NL1006261C2 - Sorteertransporteur voor het sorteren van oud papier en oud karton. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Sorteertransporteur voor het sorteren van oud papier en oud karton.

De uitvinding heeft betrekking op een sorteertransporteur voor het sorteren van oud papier en oud karton volgens de aanhef van conclusie 1.

Oud papier en oud karton worden in het algemeen ingeza-5 meld in gemengde vorm. Ten behoeve van hergebruik geniet het echter de voorkeur het, in het algemeen bruine, karton te scheiden van het oud papier, omdat opname van aanzienlijke hoeveelheden oud karton in ruw materiaal waaruit papier moet worden gemaakt resulteert in relatief grijs tot bruin pa-10 pier.

Een sorteertransporteur van de bovengenoemde soort, die gebruikt wordt voor het scheiden van oud karton van oud papier, is uit de praktijk bekend. In een dergelijke sorteertransporteur wordt in bedrijf een mengsel van oud papier en 15 oud karton toegevoerd en een stroomopwaarts uiteinde van de sorteertransporteur. Roterende beweging van de aanzetters dringt het materiaal op de transporteur intermitterend omhoog en voorwaarts in de transportrichting. Aldus wordt het materiaal op de transporteur simultaan geschud en langs de 20 transporteur getransporteerd. Aangezien papier in het mengsel in het algemeen kleinere afmetingen heeft en meer flexibel is dan karton, nijgt papier op de transporteur er toe door de tussenruimte tussen de assen en de aanzetters door te vallen, terwijl karton er toe nijgt boven op de transpor-25 teur te blijven. Aldus kan materiaal dat voornamelijk bestaat uit karton stroomafwaarts van de transporteur of een opeenvolging van transporteurs worden verzameld, en materiaal dat voornamelijk bestaat uit papier kan van onder de transporteur worden verzameld.

30 Een probleem van deze bekende sorteertransporteur is, dat deze in de meeste gevallen geen tevredenstellende mate van sortering oplevert. Het gesorteerde karton bevat teveel papier en/of het gesorteerde papier bevat teveel karton.

1006261 2

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een sor-teertransporteur te verschaffen, waarmee een betere mate van sortering kan worden bereikt.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een 5 sorteertransporteur van het bovenomschreven type uit te voeren overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1.

Danzkij de verstelbaarheid langs de assen van de posities van de aanzetters op de assen kan de grootte van de tussenruimtes worden vergroot en verkleind zonder dat het 10 nodig is de machine te demonteren of althans de assen los te maken, Door de tussenruimtes te vergroten kan materiaal met een in het algemeen grotere maximum maat en stijfheid door de tussenruimte vallen. Door de maat van de tussenruimtes te verkleinen, wordt verhinderd dat materiaal met een in het 15 algemeen kleinere minimum maat en stijfheid door de tussenruimte valt. Aldus kunnen de sorteereigenschappen nauwkeurig worden aangepast aan de samenstelling van het mengsel van oud materiaal dat aan de sorteertransporteur wordt toegevoerd, en de vraag naar oud papier en oud karton, en enige 20 andere vereisten wat betreft de maximum en minimum proporties van papier in het gesorteerde karton en, omgekeerd, wat betreft de maximum en minimum porties van karton in het gesorteerde papier.

Het is bijvoorbeeld gebleken, dat de samenstelling van 25 oud papier en oud karton in stedelijke gebieden aanzienlijk verschilt van de samenstelling van hetzelfde type afval in landelijke gebieden. Het is ook gebleken, dat de samenstelling varieert van land tot land, waarbij belangrijke factoren die de structuur van het papier- en kartonafval bepalen 30 de dikte en grootte-verdelingen van kranten en tijdschriften en het in het algemeen gebruikte soort karton zijn. Voorts wordt in sommige gevallen afvalkarton dat ongeveer 10% oud papier bevat vereist. In plaats van door het simpelweg toevoeren van papier aan het oud karton na het sorteren, kan 35 een dergelijke samenstelling op meer efficiënte wijze worden verkregen roet gebruikmaking van de sorteerinrichting volgens de uitvinding door de tussenruimtes zodanig te vernauwen, 1006261 3 dat de gewenste samenstelling direkt wordt verkregen. Als voordelig neveneffekt wordt dan de mate waarin het gesorteerde papier onzuiverheden in de vorm van karton bevat gereduceerd .

