NL1006031C2 - Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze. - Google Patents

Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1006031C2
NL1006031C2 NL1006031A NL1006031A NL1006031C2 NL 1006031 C2 NL1006031 C2 NL 1006031C2 NL 1006031 A NL1006031 A NL 1006031A NL 1006031 A NL1006031 A NL 1006031A NL 1006031 C2 NL1006031 C2 NL 1006031C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
intermodulation
output
phase
level
Prior art date
Application number
NL1006031A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1006031A1 (nl
Inventor
Young Kim
Jong-Tae Park
Hong-Kee Kim
Young-Kon Lee
Seung-Won Chung
Seong-Hoon Lee
Soon-Chul Jeong
Chul-Dong Kim
Ik-Soo Chang
Original Assignee
Samsung Electronics Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Samsung Electronics Co Ltd filed Critical Samsung Electronics Co Ltd
Publication of NL1006031A1 publication Critical patent/NL1006031A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1006031C2 publication Critical patent/NL1006031C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F3/00Amplifiers with only discharge tubes or only semiconductor devices as amplifying elements
    • H03F3/20Power amplifiers, e.g. Class B amplifiers, Class C amplifiers
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/32Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F1/3241Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using predistortion circuits
    • H03F1/3276Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using predistortion circuits using the nonlinearity inherent to components, e.g. a diode
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/32Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F1/3223Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using feed-forward
    • H03F1/3229Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using feed-forward using a loop for error extraction and another loop for error subtraction
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/32Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F1/3241Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using predistortion circuits
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/32Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F1/3241Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using predistortion circuits
    • H03F1/3252Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion using predistortion circuits using multiple parallel paths between input and output
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F2201/00Indexing scheme relating to details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements covered by H03F1/00
    • H03F2201/32Indexing scheme relating to modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F2201/3212Using a control circuit to adjust amplitude and phase of a signal in a signal path

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Nonlinear Science (AREA)
  • Amplifiers (AREA)
  • Transmitters (AREA)

Description

Korte aanduiding: Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een lineaire vermogensversterker omvattende een hoofdversterker voor het elimineren van intermodulatiesignalen.
In het algemeen werken groot-vermogen versterkers 5 nabij het verzadigingsgebied met niet-lineaire werkka-rakteristiek om een maximum uitgangsvermogen te verkrijgen. In het geval echter waarin meerdere dragers aan de vermogensversterker worden toegevoerd treedt intermodu-latievervorming op die de prestaties van de versterker 10 aanzienlijk verslechteren. Dit leidt tot het probleem dat het niveau van het ingangssignaal een aantal dB moet worden verlaagd of dat een vermogenstransistor met een grotere capaciteit dan algemeen gebruikelijk moet worden toegepast om de verslechtering der prestaties te voorko-15 men.
Wanneer men geen vermogenstransistor gebruikt doch een normale transistor kan in een lineaire vermogensversterker door gebruik te maken van de lineaire eigenschappen daarvan intermodulatievervorming worden voorko-20 men. Wanneer men de kwaliteit van het RF signaal overgedragen met communicatietoestellen wil verbeteren is het noodzakelijk gebruik te maken van een lineaire vermogensversterker .
Een blokschema van een op zich bekende lineaire 25 vermogensversterker zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 5 130 663 is in fig. 1 gegeven. Bij deze lineaire vermogensversterker wordt een stuursignaal opgewekt, het opgewekte signaal wordt gecombineerd met een ingangssignaal, aan de uitgangsaansluiting wordt het 30 stuursignaal gedetecteerd en hiermee wordt fase en versterking van een foutversterker geregeld waarmee de intermodulatievervorming dienovereenkomstig kan worden onderdrukt. De lineaire vermogensversterker gebruikt het stuursignaal voor het continu regelen van de verster- 1006031 2 kingsfactor van de foutversterker onafhankelijk van variabele factoren of omstandigheden.
Daardoor echter is het moeilijk de juiste voorwaarden voor het automatisch bijregelen van de lineaire 5 versterker als boven omschreven in te stellen. Omdat de lineaire vermogensversterker als extra de stuurgenerator en de stuursignaaldetectieketen omvat worden opbouw en werking van een dergelijke lineaire versterker ingewikkelder.
