NL1008011C2 - Draadloze brandbeveiligingsinrichting. - Google Patents

Draadloze brandbeveiligingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1008011C2
NL1008011C2 NL1008011A NL1008011A NL1008011C2 NL 1008011 C2 NL1008011 C2 NL 1008011C2 NL 1008011 A NL1008011 A NL 1008011A NL 1008011 A NL1008011 A NL 1008011A NL 1008011 C2 NL1008011 C2 NL 1008011C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fire
repeater
detector
protection device
fire protection
Prior art date
Application number
NL1008011A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1008011A1 (nl
Inventor
Cornelis Adolf Piket
Original Assignee
Hillson B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hillson B V filed Critical Hillson B V
Priority to NL1008011A priority Critical patent/NL1008011C2/nl
Publication of NL1008011A1 publication Critical patent/NL1008011A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1008011C2 publication Critical patent/NL1008011C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B25/00Alarm systems in which the location of the alarm condition is signalled to a central station, e.g. fire or police telegraphic systems
    • G08B25/009Signalling of the alarm condition to a substation whose identity is signalled to a central station, e.g. relaying alarm signals in order to extend communication range

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Fire Alarms (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)

Description

Draadloze brandbeveilieingsinrichting,
De onderhavige uitvinding betreft een draadloze brandbeveiligingsinrichting omvattende een centrale meldinrichting voor het geven van een brandalarm en tenminste 5 één draadloze branddetector voor het detecteren van rook en/of temperatuur, die een eerste alarmbericht verzendt na detectie van een brandconditie en tenminste één repeater, voor het ontvangen van het eerste alarmbericht van de tenminste ene draadloze branddetector, en het vervolgens versturen van een repeaterbericht naar de centrale meldinrichting, waarbij het repeaterbericht na de detectie tenminste het eerste 10 alarmbericht van de ene branddetector omvat.
Een dergelijk draadloze beveiligingsinrichting is bekend uit Europese octrooiaanvrage EP-A-0 811 959. Deze aanvrage openbaart een via radiogolven bestuurde gevarenmeldinrichting die gebruik maakt van ondercentrales, die in radiografisch contact staan met verschillende componenten. Verschillende maatregelen 15 worden genomen om de communicatie tussen verschillende onderdelen betrouwbaarder te maken.
Nadeel van deze draadloze beveiligingsinrichting is, dat indien dit wordt toegepast op een bouwplaats tijdens het vorderen van de bouw, het mogelijk is dat door onbevoegden de verschillende onderdelen van de inrichting onklaar worden gemaakt of 20 zelfs verwijderd, zonder dat dit opgemerkt wordt.
Een verder beveiligingssysteem is bekend uit PCT-aanvrage WO 97/29465. In dit beveiligingssysteem verzenden detectorinrichtingen een alarmbericht naar een centrale inrichting via hoogfrequente signalen in responsie op een alarmconditie. De alarmberichten bevatten een bronidentificatie die de zendende detector uniek 25 identificeert. Als mogelijke detectoren zijn onder andere verschillende branddetectoren genoemd.
De centrale inrichting geeft alleen een alarm indien het alarmbericht verzonden is door een detector die deel uitmaakt van het systeem. Hiertoe verwerkt de centrale inrichting slechts een alarmbericht indien de bronidentificatie van het alarmbericht 30 opgeslagen is in geheugenmiddelen van de centrale inrichting. Het opslaan van de bronidentificatie in de geheugenmiddelen kan geschieden door een actie vanaf de alarmdetector, of door een actie op de centrale inrichting.
Een nadeel van dit bekende draadloze beveiligingssysteem is, dat alle detectoren 1008011 2 bewaakt worden door de ene centrale inrichting. Doordat het bereik van de branddetectoren, die meestal uit batterijen of iets dergelijks gevoed worden, beperkt is, moet de centrale inrichting op een centrale locatie geplaatst worden om storingsvrije ontvangst van alle detectoren te garanderen. Deze locatie is in sommige situaties niet de 5 ideale locatie voor een centrale inrichting (denk bijvoorbeeld aan benodigde infrastructuur voor de centrale inrichting, benodigde gebruikersvriendelijke omgeving). Verder is door het beperkte bereik van de detectoren het totale gebied wat door het draadloos beveiligingssysteem gedekt kan worden beperkt.
Tijdens de bouw van grote gebouwen is het ofwel niet mogelijk ofwel economisch 10 niet haalbaar om een brandbeveiligingssysteem aan te leggen. Conventionele I brandmeldsystemen vereisen een flinke hoeveelheid (kostbare) bekabeling, die achteraf | | weer moet worden verwijderd, wat een lastige en tijdrovende klus is. Bij zeer grote, hoge gebouwen is echter een goed brandbeveiligingssysteem onontbeerlijk, opdat het totale gebouw niet vlak voor de oplevering door brand wordt vernietigd. Aangezien dit met 15 enige regelmaat wel gebeurt, wordt het steeds moeilijker dergelijke grote bouwprojecten tegen brand te verzekeren. Er bestaat tevens behoefte aan een beveiliging van de gehele inrichting, teneinde te kunnen zeker stellen dat de geïnstalleerde onderdelen nog steeds aanwezig zijn. Door de vaak eenvoudige toegankelijkheid van bouwprojecten komt het voor dat geïnstalleerde branddetectoren en brandblussers gestolen worden. Verder is 20 gebleken, dat door de voortgang van de bouwwerkzaamheden de beveiligingsinrichting i flexibel dient te zijn.
