NL1009715C2 - Inrichting en werkwijze voor het verkopen van voedingsmiddelen. - Google Patents

Description

i

Inrichting en werkwijze voor het verkopen van voedingsmiddelen

De uitvinding betreft een inrichting overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is ! bekend uit US 5520941. Het nadeel van de bekende inrich-5 ting is dat de uitgifte van voedingsmiddelen gestopt moet

worden als de inrichting bevoorraad wordt. Bij het be- F

voorraden moeten namelijk lege productdragers uit het op-slagrek genomen worden en vervangen worden door met voe- : dingswaar gevulde productdragers. Daarbij moet de kast 10 geopend worden zodat het inwendige van de kast toegankelijk is. Daarbij worden de transportmiddelen stil gezet en geblokkeerd omdat anders het bedienend personeel door de bewegende transportmiddelen geraakt kan worden en er : letsel kan optreden. Zolang de transportmiddelen stil 15 staan en de kast geopend is kan de inrichting niet ge- r bruikt worden, hetgeen ongewenst is. Teneinde dit nadeel te voorkomen is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor kan de kast eventu- ? eel gesloten blijven en kunnen in ieder geval de trans- t 20 portmiddelen min of meer ongestoord blijven functioneren “ tijdens het omwisselen van lege productdragers en gevulde ï productdragers. =

Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrich- ~

ting uitgevoerd volgens het kenmerk van conclusie 2. I

25 Doordat bij het vullen de wand slechts voor een klein I

deel geopend wordt gaat de gekoelde atmosfeer in de kast niet verloren hetgeen een aanzienlijke energiebesparing oplevert en waardoor condensvorming beperkt wordt. I

Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrich- F

30 ting uitgevoerd volgens het kenmerk van conclusie 3. Door

de opening niet groter te maken dan de kleinste afmetin- F

gen van een productdrager kan de productdrager met het 1009715 - 2 voedingsmiddel de kast ingebracht worden terwijl er nauwelijks gekoelde lucht naar buiten komt.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvinding is deze uitgevoerd volgens het kenmerk van con-5 clusie 4. Door de invoer van een gevulde productdrager te blokkeren wordt voorkomen dat storing optreedt als niet aan alle voor invoer noodzakelijke voorwaarden is voldaan, zoals invoer van de juiste gegevens en de juiste positie van de transportmiddelen.

10 Overeenkomstig een verdere verbetering van de uit vinding is deze uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 5. Hierdoor kan voorkomen worden dat de transportmiddelen botsen met een in de kast gestoken voorwerp zoals bijvoorbeeld een hand of arm, waardoor letsel wordt 15 voorkomen.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvinding is deze uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 6, Hierdoor is het op eenvoudige wijze mogelijk de gegevens van een productdrager aan het besturingssys-20 teem bekend te maken, waarbij fouten worden vermeden.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvinding is deze uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 7. Door de afzonderingsmiddelen te voorzien van een buffer is het mogelijk dat de afzonderingsmiddelen 25 ononderbroken kunnen werken en niet op toevoer of afvoer van productdragers door de transportmiddelen behoeven te wachten. Ook kunnen de transportmiddelen productdragers aanvoeren en afvoeren terwijl de afzonderingsmiddelen met ! een productdrager bezig zijn. Hierdoor is een efficiënter 30 gebruik van de inrichting mogelijk.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvinding is deze uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van ; conclusie 8. Hierdoor kan in de kast tegelijk een lage 1nno 71 r i 3 temperatuur aangehouden worden, hetgeen gunstig is voor ; de snij eigenschappen van de voedingswaar en een hoge relatieve vochtigheid waardoor uitdrogen van de opgeslagen voedingswaar wordt voorkomen.

5 Tevens omvat de uitvinding een werkwijze voor het ~ bevoorraden van een inrichting volgens de uitvinding overeenkomstig het kenmerk van conclusie 9. Door de transportinrichting in de kast te gebruiken voor het uit de kast halen van de productdragers is een snelle en ef- - 10 ficiënte werkwijze mogelijk.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de werk- ii wijze wordt deze uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk Ξ

van conclusie 10. Door een gevulde productdrager met de transportmiddelen naar het opslagrek te brengen die ver- I

15 volgens deze productdrager naar een opslagplaats kan = brengen is op eenvoudige wijze het vullen van de inrich- - ting mogelijk. ”

Overeenkomstig een verdere verbetering van de werkwijze wordt deze uitgevoerd volgens het kenmerk van con- I

20 clusie 11. Door de besturing tijdens het invoeren van een - productdrager te voorzien van informatie betreffende de ingevoerde productdrager en de voedingswaar, worden fouten betreffende de kenmerken van de in de inrichting aan- - wezige artikelen zo veel mogelijk vermeden.

