NL9001901A - Draagarmarretering voor een auto-hefbrug. - Google Patents

Draagarmarretering voor een auto-hefbrug. Download PDF

Info

Publication number
NL9001901A
NL9001901A NL9001901A NL9001901A NL9001901A NL 9001901 A NL9001901 A NL 9001901A NL 9001901 A NL9001901 A NL 9001901A NL 9001901 A NL9001901 A NL 9001901A NL 9001901 A NL9001901 A NL 9001901A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
arm
holder
toothed member
pin
Prior art date
Application number
NL9001901A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stertil Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stertil Bv filed Critical Stertil Bv
Priority to NL9001901A priority Critical patent/NL9001901A/nl
Priority to ES91202200T priority patent/ES2068486T3/es
Priority to AT91202200T priority patent/ATE118751T1/de
Priority to DE69107560T priority patent/DE69107560T2/de
Priority to EP91202200A priority patent/EP0478035B1/en
Publication of NL9001901A publication Critical patent/NL9001901A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F7/00Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts
    • B66F7/02Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts with platforms suspended from ropes, cables, or chains or screws and movable along pillars
    • B66F7/04Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts with platforms suspended from ropes, cables, or chains or screws and movable along pillars hydraulically or pneumatically operated

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Invalid Beds And Related Equipment (AREA)

