijkste voordeel van deze gelijktijdige wikkeling is echter niet het nog verlagen van de verliezen in de inductors maar het kunnen koppelen van 1014886 7 verschillende generatoren met eenzelfde inductor door deze te verbinden met verschillende geleiders van de inductor, ter vorming van kookplaten met een hoog vermogen op basis van generatoren met een gering vermogen.

5 Volgens de uitvinding wordt het isolatiemateri aal aangebracht op de geleider voordat deze gewikkeld wordt ter vorming van de inductor. Het isolatiemateriaal kan ook gewikkeld worden op hetzelfde moment dat de geleider gewikkeld wordt, met name in het geval dat de 10 inductor verschillende gelijktijdig gewikkelde spoelen omvat, die gevoed worden door verschillende generatoren, hetgeen kan leiden tot aanzienlijke potentiaal verschillen tussen de verschillende spoelen. Het gewikkelde isolatiemateriaal kan verder geschikt zijn om hoge tempe-15 raturen of ten minste aanzienlijk hogere temperaturen te verdragen dan de lakken die gebruikt worden voor het elektrisch isoleren van geleiders en die in het algemeen niet bestand zijn tegen temperaturen van meer dan 220°. Een combinatie van isolatiematerialen is denkbaar, waar-20 bij in dat geval het isolatiemateriaal dat als eerste wordt aangebracht een minimale isolatie vormt tussen de wikkelingen en het gewikkelde isolatiemateriaal een versterkte isolatie vormt tussen de verschillende spoelen. Verder is het interessant dat het isolatiemateriaal 25 een thermohardende hars omvat, waardoor het mogelijk is het samenstel te binden door de temperatuurverhoging.

Ter vorming van een kookplaat is het name interessant verschillende inductors parallel of in se-rie/parallel te schakelen met een enkele generator.

30 Het is mogelijk vier inductors parallel te schakelen, waarbij elk daarvan in fase tegengesteld is ten opzichte van zijn naastgelegen inductor, zodanig dat de magnetische flux van de aangrenzende inductors cumulatief is onder de belasting. Zo wordt een inductor gevormd 35 die bij eerste benadering (onder verwaarlozing van de effecten van onderlinge inductie tussen de inductors) een impedantie onder belasting vertoont die gelijk is aan een kwart (4Z) = Z; dat komt overeen met de impedantie van

1 0 14 8 8 P

8 een conventionele inductor, maar de hoeveelheid straling in de onmiddellijke nabijheid van de pan is zeer gering; aangezien er net zoveel inductors in fase zijn als inductor in tegenfase. De inductor is bij voorkeur zodanig 5 geplaatst dat één zijde evenwijdig is aan de voorzijde van de kookplaat, zodat de straling geminimaliseerd wordt, met name in het gebied waar zich de gebruiker bevindt.

Eén van de belangrijke voordelen van het paral-10 lel schakelen van de inductors is dat de totale stroom van de kookplaat verdeeld wordt tussen de inductors, in het hier beschreven voorbeeld dus 1/4. Aangezien de verliezen in de inductor een functie zijn van het kwadraat van de stroom P = Rkoper·12' worden deze door 16 15 gedeeld, waardoor het mogelijk is een enkele geleider met geringe doorsnede te gebruiken voor het vormen van de elementaire spoelen. In het geval dat er vier inductors verbonden worden, twee in serie en twee parallel, wordt de stroom in de twee in serie geschakelde takken die 20 identiek verondersteld worden door twee gedeeld, en dus de verliezen door vier. Het kan interessant zijn serie-parallelschakelingen te vormen in het geval van de gelijktijdige wikkeling van verschillende spoelen, omdat wanneer de inductor N-omwentelingen vertoont, elke spoel 25 slechts N/2 omwentelingen vertoont, en het moeilijk kan zijn in een spoel een impedantie van 4 x Z te bereiken, waardoor de uiteindelijke inductor een impedantie Z kan hebben, door het parallel schakelen van vier spoelen. In het laatste geval is het voldoende om de impedantie Z te 30 bereiken, aangezien het in serie schakelen van twee spoelen een impedantie 2 x Z geeft, en het parallel schakelen van de twee dubbele spoelen weer de gezochte impedantie Z geeft.

Dit type inductor waardoor de verliezen gemini-35 maliseerd worden is zeer kostenbesparend. Immers, een inductor moet bij belasting een gegeven impedantie leveren, die in eerste benadering een functie is van de geometrische kenmerken van de wikkelingen, van de spoel 1014886 9 en van het aantal omwentelingen (ampere-omwentelingen) .

Als gevolg van het zeer dicht bij elkaar hebben van de geleiders wordt het effect van onderlinge inductie van de wikkelingen in grote mate versterkt en kunnen aanzienlij-5 ke impedanties worden bereikt bij een geringe nuttige lengte van de geleider. Een dergelijke inductor gebruikt 15 tot 20% minder koper dan een bekende inductor bij betere prestaties.

De warmteverdeling bij een bekende inductor met 10 een enkele spoel is relatief matig, aangezien de geïnduceerde stromen nul zijn in het midden van de belasting die midden op de inductor geplaatst is en maximaal zijn ter plaatse van de helft van de straal van de inductor.