10 De uitvinding verschaft aldus een lineaire vermo gensversterker , gekenmerkt door: een voorvervormingsketen voor het onderdrukken van een bij de versterking van het RF signaal in de hoofdversterker opgewekte intermodulatiesignalen door het 15 opwekken van met het ingevoerde RF signaal corresponderende harmonischen en een voorvervormingssignaal door het combineren van het RF signaal met deze harmonischen; en een vooruitkoppelketen voor het verder onderdrukken 20 van het intermodulatiesignaal door het neutraliseren van het ingevoerde RF signaal met het uitgangssignaal van de hoofdversterker, het uitnemen van een intermodulatiever-vormingssignaal, het versterken van het uitgenomen in-termodulatiefoutsignaal en het toevoeren van het ver-25 sterkte intermodulatiefoutsignaal aan de uitgang van de hoofdversterker.
Voorkeursuitvoeringsvormen daarvan zijn beschreven in de conclusies 2 en 3.
Voorts verschaft de uitvinding een dergelijke li-30 neaire vermogensversterker, gekenmerkt door: een eerste variabele verzwakker en faseverschuiver in de hoofdsignaalweg voor het bijregelen van niveau en fase van het ingevoerde RF signaal; een voorvervormingsketen voor het opwekken van 35 harmonischen corresponderend met het RF signaal geleverd door de eerste variabele verzwakker en faseverschuiver 1006031 3 en het aldus opwekken van het voorvervormd RF signaal te combineren met het RF signaal; een hoofdversterker voor het versterken en uitvoeren van het voorvervormde RF signaal; 5 een vertragingsketen in de onder-weg voor het ver tragen van het gedeelde RF signaal aangepast aan de vertraging in de hoofdweg; een signaalopheffer in de onder-weg voor het neutraliseren van de gedeelde uitgangsspanning op de hoofd-10 weg en de uitgangsspanning van de eerste vertragingsketen, daarmee een in het versterkte RF signaal aanwezig i ntermodulati es ignaa1 verkrijgend; een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver voor het bijregelen van niveau en fase van dit intermo-15 dulatiesignaal; een foutversterker voor het versterken van het intermodulatiesignaal geleverd door de tweede variabele verzwakker en faseverschuiver; een tweede vertragingsketen voor het vertragen van 20 het uitgangssignaal van de hoofdversterker; en een signaalkoppelaar voor het koppelen van het intermodulatiesignaal geleverd in de foutversterker met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee het intermodulatiesignaal van het uiteindelijk 25 RF signaal onderdrukkend.
Een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan is beschreven in conclusie 5.
Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is gekenmerkt door: 30 een voorvervormingsketen in een hoofdweg voor het opwekken van met een ingevoerd RF signaal corresponderende harmonischen, het combineren van deze harmonischen met het RF signaal en het opwekken van een voorvervormd RF signaal; 35 een hoofdvermogensversterker voor het versterken en uitvoeren van het voorvervormde RF signaal; 1006031 4 een eerste verzwakker en faseverschuiver in een onder signaal weg voor het regelen van niveau en fase van het uit de hoofdweg uitgenomen, gedeelde, RF signaal; een eerste vertragingsketen voor het vertragen van 5 het RF signaal daaraan toegevoerd vanuit de eerste variabele verzwakker en faseverschuiver; een in de onderweg opgenomen signaalopheffer voor het opheffen van het gedeelte van het uit de hoofdweg van de hoofdversterker uitgenomen uitgangssignaal met 10 het uitgangssignaal der vertragingsketen, daarmee een intermodulatiesignaal verkri jgend; een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver voor het regelen van niveau en fase van dit intermodulatiesignaal ; 15 een foutversterker voor het versterken van het door de tweede variabele verzwakker en faseverschuiver geleverd intermodulatiesignaal; een tweede vertragingsketen voor het vertragen van het uitgangssignaal van de hoofdversterker en een sig- 20 naalkoppelaar voor het combineren van het intermodulatiesignaal aan de uitgang van de foutver sterker met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee intermodulatiesignalen in het uiteindelijk uitgevoerde RF signaal onderdrukkend.
25 Een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan is beschreven in conclusie 7.
Verder verschaft de uitvinding een vermogensver-sterker met de kenmerken beschreven in de respectievelijke conclusies 8, 9 en 10.