Description

DRAAGARMARRETERING VOOR EEN AUTO-HEFBRUG
De uitvinding heeft betrekking op een auto-hefbrug omvattende ten minste één kolom, met een verticaal beweegbare wagen die is voorzien van een steun waaraan draagarmen voor het on-) der steunen van een auto om een verticale zwenkas zwenkbaar zijn gemonteerd en aandrijfmiddelen voor het langs de kolom omhoog bewegen van de wagen, waarbij elke arm voorzien is van een arretering voor het in een gekozen zwenkstand vergrendelen hiervan, omvattende een eerste, onverdraaibaar met de steun i verbonden tandorgaan, een tweede, onverdraaibaar met de arm verbonden tandorgaan, welke tandorganen van samenwerkende ver-tanding coaxiaal met de zwenkas zijn voorzien en waarbij ten minste één van de tandorganen door ontgrendelmiddelen axiaal buiten aangrijping beweegbaar met het andere is gemonteerd.
) Dergelijke hefbruggen zijn algemeen bekend. Deze kunnen zijn uitgevoerd als één- of tweekoloms hefbrug met vaste, zijdelings geplaatste kolommen of als een stempelbrug met één telescopisch uitschuifbare kolom.
Bij een dergelijke bekende auto-hefbrug is het met de : steun verbonden tandorgaan vast bovenop de steun gemonteerd, terwijl het met de arm verbonden tandorgaan via een van de arm tot boven de steun uitstekende steun met deze arm is verbonden.
Het bezwaar van deze bekende auto-hefbrug is dat door de arreteerinrichting de constructie ter plaatse van de zwenkas i omvangrijk is en geen fraaie aanblik oplevert, terwijl de arreteerinrichting kwetsbaar is en hinderlijk in de weg kan zitten, in het bijzonder doordat het portier van een op de hefbrug geplaatste auto tegen deze arreteerinrichting kan aanstoten.
De uitvinding beoogt nu een auto-hefbrug van de in de aan-i hef omschreven soort te verschaffen, die deze bezwaren niet heeft.
Dit doel wordt bij een hefbrug volgens de uitvinding bereikt doordat de draagarm, ten minste ter hoogte van de zwenkas een rechthoekig profiel heeft, en doordat de arretering in het inwendige van de holle draagarm is aangebracht, waarbij het onverdraaibaar met de draagarm verbonden tandorgaan opgenomen is in een houder met twee evenwijdige zijwanden die verschuifbaar aanliggen tegen twee evenwijdige verticale wanddelen van i het rechthoekige profiel van de draagarm en de ontgrendelmidde-len op dit tandorgaan aangrijpen.
Door de directe samenwerking van de houder met het profiel van de draagarm is het dus mogelijk de arretering opgesloten in de draagarm onder te brengen. De arretering is hierdoor be-i schermd tegen beschadigingen en zit bovendien niet in de weg.
De zwenkconstructie van de draagarm verkrijgt bovendien een strak en fraai uiterlijk. Door de directe samenwerking van de houder met de draagarm wordt bovendien een eenvoudige en dus economische constructie bereikt. i Een verdere ontwikkeling van de hefbrug volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 2. Deze constructie heeft het voordeel dat deze zeer eenvoudig te monteren is. De naaf van het met de steun verbonden tandorgaan vormt tegelijk het zwenklager voor de draagarm.
i Door toepassing van de maatregel van conclusie 3 wordt het voordeel bereikt dat het met de steun verbonden tandorgaan eenvoudig door de as op zijn plaats wordt gehouden zodat slechts handelingen voor het vastzetten van de constructie, in het bijzonder het aanbrengen van bouten aan de buitenkant uit-i gevoerd behoeven te worden.
Een in dit verband verder gunstige maatregel wordt gekenmerkt in conclusie 4.
Bij voorkeur wordt hierbij de maatregel van conclusie 5 toegepast. De onder de steun uitstekende onderpen wordt, wan-i neer de draagarm geheel naar beneden bewogen is, doordat de onderpen in contact komt met de grond, ten opzichte van de arm omhoog gedrukt, waardoor de houder met het bijbehorende tandorgaan vrijkomt van het met de steun verbonden tandorgaan. Zodra dus de draagarmen van de hefbrug in de laagste stand zijn bewogen zijn de armen vrij draaibaar. Wanneer de hefbrug in werking wordt gesteld en de draagarmen omhoog bewogen worden treedt de arretering automatisch weer in werking.
Door volgens conclusie 6 een bovenpen toe te passen, kan de ontgrendeling ook met de hand teweeggebracht worden. Dit is bijvoorbeeld gunstig wanneer de op te heffen auto een grote bodemvrijheid heeft en voor het juist instellen van de zwenk-stand van de draagarmen de wagens met de draagarmen enigszins omhoog bewogen moeten worden.
i Een gunstige compacte uitvoering van de arreteringsinrich-ting wordt bereikt met de maatregel van conclusie 7.