Omdat volgens de uitvinding de inductor vervan-15 gen is door verschillende elementaire inductors, worden de "koude" zone evenals de "warme" zone verdeeld in kleinere zones waarvan de temperatuur eenvoudig verdeeld kan worden door de warmtegeleiding in de houder en wordt dus een betere homogeniteit van de verwarming bereikt.

20 Het delen van de stroom door ongeveer 4 (voor vier inductors) is interessant wanneer de stroomsterkte, dus het vermogen van de plaat aanzienlijk is. Voor zeer hoge vermogens wordt het aantal parallel geschakelde spoelen vergroot, hetgeen ook leidt tot het vergroten van 25 de afmetingen van de verwarmingszone; deze grote vermogens zijn bedoeld voor houders met een grote diameter.

Voor kleinere vermogens is het niet nodig de stroom zo te verdelen, en zijn twee parallel geschakelde spoelen voldoende. Daarentegen doet zich een toename voor 30 van het lekveld langs de zijden van de plaat en het is dan interessant om, net als bij de gelijktijdige wikkeling van verschillende spoelen, elke enkele inductor te vormen door het in serie en in tegenfase schakelen van twee inductors met een impedantie Z, waarbij de uiteinde-35 lijke impedantie (2Z//2Z) wordt en de mate van elektromagnetische lekkage opnieuw zeer gering is langs de zijde.

1014886 10

Volgens een met voordeel toe te passen kenmerk in de hiervoor aangegeven zin zijn de aangrenzende inductors verbonden met de hoogfrequente voeding voor het opwekken van elkaar versterkende magnetische fluxen onder 5 de belasting.

In dezelfde orde van ideeën omvat de kookplaat een gelijk aantal inductors voor elk van de twee richtingen van de flux, zodat op een bepaalde afstand de magnetische straling gecompenseerd wordt.

10 Het is ook interessant met de kookplaat een of meer temperatuursensoren te combineren, die voorzien zijn van: - warmtegeleidende banden die geplaatst zijn tussen ten minste twee aangrenzende inductors, 15 - welke banden verbonden zijn met de eigenlijke sensor om daaraan de temperatuur door te geven.

In het geval van een kookplaat welke voorzien is van verschillende inductors die afzonderlijk of in niet specifieke groepen gebruikt kunnen worden, dat wil 20 zeggen aangrenzende inductors die in een relatief willekeurig aantal gecombineerd kunnen worden, is het interessant de inductors die toegepast worden te visualiseren, en daartoe omvat de kookplaat: een lichtgevend signaleringsorgaan dat gevormd word 25 door lichtgevende segmenten die tussen twee aangren zende inductors geïnstalleerd zijn, een gesturingsschakeling welke een sensor omvat die de aanwezigheid waarneemt van een te verwarmen voorwerp boven een inductor voor het aansturen van de 30 lichtgevende segmenten die verbonden zijn met die inductor.

De modulariteit van de kookplaat die bereikt wordt met de inductors volgens de uitvinding is met name interessant wanneer elke inductor gevoed wordt door een 35 bijbehorende generator.

Door de uitvinding kunnen inductiekookplaten of meer in het algemeen verwarmingsoppervlakken gevormd 1014886 11 worden met een of meerdere kookplaten, die elk gevormd worden door een of meer bijbehorende inductors.

In de zin van de onderhavige uitvinding wordt met de uitdrukking "inductiekookplaat" zonder onderscheid 5 een kookpit in de klassieke betekenis van de term bedoeld, dat wil zeggen een verwarmingszone voor een enkele houder, of een verwarmingsoppervlak met verschillende gecombineerde verwarmingszones, zoals bijvoorbeeld in de stand van de techniek een "voorste" pit en een "achter-10 ste" pit, één met een gering vermogen en de ander met een groot vermogen. Maar in tegenstelling tot de stand van de techniek kunnen de voorste pit en de achterste pit gevormd worden door verschillende inductors, met name verschillende modulair inductors, en in het bijzonder kan 15 elk daarvan gevormd worden door vier inductors volgens de uitvinding.

Met het oog op het vereenvoudigen van de productie van de inductiekookplaten en het verbeteren van het modulair karakter vanaf de productie van de induc-20 tors, biedt het met name voordeel een inductor zo uit te voeren dat deze voorzien is van: - een bovenoppervlak dat gevormd wordt door een elektrisch isolerende en eventueel warmte-isolerende beschermlaag waaronder de inductor geplaatst is, 25 - een laag van een materiaal met een grote magnetische permeabiliteit en een geringe elektrische geleiding, zoals ferriet, onder de inductor voor het doorlussen van het magneetveld van de inductor, - een elektromagnetisch scherm dat de rol kan spelen 30 van dissipator van warmte onder de ferrietlaag, - een plaat met een geïntegreerde schakeling welke de onderdelen van de generator draagt die met de inductor verbonden is, welke plaat geïnstalleerd is onder het dissipatiescherm, waarbij de vermogensonderdelen 35 van de generator die gekoeld dienen te worden daar mee in warmtewisselend contact staan, 1014885 12 - waarbij geleiders voor het voeden van de inductor rechtstreeks verbonden zijn met de gedrukte schakeling.

