NL1006119C2 - Ladder-railsamenstel. - Google Patents
Ladder-railsamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006119C2 NL1006119C2 NL1006119A NL1006119A NL1006119C2 NL 1006119 C2 NL1006119 C2 NL 1006119C2 NL 1006119 A NL1006119 A NL 1006119A NL 1006119 A NL1006119 A NL 1006119A NL 1006119 C2 NL1006119 C2 NL 1006119C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ladder
- rail
- facade
- main rail
- support
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G3/00—Scaffolds essentially supported by building constructions, e.g. adjustable in height
- E04G3/28—Mobile scaffolds; Scaffolds with mobile platforms
- E04G3/34—Mobile scaffolds; Scaffolds with mobile platforms characterised by supporting structures provided on the roofs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G3/00—Scaffolds essentially supported by building constructions, e.g. adjustable in height
- E04G3/28—Mobile scaffolds; Scaffolds with mobile platforms
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06C—LADDERS
- E06C9/00—Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes
- E06C9/06—Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted
- E06C9/08—Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted with rigid longitudinal members
- E06C9/12—Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted with rigid longitudinal members laterally displaceable
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G3/00—Scaffolds essentially supported by building constructions, e.g. adjustable in height
- E04G3/28—Mobile scaffolds; Scaffolds with mobile platforms
- E04G2003/283—Mobile scaffolds; Scaffolds with mobile platforms mobile horizontally
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Ladders (AREA)
Description
Ladder-railsamenstel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ladder-railsamenstel omvattende een langs een gevel of dergelijke aan te brengen 5 ladder, omvattende een van sporten voorzien ladderlichaam, nabij het benedeneinde voorzien van afsteunmiddelen die tegen de gevel aangebracht kunnen worden en aan de bovenzijde via een verbinding daarop aangebrachte verplaatsingsmiddelen, welke verplaatsingsmiddelen op horizontale afstand van het ladderlichaam zijn aangebracht en inge-10 richt om aan te grijpen op een hoofdrail, welke hoofdrail zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend op een naar binnen springend deel van de gevel, dak of dergelijke is aangebracht, waarbij de verbinding zodanig is uitgevoerd, dat de afstand tussen de verplaatsingsmiddelen en het ladderlichaam varieerbaar is, waarbij die verbinding een vast 15 met het ladderlichaam verbonden zich daarvan uitstrekkende drager omvat, welke beweegbaar ten opzichte van die verplaatsingsmiddelen is aangebracht.
Een dergelijk samenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor het reinigen van gevels van hogere gebouwen worden ladders 20 gebruikt die bevestigd zijn aan wagens welke lopen in een langs de omtrek van het dak van het betreffende gebouw aangebrachte rail. Daarbij zijn dergelijke ladders anderzijds aan het benedeneinde door middel van wielen ondersteund op de gevel. Bij het "nemen" van een bocht bestaat het probleem dat niet langer aan de onderzijde ondersteuning 25 van de ladder door middel van wielen of dergelijke plaats kan vinden. Bovendien zal de kromming van de rail niet overeenkomen met de vorm van de hoekpunt in het gebouw. Meer in het bijzonder geldt dit indien de verbinding van de ladder met de rail twee op afstand liggende punten omvat. Immers de door de ladder beschreven baan komt overeen met 30 het midden tussen die punten, welk midden de bocht in de rail "afsnijdt" .
Om dit probleem te vermijden is voorgesteld door middel van een schaarconstructie in een verbinding tussen ladder en verplaatsingsmiddelen aangebracht op de rail te voorzien. Normaliter bevinden deze 35 schaarmiddelen zich in ingeklapte vergrendelde toestand en kan optimaal langs de gevel bij het daartegen afsteunen bewogen worden. Bij het naderen van een hoekpunt wordt de vergrendeling ongedaan gemaakt waardoor de schaar naar buiten kan bewegen en de afstand van de ladder 10 0 61 19 2 tot de verplaatsingsmiddelen vergroot kan worden. Daarbij bewegen de aan de hoofdrail bevestigde glijders zich verder uit elkaar of meer naar elkaar toe, hetgeen een gecompliceerde beweging veroorzaakt.