Wanneer daarbij de maatregel van conclusie 8 wordt toegepast, wordt op gunstige wijze bereikt dat, indien de arretering op de een of andere wijze zou klemmen, de benedenwaartse bewe-i ging van de draagarmen niet kan worden belemmerd wanneer de onderpen met de grond in contact komt. Bij klemmende arretering en naar beneden bewegende draagarm, zal de veer worden samengedrukt en zal dus de dwarspen en de daarmee verbonden houder in bovenwaartse richting worden belast. Wanneer de klemming wordt i opgeheven, bijvoorbeeld door even heen en weer tegen de draagarm te duwen, zal de houder alsnog onder invloed van de veerkracht omhoog bewegen en de arretering opheffen.
De uitvinding zal in de volgende beschrijving verder toegelicht worden aan de hand van het in de figuren getoonde uit-i voeringsvoorbeeld.
Fig. 1 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een auto-hefbrug volgens de uitvinding.
Pig. 2 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht op gro-i tere schaal volgens pijl II in fig. 1.
Fig. 3 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht op grotere schaal volgens pijl III in fig. 1.
Pig. 4 toont een aanzicht met uiteengenomen delen van het in fig. 3 met pijl IV aangegeven gedeelten.
) Pig. 5 toont een doorsnede volgens pijl V-V in fig. 3 in de ontgrendelde toestand van de arreteerinrichting.
Pig. 6 toont een met fig. 5 overeenkomend aanzicht waarbij de arreteerinrichting in de vergrendelde toestand verkeert.
De in fig. 1 getoonde auto-hefbrug 1 volgens de uitvinding i omvat twee holle kolommen 2 van gezette staalplaat, welke een in hoofdzaak C-profiel hebben, zoals in het bijzonder fig. 3 toont. Elke kolom 2 heeft aldus aan één zijde een sleuf 4.
Elke kolom 2 is vastgelast op een grondplaat 11 welke met behulp van bouten 12 in de grond is verankerd.
In elke holle kolom 2 is een verticaal beweegbare wagen 3 opgenomen die aan zijn ondereinde en boveneinde voorzien is van geleidingswielen 5 respectievelijk 6. Het basislichaam van de wagen 3 bestaat uit een U-profiel. De constructie is zodanig i dat het lijf van het ü-profiel van de wagen 3 in de sleuf 4 van de kolom 2 ligt, zodanig dat dit met de aan de sleuf 4 grenzende profieldelen van de kolom 4 in één vlak ligt.
Aan het ondereinde draagt elke wagen 3 een steunconstruc-tie 7 die buiten de kolom 2 uitsteekt en waaraan twee draagar-I men 8 zwenkbaar zijn gemonteerd. In de zwenklagers 10 is een arreteer-inrichting geïntegreerd die de betreffende arm 8 in een gekozen zwenkstand kan vergrendelen. Aan het einde van een in fig. 3 nader getoond uitschuifbaar gedeelte 41 van elke arm 8 bevindt zich een drager 9 waarvan het bovenoppervlak een > steun aan de bodem van een op te heffen auto kan aangrijpen. Voor het opheffen van een auto worden de armen 8 in een zodanige stand gezwenkt en zover uitgeschoven tot alle vier dragers 9 van de hefbrug 1 zich onder een betreffende steun van de auto bevinden zodat door gelijktijdige beweging van de twee wagens 3 ) in beide kolommen 2 de auto opgeheven kan worden.
Voor het gelijklopend omhoog bewegen van de wagens 3 is de hefbrug 1 voorzien van aandrijfmiddelen. Deze aandrijfmiddelen omvatten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een in de in fig. 1 linkerkolom 2 gemonteerde hydraulische vijzel 14. Van deze ) vijzel 14 is de cilinder 15 vast verbonden met de wagen 3 en de zuigerstang 16 aan zijn boveneinde vast verbonden met de kolom 2. De zuigerstang 16 heeft een centrale boring 36 waarop aan het uiteinde een hydraulische olietoevoer 17 is aangesloten. Voor het heffen wordt olie onder druk via de toevoer 17 en de i boring 36 hydraulische olie onder druk boven de zuiger in de cilinder 14 geperst, waardoor de cilinder 14 en dus de wagen 3 omhoog beweegt.
Voor het gelijklopend aandrijven van de wagen 3 in de in fig. 1 rechter kolom 2 is een kettingoverbrenging aangebracht, i Deze kettingoverbrenging omvat een ketting 19 die vast gemonteerd is aan een één geheel met de wagen 3 vormende steun 18.
De ketting 19 strekt zich van deze steun 18 benedenwaarts uit en loopt om een kettingwiel 20 dat roteerbaar is om een vast met de kolom 2 verbonden as.
Vanaf het kettingwiel 20 strekt de ketting zich omhoog uit via een kettingwiel 21 boven in de linkerkolom 2, door een de beide kolommen 2 aan hun boveneinden met elkaar verbindende traverse 13, over een kettingwiel 22 boven in de rechterkolom 2 i tot naar de rechter wagen 3. Het einde van de ketting 19 is door middel van een niet nader in fig. 2 getoonde beveiligings-constructie 23 vast met de wagen 3 verbonden. Deze beveili-gingsconstructie 23 is zodanig uitgevoerd dat wanneer de ketting 19 mocht breken onmiddellijk de vast in de kolom 2 gemon-i teerde stang 24 aangegrepen wordt, zodat wordt voorkomen dat de rechter wagen 3 naar beneden valt.
