NL193102C - Spoorwagon met zijdeuren. - Google Patents

Description

1 193102

Spoorwagon met zijdeuren

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spoorwagon met een wagonbovenbouw, welke wagon is voorzien van ten minste twee wielstellen, waarboven en waartussen de wagenbovenbouw een laadvloer 5 heeft geschikt voor het opnemen van goederen, welke ten minste in de wagonbovenbouw worden geladen door middel van zijbelading via daartoe geschikte en telescopisch ten opzichte van elkaar beweegbare deuren, die op geleidingen kunnen worden bewogen met behulp van hierop verschuifbare elementen, die daartoe over de zich in langsrichting van de wagonbovenbouw uitstrekkende geleidingen kunnen lopen, waarbij zich in langsrichting uitstrekkende geleidingen zich in ten minste twee evenwichtige hoogtevlakken 10 kunnen bevinden en ten minste gedeeltelijk in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verschoven.

Een dergelijke spoorwagon is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6.610.380. Bij deze bekende wagon zijn meerdere telescopisch verschuifbare kappen voorzien, die de ruimte voor het opnemen van goederen afdekken. Hiertoe zijn de kappen elk voorzien van verschuifbare rolelementen, die over bijbehorende langsgeleidingen kunnen lopen. Om de kappen telescopisch over elkaar te kunnen schuiven, is er in 15 voorzien enkele van de langsgeleidingen in hoogte beweegbaar uit te voeren.

Een dergelijke geleidingsconstructie voor de kappen met de omhoog en omlaag beweegbare langsgeleidingen is ongewenst kostbaar.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een spoorwagon, waarbij de deuren op eenvoudige en goedkope wijze in de geopende en de gesloten stand kunnen worden gebracht.

20 De onderhavige uitvinding verschaft een spoorwagon volgens de aanhet, die is gekenmerkt, doordat de wielstellen zijn opgenomen in draaistellen, waartussen zich een ten opzichte van de wielstellen verlaagde laadvloer uitstrekt en dat ten minste één van de deuren van twee groepen op verschillende hoogten hieraan bevestigde dragende verschuifbare elementen is voorzien, waarvan de ene groep met geleidingen op een vaste eerste hoogte samenwerkt en de tweede groep met geleidingen op een vaste tweede hoogte 25 samenwerkt.

Opgemerkt wordt dat een spoorwagon met een verlaagde laadvloer tussen de draaistellen en laadvloer-delen boven deze draaistellen op zich bekend is, bijvoorbeeld uit het Canadese octrooischrift 2.017.859.

Tevens wordt opgemerkt dat het Amerikaanse octrooischrift 1.440.107 een spoorwagon toont met twee boven elkaar gelegen zijdeuren. Deze zijdeuren steunen eik aan hun onderzijde op een dragende langs-30 geleiding en zijn aan hun bovenzijde opgenomen in een sleuf van een geleiderail.

Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de bij wijze van voorbeeld en zonder beperking gegeven toelichting en de tekening. Daarbij toont: figuur 1 een gedeeltelijk zijaanzicht van ee wagon volgens het onderhavige voorstel, waarbij vanwege de 35 duidelijkheid enige delen doorzichtig zijn getoond; figuur 2 een doorsnede over de lijn 2-2 in figuur 1; en figuur 3 een doorsnede over de lijn 3-3 in figuur 1.

In de figuren is een spoorwagon met 1 aangeduid. De spoorwagon 1 bestaat uit een wagonbovenbouw 2, 40 die van op zich bekende draaistellen 3 (in de tekening is er slechts één zichtbaar) met op rails 5 lopende gebruikelijke wielen 4 is voorzien. De wagonbovenbouw 2 heeft een inwendige (7) holle opbouw 6 voor het opnemen van goederen 8, die op gebruikelijke draagvlakken of pallets 10 zijn geplaatst. De pallets of draagvlakken worden door draagorganen of balken 12 en 13 ondersteund, die op ten minste twee verschillende hoogten in de ruimte 7 van de opbouw 6 zijn aangebracht. Een paar van deze draagorganen 45 of balken, het paar 13, is het gebruikelijke paar onderste balken van de wagonbovenbouw 2 {in figuur 3 is er slechts één zichtbaar).

Het laden van de goederen 8 en van de betreffende draagvlakken 10 op de opbouw 6 vindt zijdelings ten opzichte van de wagon 1 plaats door een opening 15, waarin beweegbare deuren 16,18 zijn aangebracht. Deze deuren 16, 18 zijn in het bijzonder zijdelen 16,18 van de wagonbovenbouw, die (ten minste 50 paarsgewijs) telescoopachtig in elkaar langs de wagonbovenbouw 2 van de wagon verschuifbaar zijn.

De wagonbovenbouw 2 heeft bovendien een centraal deel 25, waarvan de onderste vlakke bodem 26 verlaagd is en dichter bij de rails 5 ligt dan de onderste vlakke bodem 27 van de einddelen 28 van deze wagonbovenbouw, in het gebied waarvan en waaronder de draaistellen 3 zijn aangebracht. De draaistellen 3 kunnen op op zich bekende wijze om een centrale as of as 30 draaien.