Omdat echter nog steeds geen ondersteuning van de ladder bij het 5 benedeneinde daarvan nabij het hoekpunt van de gevel plaatsvindt, is het noodzakelijk druk aan te brengen op de verplaatsingsmiddelen om de ladder enigszins weg van de gevel te drukken. Dit is zwaar werk en gebleken is dat bij onzorgvuldig uitvoeren van deze activiteit beschadigingen aan de gevel kunnen ontstaan. Bovendien zijn daarvoor ten 10 minste twee personen noodzakelijk.
De hierboven beschreven constructie bestaande uit verbinding, verplaatsingsmiddelen en rail, is in de stand der techniek eveneens bekend onder de naam gootkop.
Het is een eerste doel van de onderhavige uitvinding de gecompli-15 ceerde weinig stabiele schaarconstructie te vervangen door een meer eenvoudige en beter beheersbare constructie.
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven ladder-railsamenstel verwezenlijkt doordat de drager of de steun van ten minste een lineair geleidingsprofiel voorzien is, waarin/waarop aan de steun of drager 20 aangebrachte geleidingsmiddelen aangrijpen, waarbij het lineaire ge-leidingsmiddel zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het ladder-lichaam uitstrekt. Door de aanwezigheid van het geleidingsprofiel vindt thans op stabiele wijze een beweging plaats die loodrecht ten opzichte van de gevel is. Door het aanbrengen van twee op afstand van 25 elkaar liggende geleidingsprofielen met bijbehorende delen kan een sledeconstructie verkregen worden tussen drager en steun. Een dergelijke sledeconstructie is stabiel na ontgrendelen en het nemen van verdere veiligheidsmaatregelen, en maakt het op bijzonder eenvoudige wijze mogelijk bij het bereiken van hoekpunten de ladder naar buiten 30 te bewegen.
Daarbij blijft echter nog steeds het probleem bestaan dat de ladder bij gebrek van ondersteuning door de gevel de neiging heeft naar beneden te kantelen waardoor op het uiteinde van de steun respectievelijk drager druk uitgeoefend moet worden. Om dit probleem te vermijden 35 wordt voorgesteld tenminste nabij een hoekpunt van de bouwkundige constructie een hulprail aan te brengen waarop verdere verplaatsingsmiddelen aangrijpen. Deze verdere verplaatsingsmiddelen kunnen verbonden zijn met hetzij de steun hetzij de drager. Doordat deze hulprail 1006119 3 op afstand ligt van de hoofdrail kan het hierboven genoemde kantelmoment opgenomen worden en kan de ladder vrijdragend opgehangen worden. Vanzelfsprekend is het slechts noodzakelijk nabij het hoekpunt van de betreffende gevel een dergelijke hulprail aan te brengen. Afhankelijk 5 van de constructie zal een dergelijke hulprail meer binnenwaarts ten opzichte van het gebouw liggen dan de hoofdrail.
indien op de hoofdrail twee glijders of dergelijke aangebracht zijn met daartussen een hulpframe voor het daaraan bevestigen van de steun zal bij het nemen van een bocht het hart van een dergelijke 10 steun naar binnen bewegen. Om dit te compenseren is het noodzakelijk in het geval de verdere verplaatsingsmiddelen met de steun verbonden zijn de hulprail dienovereenkomstig uit te voeren. Dat wil zeggen, in een eerste deel strekt de hulprail zich evenwijdig met de hoofdrail uit en in de richting naar het hoekpunt verwijdert deze zich vervol-15 gens van de hoofdrail in een tweede deel. In het daarop aansluitende derde deel gaat de hulprail weer terug naar de hoofdrail om in het vierde deel weer evenwijdig daaraan te zijn.