5 Een verder verbeterde aanpasbaarheid van de sorteer- transporteur aan variaties in de samenstelling van papier en karton dat moet worden gesorteerd kan worden verkregen door er in te voorzien, dat ook de positie van ten minste één van de assen in de transportrichting verstelbaar is.

10 Een verder verbeterde aanpasbaarheid van de sorteer- transporteur aan variaties in de samenstelling van te sorteren papier en karton kan worden verkregen door er in te voorzien, dat ook de rotatiesnelheid van de aanzetters instelbaar is. In het bijzonder indien de combinatie van de 15 tussenruimte in transportrichting en de rotatiesnelheid van de aanzetters onafhankelijk instelbaar is in ten minste twee secties van de transporteur, kan een aanzienlijk verbeterde zuiverheid van de gesorteerde materialen worden verkregen in een ruim bereik van samenstellingen van te sorteren papier 20 en karton.

Verdere doelen, maatregelen en voordelen van de onderhavige uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving, waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt beschreven met verwijzing naar de tekeningen. 25 Bijzonder voordelige uitvoeringen van de onderhavige uitvinding worden eveneens beschreven in de volgconclusies.

In de tekening is: fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een sorteer-transporteur volgens de onderhavige uitvinding; 30 fig. 2 een zijaanzicht van een sorteertransporteur als getoond in fig. 1 in een andere instelling; fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van een sectie van de sorteertransporteur volgens fig. 1; fig. 4 een zijaanzicht in doorsnede volgens de lijn 35 IV-IV in fig. 3; fig. 5 een zijaanzicht volgens fig. 4 met aanzetters in verschillende rotatiestanden; 1006261 4 fig. 6 een aanzicht volgens fig. 1, dat het aandrijfsysteem en de afvoermiddelen van het sorteersysteem in de fign. 1-5 toont; fig. 7 een aanzicht volgens fig. 6 in een instelling 5 corresponderend met de instelling getoond in fig. 2; fig. 8 een gedetailleerd zijaanzicht van een aanzetor-gaan van het sorteertransporteur-systeem als getoond in de fign. 1-7; fig. 9 een gedetailleerd aanzicht in dwarsdoorsnede 10 volgens de lijn IX-IX in fig. 10; en fig. 10 een gedetailleerd zijaanzicht van een sectie van het sorteertransporteur-systeem getoond in de fign. 1-9.

Het transporteur-systeem voor het sorteren van oud papier dat in de tekening is getoond omvat twee sorteertrans-15 porteurs 1, 2. De stroomopwaartse transporteur 1 van de getoonde transporteurs heeft een stroomafwaarts uiteinde dat boven het stroomopwaartse uiteinde van de stroomafwaartse transporteur is gepositioneerd, zodat materiaal dat de stroomopwaartse transporteur 1 is gepasseerd op de stroomaf-20 waartse transporteur 2 wordt gestort. Het systeem omvat verder een voedingstransporteur 3 die alleen in de fign. 1, 2 en 6 is getoond en afvoertransporteurs 4, 5, 6 die alleen in fig. 6 zijn getoond.

De sorteertransporteurs 1, 2 zijn elk voorzien van een 25 rij roteerbare, aangedreven assen 7 (niet alle assen zijn aangeduid met verwijzingscijfers). De assen 7 zijn aangebracht in posities op onderlinge afstand in een transpor-trichting (pijl 8) en strekken zich elk loodrecht op de transportrichting uit. De assen 7 dragen elk een rij radiaal 30 uitstekende aanzetters 9 (niet alle aanzetorganen zijn aangeduid door verwijzingscijfers) voor het intermitterend omhoog en in de transportrichting 8 dringen van materiaal op de sorteertransporteurs 1, 2. De aanzetters 9 van elk van de assen 7 zijn in langsrichting van de respectievelijke assen 35 7 op onderlinge afstanden gelegen en rotatie- of omloopcon- touren 10 (zie fign. 4 en 5) van de aanzetters 9 die door elk van de assen 7 worden gedragen steken uit tussen rota- 10 0 6 2 6 1 5 tie- of omloopcontouren 10' van de aanzetters die door een naastgelegen exemplaar van de assen 7 worden gedragen.

