NL1006336C2 - Disselboom voor de bediening van een handtruck met vork. - Google Patents

Description

Disselboom voor de bediening van een handtruck met vork

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een disselboom voor de bediening van een handtruck met vork, 5 van het type dat omvat een stang waarvan het binnen uiteinde draaibaar is gekoppeld aan een richtinggevend dragend voorwiel van de handtruck met vork, waarbij een handgreep stijf is bevestigd aan de stang, in het gebied van het boveneinde, en zij de vorm heeft van een lus die de lengte-10 as van de stang toelaat als as van symmetrie, en een bedieningshefboom die draaibaar is aangebracht aan de stang om een draaibare as loodrecht op de lengte-as van de stang en zich uitstrekt binnen de lus die gevormd wordt door de handgreep op zodanige wijze dat zij met de hand in werking 15 kan worden gebracht door een bedieningsman die de handgreep vasthoudt, zonder deze los te laten.

De disselbomen van het hierboven aangegeven type zijn bekend. Zij worden gebruikt ter besturing bijvoorbeeld van de handtrucks met vork die door aanvraagster worden 20 vervaardigd en in de handel worden gebracht onder de aanduiding TM 2000 of ook voor het bewegingen doen uitvoeren van de transportwagens van de soort die is beschreven in het octrooischrift FR-2 718 093 van aanvraagster. In de bekende disselbomen zijn de stang van de disselboom en de 25 handgreep aan elkaar bevestigd in twee tegenover elkaar liggende punten van de lus die wordt gevormd door de handgreep, waarbij de stang de ruimte binnen de lus verdeelt in twee halve ruimten, die volledig van elkaar zijn gescheiden. De bedieningshefboom strekt zich zijdelings uit 30 vanaf de ene kant van de stang in één van beide hiervoor genoemde halve ruimten en kan draaien om een as loodrecht op het vlak van de ring die wordt gevormd door de handgreep. Het bovenste gedeelte van de genoemde lus is bij benadering horizontaal en staat loodrecht op de stang van 35 de disselboom. De bedieningshefboom, die dient om de verdeler van hydraulisch fluïdum in werking te brengen die is verbonden aan een samenstel van pomp en hydraulische 1006336 2 zuiger van de handtruck met vork, heeft gewoonlijk drie standen, te weten een neutrale stand waarin de bedienings-hefboom zich bijna evenwijdig aan het horizontaal bovenste gedeelte van de handgreep uitstrekt, en twee werkstanden 5 die ter weerszijde van de neutrale stand zijn gelegen.

Tijdens de bediening houdt de bedieningsman van de handtruck met vork de handgreep gewoonlijk met twee handen vast, waarbij de twee handen zijn geplaatst op het bovendeel van de handgreep, respectievelijk ter weerszijde van 10 de stang van de disselboom. Met de hierboven beschreven inrichting van de bedieningshefboom kan de bedieningsman de bedieningshefboom slechts met één hand in werking brengen, met de rechterhand of de linkerhand al naar de bedieningshefboom zich uitstrekt in de ene of de andere van de beide 15 hierboven vermelde halve ruimten van de lus die wordt gevormd door de handgreep. Dit vormt een beperking die soms hinderlijk kan zijn voor het doen uitvoeren van bewegingen van de handtruck met vork.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel de 20 ongemak op te heffen door verschaffing van een bedienings-disselboom voor een handtruck met vork of soortgelijke wagen, waarvan de bedieningshefboom in werking kan worden gebracht onverschillig welke van de twee handen van de bedieningsman of eventueel door beide handen tegelijk.

25 Hiertoe wordt de disselboom volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de handgreep in de vorm van een lus is bevestigd aan de stang in een enkel eerste punt van de lus, op zodanige wijze dat een vrije ruimte blijft bestaan tussen het boveneinde van de stang en een tweede 30 punt van de ring tegenover het eerste punt, en doordat de bedieningshefboom draaibaar is aangebracht aan het boveneinde van de staaf en zich in de lengterichting uitstrekt in de genoemde vrije ruimte vanaf het boveneinde van de stang naar het tweede punt van de lus.

35 Bij voorkeur is de draaiingsas van de bedienings hefboom gelegen in of ongeveer in het vlak van de lus die wordt gevormd door de handgreep, waarbij de bedieningshef- 1006336 3 boom is gelegen in het genoemde vlak alleen wanneer hij in de neutrale ruststand is.

Bij voorkeur heeft de bedieningshefboom een T-vorm, waarbij de horizontale stang van de T evenwijdig is 5 aan het horizontaal bovendeel van de lus die wordt gevormd door de handgreep.