Het is echter ook mogelijk dat de verdere verplaatsingsmiddelen verbonden zijn met de drager en op deze wijze de beweging van de lad-20 der ten opzichte van de gevel op gestuurde wijze uitvoeren.
In alle gevallen is het noodzakelijk dat in een vergrendeling voorzien is tussen de drager en de steun op zodanige wijze dat bij het betreden van de ladder altijd de vergrendelde positie gewaarborgd is.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de teke-25 ning afgeheeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. 1 in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede het ladder-railsamenstel aangebracht op een bouwkundige constructie; en Fig. 2 in bovenaanzicht de constructie volgens fig. 1.
30 In de figuren is met 1 een ladder aangegeven. Deze dient voor het reinigen van de gevel 3 van een gebouw 2. De ladder is aan de onderzijde met behulp van een of meer rollen 4 op de gevel 2 af gesteund. Aan de bovenzijde is de ladder voorzien van een verbinding bestaande uit een drager 5 welke via een grendel 11 vast verbonden is met een 35 steun 6. Steun 6 is voorzien van twee geleiders 18 omvattende wielen 19 die af steunen op een hoofdrail 8. De geleiders 18 zijn aangebracht op een traverse 20 (fig. 2) die verbonden is met beide steunen 6. Bij deze constructie wordt in de gebruikstoestand, d.w.z. daar waar de 1006119 4 ladder parallel aan de gevel beweegt, een evenwicht bereikt dat overeenkomt met hetgeen in de stand der techniek bekend is, dat wil zeggen de ladder steunt via de rollen 4 op de gevel af.
Steun 6 is voorzien van een geleidingsprofiel 7. Daarop grijpen 5 rollen 12 aan. Deze rollen 12 zijn bevestigd aan dragers 5. Bij het losnemen van vergrendeling 11 is het dientengevolge mogelijk dat de dragers 5 met ladder 1 in fig. 1 ten opzichte van geleidingsprof iel 7 respectievelijk steun 6 bewegen. Daarmee kan de in fig. 1 gestippelde toestand bereikt worden. Geleidingsprofiel 6 is anderzijds voorzien 10 van een bevestiging 21 voorzien van een rol 13 die van onderen aangrijpt op een hulprail 19. Daardoor wordt voorkomen dat bij het naar links schuiven in fig. 1 van ladder 1 het benedeneinde daarvan in dezelfde, d.w.z. tegen de gevel afsteunende, positie blijft. Immers door de afstand tussen hoofdrail 8 en hulprail 9 kan het daardoor 15 opgewekte kantelende moment opgenomen worden.
In fig. 2 is getoond dat hulprail 9 zich slechts over een beperkt deel van de lengte van de bouwkundige constructie uitstrekt. Hulprail 9 is eveneens op het dak aangebracht en bestaat in de hier getoonde uitvoering uit ten minste vier delen. Het eerste deel 14 is in hoofd-20 zaak evenwijdig met hoofdrail 8. Het daarop aansluitende tweede deel 15 heeft in toenemende mate een grotere afstand tot hoofdrail 8. Deel 16 (het derde deel) heeft in dezelfde richting voortgaande een in toenemende mate kleinere afstand tot hoofdrail 8 terwijl het vierde deel 17 weer evenwijdig is. Deze vorm is noodzakelijk om te bewerk- 25 stelligen dat indien rol 13 via stang 21 en traverse 20 verbonden is met steun 6 bij het nemen van bochten in compensatie voorzien wordt voor het verplaatsen van het midden van traverse 20 ten opzichte van hoofdrail 8. Immers de afstand van het middel van traverse 20 aangegeven met 22 tot het hart van rol 13 is bij een dergelijke uitvoering 30 constant. Door de uitvoering van de op afstand liggende geleidingen 18 zal punt 22 niet de hoofdrail 8 vormen bij het nemen van een bocht. Met de hierboven beschreven constructie worden de reactiekrachten opgevangen door de hulprail. Bij het bewegen door een bocht vindt geen wringing plaats en kunnen eenvoudige railconstructies toegepast worden 35 die gebruiksvriendelijk en ergonomisch meer verantwoord zijn. Bovendien kan de constructie lichter uitgevoerd worden en wordt de veiligheid aanzienlijk vergroot.