Doelstelling van de onderhavige octrooiaanvrage is het verschaffen van een draadloos brandbeveiligingssysteem, dat specifiek gemaakt is voor toepassing tijdens bouwwerkzaamheden en het beveiligen van grote oppervlakten en/of ruimtes. De 25 inrichting dient een zeer hoge mate van betrouwbaarheid te hebben, makkelijk verplaatsbaar en uitbreidbaar te zijn (bijvoorbeeld naarmate bouwwerkzaamheden vorderen) en onderdelen van de inrichting die geplaatst worden op de bouwplaats dienen zeer robuust te zijn. Verder is een bewaking van de verschillende onderdelen en een goede gebruikersvriendelijkheid van de inrichting vereist.
30 Deze doelstelling wordt bereikt door een brandbeveiligingsinrichting van de bij aanhef gedefinieerde soort, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem verder ten - minste één sabotagedetector omvat voor één of meerdere onderdelen van de brandbeveiligingsinrichting.
10080111 >4 m 3
Een dergelijke inrichting heeft als voordeel dat door het gebruik van een repeater de afstand van de centrale meldinrichting tot de branddetector vergroot kan worden. Door het toepassen van meerdere (groepen) branddetectoren en meerdere repeaters kan aldus een, in verhouding tot het zendbereik van een enkele branddetector, groot gebied op 5 brand bewaakt worden, bijvoorbeeld een in aanbouw zijnd gebouw van meerdere verdiepingen. Het brandbeveiligingssysteem heeft ook een hoge mate van flexibiliteit, aangezien de precieze plaats van de branddetectoren niet bepaald wordt door de plaats van de centrale meldinrichting. Verder wordt de aanwezigheid van de diverse onderdelen bewaakt door middel van de sabotageschakelaars. Verder kan door het toevoegen van 10 repeaters en een daarbij behorende groep van branddetectoren, het brandbeveiligingssysteem makkelijk uitgebreid worden al naar gelang de vordering van de bouw.
Door het gebruik van draadloze branddetectoren en draadloze repeaters is het systeem makkelijk aanpasbaar en zijn de elementen van het brandbeveiligingssysteem 15 makkelijk te verplaatsen.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zijn de tenminste ene repeater en de tenminste ene branddetector voorzien van een batterijvoeding. Dit verhoogt de eenvoudige plaatsing van de elementen van het brandbeveiligingssysteem, doordat geen voorzieningen nodig zijn voor de voeding van 20 die elementen.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat tenminste een brandblusserbeveiliging, voorzien van een bewaakte batterijvoeding, voor het bewaken van een brandblusser die een tweede alarmbericht aan de tenminste ene repeater verstuurt indien de brandblusser niet aanwezig is. Een dergelijk alarmbericht kan 25 een indicatie zijn dat iemand op de bouwplaats een brandblusser gaat gebruiken om een brand te blussen. Belangrijker is echter dat door middel van de brandblusserbeveiligingen gecontroleerd wordt of alle brandblussers aanwezig zijn.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat tenminste een draadloze handmelder, voorzien van een bewaakte batterijvoeding en een 30 drukknop, die handmatig bediend kan worden, waarbij de tenminste ene draadloze handmelder een derde alarmbericht verstuurd aan de tenminste ene repeater na het bedienen van de drukknop. Hiermee kan een persoon die een (beginnende) brand ontdekt alarm slaan.
1008011 4
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze verder tenminste een draadloze indicatielamp, voorzien van een bewaakte batterijvoeding, voor het aanduiden van de plaats van de brand.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat 5 verder tenminste een draadloos weergeefscherm, dat via een draadloze verbinding met de centrale meldinrichting berichten ontvangt en weergeeft. Hierdoor is het mogelijk om op meerdere plaatsen op een bouwlocatie brandalarmen en de historie weer te geven en aan , te duiden waar de brand precies gedetecteerd is. Bij voorkeur is het draadloze weergeefscherm tevens voorzien van een toetsenbord of iets dergelijks, waardoor deze 10 gebruikt kan worden als bedieningspaneel van de brandbeveiligingsinrichting.
, In een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt een bericht van de centrale meldinrichting naar de repeater en vice versa herhaald totdat - van de ontvangstzijde een bevestiging ontvangen is. Als alternatief worden berichten van * de repeater naar een van de branddetectoren, brandblusserbeveiligingen, handmelders of 15 indicatielampen en vice versa herhaald, totdat van de ontvangstzijde een bevestiging ontvangen is. Dit verhoogt in belangrijke mate de betrouwbaarheid van de - brandbeveiligingsinrichting.