Bij een dergelijke inductor of groep van induc-5 toren bevinden zich de onderdelen van de plaat van de gedrukte schakeling op het bovenvlak, dat wil zeggen aan de zijde van de dissipator die verbonden is met de fer-rietlaag en de inductor, terwijl het onderoppervlak van de plaat met de bedrukte schakeling uitsluitend dient 10 voor het verbinden van de verschillende onderdelen of het dragen van de geminiaturiseerde onderdelen die op oppervlakken zijn aangebracth (CMS).

In dat geval is het name interessant dat de geleiders van de inductor door de bedrukte schakeling 15 lopen en tegelijkertijd met de aansluitingen van de onderdelen van de bedrukte schakeling golfvormig gesoldeerd zijn op het onderoppervlak van de bedrukte schakeling.

De inductor volgens de uitvinding wordt gevormd 20 door het wikkelen van een of meer geleiders. Het wikkelen wordt op bijzonder voordelige wijze uitgevoerd door de inductor te wikkelen vanaf zijn buitenste wikkelingen. Hierdoor kan de vorm en het formaat van de spoel gewaarborgd worden, hetgeen met name van belang is wanneer de 25 spoelen naast elkaar geplaatst worden. Daartoe wordt de buitenste wikkeling tegen een matrijs geplaatst die de gewenste vorm en maat vertoont, en wordt het wikkelen uitgevoerd door een speciale wikkelmachine door het achtereenvolgens tegen deze buitenste wikkeling plakken 30 van opeenvolgende wikkelingen, waarbij de tolerantie in de spoel teruggebracht wordt naar het midden daarvan, zonder bijzondere invloed op de kenmerken van de spoel.

Meer in het bijzonder: - worden de geleiders van de inductor zo geplaatst dat 35 deze door de gedrukte schakeling lopen en worden deze tegelijkertijd met de aansluitingen van de onderdelen van de bedrukte schakeling golfvormig 1014885 13 gesoldeerd aan het onderoppervlak van de gedrukte schakeling, - wordt de geleider welke de wikkelingen van de te vervaardigen inductor moet vormen gewikkeld uitgaan- 5 de van de buitenste wikkeling welke in de gewenste vorm wordt gebracht, en worden de opeenvolgende wikkelingen aan de binnenzijde van de buitenste wikkeling geplaatst, - wordt de buitenste wikkeling een rechthoekvorm, in 10 het bijzonder een vierkante vorm gegeven, - worden tegelijkertijd verschillende geleiders gewikkeld ter vorming van een inductor met verschillende geleiders.

De onderhavige uitvinding wordt hierna meer in 15 detail beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening waarin:

Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een inductor met een enkele geleider volgens de 20 uitvinding,

Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een inductor met twee onafhankelijke geleiders,

Figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht is van 25 een inductor die gevormd is door het wikkelen van vier afzonderlijke geleiders,

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht is van een groep van vier gecombineerde inductors ter vorming van een kookpit, 30 Figuur 5 een perspectivisch aanzicht is van een kookvlak dat gevormd wordt door een voorste pit en een achterste pit,

Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht is dat de vorm en de plaatsing weergeeft van de tempe-35 ratuursensor,

Figuur 7 een samenstel van inductors volgens de uitvinding toont die gecombineerd zijn ter vorming 1014886 14 van een kookplaat met een niet specifieke verwarm ings zone,

Figuur 8 een doorsnede is van een inductor of groep inductors die gecombineerd is/zijn met de bijbe-5 horende generator(s).

Volgens de figuren betreft de uitvinding een inductiekookplaat die gevoed wordt met hoogfrequente stroom. In de gehele beschrijving worden de termen 10 "koken” en "verwarmen" als synoniemen geschouwd. De plaat wordt gevormd door een of meer inductors, zoals die welke schematisch is weergegeven in fig 1. Deze inductor 1 wordt gevormd door een groot aantal wikkelingen die gevormd zijn van een geleider 11 met een rechthoekige 15 doorsnede en een geringe dikte, dat wil zeggen waarvan de lange zijde evenwijdig is aan de wikkelas ZZ (verticale as) (geleider op de smalle zijde).

De wikkeling die bereikt is met de geleider 11 vertoont in bovenaanzicht een rechthoekige of vierkante 20 vorm. In de tekening van fig. 1 zijn de hoeken lil van de hoekpunten overdreven weergegeven. In werkelijkheid zijn deze hoeken in het algemeen min of meer afgerond.

Deze wikkeling wordt volgens de uitvinding uitgevoerd, uitgaande van de buitenste wikkeling die 25 geplaatst wordt in een matrijs welke de gewenste vorm vertoont, waarbij de wikkeling wordt uitgevoerd door achtereenvolgens de windingen tegen de voorgaande winding .te plaatsen, totdat het gewenste aantal omwentelingen bereikt is.

30 De uiteinden van de geleider die aangeduid zijn met de cijfers 14 en 15 dienen voor de elektrische voeding daarvan.

De wikkelingen van de geleider 11 zijn met tussenruimte, dat wil zeggen zonder contact weergegeven. 35 De ruimte tussen de wikkelingen wordt ingenomen door een isolatiemateriaal met geringe dikte. Deze geringe dikte komt volgens de uitvinding overeen met een dikte die bij voorkeur zeer aanzienlijk kleiner is dan de dikte (e) van 1014886 15 de geleider 11; deze dikte (e) is op zichzelf gering ten opzichte van de hoogte (h) van de geleider 11.