In de hier getoonde constructie is de hulprail meer naar binnen 1006119 5 ten opzichte van het gebouw aangebracht. Dit is de meest praktische uitvoering, maar begrepen moet worden dat niet uitgesloten is dat de hulprail zich aan de andere zijde van de hoofdrail bevindt. In dat geval dient eveneens de afstand van rol 13 aangepast te worden.
5 Het is ook mogelijk rol 13 te verbinden met drager 5 in plaats van met steun 6. In dat geval kan de uitgaande beweging van de ladder gestuurd worden.
Deze en verdere varianten liggen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding zoals waarvoor in het bijgaande rechten gevraagd wor-10 den.
1 00 61 1 9
Claims (6)
1. Ladder-railsamenstel omvattende een langs een gevel (3) of dergelijke aan te brengen ladder (1), omvattende een van sporten voorzien ladderlichaam, nabij het benedeneinde voorzien van afsteunmidde- 5 len (4) die tegen de gevel aangebracht kunnen worden en aan de bovenzijde via een verbinding daarop aangebrachte verplaatsingsmiddelen, welke verplaatsingsmiddelen op horizontale afstand van het ladderlichaam zijn aangebracht en ingericht om aan te grijpen op een hoofdrail (8), welke hoofdrail zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend op een 10 naar binnen springend deel van de gevel, dak (10) of dergelijke is aangebracht, waarbij de verbinding zodanig is uitgevoerd, dat de afstand tussen de verplaatsingsmiddelen en het ladderlichaam varieerbaar is, waarbij die verbinding een vast met het ladderlichaam verbonden zich daarvan uitstrekkende drager (5) omvat, welke beweegbaar ten 15 opzichte van die verplaatsingsmiddelen is aangebracht, met het kenmerk. dat de drager of de steun van ten minste een lineair geleidings-profiel voorzien is, waarin/waarop aan de steun of drager aangebrachte geleidingsmiddelen (12) aangrijpen, waarbij het lineaire geleidings-middel zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het ladderlichaam 20 uitstrekt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die steun of drager voorzien is van verdere verplaatsingsmiddelen (13).
3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattende een hulprail (9) waarop die verdere verplaatsingsmiddelen aangrijpen.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de (verdere) verplaatsingsmiddelen wielen omvatten.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de drager en steun samenwerkende sledemiddelen omvatten.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies in combina-30 tie met conclusie 3, waarbij de hulprail zich in de nabijheid van een hoekpunt van de gevel over een eerste weg van het hoekpunt liggend deel (14) in hoofdzaak evenwijdig met de hoofdrail is, over een tweede deel (15) dat op het eerste deel aansluit en zich tot het hoekpunt uitstrekt zich steeds verder van de hoofdrail uitstrekt, zich in een 35 derde deel (16) dat zich vanaf het hoekpunt uitstrekt en op het tweede deel aansluit steeds meer naar de hoofdrail toe uitstrekt en op het derde deel aansluitend een vierde deel (17) dat nabij het hoekpunt is aangebracht en zich in hoofdzaak evenwijdig met de hoofdrail (8) uit- 1006119 strekt. ******** 1006119
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006119A NL1006119C2 (nl) | 1997-05-23 | 1997-05-23 | Ladder-railsamenstel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006119 | 1997-05-23 | ||