ï
Bij een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding worden de berichten, die draadloos worden verstuurd tussen elementen van de inrichting, 20 versleuteld. Dit zorgt ervoor dat de betrouwbaarheid van de berichten verhoogd wordt.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is zo ingericht dat de tenminste ene repeater berichten selectief doorgeeft aan de centrale - meldinrichting. Hierdoor is het mogelijk om (tijdelijk) een aantal branddetectoren en/of andere elementen fictief buiten werking te stellen. Dit kan voordelen hebben, indien op 25 een bepaalde plaats of in een bepaald gebied dat door de brandbeveiligingsinrichting bewaakt wordt werkzaamheden worden uitgevoerd die kunnen leiden tot valse alarmberichten.
In een verdere uitvoeringsvorm van de brandbeveiligingsinrichting volgens de uitvinding worden de communicatiewegen tussen de centrale meldinrichting via de 30 tenminste ene repeater naar de tenminste ene branddetector, brandblusserbeveiliging, handmelder en indicatielamp en vice versa, periodiek gecontroleerd. Hierdoor wordt een - robuust brandbeveiligingssysteem verkregen, waarbij optredende storingen vrijwel direct gesignaleerd worden.
1008011 5
Volgens een nog verdere uitvoeringsvorm van de brandbeveiligingsinrichting, is de centrale meldinrichting voorzien van databankmiddelen, ingericht voor het beheren van de status van de onderdelen van de brandbeveiligingsinrichting. Hierdoor is het mogelijk om onderdelen van de inrichting bijvoorbeeld in een sluimermodus te zetten, 5 waardoor een alarmbericht van deze onderdelen (tijdelijk) niet als zodanig geïnterpreteerd worden. Tevens is het hierdoor mogelijk om niet juist functionerende onderdelen uit te schakelen, waardoor het gevaar van valse alarmmeldingen kleiner wordt. Bij voorkeur worden de databankmiddelen ook gebruikt om aan te geven in welke tijdsperiodes bepaalde melders rook- en/of thermische alarmen mogen genereren, 10 bijvoorbeeld gekoppeld aan de voortgang van de bouwwerkzaamheden. De inrichting kan zich hierdoor automatisch aanpassen aan de aard en de voortgang van de werkzaamheden op de bouwplaats.
In een verdere uitvoeringsvorm van de brandbeveiligingsinrichtign zijn de repeaters, branddetectors, sabotagedetectors, brandblusserbeveiligingen en/of 15 handmelders voorzien van een real-time klok, en zijn deze ingericht om het tijdstip van een melding op te nemen in de respectieve alarmberichten. Bij een melding kan daardoor een exact tijdstip doorgegeven worden, en kan nagegaan worden hoe het verloop van de melding verlopen is.
Het brandbeveiligingssysteem volgens de onderhavige uitvinding zal nu toegelicht 20 worden aan de hand van bijgevoegde tekeningen, waarin:
Fig. 1 een schematisch overzicht toont van het brandbeveiligingssysteem volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 een schematisch blokschema toont van de centrale meldinrichting die deel uitmaakt van de brandbeveiligingsinrichting van de onderhavige uitvinding; 25 Fig. 3 een schematisch blokschema toont van een repeater die deel uitmaakt van het brandbeveiligingssysteem volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 4 een schematisch blokschema toont van een branddetector die toegepast kan worden in het brandbeveiligingssysteem van de onderhavige uitvinding.
Fig. 1 toont een schematisch overzicht van een draadloos 30 brandbeveiligingssysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het draadloos brandbeveiligingssysteem 1 omvat een centrale meldinrichting 2, die via hoogfrequente signalen communiceert met de tenminste ene repeater 4. In Fig. 1 zijn twee repeaters 4 getoond, dit kunnen er afhankelijk van de situatie waarin het systeem 1 wordt toegepast 1008011 6 meer of minder zijn. De repeaters 4 communiceren met een of meerdere branddetectoren 6. In de in Fig. 1 getoonde situatie communiceren drie branddetectoren 6 met een repeater 4 en twee branddetectoren 6 met een andere repeater 4, waarbij in de getoonde opstelling één branddetector 6 communiceert met zowel de ene als met de andere 5 repeater 4. De repeaters 4 communiceren tevens met andere detectoren, zoals brandblusserbeveiligingen 8, handmelders 10 en indicatielampen 12. De centrale meldinrichting 2 kan verder ook draadloos communiceren met op afstand geplaatste weergeefschermen 14.
