NL1037284C2 - Heftruck mast. - Google Patents

Description

Heftruck mast

Deze uitvinding heeft betrekking op een hefmast voor vorkheftrucks, en soortgelijke machines. Meer specifiek, heeft de uitvinding betrekking op een uitschuifbare hefmast met een groter 5 zichtbereik, midden door de mast.

Een aantal voorstellen om het zicht door een mast naar voren te verbeteren zijn gepubliceerd in de Japanse gebruiksmodellen JP 59-123.096 en JP 62-132.099, evenals in de Amerikaanse octrooipublicaties US 7096999 en US 6505710, die betrekking hebben op een 10 mast die voor een operator een breder zicht naar voren creëren. Bij deze bekende constructies worden bepaalde onderdelen van het hefmechanisme zodanig gepositioneerd, dat zij het zicht minder belemmeren. Niettemin blijft het uitzicht belemmerd door de individuele delen van de uitschuifbare mast. Conventionele masten tot nu toe, zijn geplaatst tussen de wielen of het machine verplaatsingsmechanisme, en lopen van daaruit in een rechte lijn 15 omhoog, aanlas delen buiten beschouwing gelaten. De mastprofielen zijn in dat geval allen min of meer van de zelfde lengte en de plaatsing van de buitenste mastdelen is daardoor bepalend voor de positie van de binnenste mastdelen.

Het is een doel van de uitvinding om beter tegemoet te komen aan de behoefte van operators 20 van heftrucks in het algemeen om meer zicht te hebben op de vorken van hun trucks, en op de te heffen of te vervoeren lading. Dat zicht wordt belemmerd doordat zij achter de hefmast zitten en door die mast heen moeten kijken om te kunnen zien wat er voor de truck, bij de punten van de vorken gebeurt. Meer in het bijzonder is het een doel de operator vanaf de bestuurdersstoel een verbeterd zicht te geven door de mast heen, en op de te vervoeren en te 25 heffen lading; zodanig dat sneller en zekerder kan worden gewerkt met minder schade aan te handelen goederen en pallets.

Met de mast volgens de uitvinding wordt het gezichtsveld van de bestuurder vergroot. Dat wordt bereikt door de geleideprofielen, ook wel mastprofielen genoemd, meer naar buiten te 30 plaatsen. Het buitenste mastprofiel wordt daartoe boven de wielen of banden van de heftruck geplaatst. Door dit mastprofiel boven de wielen, banden, of eventueel ander verplaatsingssysteem zoals rupsbanden of dergelijke, te situeren zal dit korter zijn dan het binnenste mastprofiel (of de binnenste mastprofielen), dat het vorkenbord tot aan de grond omlaag moet kunnen brengen. Specifieke kenmerken van deze uitvinding zijn dus dat het 35 buitenste mastprofiel c.q. de buitenste mastprofielen, zich boven de wielen of banden bevindt én dat er verschil in lengte bestaat tussen de verschillende mastprofielen. In laagste positie, als dus alle delen omlaag geschoven zijn, zijn de mastprofielen aan de bovenkant gelijk, 1037284 2 terwijl aan de onderzijde ervan het binnenste profiel (of de profielen) doorloopt tussen de wielen of banden, en de buitenste dus niet. Bij een oplossing volgens de uitvinding zijn de buitenste mastprofielen dus gedeeltelijk of geheel boven de wielen of banden geplaatst, om een ruimere opening in het binnenste mastdeel te bewerkstelligen. De ruimere mastopening 5 biedt aanzienlijk meer doorzicht op de vorken dan een conventionele heftruckmast met een min of meer vergelijkbare doorrijhoogte en hefhoogte.