In de linker kolom is een beveiligingsinrichting geïntegreerd die ook bij normaal gebruik voorkomt dat de wagens 3 ongewenst naar beneden bewegen, bijvoorbeeld ten gevolge van ί een lekkage in de hydraulische vijzel 14. Deze beveiligingsinrichting omvat een vast in de linker kolom gemonteerde gatenstrip 27 waarmee een door middel van een as 29 zwenkbaar met de linker wagen 3 verbonden pal 28 samenwerkt. De pal 28 is zodanig uitgevoerd dat deze een omhooggaande beweging toelaat, maar > bij een neergaande beweging in een gat van de gatenstrip 27 aangrijpt. De pal 28 kan door een elektromagneet 30 in fig. 2 gezien tegen de richting van de klok in om de as 29 worden geroteerd ten einde buiten aangrijping met de gatenstrip 27 gebracht te worden. Deze elektromagneet 30 wordt geactiveerd > wanneer de hier niet nader beschreven besturingsinrichting een commando krijgt voor het doen dalen van de hefbrug.
Door de beschreven kettingoverbrenging wordt verzekerd dat beide wagens 3 gelijklopen tenzij, zoals beschreven, de ketting breekt. De rechter wagen 3 wordt dan ogenblikkelijk vergrendeld ) op de stang 24. Door een hier niet nader beschreven schakelor-gaan wordt bovendien kettingbreuk gedetecteerd en dit schakel-orgaan geeft aan de besturingsinrichting een signaal af, waardoor onmiddellijk de hef- of daalbeweging wordt beëindigd.
Aldus wordt voorkomen dat een op de draagarraen rustende perso- > nenauto scheef komt te hangen en eventueel van de armen valt.
Het genoemde schakelorgaan detecteert eveneens wanneer de ketting 19 slap komt te hangen. Dit kan zich voordoen wanneer de rechter wagen bij het dalen tegengehouden wordt door een per ongeluk onder de brug achtergelaten steun of dergelijke. Ook in dat geval zal onmiddellijk de daalbeweging worden uitgeschakeld. Deze beveiligingen zijn overigens in het algemeen op zichzelf bekend. Ook een op zichzelf bekende beveiliging is een vlak onder de traverse 13 aangebrachte tasterdraad 37, die een schakelaar activeert zodra de draad 37 wordt omhoog gedrukt, bijvoorbeeld door het dak van een auto. Om schade door contact met de traverse 13 te voorkomen wordt dan onmiddellijk de hef-beweging uitgeschakeld.
Fig. 3 laat zien dat het basisdeel 40 van de arm 8 in de steun 7, die een geheel met de wagen 3 vormt, is opgenomen. De steun 7 wordt hier gevormd door een bovenplaat 60 en een onderplaat 59. Het tussen deze platen 59, 60 opgenomen deel van de arm 8 is een rechthoekig profiel 58, zoals in het bijzonder duidelijk in de figuren 5 en 6 wordt getoond. Dit profieldeel 58 kan een afzonderlijk deel zijn, waaraan het overige deel van de basisarm is vastgelast, dan wel kan een deel van het profiel van de basisarm 40 zelf vormen.
De arretering voor het in een gewenste zwenkstand vastzetten van de zwenkarm 8 is opgenomen in het rechthoekige profieldeel 58. De arretering omvat een eerste tandorgaan 61 dat on-verdraaibaar verbonden is met de steun 7. Deze onverdraaibare verbinding komt tot stand, doordat het tandorgaan 61 aan zijn ondereinde een onrond, in het bijzonder vierkant naafdeel 65 heeft dat in een vierkant gat 64 van de plaat 59 valt. Boven het vierkante, prismatische deel 55 is de naaf voorzien van een cilindrisch deel 66, dat past in een cilindrisch gat in de bodemwand 63 van de basisarm 40. Het naafdeel van het tandorgaan 61 is volgens dit uitvoeringsvoorbeeld van staal, terwijl de eigenlijke vertanding 57 gevormd is op de buitenomtrek van een aangegoten kunststofdeel 62. Dit kunststofdeel is van een hoogwaardige kunststof, zoals een met glasvezel versterkte polyamide of polyarylamide. De vertanding 57 is volgens een kegeloppervlak aangebracht.
Boven in het tandorgaan 61 is een cilindrische vatting 67 gevormd, waarin een as 68 nauw passend wordt opgenomen. De as 68 steekt met een schuifpassing door een gat 81 in de bovenwand van de basisarm 40 en grijpt aan in een overeenkomstig gat in de bovenplaat 60, zoals fig. 5 en 6 laten zien. De as 68 is in verticale richting opgesloten met behulp van een met bouten op de bovenplaat 60 gemonteerde plaat 82.
Het zwenklager voor de draagarm 8 wordt dus aan de onderzijde gevormd door samenwerking tussen het cilindrische deel i van het tandorgaan 61 en het cilindrische gat in de bodemplaat 63 en aan de bovenzijde door de samenwerking van de as 68 met het gat 81 in de bovenwand 83 van de arm.
De arretering bevat behalve het onverdraaibaar met de steun 7 verbonden tandorgaan 61 een onverdraaibaar met de i draagarm verbonden tandorgaan 69. Dit tandorgaan is opgenomen in een houder 69 die bij dit uitvoeringsvoorbeeld van kunststof is vervaardigd en een kegelvormig binnenoppervlak met vertan-ding 79 heeft, die complementair is aan de vertanding 57 van het tandorgaan 61. De houder 69 heeft twee evenwijdige zijwan-i den 70, 71 die verschuifbaar aanliggen tegen twee tegenoverliggende evenwijdige, verticale wanddelen van het rechthoekige profieldeel 58. De houder 69 kan dus verticaal in het profiel-deel 58 verschuiven maar niet daarin verdraaien. De houder 79 verschuift eveneens over de as 68. Het zal duidelijk zijn dat i wanneer de houder 69 naar beneden bewogen is en de vertanding 79 daarvan aangrijpt in de vertanding 57 van het tandorgaan 61, de draagarm niet om de as 68 kan zwenken. Deze situatie is in fig. 6 getoond.