Fig. 2 toont een blokschema van de centrale meldinrichting 2. De centrale 10 meldinrichting 2 is voorzien van een processor 20 en bijbehorende geheugenmiddelen 22 voor het opslaan van een programma met instructies voor de processor 20 en voor het opslaan van gegevens. Verder is de processor verbonden met tenminste één zender 24 en tenminste één ontvanger 26 voor het uitwisselen van berichten met de repeaters 4. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding communiceert de centrale meldinrichting 2 tevens met 15 de op afstand geplaatste weergeefschermen 14, via dezelfde of een additionele zender 24 j en ontvanger 26. Daarnaast is de processor 20 verbonden met een telefooninterface 32, voor het uitvoeren van communicatie met een meldkamer of een bediener, die zich : ergens anders bevindt. Tevens is de processor 20 verbonden met een communicatiepoort 34 voor het laden van softwareprogramma's of het uitwisselen van gegevens met 20 bijvoorbeeld een draagbare computer of een printer (niet getoond). De processor 20 is tevens verbonden met een voedingsbewaking 30, die continue de toestand van de voeding 28 bewaakt. De voeding 28 zorgt voor de spanningsvoorziening van alle elementen van de centrale meldinrichting 2, en kan gevormd worden door de netvoeding met een daaraan gekoppelde noodstroomvoorziening.
25 Fig. 3 toont een blokschema van een repeater 4 voor gebruik in de brandbeveiligingsinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De repeater 4 is voorzien van een repeaterprocessor 40 en bijbehorende geheugenmiddelen 42 voor het opslaan van een repeaterprogramma met instructies voor de repeaterprocessor 40 en voor het opslaan van gegevens. Verder is de repeaterprocessor 40 verbonden met een zender 30 44 en een ontvanger 46 voor het uitwisselen van berichten met de centrale meldinrichting 2. Daarnaast is de repeater 4 voorzien van een zender 48 en een ontvanger 50 die m verbonden zijn met de repeaterprocessor 40 voor het uitwisselen van gegevens met de - branddetectoren 6, de brandblusserbeveiligingen 8, de handmelders 10 en de I 1008011 7 indicatielampen 12. De repeaterprocessor 40 is tevens verbonden met een voedingsbewaking 54, die continue de toestand van de repeatervoeding 52 bewaakt. De repeatervoeding 52 zorgt voor de spanningsvoorziening van alle elementen van de repeater 4 en is bij voorkeur gevormd door een batterij pakket met een daaraan 5 gekoppelde reservebatterij.
Fig. 4 toont een blokschema van een branddetector 6 die toegepast kan worden in het brandbeveiligingssysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding. De branddetector 6 is voorzien van een branddetectorprocessor 60 en bijbehorende geheugenmiddelen 62 voor het opslaan van gegevens. Daarnaast omvat de branddetector 6 een brandsensor 68, die 10 uitgevoerd kan zijn als een rook- of hittesensor of beide en die verbonden is met de branddetectorprocessor 60. Verder is de branddetectorprocessor 60 verbonden met een zender 64 en een ontvanger 66 voor het uitwisselen van berichten met een van de repeaters 4. De branddetectorprocessor 60 is tevens verbonden met een voedingsbewaking 72, die continue de toestand van de voeding 74 bewaakt. De voeding 15 74 van de branddetector 6 zorgt voor de spanningsvoorziening van alle elementen van de branddetector 6 en is bij voorkeur gevormd door een batterij pakket met een daaraan gekoppelde reservebatterij.
De brandblusserbeveiligingen 8, handmelders 10 en indicatielampen 12 hebben een opbouw die vergelijkbaar is met die van de branddetector 6. Bij de 20 brandblusserbeveiliging 8 is echter de sensor 68 vervangen door een sensor die de aanwezigheid van een brandblusser registreert. Bij de handmelder is de sensor 68 vervangen door een drukknop, die bediend kan worden door een persoon die een brand ontdekt. De indicatielampen omvatten in plaats van de sensor 68 een of meerdere indicatielampen.
25 De functie van alle onderdelen van het brandbeveiligingssysteem 1 en de werking van het gehele systeem zullen in het volgende nader toegelicht worden.
De centrale meldinrichting 2 geeft meldingen door naar een meldkamer van bijvoorbeeld de brandweer (niet getoond) via de telefooninterface 32 en een telefoonlijn of een draadloze verbinding. De verbinding wordt continu bewaakt door de centrale 30 meldinrichting 2 en in geval van storing wordt de meldkamer automatisch gealarmeerd. De centrale meldinrichting 2 wordt gevoed uit het net door de voeding 28 en beschikt over een noodstroomvoorziening, waarvan de toestand wordt bewaakt door de voedingsbewaking 30. Er wordt alarm geslagen wanneer de netvoeding en/of de 100801f δ noodstroomvoorziening gebreken vertonen. Tevens is de centrale meldinrichting 2 beveiligd met sabotageschakelaars (niet getoond) en is uitgebreide systeeminformatie uit te lezen op de centrale meldinrichting 2.