De transporteurs 1, 2 zijn verder elk voorzien van een motor-transmissie-eenheid 12 (fign. 6, 7 en 9) en transmis-5 sie-systemen voor het aandrijven van de assen 7. De transmiss ie-systemen bevatten elk kettingwielen 13 (niet alle kettingwielen 13 zijn door verwijzingscijfers aangeduid) die op de assen 7 zijn gemonteerd voor het overbrengen van aandrijf krachten die door de desbetreffende motor 12 worden 10 uitgeoefend. De kettingwielen 13 worden meegenomen door een ketting 14 (weggelaten in fig. 9) die over de kettingwielen 13, over omleidingswielen 15 (niet alle omleidingswielen 15 zijn aangeduid door verwijzingscijfers) en over spanwielen 16 passeert. De spanwielen 16 zijn roteerbaar opgehangen aan 15 een spanstructuur 17 (fig. 10) die is ingericht voor het veerkrachtig uitoefenen van een spankracht in een richting aangegeven door pijlen 18 in fign. 6 en 7. Kettingspanners zijn op zich algemeen bekend en hier derhalve niet verder in detail beschreven.

20 In bedrijf wordt te sorteren materiaal langs de voe- dingstransporteur 3 toegevoerd. Vandaar wordt het materiaal op de stroomopwaartse sorteertransporteur 1 gedeponeerd. De stroomopwaartse sorteertransporteur 1 transporteert het materiaal in de transportrichting 8 door rotatie van de aan-25 zetters 7 in de transportrichting 8. Aangezien de aanzetters zijn voorzien van radiaal uitstekende delen, in deze uitvoering in de vorm van hoeken 11, wordt materiaal op de transporteur 1 simultaan, intermitterend omhoog gedrongen en daardoor geagiteerd, hetgeen de kans vergroot dat objecten 30 die voldoende klein en/of flexibel zijn om door de open ruimtes in de transporteur 1 te vallen, uiteindelijk door de transporteur 1 vallen. Materiaal dat niet door de transporteur is gevallen en het stroomafwaartse uiteinde daarvan heeft bereikt, wordt op de stroomafwaartse sorteertranspor-35 teur 2 gestort, waar dezelfde sorteerbehandeling wordt herhaald. Het storten van materiaal dat wordt gesorteerd, wanneer dit over de twee transporteurs 1, 2 passeert biedt het 1006261 € 6 voordeel dat een zeer intensieve extra agitatie en menging van het materiaal wordt verkregen, zodat eventuele papieren objecten die nog steeds boven op kartonnen objecten liggen meer kans maken een positie onder het karton te bereiken, 5 die het voor die papieren objecten mogelijk maakt door de tweede transporteur 2 te vallen.

Materiaal dat door de transporteurs 1, 2 is gevallen (hoofdzakelijk oud papier) wordt afgevoerd langs afvoer-transporteurs 4, 5. Materiaal dat ook de stroomafwaartse 10 transporteur 2 is gepasseerd zonder door te vallen, wordt op een derde afvoertransporteur 6 gestort en meegenomen naar een andere locatie. De onderlinge afstand tussen de aanzetters 9 van elke as 7 in de langsrichting van die as 7 is instelbaar. Indien bijvoorbeeld het karton in een mengsel be-15 trekkelijk weinig kleine en flexibele objecten bevat, kan een grote tussenruimte worden gekozen teneinde een maximale papieropbrengst te verkrijgen zonder overmatige opoffering wat betreft de zuiverheid van het gesorteerde oud papier.