55 Elke deur 16, 18 heeft aan één van zijn einden een in doorsnede in hoofdzaak U-vormig uitgevoerde geleiding 34, die geschikt is met een einde van een console 38 samen te werken, die vanaf een in het gebied van het plafond 41 van de opbouw 6 aangebrachte balk uitsteekt. Deze balk is aan zijn einden aan

Claims (4)

193102 2 vast aangebrachte verticale wanden 43 bevestigd, die bij het onderste paar balken 13 behoren. Een ander paart tussenbalken 47 is langs de wanden van de opbouw 6 aanwezig en strekt zich ten minste over een deel van de lengte daarvan uit. Elke deur 16, 18 draagt elementen 49, b.v. rollen, die lopen langs geleidingen 50, die aan elke balk 47, 5 14 (de laatstgenoemden zijn, afhankelijk van het feit of zij in het gebied van het deel 25 of van het deel 28 van de wagon 1 zijn aangebracht, op twee hoogten aangebracht) en de bevestiging 12 of aan de draagbalk voor een oplegvlak 10 zijn aangebracht. In het bijzonder is een aantal elementen 49 aangebracht op een binnenwand 52 van de deur 16,18. Elk element 49, dat bij een eerste lijn of vlak behoort komt overeen met een element 49 behorende bij het 10 tweede vlak. Zij zijn voorzien van vasthoudorganen 53, die star met de binnenwanden 52 van de deuren 16, 18 zijn verbonden. In elk vasthoudorgaan 53 is telkens in een inwendige uitsparing 56 een element of rol 49 aanwezig. Het element of de rol 49 heeft een centrale ringvormige verdieping 58, waarmee elke rol 49 op de geleidingen ligt en daarop loopt. In figuur 3 is getoond dat de balk 13 ook de geleiding 50 voor de elementen 49 draagt, die bij de in het 15 gebied van de andere, in figuur 1 niet getoonde eindzone aangebrachte deur 16 behoren. Uit figuur 3 blijkt verder dat de geleidingen 50, die eveneens paarsgewijs in twee evenwijdige en boven elkaar liggende vlakken zijn aangebracht, onderling verschoven zijn (telkens paargewijs), zodat een geleiding van de openingsbeweging van de betreffende deuren bij elke verschoven stand daarvan naar de geopende stand (of de gesloten stand) mogelijk wordt.

20 Bij wijze van toelichting wordt nu een toestand aangenomen zoals in de figuren is getoond, d.w.z. met gesloten deuren. Verder wordt aangenomen dat draagvlakken 10 in de laadruimte 7 van de opbouw 6 van de wagonbovenbouw 2 van de spoorwagon naar binnen moeten worden geschoven. Om dit te bewerkstelligen worden (bijvoorbeeld) allereerst de zich in het in de figuren weergegeven einddeel 28 bevindende deuren 16 geopend. Voor dit doel worden op zich bekende wijze de bij de deur 16 25 behorende elementen 49 langs de geleidingen 50 (in figuur 1 de onderste elementen in part 28) verschoven. Tijdens deze beweging, die naar het deel 25 van de wagonbovenbouw 2 toe plaatsvindt, ontkoppelen op een bepaalde plaats de elementen 49 van de betreffende geleiding, waarbij daarentegen andere elementen 49 (die boven de hiervoor genoemde liggen) gaan samenwerken met de geleiding 50, die boven in het gebied van het deel 25 van de wagonbovenbouw 2 van de wagon 1 is aangebracht. Bij het verder 30 openen komen alle elementen 49, die zich boven aan de binnenwand 52 van de betreffende deuren 16 bevinden, op de geleiding 50 van het deel 25, zodat, zoals in figuur 2 met streeplijnen is weergegeven, een volledige opening van de deur 16 plaatsvindt. Een analoge beweging volgt de deur, die gewoonlijk in het gebied van het andere einddeel 28 van de wagonbovenbouw 2 van de wagon 1 (niet weergegeven) aanwezig is.

35 Elke deur 18 die gewoonlijk in het gebied van het deel 25 van de wagon 1 is aangebracht, beweegt zich daarentegen bij voorkeur naar het naast gelegen deel 28. In dit geval gaan de elementen 49, die eerst met de onderste geleiding 50 van het deel 25 van de wagon 1 hebben samengewerkt, samenwerken met de overeenkomstige geleiding 50 van het deel 28 van de wagon, waardoor een volledige opening van de deuren, zoals dit met streeplijnen in figuur 2 is getoond, mogelijk wordt.

40 Opgemerkt wordt dat elke deur 18, die in het gebied van het deel 25 van de wagon 1 ligt, zich aan de buitenzijde beweegt van de deuren 16 die zich in de eindzone 28 van de wagon bevinden. Hierboven werd een voorkeursuitvoeringsvorm beschreven. Er zijn echter andere uitvoeringsvormen (zoals b.v. die waarbij elk element 49 op verschillende plaatsen, op een bepaalde en traploze wijze, aan de binnenwand van elke deur kan worden aangebracht) mogelijk. 45 Spoorwagon met een wagonbovenbouw, welke wagon is voorzien van ten minste twee wielstellen, 50 waarboven en waartussen de wagonbovenbouw een laadvloer heeft geschikt voor het opnemen van goederen, welke ten minste in de wagonbovenbouw worden geladen door middel van zijbelading via daartoe geschikte en telescopisch ten opzichte van elkaar beweegbare deuren, die op geleidingen kunnen worden bewogen met behulp van hierop verschuifbare elementen, die daartoe over de zich in langsrichting van de wagonbovenbouw uitstrekkende geleidingen zich in ten minste twee evenwijdige hoogtevlakken 55 kunnen bevinden en ten minste gedeeltelijk in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verschoven, met het kenmerk, dat de wielstellen (4) zijn opgenomen in draaistellen (3), waartussen zich een ten opzichte van de wielstellen verlaagde laadvloer (26) uitstrekt en dat ten minste één van de deuren (16) van twee groepen 3 lMJIUii op verschillende hoogten hieraan bevestigde dragende verschuifbare elementen (49) is voorzien, waarvan de ene groep met geleidingen (50) op een vaste eerste hoogte samenwerkt en de tweede groep met geleidingen (50) op een vaste tweede hoogte samenwerkt. Hierbij 3 bladen tekening