De centrale meldinrichting 2 en de aanwezige en functionerende repeaters 4 5 communiceren met elkaar via draadloze tweewegcommunicatie door middel van de respectieve zenders 24, 44 en ontvangers 26, 46. Het radiokanaal voor communicatie tussen de centrale meldinrichting 2 en de repeaters 4 wordt continu bewaakt op misbruik door derden. Indien dit namelijk het geval is, kan het radiokanaal niet gebruikt worden en kan er geen brandmelding worden doorgegeven. De centrale meldinrichting 2 alarmeert 10 de meldkamer indien het radiokanaal tussen de centrale meldinrichting 2 en de repeaters ! 4 langer dan een vooraf bepaalde tijd niet bruikbaar is.
Bij de verzending van berichten wordt tussen de centrale meldinrichting 2 en een van de repeaters 4 gecommuniceerd totdat aan de verzendzijde vastgesteld is dat het bericht correct aan de ontvangstzijde is overgekomen. Dit is tevens het geval bij de 15 verzending van berichten tussen een van de repeaters 4 en een van de overige elementen in het brandbeveiligingssysteem 1 zoals de branddetectoren 6.
De gehele communicatieweg tussen de branddetectoren 6 en de centrale meldinrichting 2 wordt via de repeaters 4 periodiek gecontroleerd. De centrale meldinrichting 2 omvat een voorgeprogrammeerde lijst met identificaties van de in het 20 brandbeveiligingssysteem 1 opgenomen elementen, welke opgeslagen is in het geheugen 22. Alle in de lijst opgenomen elementen van het brandbeveiligingssysteem 1 worden door de periodieke controle tevens gecontroleerd op aanwezigheid en juiste werking. Tijdens bedrijf is de lijst te modificeren, waardoor elementen automatisch toegevoegd worden aan of verwijderd worden uit het brandbeveiligingssysteem 1. Indien meerdere 25 repeaters 4 een bericht ontvangen van een element, wordt in een uitvoeringsvorm van de inrichting alleen het sterkste signaal verder verwerkt. De centrale meldinrichting 2 geeft controlecommando's door aan de repeaters 4, die op hun beurt de betreffende branddetector 6 oproepen. Indien er herhaaldelijk geen terugmeldingen worden ontvangen, wordt aan de centrale meldinrichting 2 gemeld dat de branddetector 6 niet 30 functioneel is. Dit gegeven wordt aan de meldkamer doorgegeven als een technische storing. Dit geldt tevens voor de overige in het brandbeveiligingssysteem aanwezige , elementen, dat wil zeggen de brandblusserbeveiligingen 8, handmelders 10 en 1 indicatielampen 12.
.S3 1008011 9
De sensor 68 van de branddetector 6 kan zowel hardwarematig als op afstand via radiocommunicatie ingesteld worden op detectie van rook, hitte, of een combinatie van beide. Zo kan de rookdetectie van een branddetector 6 tijdelijk uitgeschakeld worden, wanneer er bijvoorbeeld laswerkzaamheden worden uitgevoerd in de buurt van de 5 branddetector 6, of bij andere werkzaamheden die aanleiding kunnen geven tot valse alarmen, zonder dat de branddetector 6 gedemonteerd hoeft te worden. Dit kan ook op afstand gebeuren vanuit de meldkamer.
Bij detectie van een brandconditie zendt de branddetector 6 zijn status met datum en tijd naar de repeater 4, die op zijn beurt een bevestiging ('acknowledge1) terugstuurt 10 naar de branddetector 6. Wordt deze bevestiging niet of slecht ontvangen door de branddetector 6, dan wordt de melding opnieuw gedaan, totdat de branddetector 6 een correcte bevestiging ontvangt. Ook kan de repeater 4 een commando naar een branddetector 6 sturen om even te wachten met het sturen van berichten ('repeater busy').
De werking van de brandblusserbeveiliging 8 en handmelder 10 komt overeen met 15 de hierboven besproken werking van de branddetector 6 met betrekking tot de modificatie van de werking vanaf de centrale meldinrichting 2 en de communicatie met de repeater 4.
De informatie die wordt overgezonden in het systeem is versleuteld om een hogere betrouwbaarheid te verkrijgen.
20 De repeater 4 geeft de melding door aan de centrale meldinrichting 2, nadat de repeater 4 zijn eigen status heeft toegevoegd aan het bericht. De communicatie verloopt op dezelfde wijze als die tussen branddetector 6 en repeater 4. In de geheugenmiddelen 42 van de repeater 4 kan een database aanwezig zijn met branddetectorinstellingen, waardoor het mogelijk wordt om op een bepaald moment niet-toegestane meldingen, 25 zoals een rookalarm, te blokkeren. Deze database kan via de radiocommunicatie (zender 24 en ontvanger 46) door de centrale meldinrichting 2 naar de repeaters 4 worden gezonden.
De melding wordt in de centrale meldinrichting 2 verwerkt en vervolgens aan de meldkamer doorgegeven, indien dit volgens de database met melderinstellingen 30 toegestaan is. De doormelding is selectief, dat wil zeggen niet alleen het type alarm wordt doorgegeven maar ook de branddetectoridentificatie en het tijdstip van detectie.