25 De uitvinding wordt hierna geïllustreerd aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een te- -- kening waarin ~ figuur 1 een schematisch bovenaanzicht toont van een kast = voor uitgifte van voedingswaar zoals vleeswaar, Ξ 30 figuur 2 het achteraanzicht toont met openstaande deur ^ van de kast van figuur 1, en figuur 3 een schematische doorsnede toont van de kast van __ figuur 1.

1009715 ' 4

In de figuren zijn de belangrijkste componenten schematisch aangegeven, waarbij de realisatie ervan door de vakman op velerlei wijzen kan worden uitgevoerd. Details zoals leidingen, bevestigingsmiddelen, scharnieren 5 en dergelijke zijn slechts incidenteel aangegeven.

In figuur 1 is een inrichting getoond voor het uitgeven van vleeswaar, zoals deze bekend is uit US 5520941. Een kast la heeft isolerende wanden 4, een isolerende deur 8 en een isolerende ruit 3. Ook de bovenzijde en on-10 derzijde van de kast zijn geïsoleerd en alle verder daarvoor benodigde maatregelen zijn genomen opdat in de kast een temperatuur van ongeveer -2°C kan worden aangehouden. De binnenwanden van de kast en vloer zijn glad uitgevoerd, zodat deze op eenvoudige wijze kunnen worden ge-15 reinigd als de apparatuur uit de kast genomen is.

In de kast la staat een opslagrek 6 opgesteld. In het opslagrek 6 liggen productdragers 5 naast en boven elkaar, zodanig dat de voedingswaar V die op de productdragers 5 bevestigd is, zichtbaar is door de ruit 3.

20 Evenwijdig aan het opslagrek 6 is een transportinrichting 7 geplaatst met een slede 9 waarmee de productdragers 5 uit het opslagrek 6 genomen kunnen worden en getransporteerd kunnen worden naar een snij inrichting 20 (zie hiervoor de beschrijving bij figuur 2). De slede 9 beweegt 25 onder invloed van een besturing 17 (zie figuur 2) tussen :i ! de verschillende posities in de kast la. Op de product- : dragers 5 ligt af te snijden voedingswaar V, zoals bij voorbeeld vleeswaar.

' De deur 8 van de kast la is voorzien van een opening 30 12 die afsluitbaar is met een isolerend luik 10. Ter plaatse van de opening 12 kan aan de deur 8 een invoer-slede 11 aangebracht worden met behulp waarvan productie dragers 5 van de slede 9 genomen kunnen worden en als ze 1009715 5 ! gevuld zijn er weer op geplaatst kunnen worden. De in- voerslede 11 is voorzien van een blokkering 27, die ge- - koppeld is met de besturing 17. Om de gegevens van een in te voeren productdrager 5 en de daarop bevestigde voe- ; 5 dingswaar V, of in het bijzonder de vleeswaar, bekend te maken aan de besturing 17 is naast de opening 12 een toetsenbord 13 aangebracht. Aan de binnenzijde van de deur 8 is nabij de opening 12 een detector 26 aangebracht - voor het detecteren van voorwerpen die door de opening 12 ~ 10 in de kast en daarmee in de baan van de transportinrich- : ting 7 worden gestoken. Worden voorwerpen gedetecteerd dan wordt dit aan de besturing 17 gemeld en de transport- 7 inrichting 7 worden gestopt. De detector 26 kan uitgevoerd zijn als lichtscherm of eventueel als deur met t 15 schakelaar.

In de in figuur 1 getoonde inrichting zijn twee min E

of meer identieke kasten la en lb getoond, met daarnaast een uitgiftestation 2. Degene die voedingswaar V wil bestellen geeft zijn opdracht aan de besturing 17 via een 20 bedieningspaneel 24. Daarna wordt bijvoorbeeld in de kast la de voedingswaar V, zoals bijvoorbeeld vleeswaar afge- " sneden en via een transportband 16 getransporteerd naar ” het uitgiftestation 2. De vleeswaar wordt vervolgens ver- - pakt in een verpakkingseenheid 14 en via een uitgiftegoot _ 25 15 afgegeven aan de besteller.