30 De voorvervormingsketen omvat bij voorkeur: een deler voor het verkrijgen van een gedeelte van het ingevoerde RF signaal; een automatische niveaubesturing voor het regelen en uitvoeren van het gedeelde RF signaal op een bepaald 35 niveau; 1006031 5 een harmonischengenerator voor het genereren van harmonischen corresponderend met het in niveau geregeld RF signaal; een derde variabele verzwakker en faseverschuiver 5 voor het bijregelen van niveau en fase van de in deze harmonischengenerator gegenereerde harmonischen; een vertragingsketen voor het vertragen van het ingevoerde RF signaal; en een signaalkoppelaar voor het koppelen van een 10 harmonischensignaal uitgevoerd in de derde variabele verzwakker en faseverschuiver met het uitgangssignaal van de vertragingsketen en het aldus opwekken van een voorvervormd RF signaal.
De signaaldetector omvat bij voorkeur: 15 een fasevergrendellus waaraan wordt ingevoerd de regeldata voor het genereren van een met de ingevoerde regeldata corresponderende lokale frequentie; een menger voor het mengen van een door de signaaldetector geleverd signaal met het uitgangssignaal van de 20 fasevergrendelde lus; een filter voor het in frequentie omlaag omzetten tot een door de menger geleverde frequentie; en een logaritmische versterker voor het omzetten van het uitgangssignaal van de filter in een gelijkspanning 25 en het leveren van de omgezette spanning als de RSSI waarde.
De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het elimineren van een intermodulatiesignaal in een lineaire vermogensversterkerinrichting welke een hoofd-30 vermogensversterker omvat, gekenmerkt door de stappen van: (a) allereerst onderdrukken van het intermodulatiesignaal gegenereerd bij versterking van een RF signaal in de hoofdversterker door het genereren van met het 35 ingevoerde RF signaal corresponderende harmonischen en een voorvervormingssignaal door koppeling van het RF signaal met deze harmonischen; en 1006031 6 (b) daarna onderdrukken van het intermodulatiesig-naal door het opheffen van het ingevoerde RF signaal met het uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker, het uitnemen van een intermodulatievervormingssignaal, het 5 versterken van het uitgenomen intermodulatievervorraings-signaal en het combineren van het versterkte intermodu-latiesignaal met het uitgangssignaal van de hoofdversterker.
Daarbij bestaat de stap (a) uit het: 10 delen van het ingevoerde RF signaal en het constant houden van het niveau van het gedeelde RF signaal; genereren van een harmonischensignaal corresponderend met het RF signaal; combineren van het harmonischensignaal met het RF 15 signaal en het opwekken van een voorvervormd RF signaal; en onderdrukken van een intermodulatiesignaal opgewekt bij het versterken van het voorvervormd signaal.
De stap (b) bestaat daarbij uit het 20 neutraliseren van het onderdrukt vermogen-versterkt signaal en het ingevoerde RF signaal en het uitnemen van het intermodulatiesignaal; versterken van het uitgenomen intermodulatiesignaal ; en 25 onderdrukken van het intermodulatiesignaal in het RF signaal door het koppelen van het versterkte intermodulatiesignaal met het onderdrukte vermogen-versterkt signaal.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de 30 tekening.
Fig. 1 is een blokschema van de op zich bekende lineaire vermogensversterker; fig. 2 is een blokschema van een eerste uitvoeringsvorm der uitvinding; 35 fig. 3 toont de voorvervormingsketen aangegeven in fig. 2; i 1006031 7 fig. 4 toont de automatische niveaubesturing volgens fig. 3; fig. 5 toont de opbouw van de signaaldetector in fig. 4; 5 fig. 6A tot en met 6G tonen de karakteristieken van het signaalspectrum verkregen met de versterker volgens de uitvinding? fig. 7 toont de opbouw van de signaaldetector voorkomend in fig. 2; 10 fig. 8 toont de opbouw van de besturing voorkomend in fig. 2; fig. 9 is een stroomkaart ter toelichting van de werking der besturing; fig. 10 is een stroomkaart ter toelichting van de 15 werking van de variabele verzwakker en faseverschuiver voorkomend in fig. 2; fig. 11A tot en met 11C tonen de frequentiespectra gebruikt voor het besturen van verzwakking en fase; fig. 12 is een blokschema van een tweede uitvoe-20 ringsvorm van de versterker volgens de uitvinding; fig. 13 is een blokschema van een derde uitvoeringsvorm van de versterker volgens de uitvinding.
Het blokschema van de lineaire vermogensversterker volgens een eerste uitvoeringsvorm der uitvinding is 25 gegeven in fig. 2. Deze figuur toont de eerste variabele verzwakker 211 die de verzwakking regelt van het ingevoerde RF signaal via een verzwakkingsregelsignaal ATTl. Een eerste variabele faseverschuiver 212 ontvangt de uitvoer van de eerste variabele verzwakker 211 en regelt 30 de fase van het ingevoerde RF signaal door middel van een faseregelsignaal PCI1 (PICl; vert.).