De centrale meldinrichting 2 is in een uitvoeringsvorm van de inrichting uitgerust met een akoestische indicatie (niet getoond). Deze akoestische indicatie kan zo ingesteld 1008011 10 worden, dat alleen bij een daadwerkelijke brandmelding een akoestisch alarmsignaal wordt gegeven, en meldingen van technische aard (storingen e.d.) alleen een visuele indicatie geven. Dit is voldoende voor controle van een juiste werking van het systeem en biedt voldoende gelegenheid om onderhoudstechnici in te schakelen op een daarvoor 5 geschikt tijdstip.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is het brandbeveiligingssysteem 1 verder uitgerust met een of meerdere op afstand geplaatste weergeefschermen 14. De communicatie tussen de centrale meldinrichting 2 en de op afstand geplaatste weergeefschermen 14 kan ook draadloos plaatsvinden. Hiertoe zijn de 10 weergeefschermen 14 uitgerust met een zend- en opvanginrichting (niet getoond).
Alarmmeldingen kunnen door een bedienaar van de centrale meldinrichting 2 teruggezet worden. In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding kunnen met behulp van de telefooninterface 32 van de centrale meldinrichting 2 de bedieningsfimcties van de centrale meldinrichting 2 vanaf een andere plaats gebruikt 15 worden.
De centrale meldinrichting 2 is voorzien van voor de deskundige bekende geheugenmiddelen 22. In de geheugenmiddelen 22 worden onder meer alarmmeldingen in de vorm van een logboek opgeslaan, waarbij de tijd van detectie, zoals doorgegeven * door de branddetector 6, en het tijdstip van ontvangst van de melding wordt opgeslaan.
20 Zodoende kan achteraf de volledige tijdsgeschiedenis van een melding worden nagegaan. Het logboek kan zowel extern, via de reeds eerder genoemde telefooninterface 22 worden opgevraagd en vervolgens op bekende wijze worden afgedrukt, als via een op de communicatiepoort 34 van de centrale meldinrichting 2 aangesloten printer (niet getoond) ter plaatse worden afgedrukt.
25 De branddetectoren 6 zijn in een uitvoeringsvorm van de uitvinding voorzien van een optische indicatie die aangeeft of een melding verzonden wordt en of deze melding geaccepteerd is door de repeater 4. Na acceptatie blijft de branddetector 6 een vooraf bepaalde tijd ongevoelig voor dezelfde melding, waarna de branddetector 6 automatisch gereset wordt.
30 Alle in het brandbeveiligingssysteem 1 aanwezige elementen 4, 6, 8, 10 worden periodiek via de communicatieverbindingen voorzien van tijd- en datuminformatie, teneinde de in de elementen aanwezige real-time klokken gelijk te laten lopen. Op deze wijze kan het systeem enkele jaren achtereen blijven functioneren met relatief 1008011! 11 eenvoudige real-time klokken in de elementen 4,6,8,10.
De branddetectoren 6, brandblusserbeveiligingen 8 en handmelders 10 zijn voorzien van batterijvoedingen 70 om draadloos bedrijf daarvan mogelijk te maken. Om de levensduur van de batterijen te verlengen is het mogelijk om vanuit de centrale 5 meldinrichting 2 via een repeater 4 een opdracht naar een van de branddetectoren 6, brandblusserbeveiligingen 8 en/of handmelders 10 te zenden om de ontvanger daarvan voor een bepaalde tijd uit te schakelen.
Daarnaast zijn de branddetectoren 6, brandblusserbeveiligingen 8 en handmelders 10 in een uitvoeringsvorm voorzien van een batterijpakket 70 waarvan de klemspanning 10 wordt bewaakt door een voedingsbewaking 72. Er wordt een melding gegenereerd wanneer deze klemspanning te laag wordt. Het batterijpakket 70 bevat een reservebatterij die normaal niet wordt gebruikt. Wanneer de hoofdbatterijen leeg raken, wordt hierop over geschakeld, zodat meer tijd beschikbaar is om de batterijen te vervangen en normaal bedrijf van het brandbeveiligingssysteem 1 gegarandeerd blijft.
15 De repeaters 4 en de centrale meldinrichting 2 worden normaal vanuit het lichtnet gevoed en zijn tevens voorzien van een noodstroomvoorziening. Zowel bij een storing van het lichtnet, als bij een te lage spanning van de noodstroomvoorziening wordt een alarmmelding gegenereerd.
De weergeefschermen 14 worden gevoed vanuit het lichtnet, maar zijn voorzien 20 van een interne noodbatterij (niet getoond) voor het geval de noodspanning wegvalt. Tndien overgeschakeld wordt op de interne noodbatterij wordt dit optisch en akoestisch aangegeven. Dit gebeurt tevens wanneer de spanning van de noodbatterij te laag wordt, om een waarschuwing te geven dat de noodbatterij vervangen dient te worden.