De uitvinding betreft ook een nieuwe bijzondere constructie van het buitenste mastdeel c.q. de buitenste mastdelen voor heftrucks, reachtrucks, stapelaars en anderszins van machines die pallets en/of goederen verticaal moeten verplaatsen, met het oogmerk dat voor de operator 10 meer zicht door de mast op de te vervoeren of heffen goederen ontstaat. Het buitenste mastdeel, c.q. de buitenste mastdelen bij een driedelige mast, worden bij de nieuwe constructie, volgens de uitvinding, gedeeltelijk of geheel boven de wielen of banden geplaatst waardoor de mastprofielen iets wijder uit elkaar komen te staan. Zodoende wordt een ruimere opening in het binnenste mastdeel bewerkstelligt. De ruimere mastopening biedt zodoende 15 aanzienlijk meer doorzicht op de vorken, en de te heffen lading t.o.v. de tot nu toe gangbare constructies. Van bijzonder belang bij de uitvinding is dus plaatsing van de buitenste mastprofielen, geheel of gedeeltelijk boven de wielen of banden of het verplaatsingsmechanisme van de heftruck.

20 Extra voordeel m.b.t. het doorzicht kan behaald worden bij drie- of meerdelige masten door de middelste mastprofielen, net als het buitenste mastprofiel, boven de wielen of banden te plaatsen en dus niet naar onderen, tussen de wielen of banden door te laten lopen. Het middelste mastprofiel c.q. de middelste mastprofielen zijn dan in lengte vrijwel gelijk aan het mastprofiel van het buitenste mastdeel en dus korter dan het mastprofiel van het binnenste 25 mastdeel. Deze variant wordt niet op bijgeleverde tekening getoond. De essentie van het aanzicht van de in wezen trechtervormige mast blijft bij deze variant gelijk, echter wordt de trechtervorm wel groter.

De hierboven omschreven doelstellingen en nieuwe kenmerken van de huidige uitvinding 30 zullen worden verduidelijkt met de volgende gedetailleerde beschrijving in samenhang met de bijbehorende tekeningen, waarin:

Figuur 1 schematisch een bovenaanzicht toont van een conventionele vorkheftruck met een driedelige uitschuifbare mast;

Figuur 2 schematisch een bovenaanzicht toont van een vorkheftruck 35 voorzien van een uitschuifbare mast volgens de uitvinding;

Figuur 3 in perspectief een samenstelling van een uitschuifbare mast volgens de uitvinding toont; 3

Figuur 4 een vooraanzicht toont van de uitschuifbare mast volgens de uitvinding, waarbij het vorkenbord en de vorken voor de duidelijkheid zijn weggelaten; en Figuur 5 een zijaanzicht toont van een middelste mastdeel.

FIG. 1 is een schematisch bovenaanzicht van een conventionele driedelige mast, met daarin 5 aangegeven het beperkte doorzicht van de operator (1) met behulp van zichtlijnen (2). Een heftruckmast heeft een paar mast geleidingsdelen, de z.g. mastprofielen (3, 4 en 5), links en rechts die onderling met elkaar verbonden zijn door verbindingsbruggen boven (6, 7 en 8) en verbindingsbruggen onder (niet getekend). Samen vormen ze een mastdeel (CM1, CM2 en CM3). Een complete mast bestaat altijd minimaal uit twee mastdelen(CM1, en CM2), die in en 10 uit elkaar schuiven om zo de lading te kunnen heffen. Voor grotere hefhoogtes bestaan er ook drie- en vierdelige masten. De driedelige mast komt het meest voor en is in relatie tot de bijgaande tekeningfiguren beschreven, maar de uitvinding is ook toepasbaar op de andere type masten. De verschillende mastdelen (CM1, CM2 en CM3) schuiven in elkaar omhoog en omlaag, aangedreven door twee hydraulische hefcilinders of kabels (niet getekend, maar de 15 vakman bekend), die links en rechts achter de mastdelen (CM1, CM2 en CM3) zijn geplaatst. Binnen het mastdeel (CM3) kan dan nog een free lift cilinder (9) zijn geplaatst voor een vrije heffing. Dat is het heffen van het vorkenbord (10), zonder dat de mastdelen (CM2 en/of CM3) omhoog schuiven. Voor het in en uitschuiven van de mastdelen (CM1, CM2 en CM3) wordt gebruik gemaakt van mastrollen (gelagerde stalen wielen) (11) die voor de geleiding 20 zorgdragen binnen de u-vormige mastprofielen (3, 4 en 5).