Fig. 2 toont een inductor 2 met twee geleiders 21 en 22 en een isolatiemateriaal 23 tussen de wikkelin-5 gen van de geleiders.

De inductor met de rechthoekige vorm voor het vereenvoudigen van het naast elkaar plaatsen van verschillende inductors vertoont met name een in hoofdzaak vierkante vorm.

10 Het isolatiemateriaal 23 tussen de wikkelingen van de geleider 21 en de geleider 22 kan een isolatiemateriaal zijn dat op de geleiders wordt aangebracht voor het wikkelen daarvan. Dit isolatiemateriaal kan eveneens gevormd worden door een band die op hetzelfde moment 15 gewikkeld wordt als de geleiders 21, 22. Ook is een combinatie tussen een aangebracht isolatiemateriaal en een gewikkeld isolatiemateriaal denkbaar.

Ten slotte kan dit isolatiemateriaal een ther-mohardende hars zijn of omvatten, waardoor de wikkeling 20 gefixeerd kan worden door eenvoudigweg de temperatuur te verhogen.

In het geval van een gewikkeld isolatiemateriaal is de bovenlaag van de inductor niet bedekt door het isolatiemateriaal. Deze bovenlaag bevindt zich daarente-25 gen onder een elektrisch isolerende laag die temperatuur-bestendig is, zoals mica, welke zo dun mogelijk is en de inductor afdekt om deze elektrisch te isoleren.

Fig. 3 toont een inductor 3 die gevormd is door het wikkelen van vier geleiders 31, 32, 33, 34 die tel-30 kens van elkaar gescheiden worden door een hier niet getoond dun isolatiemateriaal tussen de wikkelingen. Deze vier geleiders 31, 32, 33, 34 met rechthoekige doorsnede, net als de voorgaande geleiders 21 en 22, zijn elektrisch van elkaar gescheiden.

35 Fig. 4 toont het naast elkaar plaatsen van vier inductors 1 van het type als hiervoor beschreven ter vorming van bijvoorbeeld een inductiekookplaat. Deze 1014886 16 inductors kunnen parallel geschakeld zijn of in serie/pa-rallel.

Zoals in de figuur te zien zijn de inductors twee aan twee in fase tegengesteld, teneinde het elektro-5 magnetisch veld te verminderen of zelfs te compenseren op geringe afstand naast de plaat, met name in de vier richtingen waarvan er twee zijn weergegeven door de punten Hf. Het magnetisch veld dat bestaat in de punten Hf wordt dus voor een deel gevormd door een veld in fase 10 en voor een nagenoeg identiek deel door een veld in tegenfase, waardoor de resultante nagenoeg nul bedraagt. Bij belasting vertonen de velden van twee aangrenzende inductors cumulatieve flux, zoals bijvoorbeeld het veld Hc. Hierdoor kan de flux van de inductors gecombineerd 15 worden en derhalve hun impedantie worden vergroot door verhoging van het effect van onderlinge inductie, alsmede de verdeling van de geïnduceerde stroom en daarmee de temperatuurverdeling in de te verwarmen last worden verbeterd.

20 Het in tegenfase brengen vindt in het algemeen plaats door de fysieke aansluiting van de inductor. In het geval van de voeding van een kookzone welke verschillende inductors vertoont door verschillende generators, kunnen de respectieve fasen van de inductors en derhalve 25 van de generators worden bepaald door het besturen van deze laatsten. Het kan ook voordelen bieden fasemodulatie toe te passen om het magnetisch veld ter plaatse van de belastingen en in de onmiddellijke nabijheid te moduleren om het vermogen in de belasting nauwkeurig te controleren 30 en magnetische verliezen te minimaliseren.

Bij de verschillende hierboven beschreven inductors vertoont de geleider bij voorkeur een rechthoekige doorsnede, dat wil zeggen dat de dikte daarvan gering is ten opzichte van de hoogte, en deze over zijn 35 lange zijde gewikkeld is. Bij wijze van voorbeeld wordt een inductor gevormd door vijfig windingen van een enkele geleider met een doorsnede van 0,5 x 2 mm te wikkelen op een vierkante matrijs met zijden van 110 mm, waarbij elke 1014886 17 wikkeling geïsoleerd wordt ten opzichte van de aangrenzende wikkelingen door een elekrisch isolatiemateriaal voor hoge temperaturen, zoals glaskoord, waarvan de dikte zo klein mogelijk is, bijvoorbeeld 0,1 mm. Op deze wijze 5 wordt een vierkante inductor gevormd met zijden van 110 mm en waarvan het vierkante midden zijden heeft van 110 -2 x 50 x (0,5+2x0,1) =40 mm, en waarvan de impedantie onder belasting, dat wil zeggen in aanwezigheid van een geschikte houder, ongeveer viermaal de impedantie (L, 10 R) bedraagt onder belasting van een conventionele inductor met aanzienlijk grotere afmetingen (bijvoorbeeld een diameter van 220 mm).