De weergeefschermen 14 zijn in een uitvoeringsvorm voorzien van akoestische 25 waarschuwingsmiddelen (niet getoond). Deze akoestische waarschuwingsmiddellen kunnen ter plaatse worden uitgeschakeld, maar de alarmmeldingen kunnen alleen op de centrale meldinrichting 2 teruggezet worden. Vervolgens verzendt de centrale meldinrichting 2 een melding naar de weergeefschermen 14, waarna de betreffende meldingen van het weergeefscherm 14 verdwijnen.
30 De indicatielampen 12 worden draadloos aangestuurd door de centrale meldinrichting 2 via de zender 44 en ontvanger 46 van de bijbehorende repeater 4 op dezelfde wijze als eerder beschreven voor de branddetector 6. De indicatielampen 12 dienen om brandweerlieden en andere hulpverleners naar de plaats te dirigeren waar de 1008011 12 brand gedetecteerd is. In een uitvoeringsvorm van het brandbeveiligingssysteem 1 volgens de uitvinding wordt met behulp van kleuren de route naar de locatie van de brand aangegeven. In een gebouw met meerdere verdiepingen kunnen bijvoorbeeld indicatielampen 12 geplaatst zijn op elke verdieping, waarbij geel aangeeft dat 5 doorgegaan moet worden naar de volgende verdieping en rood dat de verdieping is bereikt waar de brand woedt.
De software voor de repeaters 4 en de centrale meldinrichting 2 kan via de communicatiepoort 34 op de centrale meldinrichting 2 ingevoerd worden.
De centrale meldinrichting 2 is voorzien van een beveiliging 36 met bijvoorbeeld 10 een sleutel of een wachtwoord voor het veranderen van instellingen van het brandbeveiligingssysteem 1. Hierdoor wordt misbruik of sabotage door onbevoegden van het systeem onmogelijk gemaakt.
Alle onderdelen van het brandbeveiligingssysteem 1 zijn voorzien van zogenaamde sabotageschakelaars. Deze beveiligen de behuizing van de betreffende 15 onderdelen en geven een alarmsignaal indien wordt gepoogd een onderdeel te saboteren.
tQOSOt'f!

Claims (13)

1. Brandbeveiligingsinrichting omvattende - een centrale meldinrichting (2) voor het geven van een brandalarm; - tenminste één draadloze branddetector (6) voor het detecteren van rook en/of 5 temperatuur, die een eerste alarmbericht verzendt na detectie van een brandconditie; - tenminste één repeater (4), voor het ontvangen van het eerste alarmbericht van de tenminste ene draadloze branddetector (6), en het vervolgens versturen van een repeaterbericht naar de centrale meldinrichting (2), waarbij het repeaterbericht na de detectie tenminste het eerste alarmbericht van de ene branddetector (6) omvat, 10 met het kenmerk dat de brandbeveiligingsinrichting (1) verder ten minste één sabotagedetector omvat voor één of meerdere onderdelen (4; 6; 8; 10; 12) van de brandbeveiligingsinrichting (1).
2. Brandbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de 15 tenminste ene repeater (4) en de tenminste ene branddetector (6) voorzien zijn van een batterijvoeding (52, 70).
3. Brandbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat deze verder omvat 20 tenminste één brandblusserbeveiliging (8), voorzien van een bewaakte batterijvoeding (70), voor het bewaken van een brandblusser die een tweede alarmbericht aan de tenminste ene repeater (4) verstuurt indien de brandblusser niet aanwezig is.
4. Brandbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat 25 deze verder omvat tenminste één draadloze handmelder (10), voorzien van een bewaakte batterijvoeding (70) en een drukknop, die handmatig bediend kan worden, waarbij de tenminste ene draadloze handmelder (10) een derde alarmbericht verstuurd aan de tenminste ene repeater (4) na het bedienen van de drukknop. 30
5. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze verder omvat tenminste één draadloze indicatielamp (12), voorzien van een bewaakte 1008011 batterijvoeding (70), voor het aanduiden van de plaats van de brand.
6. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze verder omvat 5 tenminste één draadloos weergeefscherm (14), dat via een draadloze verbinding i met de centrale meldinrichting berichten ontvangt en weergeeft. j
7. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een bericht van de centrale meldinrichting (2) naar de tenminste ene repeater 10 (4) en vice versa herhaald wordt totdat van de ontvangstzijde een bevestiging ontvangen is.
8. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het ^ kenmerk dat berichten van de tenminste ene repeater (4) naar de tenminste ene ., 15 branddetector (6), brandblusserbeveiliging (8), handmelder (10) of indicatielamp (12) en : ‘ vice versa herhaald wordt totdat van de ontvangstzijde een bevestiging ontvangen is. i Ί .