NL1006119A NL1006119C2 (nl) | 1997-05-23 | 1997-05-23 | Ladder-railsamenstel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006119C2 true NL1006119C2 (nl) | 1998-11-25 |
Family
ID=19765017
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006119A NL1006119C2 (nl) | 1997-05-23 | 1997-05-23 | Ladder-railsamenstel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1006119C2 (nl) |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB750361A (en) * | 1952-11-21 | 1956-06-13 | Damag Zug G M B H | Travelling working platforms or cradles movable in the horizontal and vertical directions on the outer surfaces of the walls of buildings |
US3059721A (en) * | 1960-01-05 | 1962-10-23 | Frank J Straw | Suspension device |
NL6511544A (nl) * | 1964-09-04 | 1966-03-07 | ||
DE2707614A1 (de) * | 1977-02-22 | 1978-08-24 | Ragt Ag Daellikon | Fahrbare anlage zur ausfuehrung von arbeiten an hohen bauwerken wie fassaden |
US4234055A (en) * | 1978-09-25 | 1980-11-18 | Beeche Gregory L | Mobile suspension scaffold system |
GB2165209A (en) * | 1984-10-03 | 1986-04-09 | Buma Engineering Co Ltd | Mobile rig for providing access to the exterior of upright structures |
-
1997
- 1997-05-23 NL NL1006119A patent/NL1006119C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB750361A (en) * | 1952-11-21 | 1956-06-13 | Damag Zug G M B H | Travelling working platforms or cradles movable in the horizontal and vertical directions on the outer surfaces of the walls of buildings |
US3059721A (en) * | 1960-01-05 | 1962-10-23 | Frank J Straw | Suspension device |
NL6511544A (nl) * | 1964-09-04 | 1966-03-07 | ||
DE2707614A1 (de) * | 1977-02-22 | 1978-08-24 | Ragt Ag Daellikon | Fahrbare anlage zur ausfuehrung von arbeiten an hohen bauwerken wie fassaden |
US4234055A (en) * | 1978-09-25 | 1980-11-18 | Beeche Gregory L | Mobile suspension scaffold system |
GB2165209A (en) * | 1984-10-03 | 1986-04-09 | Buma Engineering Co Ltd | Mobile rig for providing access to the exterior of upright structures |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0776808B1 (en) | Door and ramp evacuation unit for passenger transport vehicles | |
US5148889A (en) | High level package retrieval system | |
FI3872020T3 (fi) | Hissikori | |
JPH04231580A (ja) | 建物開口の縁と建物開口に近づく車両の後部との間の隙間の変形可能なシール装置 | |
JP5176233B2 (ja) | 折戸の倒れ防止機構 | |
NL1006119C2 (nl) | Ladder-railsamenstel. | |
FI72703C (fi) | Dubbelpanelad gliddoerr, saerskilt foer hissar. | |
CA2569329A1 (en) | Combination loft ladder and lift | |
BE1019948A3 (nl) | Ladderconstructie. | |
FI95615B (fi) | Ikkuna, johon kuuluu kaltevalle katolle asennettava karmi ja kaksi avattavaa ikkunan puitetta | |
NL1014953C2 (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. | |
JP4115616B2 (ja) | 伸縮梯子 | |
NL1014332C2 (nl) | Hijswerktuig. | |
NL8200064A (nl) | Hefinrichting voor gebruik bij schepen. | |
JP5713173B2 (ja) | 物品搬送設備 | |
RU2005104166A (ru) | Поворотно-выдвижная лестница грузового вагона | |
JPH0711231Y2 (ja) | 折りたたみ式階段 | |
RU183862U1 (ru) | Поворотно-выдвижная лестница грузового изотермического вагона | |
KR101934196B1 (ko) | 피난계단 겸용 객실선반 | |
KR200200148Y1 (ko) | 고층건물용 대차 유도레일의 각도조절장치 | |
NL193102C (nl) | Spoorwagon met zijdeuren. | |
US259622A (en) | Alfeed williams | |
NL1019069C2 (nl) | Ladder. | |
FI91184C (fi) | Liukuikkunarakenne | |
JPS63218407A (ja) | クレ−ンの昇降キヤレツジ案内装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20021201 |