Om de arretering op te heffen en de arm 8 in een gewenste : zwenkstand te kunnen verdraaien zijn ontgrendelmiddelen aangebracht die de houder 69 omhoog kunnen bewegen vrij van het tandorgaan 61. Deze ontgrendelmiddelen zijn bij de hier getoonde uitvoeringsvorm tweeledig. De verbinding met de houder 69 wordt gevormd door een in openingen in de houder 69 aangrijpen-i de dwarspen 73, welke zich uitstrekt door een sleufvormige opening 72 in de as 68. De as 68 is verder voorzien van een centrale boring 84. Door deze boring kunnen een bovenpen 74 en een onderpen 77 die respectievelijk boven de bovenplaat en onder de onderplaat 59 van de steun 7 uitsteken, op de dwarspen 73 en dus op de houder 69 aangrijpen. Zoals fig. 5 en 6 duidelijk laten zien steekt de bovenpen 64 door de dwarspen 73 en aan het ondereinde van de bovenpen 74 is een borgring aangebracht die onder de dwarspen 73 kan grijpen. Door aan de op het boveneinde van de bovenpen 74 aangebrachte handgreep in de vorm van een knop 75 te trekken, kan de houder 69 uit de in fig. 6 getoonde toestand in aangrijping met het onderste tandorgaan 61 omhoog bewogen worden buiten aangrijping.
Behalve de bovenpen 74 die voor handbediening is bedoeld, omvatten de ontgrendelmiddelen ook een onderpen 77 die voor een automatische ontgrendeling zorgt zodra de draagarm in zijn onderste positie is bewogen. Deze onderpen 77 is in dit uit-voeringsvoorbeeld uitgevoerd als een buis 77 met een sleuf 78 waardoorheen de dwarspen 73 zich eveneens uitstrekt. In de buis 77 is een schroefveer 80 aangebracht die aan de onderzijde aangrijpt op een niet nader getoonde borgveer in het inwendig van de buis 77 en aan zijn boveneinde tegen de dwarspen 73 aanligt. Zodra nu de draagarm 8 naar beneden beweegt vanuit de positie van fig. 6 naar de positie van fig. 5, komt het ondereinde van de onderpen 77 in contact met de grondplaat 11, zodat de onderpen 77 ten opzichte van de arm omhoog gedrukt wordt.
Via de veer 80 wordt nu op de dwarspen 73 en dus op de houder 79 een bovenwaartse kracht uitgeoefend, waardoor de vertanding 79 van de houder 69 vrijkomt van de vertanding 57 van het tandorgaan 61. De arm is nu, in de toestand van fig. 5 vrij zwenk-baar. Mochten de vertandingen op elkaar klemmen, waardoor de houder 69 niet vrij omhoog wil schuiven, dan zal slechts de veer 80 worden gespannen, terwijl de benedenwaartse beweging van de arm 8 niet wordt gehinderd en dus ook niet het risico ontstaat dat een op de dragers 9 van de armen van de hefbrug ondersteunde auto scheef komt te hangen. Zodra de klemming is opgeheven zal door de kracht van de veer 80 alsnog de houder 69 omhoog gedrukt worden en de arretering worden opgeheven.
Bij de omgekeerde beweging, van de toestand van fig. 5 naar die van fig. 6 drukt de om de bovenpen 74 aangebrachte veer 76 de dwarspen 73 en dus de houder 69 naar beneden, tot de vertanding 79 daarvan in aangrijping is met de vertanding 57 van het tandorgaan 61. De arretering is op dat moment weer tot stand gekomen.
De montage van de arretering is zeer eenvoudig. Het rechthoekig profieldeel 58, of bij een desbetreffende uitvoering het einde van de arm 8 wordt, nog zonder enige onderdelen van de arreteerinrichting tussen de onderplaat 59 en de bovenplaat 60 van de steun 7 geschoven. Via het open achtereinde van de arm 8 wordt vervolgens het tandorgaan 61 door de opening in de onderwand 63 en met zijn vierkant prismatische deel in de overeenkomstige opening 64 in de onderplaat 59 gestoken. Vervolgens wordt de houder 69 op het tandorgaan 61 geplaatst en wordt de as 68 van bovenaf door de opening in de bovenplaat 60 en de opening 81 in de bovenwand 83 van de arm 8 tot in de vatting 76 in het tandorgaan 61 gestoken. Vervolgens wordt de onderpen 77 van onderaf in de centrale boring van de as geschoven en kan de dwarspen 73 op zijn plaats worden gebracht. Na het monteren van de bovenpen 74 en de veer 76 wordt het deksel 82 vastgeschroefd waarmee de lagering zowel als de arretering op hun plaats vast zijn gemonteerd. De veer 80 kan naderhand worden aangebracht.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren getoonde en hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Vele uitvoeringsva-rianten vallen binnen het kader van de bijgevoegde conclusies.