- 9. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de berichten, die draadloos worden verstuurd tussen elementen van de 20 inrichting, versleuteld zijn. i iiË
10. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tenminste ene repeater (4) berichten selectief doorgeeft aan de centrale meldinrichting (2). 25
11. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de communicatiewegen tussen de centrale meldinrichting (2) via de tenminste ene repeater (4) naar de tenminste ene branddetector (6), brandblusserbeveiliging (8), handmelder (10) en indicatielamp (12) en vice versa, 30 periodiek gecontroleerd worden.
12. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de centrale meldinrichting (2) voorzien is van databankmiddelen, 't—^ 1008011 ingericht voor het beheren van de status van de onderdelen van de brandbeveiligingsinrichting (1).
13. Brandbeveiligingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de repeaters (4), de branddetectors (6), sabotagedetectors, brandblusserbeveiligingen (8) en/of handmelders (10) zijn voorzien van een real-time klok, en zijn ingericht om het tijdstip van een melding op te nemen in de respectieve alarmberichten. ****** f008011
NL1008011A 1998-01-12 1998-01-12 Draadloze brandbeveiligingsinrichting. NL1008011C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008011A NL1008011C2 (nl) 1998-01-12 1998-01-12 Draadloze brandbeveiligingsinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008011A NL1008011C2 (nl) 1998-01-12 1998-01-12 Draadloze brandbeveiligingsinrichting.
NL1008011 1998-01-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1008011A1 NL1008011A1 (nl) 1999-07-13
NL1008011C2 true NL1008011C2 (nl) 1999-08-06

Family

ID=19766333

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008011A NL1008011C2 (nl) 1998-01-12 1998-01-12 Draadloze brandbeveiligingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1008011C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11291870B2 (en) 2017-03-20 2022-04-05 Oy Halton Group Ltd. Fire safety devices methods and systems

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2675323A1 (fr) * 1991-04-12 1992-10-16 Crde Systeme transpondeur pour reemettre des informations d'alarme vers un systeme de reception et de traitement, et procede s'y rapportant.
US5594410A (en) * 1993-08-26 1997-01-14 Lucas; Michael Emergency warning escape system
EP0811959A1 (de) * 1996-06-07 1997-12-10 GRUNDIG Aktiengesellschaft Funkgesteuerte Gefahrenmeldeanlage mit Unterzentralen und sicherer Datenkommunikation zwischen den einzelnen Komponenten

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2675323A1 (fr) * 1991-04-12 1992-10-16 Crde Systeme transpondeur pour reemettre des informations d'alarme vers un systeme de reception et de traitement, et procede s'y rapportant.
US5594410A (en) * 1993-08-26 1997-01-14 Lucas; Michael Emergency warning escape system
EP0811959A1 (de) * 1996-06-07 1997-12-10 GRUNDIG Aktiengesellschaft Funkgesteuerte Gefahrenmeldeanlage mit Unterzentralen und sicherer Datenkommunikation zwischen den einzelnen Komponenten

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11291870B2 (en) 2017-03-20 2022-04-05 Oy Halton Group Ltd. Fire safety devices methods and systems

Also Published As

Publication number Publication date
NL1008011A1 (nl) 1999-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7391319B1 (en) Wireless fire alarm door unlocking interface
JPH10326384A (ja) 警備システム
NL1008011C2 (nl) Draadloze brandbeveiligingsinrichting.
JP3732607B2 (ja) 防災監視制御用受信機
JP5030497B2 (ja) 警備システム
JP3871919B2 (ja) 火災監視装置、復帰処理解除装置、携帯端末装置、および火災報知システム
JP3575940B2 (ja) 遠隔監視システム、及び、異常通報装置の監視装置
KR20100123351A (ko) 실시간 화재감지용 수신기, 이를 이용한 화재감지시스템 및 그 감지방법
EP1118970A2 (en) Alarm lockout apparatus
JP3097616B2 (ja) 侵入監視装置、侵入センサ点検方法及び侵入監視システム
KR20040087995A (ko) 네트워크 fire 방재감시 시스템 및 서비스 방법
KR19990064937A (ko) 자동소화설비 모니터링 시스템
JPH0869590A (ja) ワイヤレスセキュリティシステム
JP5175237B2 (ja) 設備信号点検用アダプタ、設備信号点検方法
JP2765719B2 (ja) 警備端末機器の設定登録システム
TWI505238B (zh) 可選擇輸入屬性的保全系統
EP4071733A1 (en) Fire system with degraded mode of operation
JP2578722Y2 (ja) 機械警備装置
KR102234285B1 (ko) 실시간 소방시설 관리 시스템
JP2892691B2 (ja) 火災報知設備における信号伝送装置
KR200429451Y1 (ko) 소방관리용 p형복합식 수신기
KR200171071Y1 (ko) 홈 가드 시스템
KR20020073231A (ko) 전자식 무선 화재탐지 시스템
JP2528151Y2 (ja) 火災警報装置
JPH0285999A (ja) 監視装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040801