Een voorvervormingsketen 213 ontvangt het RF signaal waarvan mag worden verwacht dat het, als gevolg van de intermodulatievervorming, in de hoofdvermogensver-35 sterker 214 harmonischen vormt, en genereert het ver-vormingssignaal. De hoofdvermogensversterker 214 versterkt het door de voorvervormingsketen 213 uitgevoerde 1 0 0 6 0 3 1 8 RF signaal en levert het in vermogen versterkte signaal. Een tweede vertragingseenheid 215 krijgt het RF signaal van de hoofdvermogensversterker 214 toegevoerd, vertraagt dit en voert het ingevoerde RF signaal uit wan-5 neer het intermodulatiesignaal wordt toegevoerd.
De bovenstaande ketens vormen de hoofdsignaalweg van de lineaire vermogensversterker in deze eerste uitvoeringsvorm.
Een vermogensdeler 216 neemt een deel van het in de 10 hoofdweg ingevoerde RF signaal uit en levert als uitvoer dit RF deelsignaal. Het is ook mogelijk in plaats van de vermogensdeler 216 een richtingskoppelaar toe te passen. Een eerste vertragingsketen 217 compenseert de vertra-gingstijd van het RF signaal tijdens het doorlopen van 15 de voorvervormings- en versterkerketen in de hoofdweg. Aan de uitgangsaansluiting van de hoofdvermogensverster-ker 214 bevindt zich een vermogensdeler 218 die een deel uitneemt van het uit te voeren uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker 214. Ook hier kan als vermo-20 gensdeler 218 een richtingskoppelaar worden gebruikt. Een signaalopheffer 219 krijgt toegevoerd het RF signaal na het doorlopen van de eerste vertragingsketen 217 en het in de vermogensversterker 214 versterkte RF signaal. De signaalopheffer 219 neutraliseert het RF signaal 25 uitgevoerd via de eerste vertragingsketen 217 met het uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker 214, daarmee het intermodulatiesignaal detecterend. In deze uitvoeringsvorm is de signaalopheffer 219 uitgevoerd als aftrekketen.
30 Een tweede variabele verzwakker 220 ontvangt het intermodulatiesignaal van de signaalopheffer 219 en de versterking van het ingevoerde intermodulatiesignaal wordt geregeld door een verzwakkingsregelsignaal ATT 2 dat wordt uitgevoerd vanuit een besturing 237. Een twee-35 de variabele faseverschuiver 221 krijgt als ingangssignaal het door de tweede variabele verzwakker 220 uitgevoerde intermodulatiesignaal en regelt de fase van het 1006031 9 ingevoerde intermodulatiesignaal via een faseregelsig-naal PIC2 dat wordt geleverd door de besturing 237. Een foutversterker 222 versterkt het door de tweede variabele faseverschuiver 221 uitgevoerde intermodulatiesignaal 5 en voert dit toe aan een signaalkoppelaar 223 die het koppelt met het uitgangssignaal van de foutversterker 222 naar de uitgangsaansluiting van de tweede vertra-gingsketen 215. Als signaalkoppelaar 223 kan een rich-tingskoppelaar worden gebruikt.
10 Het bovenstaande vormt een onder-signaalweg voor het onderdrukken van het intermodulatiesignaal in de hoofdsignaalweg in deze voorkeursuitvoeringsvorm.
Een signaalvermogensdeler 231 neemt een deel uit van het ingevoerde RF signaal aan de ingangsaansluiting 15 en levert een eerste signaal SF1. Een deler 232 werkt samen met de uitgangsaansluiting van de hoofdvermogens-versterker 214, neemt een deel uit van het versterkte RF signaal en levert een tweede signaal SF2. Een deler 233 aan de uitgang van de signaalopheffer 219 levert een 20 deel van het intermodulatiesignaal van waaruit het RF signaal is verwijderd en levert een derde signaal SF3. Een deler 234 aan de uitgangsaansluiting tenslotte neemt een deel uit van het uiteindelijk uitgevoerde RF signaal en levert een vierde signaal SF4. De delers 231 tot en 25 met 234 kunnen worden vervangen door een richtingskoppe-laar. Een signaalkiezer 235 krijgt als ingang de hierbo-vengenoemde signalen SF1 tot en met SF4 uitgevoerd in de delers 231 tot en met 234 en levert selectief het uitgangssignaal SF dat wordt bestuurd door de schakelbestu-30 ringsdata SWC uitgevoerd door de besturing 237.