Het verbinden van de generators is geen eenvoudige zaak, aangezien in het algemeen de belastingen 15 verschillend zijn. Door de inductors zo uit te voeren wordt gewaarborgd dat de impedanties onder belasting van de verschillende geleiders nagenoeg identiek zijn, en kunnen derhalve zonder grote moeilijkheden generators verbonden worden die dan op dezelfde frequentie kunnen 20 werken. Door deze vermenigvuldiging van de geleiders wordt echter de ruimte tussen de geleiders die verbonden zijn met dezelfde generator vergroot, en derhalve ook de afmetingen van de inductor, hetgeen geen probleem hoeft te vormen aangezien de kookplaat dan een groter vermogen 25 heeft en in staat is het vermogen van verschillende generators door te geven. Het is interessant om niet alle inductors parallel te schakelen, maar om serie/parallel-schakelingen tot stand te brengen, waardoor een geringer aantal omwentelingen nodig is voor de elementaire induc-30 tors.

Een interessante uitbreiding bestaat uit het nog verder verkleinen van de doorsnede van het koper en het isolatiemateriaal alsmede van de afmetingen van de buitenste wikkeling, teneinde zeer kleine eenheidsinduc-35 tors te vormen, waarvan de impedantie zeer hoog is.

Bijvoorbeeld wordt een inductor gevormd van 60 windingen met een breedte van 0,2 mm en een hoogte van 2 mm met een isolatiemateriaal tussen de windingen van 0,1 mm met een 1014886 18 vierkante vorm met zijden van 50 mm, en dus een binnenzijde van het vierkant = 5 - 2 x 60 x (0,2+0,1) =14 mm.

Een kookplaat wordt gevormd door de eenheidsin-5 ductors parallel of in serie en parallel te schakelen, en de globale magnetische straling is sterk beperkt, terwijl de warmteverdeling nog in hoge mate wordt verbeterd. Door dit principe is het mogelijk een volledige serie kookplaten met verschillende afmetingen te vormen door toevoe-10 ging van elementaire inductors om telkens een in hoofdzaak gelijk aantal inductors in fase en inductors in tegenfase te hebben.

Door het toevoegen van parallel geschakelde inductors wordt de globale impedantie van de inductor 15 verminderd en derhalve de stroomsterkte en het kookopper-vlak vergroot. Zo wordt weer de logica van grote kookplaat - groot vermogen hersteld, hetgeen onmogelijk zou zijn met enkelvoudige inductors, waarvoor de impedantie toeneemt naarmate het aantal omwentelingen groter wordt 20 en dus de stroomsterkte afneemt naarmate het oppervlak van de kookplaat toeneemt.

Bij een dergelijk systeem is het minder van belang om de maat van de houder aan te passen aan de maat van de kookplaat, aangezien de inductie van een inductor, 25 wanneer daarop een belasting geplaatst wordt, sterk afneemt en omdat de reactantie Lg> groter is dan R, de globale impedantie Z = R+jLw van de bedekte inductor afneemt en dus de stroom toeneemt in de inductors die zich onder de belasting bevinden. De andere inductors 30 worden gevoed, maar doordat deze kleine afmetingen vertonen en in tegenfase verkeren wordt het lekveld van het systeem aanzienlijk verminderd. Het is derhalve dankzij de uitvinding mogelijk verwarmingsoppervlakken te vormen die aangepast kunnen worden aan houders met uiteenlopende 35 afmetingen vormen, waarbij tegelijkertijd de lekvelden worden verminderd en de warmteverdeling in de houders wordt geoptimaliseerd.

1014886 19

Fig. 5 toont een verwarmings- of kookoppervlak met vier inductors 1 volgens fig. 1 en vier inductors 2 volgens fig. 2. De inductors 1 vormen een kookpit in de gebruikelijke betekenis van de term, evenals de inductors 5 2. Het kookoppervlak is omcirkeld door een dunne lijn.

In feite vormen de inductors 1 een "voorste" pit met normaal vermogen en vormen de inductors 2 een "achterste" pit met hoog vermogen, waarbij het geheel een "twee-pits" kookplaat vormt.

10 De inductors 1 worden gevoed door een generator 4 en de inductors 2 door een generator 5. In feite wordt slechts de geleiders 22 (zie fig. 2) van de inductors (2) gevoed door de generator 5, terwijl de geleider 21 gevoed wordt door de generator 4 onder tussenkomst van een 15 schakelinrichting 6.

Door deze schakelinrichting 6 kan naar keuze de generator 4 hetzij met de inductors 1 hetzij met de tweede geleider 11 van de inductors 2 worden verbonden. Voor de eenvoud vertonen de voorste inductors en het deel 20 21 van de achterste inductors een gemeenschappelijk elekrlsch punt waardoor gebruik gemaakt kan worden van een vereenvoudigde schakelinrichting. De verschillende inductors welke de pitten vormen zijn met elkaar verbonden zoals hiervoor beschreven, in parallel of in serie en 25 parallel, voordat zij met de schakelinrichting verbonden zijn.

Dit kookstel geeft een regelbaar vermogen af dat gelegen is tussen nul en een maximale waarde P, op onafhankelijke wijze op de beide pitten, waarbij de 30 achterste pit met grote afmetingen meer geschikt is voor houders met een grote maat. In het geval dat er een hoog vermogen gevraagd wordt van deze pit, wordt de voorste pit tijdelijk uitgeschakeld en worden de twee generators verbonden met de achterste pit, waaraan zij een vermogen 35 kunnen afgeven dat instelbaar is van 0 tot 2 x P.