In figuur 2 is de achterzijde van de kast la getoond, waarbij de deur 8 geopend is en de transportinrichting 7 is verwijderd. Dit is eenvoudig mogelijk omdat 1 deze op wielen geplaatst is. Zichtbaar zijn de product- z 30 dragers 5 die in niet aangegeven opslagrekken 6 liggen ^ met daarop de voedingswaar V. Bovenin de kast liggen smalle productdragers 5b en onderin de kast liggen brede productdragers 5a.

1009775 : 6

Onder het opslagrek 6 met de productdragers 5 is de snij inrichting 20 geplaatst waarin een productdrager 5 is getoond die in een snijpositie 21 is gebracht. In verband met het schoonmaken is het noodzakelijk dat de snijin-5 richting 20 uit de kast kan worden genomen en daartoe is deze op wielen geplaatst. Teneinde het mogelijk te maken dat de transportinrichting 7 tijdens het snijden productdragers 5 kan aanvoeren of afvoeren, is de snij inrichting 20 voorzien van een invoerbuffer 18 met één of twee op-10 slagposities voor productdragers 5, een uitvoerbuffer 19 eveneens met één of twee posities voor de productdrager 5 en een manipulator 25 voor het in of uit de snij inrichting 20 plaatsen van de productdragers 5. De transportinrichting 7 plaatst een productdrager 5 in de invoerbuffer 15 18, vervolgens wordt deze door de manipulator 25 in de snij inrichting 20 geplaatst en de gewenste hoeveelheid voedingswaar V wordt afgesneden. Vervolgens wordt de productdrager 5 door de manipulator 25 in de uitvoerbuffer 19 geplaatst. Uit de uitvoerbuffer 19 verplaatst de 20 transportinrichting 7 de productdrager 5 naar zijn op-slagpositie of bij een herhaalde bestelling weer in de invoerbuffer 18. De afgesneden voedingswaar wordt met de transportband 16 getransporteerd naar het uitgiftestation 2.

25 De invoerbuffer 18 en de uitvoerbuffer 19 kunnen in j een andere uitvoering ook gecombineerd worden tot bij- voorbeeld een paternoster, waarmee de productdragers 5 ! stapsgewijs naar en van snijpositie 21 worden getranspor teerd en er bijvoorbeeld met de manipulator 25 in worden 30 geplaatst.

In figuur 3 is de kast la in doorsnede getoond, waarbij de slede 9 van de transportinrichting 7 voor de invoerslede 11 is geplaatst, zodat een productdrager 5 kan worden ingevoerd. De invoerslede 11 wordt ondersteund

- 1 0 0971 F

7

door een steun 23. Onder de transportinrichting 7 is schematisch een koeleenheid 22 getoond, waarmee de temperatuur in de kast op ongeveer -2°C wordt gehouden. Ten behoeve van het inwendig schoonmaken van de kast la is de 5 koeleenheid 22 op wielen geplaatst. Eventueel is de koeleenheid voorzien van een ventilator en van middelen voor het verwijderen of vermijden van rijp. Doordat tijdens het normale gebruik van de inrichting de deur 8 gesloten kan blijven omdat het aanvullen van de voedingswaar V via 10 de kleine opening 12 plaats vindt, kan de capaciteit van I

de koeleenheid 22 beperkt zijn. Omdat in de kast 1 een : lage temperatuur (-2°C) bij hoge luchtvochtigheid wordt aangehouden moet het temperatuurverschil tussen het koe- r lend oppervlak van de koeler 22 en de kast beperkt zijn " 15 tot enkele graden Celsius. Het koelend oppervlak van de koeler 22 moet dus zeer groot zijn en bedraagt tenminste 1,5 tot 2 maal het oppervlak van de wanden van de kast. r

Het vullen van de inrichting vindt bij voorkeur tij- '

dens normaal bedrijf plaats. Nadat het luik 10 geopend is I

20 en de invoerslede 11 voor de opening 12 geplaatst is ! roept het bedienend personeel een te vullen productdrager 5 op door het geven van een commando aan de besturing 17. r

Nu positioneert de slede 9 onder invloed van de besturing 17 een lege productdrager 5 voor de invoerslede 11. Het 25 bedienend personeel neemt deze productdrager 5 uit de kast la, eventueel met speciaal uitneemgereedschap, waar- ~ na de transportinrichting 7 na deze korte onderbreking weer normaal kan functioneren en de uitgifte van voe- “ dingswaar V ononderbroken kan voortgaan.