Aan de andere kant, indien het oude papier betrekkelijk wei-20 nig grote en stugge objecten, zoals boeken of andere gebonden stapels papier bevat, kan een kleinere tussenafstand worden gekozen teneinde een maximale zuiverheid van het papier te verkrijgen, zonder overmatige opoffering van de papieropbrengst .

25 Andere factoren die een optimale instelling van de tus senruimte tussen de aanzetters bepalen zijn de verhouding tussen de vraag en de prijzen van oud papier en oud karton, en de vereisten wat betreft de maximum en minimum proportie van papier in het gesorteerde karton en, omgekeerd, wat be-30 treft de maximum en minimum proportie van karton in het gesorteerde papier.

De posities van op één na alle assen 7 van elk van de transporteurs 1, 2 zijn instelbaar ten opzichte van de andere assen 7 in de transportrichting 8.

35 Door de posities in de transportrichting van de assen 7 ten opzichte van elkaar te verstellen, kan de maat in transportrichting van de afstand tussen de respectievelijke as 7 1 0 0 6 2 6 1 7 en de volgende en/of voorafgaande as 7 eveneens worden gewijzigd. Door de maat van de tussenafstand te vergroten, kan in het algemeen materiaal met een grotere maximum maat en stugheid door de tussenruimte vallen, d.w.z. dat minder pa-5 pier de derde afvoertransporteur 6 zal bereiken en meer karton de eerste en tweede afvoertransporteurs 4 en 5 zal bereiken. Door de maat van de tussenafstand te verkleinen, zal in het algemeen materiaal met een kleinere minimum maat en stugheid verhinderd worden door de tussenruimte te vallen, 10 d.w.z. dat meer papier de derde afvoertransporteur 6 zal bereiken en dat minder karton de eerste en tweede afvoertransporteurs 4 en 5 zal bereiken.

Aldus kunnen ook de tussenruimtes in de transportrich-ting accuraat worden aangepast aan de karakteristiek van het 15 mengsel van papier en karton dat aan de sorteertransporteurs 1, 2 wordt toegevoerd. Opgemerkt wordt, dat de instelbaar-heid van de posities van de assen 7 in de transportrichting ook voordelig is indien de aanzetters in vaste posities op de assen zijn aangebracht, maar dat de combinatie met de la-20 terale instelbaarheid van de tussenruimtes tussen de aanzetters 9 bijzonder goede sorteerresultaten mogelijk maakt, waarschijnlijk omdat de afmetingen van de tussenruimtes tussen de aanzetters zowel in langsrichting als in dwarsrich-ting aanpasbaar zijn aan de verdelingen wat betreft maat en 25 flexibiliteit van papier en karton in het te sorteren materiaal.

Omdat de posities van elk van de instelbare assen 7 van elk van de transporteurs 1, 2 onafhankelijk instelbaar is in transportrichting ten opzichte van de respectievelijke an-30 dere assen 7, is het niet alleen mogelijk de afstand tussen opeenvolgende assen te verstellen, maar is het ook mogelijk de tussenafstanden in afhankelijkheid van de structuur van de te sorteren materialen te variëren als functie van de positie in transportrichting langs de transporteurs.

35 In de meeste gevallen geniet het de voorkeur, de maat van de tussenafstanden in langs- en in dwarsrichting tussen de aanzetters en de assen in de transportrichting te laten 1006261 8 toenemen. Aldus zijn de tussenafstanden die materiaal dat aan de stroomopwaartse transporteur is toegevoerd tegenkomt aanvankelijk betrekkelijk klein, zodat eerst de zeer kleine objecten worden gesorteerd terwijl het doorvallen van karton 5 tot een minimum wordt beperkt. Nadat het materiaal enige afstand langs de transportbaan heeft afgelegd, hebben de grotere en stuggere objecten in het algemeen posities ingenomen, waarin deze in hoofdzaak plat op de transportbaan liggen. In dergelijke posities kunnen de kartonnen objecten 10 langs grotere tussenruimtes passeren met weinig of geen kans daar door te vallen, zodat door vergroten van de maat van de tussenafstanden als functie van de door het passerende materiaal ter plaatse van de respectievelijke tussenafstand af-gelegde weg een vergrote papieropbrengst kan worden verkre-15 gen zonder opoffering van de mate van zuiverheid van het gesorteerde papier. Hetzelfde principe is van toepassing op de stroomafwaartse transporteur 2.