Fig. 6 toont de plaatsing van een temperatuur-sensor tussen de spoelen welke de pit vormen. Bij een conventioneel systeem wordt soms gebruik gemaakt van een 1014886 20 folie van warmtegeleidend metaal zoals koper of aluminium , welke een deel van de pit bedekt en waarvan het doel is om gemiddelde informatie af te geven met betrekking tot de temperatuur van de belasting naar een sensor die 5 zich in het midden van de pit bevindt, in de zone waar het inductieveld nagenoeg nul is. Deze folie, inhet geval van hoogfrequente inductors, is doorgesneden om zo goed mogelijk de transformatie van inductiestromen daarin te voorkomen en vertoont kleine afmetingen.

10 Desondanks vormt deze folie toch een bron voor

Foucault-stromen, aangezien deze zich in het maximale veld van de inductor bevindt en boven de inductor geplaatst is, vormt deze een luchtspleet die nadelige invloed heeft op de doelmatigheid van het systeem.

15 In het onderhavige geval is het mogelijk ge bruik te maken van een veel eenvoudiger element, een dunne plaat of draad, en dit element buiten het hoofdveld van de spoelen te plaatsen, waarbij dit toch binnen de verwarmingszone van de pit gelegen is, zoals te zien in 20 de niet beperkende schets die weergegeven is in op de pagina met figuren. Dit systeem kan gevormd worden door twee afgeplatte draden in de vorm van een kruis, waarbij het middelpunt van het kruis op de sensor van het CTN-type geplaatst is, die bijvoorbeeld ingericht is voor het 25 meten van de temperatuur van de pit, op zodanige wijze dat een voldoende thermisch contact verkregen wordt. Door dit systeem wordt geen enkele extra dikte gecreëerd en het vormt een zeer beperkte bron voor geïnduceerde stromen. Het werkingsgebied van het systeem is groot en de 30 constructie daarvan zeer kostenbesparend.

Fig. 6 toont deze opstelling van inductors 60 in ruitvorm, waardoor in de tussenruimte tussen vier inductors 60 een temperatuursensor 7 geplaatst kan worden die gevormd wordt door warmtegeleidende takken 71 en 72. 35 Deze takken zijn in de vorm van een kruis aangebracht in de tussenruimte van telkens twee aangrenzende inductors. De takken 71 en 72 geven de temperatuur die zij opnemen door naar het centrale punt 73 waar zich een temperatuur- 1014886 21 gevoelig element bevindt (dat hier niet is weergegeven). Dit element ontvangt dus een gemiddelde temperatuur; het is verbonden met de besturingsschakeling van de pit om oververhitting van de pit en de belasting daarvan te 5 voorkomen in het geval van een slechte regeling, of om eventueel de temperatuur te gebruiken voor het regelen van het vermogen.

Het is ook mogelijk tussen de inductors 2 lichtgevende segmenten te plaatsen die verbonden zijn met 10 een hier niet weergegeven besturingsschakeling die voorzien is van een sensor waardoor de aanwezigheid van een te verwarmen voorwerp op de inductor of inductors waargenomen wordt en waardoor het verlichten van het stelsel van lichtgevende segmenten wordt aangestuurd die de 15 gebruikte verwarmingszone omgeven. Met voordeel wordt op op zich bekende wijze gebruik gemaakt van de variatie in de impedantie van de inductors wanneer deze afgedekt worden door een belasting als sensor. Een dergelijk orgaan is in het bijzonder interessant wanneer de induc-20 tors niet behoren bij een specifieke pit maar globaal een verwarmingsoppervlak vormen dat op zeer flexibele wijze gebruikt kan worden, in plaats van locale verwarmingspit-ten. Met voordeel wordt deze verlichtingsinrichting gevoed door het magnetisch veld van de inductors waarom-25 heen deze is aangebracht. Hierdoor kan het vermogen van de verlichting worden gemoduleerd aan de hand van het vermogen van de pitten. Door deze inrichting is het mogelijk niet langer gebruik te maken van zeefdrukken op de kookvlakken voor het aanduiden van de verwarmingsge-30 bieden. In dat geval kan worden voorzien dat voor de verschillende pitten verschillende kleuren gebruikt worden.

Fig. 7 toont een samenstel van inductors 50 van het type als hiervoor beschreven. Deze inductors zijn 35 naast elkaar geplaatst en kunnen afzonderlijk of per groep inductors verbonden zijn met hier niet weergegeven generators, afhankelijk van het te leveren vermogen en de gebruikte inductors.

101488« 22

Fig. 8 toont zeer schematisch een doorsnee-aanzicht van een pit 100 volgens de uitvinding.

Deze pit wordt gevormd door een beschermlaag 101, bijvoorbeeld van glaskeramisch materiaal, dat het 5 oppervlak vormt waarop het te verwarmen voorwerp 99 geplaatst wordt. Onder de elektrisch isolerende en zelfs warmte-isolerende beschermlaag 101 bevinden zich de wikkeling of wikkelingen 102 die de inductor vormen.