30 Nadat het bedienend personeel de productdrager 5 ge- =

vuld heeft, wordt deze op de invoerslede 11 geplaatst. De I

invoerslede 11 is voorzien van een door de besturing 17 1 bediende blokkering 27, zodat de productdrager 5 niet in 1 de kast kan worden geschoven zolang de transportinrich- 1009715 ~ 8 ting 7 daar niet gereed voor is en bijvoorbeeld de slede 9 op de juiste positie staat. Nu wordt op het toetsenbord 13 ingegeven welke voedingswaar V op de productdrager 5 is geplaatst, bijvoorbeeld ook wat de prijs is en eventu-5 eel andere relevante gegevens. Ook wordt de breedte van de productdrager 5 ingegeven zodat gecontroleerd kan worden of er in de kast voor deze breedte nog een opslagpo-sitie vrij is. Nadat deze gegevens in de besturing 17 verwerkt zijn wordt de transportinrichting 7 geactiveerd. 10 Nadat de slede 9 op de juiste positie is gekomen, wordt de invoerblokkering opgeheven en kan de productdrager 5 in de kast la worden ingevoerd. Daarbij vindt tevens een controle plaats van de breedte van de productdrager om zeker te stellen dat de gegevens op de juist wijze waren 15 ingevoerd en om storingen te voorkomen.

Naast de hiervoor beschreven uitvoering zijn vele alternatieve uitvoeringen mogelijk.

In de getoonde uitvoering is de invoerslede 11 aan de achterzijde van de kasten la en lb aangebracht, waar-20 bij de transportinrichting 7 tussen de invoerslede 11 en het opslagrek 6 is geplaatst. Het is echter ook mogelijk de invoerslede 11 aan de voorzijde aan te brengen en om deze bijvoorbeeld deel te laten zijn van het opslagrek 6. Daarbij wordt aan de voorzijde van de kast een opening 25 gemaakt voor het uitnemen en inbrengen van productdragers 5, waarbij deze direct in de invoerslede in het opslagrek 6 worden geschoven.

Een andere alternatieve uitvoering is dat het luik 10, de invoerslede 11 en de steun 23 geïntegreerd worden, 30 zodat het luik 10 tegelijk steun is voor de invoer van productdragers, en bijvoorbeeld de scharnieren aan de onderzijde van het luik 10 zijn aangebracht.

1 O O O 7 1 r 9 1 i

In het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld is ! een snij inrichting 20 opgenomen. In een situatie waarin in een kast 1 bijvoorbeeld maaltijdcomponenten, zoals groenten en salades en dergelijke zijn opgeslagen/ zullen 5 in plaats van een snij inrichting 20 andere afzonderings- 1 middelen in de kast zijn aangebracht. Daarbij wordt bijvoorbeeld een plastic bakje, dat met daarvoor geëigende 1 middelen wordt aangevoerd, gevuld door middel van een au- ' tomatische schepinrichting.

10 De hiervoor beschreven koeleenheid 22 die als losse I

module onder in de kast is geplaatst kan er ook op worden geplaatst. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk de wanden 4 ~ uit te voeren als plaatkoelers, eventueel kunnen flash- = verdampers gebruikt worden of de koeling kan boven in de = 15 kast aangebracht worden. Naast koeling kunnen ook andere

maatregelen voorzien in het verkrijgen van een juiste at- I

mosfeer in de kast 1. Daarbij moet gedacht worden aan middelen voor het regelen van de vochtigheid of toevoer-middelen van speciale gassen, zoals koolzuur, alcoholdam- = 20 pen en dergelijke.