Claims (8)

1. Auto-hefbrug omvattende ten minste één kolom, met een verticaal beweegbare wagen die is voorzien van een steun waaraan draagarmen voor het ondersteunen van een auto om een verticale zwenkas zwenkbaar zijn gemonteerd en aandrij fmiddelen voor het langs de kolom omhoog bewegen van de wagen, waarbij elke arm voorzien is van een arretering voor het in een gekozen zwenkstand vergrendelen hiervan, omvattende een eerste, onver-draaibaar met de steun verbonden tandorgaan, een tweede, onver-draaibaar met de arm verbonden tandorgaan, welke tandorganen van samenwerkende vertanding coaxiaal met de zwenkas zijn voorzien en waarbij ten minste één van de tandorganen door ontgren-delmiddelen axiaal buiten aangrijping beweegbaar met het andere is gemonteerd, met het kenmerk, dat de draagarm, ten minste ter hoogte van de zwenkas een rechthoekig profiel heeft, dat de arretering in het inwendige van de holle draagarm is aangebracht, waarbij het onverdraaibaar met de draagarm verbonden tandorgaan opgenomen is in een houder met twee evenwijdige zijwanden die verschuifbaar aanliggen tegen twee evenwijdige verticale wanddelen van het rechthoekige profiel van de draagarm en de ontgrendelmiddelen op dit tandorgaan aangrijpen.
2. Hefbrug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steun twee boven elkaar liggende platen omvat en dat de draagarm met het rechthoekige profiel tussen deze platen past, en dat het onverdraaibaar met de steun verbonden tandorgaan voorzien is van een naaf met een cilindrisch wanddeel dat in een cilindrisch gat in een horizontale wand van de draagarm past en een buiten dit cilindrisch deel uitstekend onrond prismatisch deel dat in een overeenkomstig onrond prismatisch gat in de tegen de wand aanliggende plaat van de steun past.
3. Hefbrug volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het met de steun verbonden tandorgaan een vatting heeft waarin een aan de tegenoverliggende plaat gemonteerde en door de tegenoverliggende horizontale wand gestoken as is opgenomen en waarbij het in de houder opgenomen tandorgaan om deze as verschuifbaar is.
4. Hefbrug volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het met de steun verbonden tandorgaan onderin de arm is gemonteerd en het in de houder opgenomen tandorgaan door veerkrachtige middelen verticaal benedenwaarts wordt ge- > dwongen.
5. Hefbrug volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ontgrendelmiddelen een met de houder verbonden, naar buiten tot onder de steun uitstekende onderpen omvat.
6. Hefbrug volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat ) de ontgrendelmiddelen een met de houder verbonden, naar buiten tot boven de steun uitstekende, van een handgreep voorziene bovenpen omvat.
7. Hefbrug volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de boven- en/of de onderpen in een centrale boring van de as > zijn opgenomen, en dat de as van een verticale sleuf is voorzien waardoorheen zich een de houder aangrijpende, en met de pennen verbonden dwarspen uitstrekt.
8. Hefbrug volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de onderpen van een verticale sleuf is voorzien waardoorheen zich ) de dwarspen uit strekt en dat een de onderpen ten opzichte van de dwarspen naar beneden dwingende veer is aangebracht.
NL9001901A 1990-08-29 1990-08-29 Draagarmarretering voor een auto-hefbrug. NL9001901A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001901A NL9001901A (nl) 1990-08-29 1990-08-29 Draagarmarretering voor een auto-hefbrug.
ES91202200T ES2068486T3 (es) 1990-08-29 1991-08-29 Detencion de brazos de apoyo para un dispositivo elevador de vehiculos.
AT91202200T ATE118751T1 (de) 1990-08-29 1991-08-29 Arretiervorrichtung für einen tragarm einer kraftfahrzeughebebühne.
DE69107560T DE69107560T2 (de) 1990-08-29 1991-08-29 Arretiervorrichtung für einen Tragarm einer Kraftfahrzeughebebühne.
EP91202200A EP0478035B1 (en) 1990-08-29 1991-08-29 Bearing arm arresting for a vehicle lifting device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001901 1990-08-29
NL9001901A NL9001901A (nl) 1990-08-29 1990-08-29 Draagarmarretering voor een auto-hefbrug.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001901A true NL9001901A (nl) 1992-03-16