Het buitenste mastdeel (CM1) is gefixeerd aan de machine, het binnenste mastdeel (CM3) draagt het vorkenbord (10), waaraan de vorken (12) hangen. Tussen deze delen kan, voor een driedelige mast, een middelste mastdeel (CM2) geplaatst zijn.

Kenmerkend voor deze conventionele masten, zoals getoond in Figuur 1, is dat alle 25 mastprofielen (3,4 en 5) tussen de wielen van de heftruck gesitueerd zijn, dat de lengte van de verschillende mastprofielen (3, 4 en 5) vrijwel even lang is en dat ze recht van vorm zijn.

FIG. 2 is een schematische bovenaanzicht van een driedelige mast volgens de uitvinding, met daarin aangegeven het ruimere doorzicht van de operator (1) met behulp van zichtlijnen (14). 30 Hierop is te zien dat mastprofielen (15) van het buitenste mastdeel (CM4) boven de wielen (16) zijn geplaatst.

FIG. 3 is een perspectieftekening van een complete driedelige uitschuifbare mast volgens de uitvinding, waar te zien is dat het buitenste mastdeel (CM4) onderin versmald is, de 35 mastprofielen (15) van dit buitenste mastdeel eindigen net onder de bevestiging naar de nijgcilinder (17). Mastprofiel (15) gaat hier over in een soort versmalde draagconstructie, opgebouwd uit de platen (18 en 19) die de mastprofielen (15) ondersteunt, zodanig dat deze 4 draagconstructie binnen de wielen van een vorkheftruck valt en de mastprofielen (15) erboven. De mast krijgt daardoor als het ware de vorm van een trechter, die aan de bovenzijde wijd en aan de onderzijde versmald is. Op een middelste mastdeel dat hier binnen wordt geplaatst (CM2) worden de onderste mastrollen (11) zodanig geplaatst dat ze, bij 5 ingedaalde mast, net boven de versmalling van het buitenste mastdeel (CM4) blijven, dit resulteert in een verschil in lengte van de mastprofielen (geleidingsgedeelte) van het buitenste mastdeel (CM4) en de daar tussenin gelegen middelste en binnenste mastdelen (CM2 & 3). Kenmerkend voor de mast volgens de uitvinding is onder andere, dat de binnenste mastprofielen (4 en / of 5) tussen de wielen hangen terwijl het buitenste mastprofiel (15) 10 boven de wielen is geplaatst, dat de lengte van de verschillende mastprofielen (3,4 en 5) niet gelijk is en dat het vooraanzicht van de samengestelde mast in wezen trechtervormig verloop laat zien.

FIG. 4 is een vooraanzicht van de complete hefmast, waarbij het vorkenbord en de vork, ter 15 plaatse van het buitenste mastdeel (CM4), gedeeltelijk is onderbroken en daardoor duidelijk het verloop van het buitenste mastdeel aan een ondereinde daarvan zichtbaar maakt.

Duidelijk herkenbaar is onder andere de trechtervorm, dat de mastprofielen (15) zich boven de wielen (16) bevinden en dat dit geleidedeel (15) niet van onder af aanvangt. Verder is te herkennen, dat het middelste mastdeel (CM2) onder het geleideprofiel (15) van mastdeel 20 (CM4) uitsteekt en dat de geleideprofielen (4) van dit deel (CM2) het eerste geleidedeel is dat zich tussen en het dichtst tegen de wielen (16) bevind.

In het vooraanzicht is duidelijk de in wezen trechtervormige constructie van de mast zichtbaar waarbij het buitenste mastdeel aan de onderzijde smaller is tussen de wielen of banden en aan de bovenzijde boven de wielen of banden breder is. Het mastprofiel van het buitenste 25 mastdeel bevindt zich boven de trechterconstructie, het onderste smallere deel dat geen geleidefunctie heeft, dient voor de montage van de mast aan de machine bij het kantelpunt.