Elk van de sorteertransporteurs 1, 2 wordt gevormd door een stroomopwaarts gedeelte 29 en een stroomafwaarts ge-20 deelte 30. De onderlinge afstand tussen de assen 7 in de stroomopwaartse gedeeltes 29 en tussen de assen 7 in de stroomafwaartse gedeeltes 30 zijn onafhankelijk instelbaar. Aangezien de stroomopwaartse en stroomafwaartse gedeeltes 29, 30 van elk van de sorteertransporteurs 1, 2 worden aan-25 gedreven door afzonderlijke kettingen 14, zijn de rotatie-snelheden van de assen 7 in elk van de stroomopwaartse en stroomafwaartse gedeeltes onafhankelijk van elkaar bestuurbaar. Aldus kan de omtrekssnelheid van de aanzetters 9 in elke sectie worden bestuurd in overeenstemming met de maat 30 in de transportrichting van de tussenafstanden tussen de assen 7 en de aanzetter-platen 9. Bij voorkeur wordt een hogere omtrekssnelheid gekozen naarmate grotere tussenafstanden in de transportrichting zijn ingesteld. Toename van de omtrekssnelheid in de stroomafwaartse richting biedt verder 35 het voordeel, dat objecten op de sorteertransporteurs van elkaar af worden gedrongen, wanneer deze stroomafwaartse gedeeltes bereiken. Hierdoor wordt de kans vergroot, dat klei- 1006261 9 nere objecten door de vergrote openingen tussen de grotere objecten passeren.

De transmissie-wielen 13 zijn in een rij gepositioneerd. De omleidingswielen 15, die eveneens roteerbaar zijn, 5 zijn langs de rij transmissie-wielen 13 aangebracht in een versprongen relatie ten opzichte van de rij transmissie-wielen 13. De aandrijfketting 14 is alternerend over de transmissie-wielen 13 en de omleidingswielen 15 geweven. Deze transmissie-structuur maakt het mogelijk, de assen 7 die de 10 aanzetters 9 dragen in de transportrichting te verplaatsen over aanzienlijke afstanden, zonder dat structurele veranderingen van de transmissie-structuur of zelfs verplaatsing van de omleidingswielen 15 nodig zijn. Een bijzonder efficiënte constructie wordt verkregen, doordat de omleidings-15 wielen 15 in vaste posities aan een steunstructuur zijn bevestigd.

Opgemerkt wordt, dat de stroomopwaartse gedeeltes van de stroomopwaartse transporteur in fign. 1 en 6 vijf assen 7 hebben, terwijl de corresponderende gedeeltes in de fign. 2 20 en 7 slechts vier assen hebben. Door het verwijderen van assen 7 mogelijk te maken, kan de tussenafstand tussen opeenvolgende assen langs een gegeven baan verder worden vergroot dan mogelijk zou zijn als instellingen beperkt zouden zijn tot instellingen van een vast aantal assen langs die baan.

25 De ketting 14 in de stroomopwaartse gedeeltes van de stroomopwaartse transporteurs 1 in fign. 2 en 7 is zo gewoven, dat het meest stroomopwaartse omleidingswiel 15, dat met onderbroken lijnen is weergegeven, wordt overgeslagen. In afhankelijkheid van de gekozen instelling en de lengte van de 30 ketting 14, staan verschillende manieren om de ketting 14 over de omleidingswielen 15 en de transmissie-wielen 13 te leiden ter beschikking.

In de tekening zijn ook de stroomopwaartse gedeeltes van beide transporteurs 1, 2 getoond in een instelling, 35 waarin de ketting een omleidingswiel 15 overslaat. Het in reserve gehouden omleidingswiel 15 maakt het mogelijk een extra as te monteren. In andere instellingen kan het over- 1006261 10 slaan van een ander omleidingswiel 15 dan het meest stroomafwaartse omleidingswiel 15 voordelig zijn.