Onder deze inductor bevindt zich een laag van een materi-10 aal met een sterke magnetische permeabiliteit en een geringe elektrische geleiding, zoals ferriet 103, waardoor gewaarborgd wordt dat de magnetische schakeling gesloten wordt, en onder de laag ferriet is er een dissi-pator 104 (straler) aangebracht, bij voorkeur van alumi-15 nium welke tegelijkertijd met het afvoeren van de warmte een antimagnetisch scherm vormt naar de onderzijde. Onder deze dissipator 104 met bijvoorbeeld omgezette randen 1041 en stralingsribben 1042 bevindt zich een plaat met een bedrukte schakeling 105 welke de onderdelen 1051, 20 1052, 1053, 1054, 1055 van de hoogfrequente generator draagt. Deze onderdelen 1051 - 1055 zijn op de bovenzijde van de plaat 105 geplaatst, en hun aansluitingen steken door de plaat 105 om daar gesoldeerd te worden.

De dissipator 104 vormt een ventilatiekanaal 25 1043 met vleugels 1044 die naar het kanaal gekeerd zijn vanaf de zijde van de inductor 102; door het kanaal stroomt een luchtstroom die opgewekt wordt door een hier niet getoonde ventilator.

De poten 1021, 1022 van de wikkeling van de 30 inductor 102 steken eveneens door het samenstel en door de plaat met bedrukte schakeling 105, om beneden uit te komen. Het is bijzonder interessant om, wanneer het stelsel zo eenvoudig samengebouwd wordt, de aansluitingen 1021, 1022 rechtstreeks op de gedrukte schakeling van de 35 plaat 105 te solderen, door bijvoorbeeld gebruik te maken van een golfsoldering. Dit type aansluiting wordt mogelijk gemaakt als gevolg van de verdeling van de stroom over de takken van de parallel geschakelde inductors.

1014886 23

Immers, de stroom in een conventionele inductor bedraagt enkele tientallen ampères, waardoor een vermogensaan-sluiting nodig is, die in het algemeen wordt uitgevoerd door middel van een bijzonder kostbaar systeem met ge-5 schroefde kabelschoenen. Als gevolg van het feit dat ofwel de stroom verdeeld is over de parallelle takken ofwel gebruik gemaakt wordt van generators met een gering vermogen, kan dus in combinatie met een geleider voor de inductor van het afgeplatte type kan dit afgeplaate deel, 10 eventueel na het afbeitsen van de elektrisch isolerende laklaag, rechtstreeks op de bedrukte schakeling gesoldeerd worden van de vermogenstoevoerkaart, hetgeen bijzonder kostenbesparend werkt. Met voordeel lopen een of meer van de aansluitingen van de inductors voordat deze 15 door de plaat 105 steken langs een of meer stroomsensoren 105, waardoor dus de stroom in één of meer inductors bekend is.

Een dergelijke configuratie vertoont, naast het moduleerbare karakter daarvan, het voordeel dat deze 20 bijzonder compact is en dat daarmee inductiekookapparaten gevormd kunnen worden met een geringe dikte.

Ook kan het voordeel bieden elke eenheidsinduc-tor te voorzien van de elektrische isolatie, de magnetische schakeling, het scherm en in zijn algemeenheid alle 25 elementen die deze vertoont in het samenstel van inductors, en de inductor dan te beschouwen als een volledig standaard onderdeel dat verbonden kan worden met de gedrukte schakeling van de vermogenstoevoerkaart.

Ten slotte kan de gemeenschappelijke straler 30 die als een geheel gevormd kan zijn of uit verschillende in warmtewisselend contact staande delen gevormd kan zijn, zijn verbonden met een gefilterde potentiaal van de elektronische vermogenskaart, teneinde de capacitatieve stromen tussen de inductor en zijn belasting te beperken. 35 Met voordeel wordt deze elektrische verbinding op natuurlijke wijze gevormd onder tussenkomst van een vermogens-onderdeel dat rechtstreeks zonder isolatie aangebracht is 1014886 24 op de straler, bijvoorbeeld de collector van een vermo-genstransistor die verbonden is met het huis daarvan.

De ventilatiemiddelen waarmee de inductor is uitgerust ventileren de dissipator en de elektronische 5 schakeling; deze middelen zijn hier niet weergegeven. Met voordeel wordt gebruik gemaakt van een ventilator voor het koelen van verschillende modules.

Dit stelsel van inductors is bijzonder eenvoudig te koelen als gevolg van de ruimte die bestaat tussen 10 de aangrenzende spoelen, waardoor een luchtstroom daardoorheen kan stromen.

1014886

Claims (22)

1. Kookplaat, gevoed met hoogfrequente elektrische stroom, gekenmerkt door : - ten minste één inductor (1) die gevormd is door een groot aantal wikkelingen met ten minste één gelei- 10 der, - welke geleider (11) een rechthoekige doorsnede met geringe dikte (e) vertoont, waarbij de lange zijde (H) van de doorsnede evenwijdig verloopt met de wikkelas (ZZ) van de geleider (11) welke de wikke- 15 lingen vormt, een isolatiemateriaal met geringe dikte tussen de aangrenzende wikkelingen, en - waarbij de wikkeling in bovenaanzicht een in hoofdzaak rechthoekige vorm vertoont.

2. Kookplaat volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat de inductor (1) een in hoofdzaak vierkante vorm vertoont.

3. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inductor (2, 3) gevormd is door het wikkelen van verschillende parallel geschakelde afzonder- 25 lijke geleiders (21, 22, 31-34).

4. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verschillende inductors (1, 2) omvat die parallel of in serie/parallel verbonden zijn met een enkele generator.

5. Kookplaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aangrenzende inductors verbonden zijn met de hoogfrequente voeding voor het opwekken van elkaar versterkende magnetische flux onder de belasting.

5 NL-1014886

6. Kookplaat volgens conclusie 5, met het 35 kenmerk, dat deze per fluxrichting een gelijk aantal inductors omvat.

7. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een temperatuursensor (7) omvat, welke 1014886 gevormd is door warmtegeleidende banden (71-72) die geplaatst zijn tussen ten minste twee aangrenzende inductors (1), welke banden verbonden zijn met de eigenlijke sensor (73) om daaraan de temperatuur door te geven.

8. Kookplaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze voorzien is van: - een lichtgevend signaleringsorgaan dat gevormd wordt door lichtgevende segmenten die aangebracht zijn tussen twee aangrenzende inductors, 10. een besturingsschakeling welke een sensor omvat die de aanwezigheid van een te verwarmen voorwerp boven een inductor waarneemt voor het aansturen van het lichtgevend segment dat verbonden is met deze inductor .

9. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze gevormd is door modules die elk bestaan uit een inductor die gevoed wordt door een bijbehorende generator.

10. Kookplaat volgens conclusie 1 en 3, met het 20 kenmerk, dat deze gevormd is door: - ten minste twee inductors (1, 2) - waarvan er ten minste één (2) is uitgevoerd door het wikkelen van verschillende geleiders, - een generator (4, 5) die verbonden is met elk van de 25 inductors (1, 2), waarbij de generator (5) van de inductor (2) met verschillende geleiders verbonden is met één van de geleiders (21) van de inductor, waarbij de andere vrij is, - een schakelorgaan (6) voor het omschakelen van de 30 generator (4) van een inductor (1) naar de vrije geleider (21) van een andere inductor (2).

11. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze voorzien is van: - een bovenoppervlak (101) dat gevormd wordt door een 35 elektrisch isolerende beschermlaag waaronder de inductor (102) geplaatst is, 1014886 - een laag ferriet (103) onder de inductor (102) voor het slijten van de magnetische schakeling van de inductor, - een warmtedissipator (104) welke een magnetisch 5 scherm vormt onder de ferrietlaag (103), - een plaat (105) met een bedrukte schakeling welke de onderdelen (1051-1055) draagt van de generator die verbonden is met de inductor, welke plaat (105) geïnstalleerd is onder de dissipator (104) waarbij 10 de vermogensonderdelen (1053) van de plaat (105) daarmee in warmtegeleidend contact staan, - waarbij de geleiders (1021, 1022) voor het voeden van de inductor (102) rechtstreeks verbonden zijn met de gedrukte schakeling (105), 15. waarbij enkele voedingsgeleiders (1021, 1022) van de inductor door stroomsensoren (1055) lopen voor de verbinding daarvan met de bedrukte schakeling (105) .

12. Kookplaat volgens conclusie 11, met het kenmerk, 20. dat de dissipator (104) bestaat uit een enkel deel of verschillende delen die thermisch met elkaar verbonden zijn, - de dissipator (104) een ventilatiekanaal (1043) vormt vanaf de zijde die naar de spoel (102) ver- 25 richt is, en er stralingsribben (1044) uitsteken in dit kanaal.

13. Kookplaat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ten minste één van de vermogensonderdelen (1053) in rechtstreeks elektrisch contact staat met de 30 dissipator (104).

14. Kookplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal (23) op de geleider aangebracht is voor het opwikkelen daarvan.

15. Kookplaat volgens conclusie 1, met het 35 kenmerk, dat het isolatiemateriaal tegelijkertijd met de geleider wordt gewikkeld. 1014886

16. Kookplaat volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal een thermohardende hars omvat.

17. Kookplaat volgens conclusie l, met het 5 kenmerk, dat de geleider van koper of van aluminium is.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een kookplaat volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de geleiders (1021-1022) van de inductor (102) geplaatst worden om deze door de bedrukte schakeling (105) te laten 10 lopen en deze tegelijkertijd met de verbindingen van de onderdelen (1051-1054) van de bedrukte schakeling (105) golfvormig gesoldeerd aan het onderoppervlak van de bedrukte schakeling.

19. Werkwijze voor de vervaardiging van een kook- 15 plaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleider welke de wikkelingen van de te vervaardigen inductor vormt wordt gewikkeld, uitgaande van de buitenste wikkeling die in de gewenste vorm gebracht wordt, en de opeenvolgende wikkelingen aan de binnenzijde van deze buiten- 20 ste wikkeling worden gevormd.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de buitenste wikkeling een rechthoekige vorm, in het bijzonder een vierkante vorm krijgt.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het 25 kenmerk, dat tegelijkertijd verschillende geleiders gewikkeld worden ter vorming van een inductor met verschillende geleiders.

22. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de buitenste wikkeling gevormd wordt door 30 deze in een matrijs te plaatsen. 1014886