Dit stuk zou anders kunnen worden geconstrueerd, bijvoorbeeld door het naar achteren te bouwen (schuin) boven de as, of indien het kantelpunt van de mast zich hoger zou bevinden.

30 FIG. 5 Is een zijaanzicht van het tweede mastdeel (CM2). De mastprofielen (4) van dit mastdeel (CM2) bevinden zich het dichtste bij de wielen (16), Hierin is duidelijk zichtbaar dat de onderste mastrol (11) omhoog is geplaatst om aan te kunnen grijpen in het kortere mastprofiel (15) dat hoger (boven de wielen (16) is geplaatst. Een deel van het mastprofiel (4), (in sommige uitvoeringen kan dit ook mastprofiel (5) betreffen) bevindt zich “onder de 35 mastrol (11) tussen de wielen” (16). Het betreft het bewegende deel, aan de meest buitenste zijde tegen de wielen (16). Dit onderste deel van het geleidingsprofiel (4) doet hoofdzakelijk inwendig dienst als geleidingsprofiel.

5

KORTE BESCHRIJVING VAN DE GENUMMERDE ONDERDELEN IN DE TEKENINGEN

1 Operator 2 Normal / standard view zichtlijnen, Zichtbereik bij een conventionele heftruck mast (free 5 lift cilinder buiten beschouwing gelaten) 3 Geleide profielen, Buitenste mastprofiel links en rechts (ook wel; 3L en 3R genoemd) 4 Geleide profielen, Middelste mastprofiel links en rechts (ook wel; 4L en 4R genoemd) 5 Geleide profielen, Binnenste mastprofiel links en rechts (ook wel; 5L en 5R genoemd) 6 Verbindingsbrug, Bovenste verbindingsbrug die beide mastprofielen (3) van het 10 buitenste mastdeel (CM1 en of CM4) 7 Verbindingsbrug, Bovenste verbindingsbrug die beide mastprofielen (4) van het middelste mastdeel (CM2) verbindt 8 Verbindingsbrug, Bovenste verbindingsbrug die beide mastprofielen (5) van het binnenste mastdeel (CM3) verbindt 15 9 Hefcilinder, Hydraulische free lift cilinder 10 Vorkenbord 11 Mastrol 12 Vork 13 20 14 extra view zichtlijnen, Zichtbereik volgens de uitvinding (zonder free lift cilinder) 15 Geleide mastprofiel, extra wide view mast Buitenste mastprofiel links en rechts, deze geleideprofielen zijn in lengte beduidend korter doordat zij pas boven de wielen aanvangen (ook wel; 15L en 15R genoemd, zie Figuur 3) 16 wiel 25 17 bevestiging nijgcilinder, Aanlasdeel t.b.v. de bevestiging van de nijgcilinders 18 platen draagconstructie t.b.v verbinding tussen mast geleidedelen (15) en mast kantelpunt om de vooras 19 platen draagconstructie t.b.v verbinding tussen mast geleidedelen (15) en mast kantelpunt om de vooras 30 CM1 Buitenste mast deel van een conventionele mast (samengestelde mastprofielen met mastrollen en aanlasdelen) CM1 is een samenstelling van 3L, 3R, 6,11,17,18 en 19 en verbindingsbruggen die verder niet zijn weergegeven CM2 Middelste mast deel (samengestelde mastprofielen met mastrollen) CM2 is een samenstelling van 4L, 4R, 7 en 11 en verbindingsbruggen die verder niet zijn weergegeven 35 CM3 Binnenste mast deel (samengestelde mastprofielen met mastrollen) samenstelling van 5L, 5R, 8 en 11, en verbindingsbruggen die verder niet zijn weergegeven.