Teneinde het instellen van de posities van de assen in de transportrichting mogelijk te maken, zijn lagerorganen 19 5 van de assen 7 losneembaar gemonteerd op rails 20 die zich langs de transporteurs 1, 2 in de transportrichting 8 uitstrekken. De rails 20 zijn voorzien van een rij gaten langs de lengte van de rails 20. Door bouten door de lagerorganen 19 en door gekozen gaten te steken, kunnen de lagerorganen 10 19 en daarmee de assen 7 vast in de gewenste posities worden gemonteerd. Het zal duidelijk zijn dat vele andere constructies voor het instelbaar positioneren van de assen mogelijk zijn, zoals het klemmen van de lagerorganen tegen de rails.

Teneinde te voorkomen dat afvalmateriaal de transpor-15 teurs in zijwaartse richting verlaat, zijn de transporteurs 1, 2 voorzien van geleidingsplaten 21. Teneinde instellen van de assen 7 zonder demontage van de geleidingsplaten 21 mogelijk te maken, zijn de geleidingsplaten 21 voorzien van sleuven 22. De sleuven 22 zijn op hun beurt veerkrachtig af-20 gesloten door borstels 23 die voorkomen dat afvalmateriaal door de spleten 22 valt, maar die het instellen, verwijderen of toevoegen van enige van de assen 7 niet belemmeren.

Teneinde het aandrijven van de transporteurs vanaf de motor-transmissie eenheden 12, die in vaste posities zijn 25 gemonteerd, te vergemakkelijken is één van de assen 7 van elk van de transporteurs 1, 2 in een vaste positie gemonteerd .

Aangezien de assen 7 in vaste posities centrale assen 7 zijn, die tussen stroomopwaartse en stroomafwaartse assen 7 30 met verstelbare posities zijn gelegen, brengt een gegeven verstelling van de tussenruimtes tussen de assen 7 relatief kleine maximum verplaatsingen van de assen 7 met zich mee. Indien de vaste as bijvoorbeeld aan één uiterste uiteinde van de transporteur zou zijn gemonteerd, zou een gegeven 35 proportionele verstelling bijvoorbeeld een verplaatsing van de as aan het tegenover gelegen uiteinde van de transporteur vergen die ongeveer twee keer zo groot is als de verplaat- 1006261 * 11 sing van de assen 7 aan de uiterste uiteinden van de transporteurs 1, 2 met centraal gelegen vaste assen 7.

Een efficiënte en compacte constructie van de transporteur wordt verder bevorderd door de motor-transmissie eenhe-5 den 12 dicht bij de vaste assen 7 aan te brengen en in het bijzonder door een direkte aandrijving van de reductie-transmissie van de eenheid 12 naar de respectievelijke vaste as 7 te voorzien.

Zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 8, zijn de aan-10 zetters 9 losneembaar op de assen 7 geklemd, welke assen bij voorkeur een veelhoekige dwarsdoorsnede hebben. Dit maakt het verstellen van de laterale tussenafstand tussen opeenvolgende aanzetters 9 van een rij eenvoudig mogelijk. Aldus zijn niet alleen de tussenafstanden in transportrichting, 15 maar ook de laterale tussenafstanden tussen opeenvolgende aanzetters 9 eenvoudig aan te passen aan de eigenschappen van het te sorteren materiaal en de vereisten wat betreft de gesorteerde materialen. Het laatste voordeel kan ook worden verkregen indien de geklemde aanzetters van de bovenomschre-20 ven soort worden toegepast in een sorteertransporteur, waarvan de assen die de aanzetters dragen niet verstelbaar zijn. Verder zijn de aanzetters 9 elk voorzien van een opening 24, waardoor de as 7 die deze aanzetter draagt zich uitstrekt. Een losneembaar deel 25 is verplaatsbaar indien in losgeno-25 men toestand. Indien het losneembare deel 25 is weggenomen, is een radiale doorgang voor het doorlaten van de as 7 in en uit de opening 24 verkregen. Deze constructie van de aanzetters maakt het mogelijk, de aanzetters op de assen 7 te monteren en van de assen 7 te demonteren zonder de assen 7 zelf 30 te demonteren. Indien beschadiging van een aanzetter 9 of verstellen van de laterale afstand tussen aanzetters 9 het monteren of demonteren van aanzetters 9 vergt, kunnen de aanzetters 9 worden gemonteerd van de as 7 en worden gemonteerd op de as 7, zonder dat het nodig is de as 7 te demon-35 teren of een as te voorzien die een vrij uiteinde heeft, waarover de aanzetter kan worden gemonteerd. Rekening houdend met de vaste breedte van de sorteertransporteurs 1, 2 1006261 12 vergt laterale verstelling van de onderlinge laterale afstand tussen de aanzetters 9 van een as in het algemeen het verwijderen of toevoegen van ten minste één aanzetter-plaat-samenstel 9.