De besturing 17 is als module onder in de kast la aangegeven. Het is echter ook mogelijk om de besturing in ^ een aparte schakelkast onder te brengen, welke met kabels met de verschillende onderdelen van de inrichting in ver- " 25 binding staat. De besturing werkt op bekende wijze samen " met de in de kasten la, lb en 2 aanwezige sensoren, moto- - ren encoders en dergelijke voor het op de juiste wijze uitvoeren van de op de bedieningspanelen ingegeven be- ~ stellingen en alle verdere handelingen die voor het on- - 30 derhoud van de inrichting noodzakelijk zijn, zoals bij- z: voorbeeld het hiervoor beschreven vullen van de inrich- Γ ting. - 100971 *; 10

Naast de hiervoor beschreven configuratie van twee kasten en een uitgiftestation zijn daarin natuurlijk ook andere van de in de winkelomgeving heersende omstandigheden afhankelijke configuraties mogelijk.

i 1 0 0971*5

Claims (11)

1. Inrichting voor het verkopen van voedingsmiddelen (V) omvattende tenminste één kast (la,lb) elk met warmte 5 isolerende wanden (4) waarvan er tenminste één, al thans deels, is uitgevoerd als deur (8), in de kast onder meer een opslagrek (6) voor productdragers (5) met voedingswaar (V), middelen (22) voor het op be- " waartemperatuur houden van het inwendige van de kast 10 (1), afzonderingsmiddelen (20) voor het afzonderen van : een hoeveelheid van de op een productdrager (5) aanwe- : zige voedingswaar (V) en transportmiddelen (7, 9) voor : het transporteren van de productdragers (5) tussen het opslagrek (6) en de afzonderingsmiddelen (20) en waar- = 15 bij de inrichting is voorzien van besturingsmiddelen 1 (17) en een bedieningspaneel (24) voor het ingegeven ! van de hoeveelheid en soort af te zonderen voedings- 5 waar met het kenmerk dat de inrichting een vulstation (11) omvat voor het uitnemen uit de kast (1) en invoe- ! 20 ren in de kast (1) van productdragers (5) en waarbij i de transportmiddelen (7,9) de productdragers (5) naar I en van het vulstation (11) kunnen transporteren. “

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het P vulstation (11) een opening (12) door de isolerende ” 25 wand (4) omvat die wezenlijk kleiner is dan de deur (8) . =

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat af- t- metingen van de opening (12) in hoofdzaak overeenkomen ~ met de kleinste afmetingen van een met voedingswaar 30 (V) gevulde productdrager (5). I

4 Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclu- I sies met het kenmerk, dat het vulstation (11) voorzien Ü 1 nnq 71Ξ is van met de besturing (17) gekoppelde blokkerings-middelen (27) waarmee invoer van een productdrager (5) in de kast (1) geblokkeerd kan worden.

5. Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclu-5 sies met het kenmerk, dat nabij het vulstation (11) met de besturing (17) gekoppelde middelen (26) aanwezig zijn voor het detecteren van de aanwezigheid van bij het uitnemen en invoeren van in de kast gebruikte voorwerpen in de baan van de transportmiddelen (7).

6. Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclu sies met het kenmerk, dat het vulstation (11) voorzien is van een toetsenbord (13) voor het aan de besturing (17) ingeven van gegevens.

7. Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclu-15 sies met het kenmerk, dat de afzonderingsmiddelen (20) zijn voorzien van tenminste één buffer (18, 19) voor opslag van productdragers (5) die zijn aangevoerd en/of nog niet afgevoerd door de transportmiddelen (7, 9) .

8. Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclu- sies met het kenmerk, dat de middelen (22) voor het op bewaartemperatuur houden van het inwendige van de kast (1) een koeler omvatten met een koelend oppervlak waarvan de afmeting tenminste 1,5 tot 2 maal zo groot 25 is als het oppervlak van de wanden (28) van de kast (1) .

9. Werkwijze voor bevoorraden van een inrichting volgens een der conclusies 1-8 met het kenmerk, dat door de transportmiddelen (7, 9) een te vullen productdrager 30 (5) uit het opslagrek (6) wordt genomen en naar het vulstation (11) wordt getransporteerd. 1. n o 7 1 r 13 !

10. Werkwijze voor het bevoorraden van een inrichting volgens een der conclusies 1-8 met het kenmerk, dat de transportmiddelen (7, 9) een gevulde productdrager (5) uit het vulstation (11) naar een positie in het op- 5 slagrek (6) transporteren.

11. Werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat - alvorens de productdrager (5) wordt ingevoerd in de kast (1) de voor het functioneren van de inrichting benodigde gegevens zoals afmetingen ervan en de ken- - 10 merken van het op de productdrager (5) aanwezige voedingsmiddel (V) aan de besturingsmiddelen (17) worden bekend gemaakt, bijvoorbeeld met behulp van een toetsenbord (13) . 1 f)DQ7 1 e