Family

ID=19857598

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001901A NL9001901A (nl) 1990-08-29 1990-08-29 Draagarmarretering voor een auto-hefbrug.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0478035B1 (nl)
AT (1) ATE118751T1 (nl)
DE (1) DE69107560T2 (nl)
ES (1) ES2068486T3 (nl)
NL (1) NL9001901A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105307969A (zh) * 2013-06-27 2016-02-03 格哈特·芬克贝纳 用于使车辆、负载等上升和下降的升降装置

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9200688A (nl) * 1992-04-14 1993-11-01 Stertil Bv Veiligheidspalinrichting.
DE9303688U1 (de) * 1993-03-12 1994-08-11 Hofmann Werkstatt-Technik Gmbh, 64319 Pfungstadt Vorrichtung zum Sichern eines als Gelenkarm ausgebildeten Tragarms, der an einem vertikal verfahrbaren Hubwagen einer Hebebühne um eine Gelenkachse drehbar angelenkt ist
DE102012106073A1 (de) * 2012-07-06 2014-01-09 Gerhard Finkbeiner Hebevorrichtung und Verfahren zur Montage und Demontage eines Rades mit einer solchen Hebevorrichtung
DE102017108064A1 (de) 2017-04-13 2018-10-18 Gerhard Finkbeiner Schwenkverriegelungsvorrichtung sowie Hebevorrichtung mit einer Schwenkverriegelungsvorrichtung
US11591195B2 (en) 2019-10-22 2023-02-28 Automotive Lift Institute Automotive lift and swing arm restraint system for automotive lift
DE102020200507A1 (de) * 2020-01-16 2021-07-22 Maha Maschinenbau Haldenwang Gmbh & Co. Kg Teleskopierbarer Schwenkarm für eine Hebebühne
US12030756B2 (en) * 2021-10-25 2024-07-09 Vehicle Service Group Italy, S.R.L. Vehicle lift