5 De aanzetters 9 van de getoonde transporteurs kunnen bijzonder efficiënt worden vervaardigd, omdat het aanzetter-lichaam is gevormd door twee onderling identieke delen 25.

De delen 25 zijn losneembaar om één van de assen 7 geklemd, welke as 7 die aanzetter 9 draagt door bouten 26 die aan-10 grijpen op plugvormige moeren 27 in de tegenover gelegen delen. Het aanzetter-lichaam kan ook met voordeel zijn gevormd door meer dan twee identieke delen die om de as zijn geklemd .

De contour van de aanzetters 9 met radiaal buitenwaarts 15 uitstekende hoeken 11 en buitenwaarts gekromde secties 28, waarbij de hoeken 11 verder buitenwaarts uitsteken dan ten minste aangrenzende gedeeltes van de gekromde secties 28 is voordelig, doordat deze enerzijds, wanneer de aanzetters worden geroteerd, een aanzienlijke intermitterende verticale 20 beweging van het materiaal dat op het door de aanzetters 9 gevormde bed ligt genereert, maar anderzijds een relatief grote minimum overlap tussen aanzetters gedragen door opeenvolgende assen 7 verschaft. Bovendien worden, wanneer de aanzetters 9 gedragen door opeenvolgende assen 7 zich bevin-25 den in oriëntaties waarin de gebogen secties 28 naar elkaar toe zijn gekeerd, zoals getoond in fig. 5, relatief steile wigvormige hellende randen van de tussenruimtes tussen opeenvolgende as-aanzetter-samenstellen verkregen, hetgeen enig materiaal dat de neiging vertoont door die tussenruimte 30 te vallen geleidelijk in een gebogen stand dringt die passeren door die tussenruimte mogelijk maakt. Teneinde te verhinderen, dat zelfs kleine, maar stugge kartonnen voorwerpen door de tussenruimtes tussen opeenvolgende rijen aanzetters 9 vallen, zijn de tussenruimtes tussen opeenvolgende assen 7 35 bij voorkeur zodanig ingesteld, dat aanzetters van naast elkaar gelegen assen 7 elkaar in elke rotatiepositie van de respectievelijke aanzetters 9 overlappen.

1006261

Claims (15)

1. Sorteertransporteur voor het sorteren van oud papier en oud karton, omvattende een rij roteerbare, aangedreven assen (7) met onderlinge tussenafstanden in een transportrichting (8) en zich elk dwars op genoemde transportrichting (8) uit-5 strekkend, waarbij genoemde assen (7) elk een rij radiaal uitstekende aanzetters (9) dragen voor het intermitterend omhoog en in de transportrichting (8) dringen van materiaal op de sorteertransporteur, en waarbij de aanzetters (9) van elk van genoemde rijen in lengterichting van de respectieve-10 lijke as (7) op afstand van elkaar zijn gelegen, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de aanzetters (9) van ten minste één van genoemde rijen in lengterichting langs de respectievelijke as (7) verstelbaar is.

2. Sorteertransporteur volgens conclusie 1, waarbij ge-15 noemde aanzetters (9) losneembaar aan de assen (7) zijn vastgeklemd.

3. Sorteertransporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste één van genoemde aanzetters (9) is voorzien van een opening (24), waardoor zich de as (7) uitstrekt welke 20 die aanzetter (9) draagt, een losmaakbaar deel (25) in los-gemaakte toestand wegneembaar is, en een radiale doorgang voor het radiaal in en uit genoemde opening (24) doorlaten van genoemde as (7) indien genoemd losmaakbare deel (25) in weggenomen toestand verkeert.

4. Sorteertransporteur volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij ten minste één van genoemde aanzetters (9) ten minste twee onderling identieke delen (25) omvat, die zijn geklemd om de ene van genoemde assen (7) die genoemde aanzetter (9) draagt.

5. Sorteertransporteur volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de positie van ten minste één van genoemde assen (7) ten opzichte van de andere assen (7) in de transportrichting (8) verstelbaar is.

6. Sorteertransporteur volgens conclusie 5, waarbij de po-35 sities van elke van ten minste twee van genoemde assen (7) 1006261 ten opzichte van de respectievelijke andere assen (7) onafhankelijk verstelbaar zijn in de transportrichting (8).

7. Sorteertransporteur volgens conclusie 5 of 6, waarbij onderlinge tussenruimtes tussen genoemde assen (7) in een 5 stroomopwaarts gedeelte (29) en een stroomafwaarts gedeelte (30) onafhankelijk verstelbaar zijn en waarbij omtrekssnel-heden van de aanzetters (9) van elk van genoemde gedeeltes (29, 30) onafhankelijk van de omtrekssnelheden van de aanzetters (9) van het andere van genoemde gedeeltes (29, 30) 10 verstelbaar zijn.

8. Sorteertransporteur volgens één der conclusies 5-7, waarbij elke van genoemde tussenafstanden tussen een naast elkaar gelegen paar van genoemde assen (7) gelijk aan of kleiner is dan elke in de transportrichting volgende van ge- 15 noemde tussenruimtes tussen een naast elkaar gelegen paar van genoemde assen (7).

9. Sorteertransporteur volgens één der conclusies 5-8, waarbij ten minste een aantal van genoemde assen (7) elk een transmissie-wiel (13) dragen, welke transmissie-wielen (13) 20 in een rij zijn gepositioneerd, waarbij een rij roteerbare omleidingswielen (15) langs genoemde rij transmissie-wielen (13) is aangebracht in een versprongen relatie met genoemde rij transmissie-wielen (13), en waarbij een aandrijfriem of -ketting (14) afwisselend over genoemde transmissie-wielen 25 (13) en genoemde omleidingswielen (15) is gewoven.

10. Sorteertransporteur volgens conclusie 9, waarbij genoemde omleidingswielen (15) roteerbaar zijn gemonteerd in vaste posities.

11. Sorteertransporteur volgens één der voorgaande conclu-30 sies, waarbij ten minste één van genoemde assen (7) roteerbaar is gemonteerd in een vaste positie.

12. Sorteertransporteur volgens conclusie 11, waarbij genoemde as (7) in een vaste positie een centrale as (7) is die is gelegen tussen stroomopwaartse en stroomafwaartse as- 35 sen (7) in verstelbare posities. 1006261

13. Sorteertransporteur volgens conclusie 11 of 12, verder omvattende een aandrijfeenheid (12) die dicht nabij genoemde vaste as (7) is gelegen.

14. Sorteertransporteur volgens één der voorgaande conclu-5 sies, waarbij genoemde aanzetters (9) elk een contour hebben die ten minste één radiaal buitenwaarts uitstekende hoek (11) en ten minste één buitenwaarts gekromd gedeelte (28) heeft, waarbij genoemde hoek (11) verder buitenwaarts uitsteekt dan ten minste aangrenzende gedeeltes van genoemd ge-10 kromd gedeelte (28).

15. Sorteertransporteur volgens conclusie 14, waarbij aanzetters (9) van naast elkaar gelegen assen (7) elkaar in elke rotatiepositie van de respectievelijke assen (9) overlappen. 10 0 6 2 6 1