6 CM4 Buitenste mast deel van de nieuw uitgevonden extra wide view mast (samengestelde mastprofielen met mastrollen en aanlasdelen) Inclusief het onderste smale deel van het buitenste mastdeel (CM4) dat zich hoofdzakelijk bevindt tussen de wielen, geen geleidefunctie heeft en een verbinding vormt tussen de buitenste mast profielen en het kantelpunt van de 5 mast. CM4 is een samenstelling van 3L, 3R, 6,11,17,18 en 19 en verbindingsbruggen die verder niet zijn weergegeven 1037284

Claims (12)

1. Uitschuifbare mast voor een vorktruck voorzien van ten minste een eerste mastdeel en een tweede mastdeel, die schuifbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, 5 daarbij zijn de eerste en tweede mastdelen elk uitgerust met respectievelijk een eerste paar en een tweede paar linker en een rechter profielelementen, waarbij het tweede paar linker en rechter profielelementen van het tweede mastdeel zijn aangebracht tussen het eerste paar linker en rechter profielelementen van het eerste mastdeel, 10 waarbij de linker en rechter profielelementen van het eerste paar korter zijn uitgevoerd dan de linker en rechter profielelementen van het tweede paar, en waarbij een enkele van het eerste mastdeel en het tweede mastdeel met een ondereinde is ingericht om te worden bevestigd aan een voertuig, zoals een vorkheftruck.

2. Uitschuifbare mast volgens conclusie 1, waarbij een derde mastdeel met een derde paar linker en rechter profielelementen schuifbaar is aangebracht met de linker en rechter profielelementen van het eerste paar buitenwaarts en met de linker en rechter profielelementen van het tweede paar binnenwaarts van de eerste en tweede profielelementen van het derde paar van het derde mastdeel. 20

3. Uitschuifbare mast volgens conclusie 2, waarbij ook de linker en rechter profielelementen van het derde paar korter zijn uitgevoerd dan de linker en rechter profielelementen van het tweede paar.

4. Uitschuifbare mast volgens een van de conclusies 1-3, verder voorzien van een vorkenbord, ingericht voor het dragen van tenminste een enkele vork voor het dragen van lasten.

5. Uitschuifbare mast volgens een van de conclusies 1-4, waarbij het eerste 30 mastdeel met zijn ondereinde is ingericht om, bij voorkeur kantelbaar, te worden bevestigd aan een voertuig, zoals een vorkheftruck.

6. De combinatie van een vorkheftruck en een uitschuifbare mast volgens een van de conclusies 1-5. 35

7. De combinatie volgens conclusie 6, waarbij de binnenste mastprofielen tussen de wielen hangen terwijl het buitenste mastprofiel (15) boven de wielen is geplaatst, 1037284 waarbij de lengte van de verschillende mastprofielen niet gelijk is en waarbij een vooraanzicht van de samengestelde mast in wezen een trechtervormig verloop toont.

8. De combinatie volgens conclusie 6 of 7, waarbij de buitenste mastprofielen, 5 geheel of gedeeltelijk boven de wielen of banden of het verplaatsingsmechanisme van de vorkheftruck zijn geplaatst.

9. De combinatie volgens een van de conclusies 6-8, waarbij het mastprofiel van het buitenste mastdeel met een onderste einde aansluit op een trechterconstructie, het 10 onderste smallere deel van het buitenste mastprofiel, dat geen geleidefunctie heeft, dient voor de montage van de mast aan de vorkheftruck en vormt een kantelpunt.

10. De combinatie volgens conclusie 9, waarbij het onderste smallere deel van het buitenste mastprofiel naar achteren, schuin boven de as is aangebracht. 15

11. De combinatie volgens conclusie 9, waarbij het kantelpunt van de mast zich hoger bevindt dan het onderste smallere deel van het buitenste mastprofiel.

12. De combinatie volgens een van de conclusies 6-11, uitgevoerd met een 20 drie- of meerdelige mast en waarbij de middelste mastprofielen, net als het buitenste mastprofiel, boven de wielen of banden zijn geplaatst en waardoor het middelste mastprofiel c.q. de middelste mastprofielen in lengte vrijwel gelijk zijn aan het mastprofiel van het buitenste mastdeel en korter dan het mastprofiel van het binnenste mastdeel. 1037284