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH353869A (fr) * 1958-06-23 1961-04-30 Marcel Charpigny Andre Appareil de levage pour véhicules automobiles
FR2302272A1 (fr) * 1975-02-28 1976-09-24 Cfea Dispositif de securite pour elevateurs de vehicules automobiles a deux colonnes
SE398491B (sv) * 1976-11-26 1977-12-27 Wemlerth L G "sperranordning for en lyftarm vid pelarlyft"
DE2841022A1 (de) * 1978-09-21 1980-04-03 Zipperer B Fa Arretiervorrichtung fuer ein verschwenkbares element, insbesondere fuer einen verschwenkbaren tragarm einer hebebuehne fuer kraftfahrzeuge
DE3026160A1 (de) * 1980-07-10 1982-02-04 Maschinenfabrik J.A. Becker u. Söhne Neckarsulm GmbH & Co KG, 7101 Erlenbach Arretiervorrichtung fuer ein schwenkbares element, insbesondere fuer einen verschwenkbaren tragarm einer kraftfahrzeughebebuehne
CH648268A5 (en) * 1982-06-10 1985-03-15 Julio Villars Lift for vehicles
JPH0512239Y2 (nl) * 1987-11-10 1993-03-29

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105307969A (zh) * 2013-06-27 2016-02-03 格哈特·芬克贝纳 用于使车辆、负载等上升和下降的升降装置
CN105307969B (zh) * 2013-06-27 2018-02-13 格哈特·芬克贝纳 用于使车辆、负载等上升和下降的升降装置

Also Published As

Publication number Publication date
ES2068486T3 (es) 1995-04-16
EP0478035B1 (en) 1995-02-22
EP0478035A1 (en) 1992-04-01
DE69107560D1 (de) 1995-03-30
DE69107560T2 (de) 1995-06-22
ATE118751T1 (de) 1995-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3838783A (en) Portable hydraulic service lift for automotive equipment
CA1248917A (en) Wheel lift apparatus for towing vehicles
US5855359A (en) Combination wheel ramp and jack
NL1032657C2 (nl) Palletwagen met uitschuifbare vorken.
US3582043A (en) Mobile load lifter
EP1918487B1 (en) Movable platform having a lever-actuated retractable wheel
GB1560835A (en) Forklift trucks
NL9001901A (nl) Draagarmarretering voor een auto-hefbrug.
US7464914B2 (en) Robust consumer lifting device-power unit
WO2009014377A1 (en) Lifting device for tow car
US4467893A (en) Folding fork lift with a multiple telescoping top lift attachment
US20050116432A1 (en) Pallet truck
US6035475A (en) Maintenance prop for a dock leveler
KR100517690B1 (ko) 유압식 지게 카트
EP0827558B1 (en) Maintenance strut for dock leveler
EP0148418A2 (en) Side lifting apparatus
GB2313590A (en) Extendable fork for forklift trucks
CA2061924A1 (en) Snowmobile jack
NL9001900A (nl) Drager voor een auto-hefbrug.
KR101612505B1 (ko) 화물차용 승강받침대
NL193188C (nl) Beveiliging voor een auto-hefbrug.
EP0799789A1 (fr) Dispositif de solidarisation d'un chariot de manutention à un camion, châssis de support et camion correspondants
NL7906341A (nl) Laaghefwagen.
NL1037519C2 (nl) Fietsdrager met kantelbeveiliging.
NL9400455A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een voorwerp.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed