NL1013588C2 - Vorkhefwagen met vorkverstelling. - Google Patents

Description

VORKHEFWAGEN MET VORKVERSTELLIMG

De uitvinding heeft betrekking op een vorkhef-wagen waarvan de vorken door middel van een zogeheten vorkverstelling in afstand ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.

5 Deze vorkverstelling wordt gebruikt om tijdens het gebruik van de vorkhefwagen de vorken op een zodanige onderlinge afstand te kunnen zetten dat een lading, in het bijzonder op een laadbord, op de juiste wijze ondersteund opgenomen kan worden.

10 Bij een bekende vorkhefwagen met vorkverstel ling zijn de vorken verbonden met hydraulische cilinders die geïntegreerd zijn in het vorkbord. Door de hydraulische cilinders op gebruikelijke wijze met hydraulische olie onder druk te voeden kunnen de vorken worden bewo-15 gen.

Deze bekende vorkhefwagen is gecompliceerd. De in het vorkbord geïntegreerde hydraulische cilinders brengen een tamelijk hoge kostprijs met zich mee.

De uitvinding beoogt nu een vorkhefwagen van de 20 in de aanhef omschreven soort te verschaffen die economisch vervaardigd kan worden.

Dit doel wordt bereikt met de vorkhefwagen volgens de uitvinding zoals gekenmerkt in conclusie 1. Door een vijzel te verbinden met het opstaande deel van 25 tenminste één vork en het uitschuifbare element daarvan door een buigzaam orgaan, zoals bijvoorbeeld een kabel, met het vorkbord te verbinden, wordt een eenvoudig realiseerbare constructie bereikt, die economisch te vervaardigen is.

30 Op geschikte wijze wordt de maatregel van conclusie 3 toegepast. Hierdoor wordt een complexe besturing van de verstelmiddelen voorkomen en wordt toch met zekerheid bereikt dat geen excentrische belasting van de vorken op kan treden.

35 Door de vijzel voor de vorkverstelling aan te brengen aan of op te nemen in het opstaande deel van de 1013588 2 vork wordt deze goed beschermd tegen beschadiging. Het zicht van de vorkhefwagen bestuurder wordt bovendien nauwelijks belemmerd.

Wanneer de vorkverstelling volgens de uitvin-5 ding wordt toegepast bij een vorkhefwagen met uitschuifbare vorken, kan de bediening van de vorkverstelling op eenvoudige wijze worden gecombineerd met die van het uitschuifmechanisme. Slechts behoeft op de vork een elektrische bediende twee-standen klep gemonteerd te 10 worden die in de ene stand een bediening van het uitschuifmechanisme en in de andere stand van de vorkverstelling mogelijk maakt.

In de figuren wordt getoond:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een 15 vorkhefwagen volgens de uitvinding.

Figuur 2 een gedeeltelijk weggebroken aanzicht volgens pijl II van figuur 1.

Figuur 3 het vorkverstellingsmechanisme van figuur 2 in een andere stand.

20 Figuur 4 een gedeeltelijk perspectivisch aan zicht van een voorkeurs uitvoeringsvorm.

Figuur 5 het vorkverstellingsmechanisme van figuur 4 in een gedeeltelijk weggebroken aanzicht.

Figuur 6 het vorkverstellingsmechanisme van 25 figuur 4 en 5 met gedeeltelijk uiteengenomen delen.

De in figuur 1 getoonde vorkhefwagen 1 omvat een verrijdbaar gestel ofwel voertuig 2 waarop een mast 3 is aangebracht. Aan deze mast 3 is een vorkbord 5 in hoogte verstelbaar gemonteerd. Door middel van een hy-30 draulische cilinder 4 kan het vorkbord 5 omhoog en omlaag bewogen worden.

Aan het vorkbord 5 hangen 2 vorken 6 door middel van haken 7. Deze vorken 6 zijn in zijdelingse richting verschuifbaar door middel van een nader in de 35 volgende figuren getoonde vorkverstelling. Door de vorken 6 op een geschikte onderlinge afstand in te stellen, kunnen ladingen, zoals een laadbord 9, van verschillende breedten op geschikte wijze worden opgenomen.

1013588 3

De vorken 6 zijn van het hydraulisch uitschuif-bare type, met uitschuifbare delen 8.

Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de vijzels gevormd worden door in de 5 vorken 30 opgenomen enkelwerkende hydraulische cilinders.

Deze cilinders worden gevormd door boringen 31 in het opstaande deel van de vork 30. In deze boring 31 is een zuiger 32 opgenomen, die verbonden is met een zuigerstang 29, die het uitschuifbare element vormt en 10 aan het tegenoverliggende einde waarvan een kabel 33 is gemonteerd.

Aan het opstaande deel van de vork 30 is een vast kabelwiel 34 gemonteerd en een kabel 35 is op de in figuur 2 getoonde wijze om het geleidingswiel 34 en het 15 geleidingswiel 33 aangebracht. Een einde van de kabel 35 is door middel van een insteleinde 36 vast met het opstaande deel van de vork 30 verbonden.

Op overeenkomstige wijze is een kabel 39 verbonden met de rechter vork 30.

20 Een derde kabel 37 is op de getoonde wijze verbonden met zowel de linker vork 30 als de rechter vork 30 en loopt om een geleidingswiel 38 aan het rechtereinde van het vorkbord 5.

Het zal duidelijk zijn, wanneer bij de in 25 figuur 2 getoonde stand hydraulische olie wordt toegevoerd aan de cilinder in de rechter vork 30, de zuiger daarvan naar beneden wordt gedwongen en dus de kabel 39 door het kabelwiel 33 wordt gespannen en de rechter vork 30 daarbij naar links beweegt. Door de koppeling van de 30 twee vorken 30 door middel van de kabel 37 beweegt tegelijkertijd de linker vork 30 naar rechts, zodanig dat de vorken 30 spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar bewegen.

Bij de beweging van de linker vork naar rechts wordt de zuiger 32 naar boven gedwongen. Vanuit de in 35 figuur 3 getoonde stand kan dus weer terug bewogen worden naar de in figuur 2 getoonde stand door olie onder druk toe te voeren aan de cilinder van de linker vork 30.

1013588 4

De uitvoering van figuur 2 en 3 heeft het voordeel dat de kabels 35, 37 en 39 zeer eenvoudig gemonteerd kunnen worden. In de omhoog bewogen stand van de kabelwielen 33 die met de respectieve zuigerstangen 29 5 zijn verbonden, kan de betreffende kabel eenvoudig over het kabelwiel 34 en onder het kabelwiel 33 door geleid worden en vastgemaakt worden met behulp van het verstel-stuk 36. De kabel 37 kan ook op eenvoudige wijze worden gemonteerd.

10 De geleidingswielen 33 kunnen op geschikte wijze op en neer bewegen in een koud gewalst doos-profiel, dat in zijn geheel in de vork 30 wordt gemonteerd. De losse rol wordt door de zuigerstang 29 naar beneden gedrukt. Het losse wiel wordt door de zuigerstang 29 naar 15 beneden gedrukt. In het geval van slijtage kunnen het wiel en het koud gewalste doos-profiel eenvoudig worden vervangen door een nieuw stel.

Door een geschikte kleine diameter van de cilinderboringen wordt eenvoudig een maximalisering van 20 de optredende kracht bereikt. De boring kan zodanig worden gekozen dat geen extra veiligheid nodig is.

Bij de uitvoeringsvorm van de figuren 4-6 zijn de verstelmiddelen aangebracht tussen het opstaande deel van de vork 60 en het vorkbord 61. Hierdoor komen welis-25 waar de vorken 60 enigszins naar voren te liggen, waardoor ook het zwaartepunt van de op te nemen last enigszins naar voren komt te liggen. Dit kan echter zeer beperkt zijn, bijvoorbeeld in de grootte orde van 25 mm.

De verstelmiddelen 62 omvatten bij deze uitvoe-30 ringsvorm een hydraulische cilinder 63 voor elke vork 60, die gemonteerd is aan de klem 64, waarmee de betreffende vork aan het vorkbord 61 hangt.

De zuigerstang 65 van de cilinder 63 steekt door de klem 64 heen en draagt aan zijn heen en weer 35 bewegende ondereinde een geleidingswiel 66, waarover een buigzaam orgaan 67 in de vorm van een kabel loopt.

Zoals in het bijzonder figuur 5 laat zien is telkens het in de figuren rechter einde van de kabel 67 1013588 5 bevestigd aan het vorkbord 61, en loopt deze kabel 67 over een geleidingswiel 68 dat met de vork 60 verbonden is. Vervolgens loopt de kabel om het geleidingswiel 66 aan de zuigerstang 55 en het andere einde 69 van de kabel 5 is vast met de vork 60 verbonden, in het bijzonder doordat aan dit einde een draadeinde is aangebracht, dat door een boring steekt die gevormd is in een uitstekend gedeelte 79 van het blok 70 dat het gestel van de verstel-middelen vormt.

10 Zoals uit de figuren blijkt, zijn de verstel- middelen 62 voor beide vorken 60 identiek uitgevoerd. In de figuren is de toestand weergegeven waarin de vorken 60 het verst van elkaar zijn verwijderd. In deze toestand is de zuigerstang van de rechter cilinder 63 uitgeschoven en 15 de zuigerstang 65 van de linker cilinder 63 ingeschoven. Door hydraulische olie aan de linker cilinder 63 toe te voeren zal de bijbehorende vork 60 naar het midden van het vorkbord 61 bewegen.

Koppelmiddelen die in principe overeenkomen met 20 die welke zijn beschreven aan de hand van figuur 2 en 3, zorgen er daarbij voor dat de andere vork eveneens naar het midden van het vorkbord 61 wordt bewogen, waarbij de zuigerstang 65 in de cilinder 63 wordt gedwongen.

Deze koppelmiddelen omvatten een buigzaam 25 orgaan in de vorm van een kabel 71, die met zijn einde vast verbonden is met de blokken 70 van de verstelmidde-len en om een geleidingswiel 72 is geslagen dat roteerbaar aan het vorkbord 61 is gemonteerd.

De kabel 71 loopt langs geleiders 73 van de 30 verstelmiddelen 62, die bijvoorbeeld gevormd worden door een bus welke op de as van de geleidingswielen 73 is aangebracht. De kabel 71 beweegt op deze plaats niet, zodat volstaan kan worden met een vaste geleiding.

De verstelmiddelen 62, althans de geleidings-35 elementen daarvan, zijn samen gevoegd tot een samenstel, dat gevormd wordt door het eerder genoemde blok 70 en twee aan weerszijden daarvan gemonteerde platen 75, 76. Dit samenstel is tegen de achterzijde van het omhoog ste- 1013588 6 kende deel van de vorken 60 gemonteerd, in het bijzonder met bouten.

Om de zijdelingse slag van de vorken 60 te begrenzen zijn stelhouten 77, 78 aangebracht. De stelbou-5 ten 77 die in het boveneinde van de hydraulische cilinders 63 zijn aangebracht, beperken de bovenwaartse slag van de cilinderstangen 65 en de stelhouten 78 die onderin het blok 70 zijn opgenomen, beperken de slag van de zuigerstang 65 in benedenwaartse richting. Door het 10 beperken van de slag van de zuigerstangen 65 wordt op corresponderende wijze uiteraard de heen en weer gaande slag van de stangen 60 begrensd.

Bestaande vorkhefwagens kunnen eenvoudig van de vorkverstelling volgens de uitvoeringsvorm van de figuren 15 4-6 worden voorzien. Slechts de klemmen 64, met in de bovenste daarin aangebrachte cilinders 63 hoeven vervangen te worden en het samenstel, bestaande uit blok 70, platen 75 en 76 en het geleidingswiel 73, behoeven tegen de vork 60 gemonteerd te worden. De kabels 67, 71 kunnen 20 eenvoudig worden aangebracht en vervangen in geval van slijtage. Wanneer de zuigerstang 65 geheel omhoog bewogen is, kan de kabel 67 eenvoudig bovenlangs het wiel 73 en onderlangs het wiel 66 gestoken worden en vervolgens aan het blok 70 worden gemonteerd. De kabel 71 kan, zoals 25 weergegeven in de figuren voorlangs, of ook achterlangs de zuigerstangen 65 zijn aangebracht. Ook deze kabel 71 is eenvoudig aan te brengen en, in geval van slijtage, te vervangen.

Voor de hydraulische cilinders voor het uit-30 schuiven en de hydraulische cilinder voor de vorkverstelling kan volstaan worden met één enkel stel hydraulische slangen. Een hydraulische twee-standen klep, die elektrisch bedienbaar is, kan worden gebruikt voor het kiezen van de vorkverstelling respectievelijk het uitschuiven.

35 De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. Zo kunnen de voor de vorkverstelling gebruikte vijzels afzonderlijke vijzels zijn die aan de vorken worden gemonteerd. Door het inte- 1013588 7 greren van de vijzels in de vorken wordt echter het voordeel bereikt van een eenvoudiger en minder kwetsbare constructie. In plaats van een kabel kan een willekeurig ander buigzaam orgaan worden toegepast zoals een ketting, 5 riem of dergelijke. Alle dergelijke varianten vallen binnen het bereik van een deskundige op het gebied.

1013588

Claims (8)

1. Vorkhefwagen omvattende een verrijdbaar gestel, een ten minste omhoog en omlaag beweegbaar aan het gestel aangebracht vorkbord, twee L-vormige vorken die met een opstaand deel langs het vorkbord verschuif- 5 baar zijn en enerzijds op ten minste één van de vorken en anderszijds op het vorkbord aangrijpende verstelmiddelen voor het verstellen van de onderlinge afstand van de vorken, waarbij de verstelmiddelen omvatten een met het opstaande deel van ten minste één vork verbonden vijzel, 10 die een uitschuifbaar element omvat, dat door een buigzaam orgaan verbonden is met het vorkbord.

2. Vorkhefwagen volgens conclusie 1, waarbij de vijzel aangebracht is in de langsrichting van het opstaande deel van de vork en aan het opstaande deel gelei- 15 dingsmiddelen voor het buigzame orgaan zijn aangebracht, en het buigzame orgaan zich in hoofdzaak verticaal van het uitschuifbare element tot de geleidingsmiddelen en vandaar in hoofdzaak horizontaal naar het vorkbord uit-strekt.

3. Vorkhefwagen volgens conclusie 1 of 2, omvattende koppelmiddelen voor het zodanig met elkaar en het vorkbord koppelen van de vorken dat deze symmetrisch ten opzichte van het vorkbord worden verschoven.

4. Vorkhefwagen volgens conclusie 3, waarbij de 25 koppelmiddelen een met beide vorken en het vorkbord verbonden buigzaam orgaan omvat.

5. Vorkhefwagen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke vork een enkelwerkende vijzel omvat die met een eerste respectievelijk tweede buigzaam 30 orgaan en koppelmiddelen samenwerken, zodanig dat bij het uitschuiven van het uitschuifbare element van de ene vijzel de vorken naar elkaar toe bewegen en het uitschuifbare element van de andere vijzel ingeschoven wordt en omgekeerd.

6. Vorkhefwagen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vijzel een hydraulische vijzel is 1013588 en de vorken van het hydraulisch uitschuifbare type zijn en in het hydraulische circuit daarvoor een omschakelklep is opgenomen met een eerste stand voor het bedienen van de uitschuifwerking en een tweede stand voor het bedienen 5 van de vorkverstelling.

7. Vorkhefwagen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verstelmiddelen aangebracht zijn tussen het vorkbord en de vorken.

8. Vorkhefwagen volgens één van de voorgaande 10 conclusies, waarbij de vijzel een hydraulische vijzel is en de cilinder daarvan gevormd wordt door een boring in het opstaande deel van de vork. 1013588