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen beter naar voren komen in de hierna volgende beschrijving van twee uitvoeringsvormen van de 10 uitvinding die worden gegeven bij wijze van voorbeeld onder verwijzing naar bijgaande tekeningen waarin: figuur 1 een aanzicht in perspectief is, dat een handtruck met vork weergeeft dat is uitgerust met een disselboom volgens een eerste uitvoeringsvorm van de 15 uitvinding; figuur 2 is een vooraanzicht weergevend het bovengedeelte van de disselboom van figuur 1; figuur 3 is een aanzicht in doorsnede volgens de lijn III-III van figuur 2, op grotere schaal, weergevende 20 een bedieningshefboom die is opgenomen in de disselboom; figuur 4 is een aanzicht soortgelijk aan figuur 2, schematisch weergevende een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

De handtruck met vork 1 die is weergegeven in 25 figuur 1 omvat in wezen een onderstel 2, een voorschoot 3 beweegbaar in verticale verplaatsing ten opzichte van het onderstel 2, twee vorkarmen 4, die zich uitstrekken vanaf de onderkant van de voorschoot 3 naar de achterkant van de handtruck met vork en waarvan de vrije einden rusten op de 30 rond door middel van looprollen 5, een paar richtinggevende tweelingvoorwie.len 6 en een steun 7 voor de twee wielen 6 die is aangebracht in het onderstel 2 op zodanige wijze dat hij kan draaien om een verticale as 8. De wielsteun 7 draagt boven het onderstel 2 een hydraulische groep die is 35 samengesteld uit een reservoir van hydraulisch fluïdum 11, uit een plunjerpomp 12, uit een hydraulische vijzel met enkelvoudig effect 13, door middel waarvan de voorschoot 3 100 6336 4 en de vorkarmen 4 kunnen worden opgeheven, en uit een verdeler van hydraulisch fluïdum (niet weergegeven) . De handtruck met vork 1 omvat bovendien een bedieningsdissel-boom 14, die is samengesteld uit een stang 15 en een ring 5 16 die bijvoorbeeld door laswerk stijf is verbonden met de stang 15 in het gebied van haar boveneinde. Aan haar ondereinde is de stang 16 voorzien van een koppelingsstuk 17 in de vorm van een vork, door middel waarvan zij via een horizontale as 18 is gekoppeld aan de drijfwerkkast van de 10 hydraulische groep 9. Deze drijfwerkkast is stijf bevestigd of gevormd uit één geheel met de wielsteun 7. Aldus kunnen de richtinggevende wielen 6 van de handtruck met vork worden georiënteerd met behulp van de disselboom 14. Het koppelingsstuk 17 draagt een kam of een kleine rol 19 die 15 excentrisch ligt ten opzichte van de as 18, die steun vindt op het boveneinde van de plunjerstang van de plunjerpomp 12. Zo kan de pomp in beweging worden gebracht wanneer men de disselboom 14 doet schommelen om de as 18.

De handgreep 16 heeft de vorm van een lus. Binnen 20 de lus die wordt gevormd door de handgreep 16 bevindt zich een bedieningshefboom 21 die draaibaar is aangebracht op de stang 15 om een as 22 (figuren 2 en 3) die loodrecht staat op de lengte-as van de genoemde stang. De bedieningshefboom 21 is verbonden met de hierboven vermelde verdeler van 25 hydraulisch fluïdum via een element van krachtoverbrenging 23 (figuur 3), zoals bijvoorbeeld een kabel of een ketting. Zoals is aangetoond kan de stang 15 zijn samengesteld uit een buisvormig profiel, met bijvoorbeeld een vierkante of rechthoekige doorsnede, en het krachtoverbrengingselement 30 23 strekt zich in de lengterichting uit binnen de stangen 15 tot de hydraulische groep 9 waar het is verbonden met de hierboven vermelde schuif van de verdeler van hydraulisch fluïdum. De bedieningshefboom 21 kan drie standen innemen die in figuur 3 zijn aangeduid met respectievelijk N, P en 35 E en waarmee respectievelijk drie standen van de schuif van de verdeler van hydraulisch fluïdum overeenkomen. In de stand N of neutrale stand stelt de verdeling van hydrau- 1006336 5 lisch fluïdum een kringloop met gesloten lus in tussen het reservoir 11 en de pomp 12 en elke schommeling van de disselboom 14 om de as 18 heeft geen enkel effect op de vijzel 13. In de stand P of pompstand, stelt de verdeler 5 van hydraulisch fluïdum een verbinding in tussen de pomp 12 en de werkkamer van de vijzel 13 zodat , wanneer men de disselboom 14 doet slingeren om de as 18, de pomp 12 hydraulisch fluïdum in het reservoir 11 aanzuigt en het wegperst in de werkkamer van de vijzel 14 teneinde de 10 voorschoot 3 en de vorkarmen 4 op te heffen. In de stand E of ontstnappingstoestand stelt de verdeler van hydraulisch fluïdum een verbinding in tussen de werkkamer van de vijzel 13 en het reservoir 11, zodat de voorschoot 3 en de vorkarm 4 dalen onder inwerking van hun eigen gewichten en van het 15 gewicht van de eventuele last die aanwezig is op de vorkarmen 4. De handtruck met vork 1 die tot nu toe is beschreven is van een bekende soort en het wordt daarom niet nuttig geoordeeld hem meer in detail te beschrijven.

Terwijl in de bekende handtrucks met vork de stang 20 15 volledig door de inwendige ruimte heen gaat van de lus die wordt gevormd door de handgreep 16 en in twee tegengestelde punten van de lus is bevestigd, in de disselboom 14 volgens de onderhavige uitvinding, is de handgreep 16 bevestigd aan de stang 15 in één enkel punt 16a van de lus. 25 De stang 15 kan zich uitstrekken in de binnenruimte van de lus tot aan een punt dat bijna in het midden hiervan is gelegen, zodat een vrije ruimte overblijft tussen het boveneinde 15a van de stang 15 en het punt 16b van de lus die is gelegen tegenover het punt 16a. Zoals is weergegeven 30 in figuur 3 bevindt de draaiingsas 22 van de bedieningshef-boom 21 zich in de onmiddellijke nabijheid van het boveneinde 15a van de stang 15 en de bedieningshefboom 21 strekt zich in de lengterichting "uit vanaf de as 22 naar het punt 16b. Het krachtoverbrengingselement 23 is bevestigd aan de 35 bedieningshefboom 21 in één punt 21a hiervan dat ongeveer op dezelfde hoogte is gelegen als de draaiingsas 22 terwijl de bedieningshefboom zich in de neutrale stand N bevindt.

100 6336 6

Bij voorkeur is de draaiingsas 22 van de bedie-ningshefboom 21 gelegen in het vlak van de lus gevormd door de handgreep 16, zoals is weergegeven in Fig. 2, of zij strekt zich uit evenwijdig aan dit vlak in de nabijheid 5 hiervan zoals is weergegeven in figuur 3. Onder deze omstandigheden bevindt de bedieningshefboom 21 zich in het vlak 24 van de lus die is gevormd door de handgreep 16 alleen wanneer hij in de neutrale stand N is.

De bedieningshefboom 21 kan worden gehouden in de 10 ene of de andere van de twee standen N en P door een vasthoudinrichting 25 met elastische palinrichting. Zoals is weergegeven in figuur 3 kan de vasthoudinrichting 25 zijn samengesteld uit een kleine rol 26, die kan rollen over een kam 27 die wordt gedragen door één van de einden 15 van een veerblad 28 waarvan het andere einde stijf is gebonden met de stang 15, hier buiten. De rol 26 is draaiend aangebracht in een kap 29 die is bevestigd aan de bedieningshefboom 21 in een gebied van zijn binneneinde, en hij steekt naar buiten uit ten opzichte van de stang 15 20 door een inkeping 31 die is gevormd in de eindrand van de stang 15, op een zijde hiervan. De kam 27 bevat in het vlak dat in aanraking is met de rol 26, twee stempels 27a en 27b die respectievelijk de standen N en P van de bedieningshefboom 21 begrenzen. Wanneer men aldus met de hand deze 25 hefboom doet draaien om de as 22 en de rol 26 gaat ingrijpen in één van beide stempels 27a en 27b, en men vervolgens de hefboom 21 loslaat, blijft deze in de stand N of P die overeenkomt met de stempel 27a of 27b. Wanneer daarentegen de bedieningshefboom 21 in de stand E wordt gebracht door 30 draaiing om de as 22, ontsnapt de rol 26 aan de kam 27 en wanneer de hefboom 21 wordt losgelaten, wordt hij automatisch teruggebracht in de stand N door een terugstelveer (niet weergegeven) die is verbonden met de schuif van de verdeler van het hydraulisch fluïdum.

35 Bij voorkeur heeft de bedieningshefboom 21 in het gebied van zij vrije einde tegenover zijn draaiingsas 22 een zodanige breedte dat een bedieningsman die de handgreep 1006336 7 16 die met twee handen vasthoudt, de bedieningshefboom 21 in beweging kan brengen met behulp van ten minste één vinger, bijvoorbeeld de duim, van één van zijn beide handen of de twee handen tegelijk. Hiertoe kan, zoals is weergege-5 ven in de figuren 1 en 2 de bedieningshefboom bijvoorbeeld een T-vorm hebben, waarbij de horizontale stang van de T evenwijdig is aan de twee delen 16c en 16d van de handgreep 16 die zijn gelegen respectievelijk ter weerszijde van het punt 16b en die in werking gewoonlijk worden vastgehouden 10 door de bedieningsman. Deze twee delen 16c en 16d strekken zich ruwweg loodrecht op de lengte-as van de stang 15 uit.

Een bekleding 32 (niet weergegeven in figuur 3, maar zichtbaar in figuren 1 en 2) is bevestigd aan het boveneinde van de stang 15 teneinde het boveneinde hiervan, 15 de vasthoudinrichting 25 en het ondereinde van de bedieningshefboom 21 te bedekken. De bekleding 32 kan zijn samengesteld uit een kleine kast met bijvoorbeeld de vorm van een dubbel_bolle lens zoals is weergegeven in de figuren 1 en 2.

20 Figuur 4 geeft een uitvoeringsvariant van de uitvinding weer, die verschilt van die welke is weergegeven in de figuren 1 tot 3 in die zin dat de draaiingsas 22 van de bedieningshefboom 21 hier loodrecht staat op het vlak van de ring die wordt gevormd door de handgreep 16. Daar 25 kan een bedieningsman die de handgreep 16 met twee handen vasthoudt, de bedieningshefboom 21 in beweging brengen door middel van één van zijn beide handen, zonder de handgreep 16 los te laten.

Het spreekt van zelf dat de uitvoeringsvormen van 30 de uitvinding die hierboven zijn beschreven bij wijze van voorbeeld zijn gegeven zuiver ter aanduiding en geenszins ter beperking, en dat tai^rijke wijzigingen kunnen worden aangebracht door de deskundige zonder echter te geraken buiten het kader van de uitvinding. In plaats van de vorm 35 van een hart te hebben, zou de lus gevormd door de handgreep 16 andere vormen kunnen hebben zoals dat bekend is uit de stand van de techniek. Anderzijds zou de bedienings- 1006336 8 hefboom 21, in plaats van te zijn verbonden aan een verdeler van hydraulisch fluïdum, kunnen zijn verbonden aan een reminrichting voor de wielen 6.

1006336

Claims (4)

1. Disselboom voor het doen uitvoeren van bewegingen in een handtruck met vork, omvattende een stang 5 (15), waarvan het ondereinde draaibaar is gekoppeld (in 18) aan een richtinggevende voorwielsteun (7) van de handtruck met vork (1), een handgreep (16) die stijf bevestigd is aan de stang (15), in het gebied van zijn boveneinde, en met de vorm van een lus die een lengte-as van de stang als as van 10 symmetrie toelaat, en een bedieningshefboom (21) voor het in beweging brengen van een verdeler van hydraulisch fluïdum die is verbonden met een samenstel van pomp en hydraulische vijzel van de handtruck met vork, waarbij de genoemde bedieningshefboom draaibaar is aangebracht aan de 15 stang (15) om een draaiingsas (22) die loodrecht staat op de lengte-as van de stang en zich uitstrekt binnen de lus die wordt gevormd door de handgreep (16) zodat hij met de hand kan worden verplaatst door een bedieningsman die de handgreep vasthoudt, zonder deze los te laten, van een 20 neutrale stand (N) naar één van beide werkstanden [P, E] die zijn gelegen respectievelijk ter weerszijde van de neutrale stand, gekenmerkt doordat de handgreep (16) in de vorm van een lus is bevestigd aan de stang (15) in één enkel eerste punt (16a) van de lus, zodat een vrije 25 ruimte overblijft tussen het boveneinde (15a) van de stang en een tweede punt (16b) van de lus tegenover het eerste punt (16a), en doordat de bedieningshefboom (21) draaibaar is aangebracht aan het boveneinde (15a) van de stang en zich in zijn neutrale stand (N) in de lengterichting 30 uitstrekt in de genoemde vrije ruimte vanaf het boveneinde van de stang naar genoemd tweede punt (16b) van de lus.

2. Disselboom volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de draai ingsas (22) van de bedieningshefboom (21) gelegen is in of ongeveer in het 35 vlak (24) van de lus die wordt gevormd door de handgreep (16), en doordat de bedieningshefboom (21) is gelegen in het genoemde vlak (24) alleen wanneer hij in zijn neutrale 1006336 stand (N) is.

3. Disselboom volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de bedieningshef boom (21) in het gebied van zijn vrije einde tegenover de draaiingsas 5 (22) een zodanige breedte heeft dat de bedieningsman die de handgreep (16) vasthoudt met twee handen, de bedieningshef-boom (21) in beweging kan brengen met behulp van ten minste één vinger van één van beide handen of van beide handen tegelijk.

4. Disselboom volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de delen (16c en 16d) van de handgreep (16) die zijn gelegen respectievelijk ter weerszijde van het tweede punt (16b) van de lus, zich uitstrekken ruwweg loodrecht op de lengte-as van de stang (15) en 15 doordat de bedieningshefboom (21) een T-vorm heeft, waarbij de horizontale as van de T evenwijdig is aan de genoemde delen (16c en 16d) van de handgreep. -o-o-o- 20 1006336