Een signaaldetector 236 levert een signaal indicatief voor de ontvangen signaalsterkte (aan te duiden als RSSI) van het signaal SF uitgevoerd door de signaalkiezer 235 als gelijkstroomsignaal dat wordt toegevoerd aan 35 de besturing 237 die een schakelbesturingssignaal SWC levert voor het kiezen van het signaal SF van de signaalkiezer 235 en daarmee de besturingsdata PCD voor het 1006031 10 bepalen van de frequentie ter detectie van de RSSI uitgaande van het in de signaaldetector 236 gekozen signaal SF.
Bovendien analyseert de besturing 237 het RSSI 5 signaal uitgevoerd door de signaaldetector 236 en genereert de verzwakkingsregelsignalen ATT1 tot en met ATT3 en de faseregelsignalen PIC1 tot en met PIC3; deze signalen besturen de variabele verzwakker en de variabele faseverschuiver voor het in overeenstemming met het 10 analyseresultaat van de besturing 237 regelen van de variabele verzwakker en variabele faseverschuiver. Bovendien bestuurt, in het geval waarin het signaal uitgevoerd in de deler 231 wordt gekozen, de besturing 237 de signaaldetector 236, detecteert de RSSI waarde van het 15 ingevoerde RF signaal en beoordeelt de RSSI waarden zodat de frequentiecomponent van het ingevoerde RF signaal wordt herkend. In het geval waarin de uitvoer van de hoofdvermogensversterker 214 toegevoerd aan de deler 232 wordt gekozen bestuurt de besturing 237 de signaal-20 detector 236, detecteert de RSSI waarden van het harmo-nischensignaal van het versterkte RF signaal en beoordeelt de RSSI waarden, daarmee een verzwakkingsregelsig-naal ATT3 en een faseregelsignaal PIC3 opwekkend, voor het bijstellen van verzwakking en fase van het door de 25 voorvervormingsketen 213 geleverde intermodulatiesig-naal. Wanneer het uitgangssignaal van de signaalopheffer 219 wordt gekozen bestuurt de besturing 237 de signaaldetector 236, detecteert de RSSI waarden van het RF signaal aanwezig in het geneutraliseerde intermodulatie-30 signaal en beoordeelt de grootte van de RSSI waarden, daarmee het verzwakkingsregelsignaal ATT1 en het faseregelsignaal PICl opwekkend, bestemd voor het regelen van respectievelijk verzwakking en fase van het RF signaal ingevoerd aan de ingangsaansluiting van de lineaire 35 vermogensversterker. Wanneer het uitgevoerde versterkte signaal is gekozen bestuurt de besturing 237 de signaaldetector 236, detecteert de RSSI waarden van de intermo- 1006031 11 dulatiesignalen aanwezig in het uitgevoerde eindsignaal en beoordeelt de grootten van de RSSI waarden, daarmee het verzwakkingsregelsignaal ATT2 en het faseregelsig-naal PIC2 opwekkend, bestemd voor het regelen van res-5 pectievelijk verzwakking en fase van het intermodulatie-signaal uitgevoerd in de signaalopheffer 219.
In de voorkeursuitvoeringsvorm als hierboven beschreven elimineert de lineaire vermogensversterker het intermodulatiesignaal dat kan optreden tijdens het ver-10 sterken door het gebruik van het voorvervormingsstelsel en de vooruitkoppeling. In de bovenomschreven uitvoeringsvorm vervult de voorvervormer 213 in de eerste plaats de functie van het verwijderen van het intermodulatiesignaal uitgevoerd naar de hoofdvermogensversterker 15 214. Om deze functie te vervullen verwacht de voorver- sterker 213 de harmonischen die kunnen worden opgewekt bij de versterking in de hoofdvermogensversterker 214, en regelt dan de fase ervan zodanig bij dat zij een fase hebben tegengesteld aan die van de in de hoofdvermogens-20 versterker 214 op te wekken harmonischen op het moment waarop zij de vermogenstransistor van de hoofdversterker 214 bereiken.
Bij het gebruik van het voorvervormingsstelsel is het onmogelijk om het intermodulatiesignaal opgewekt in 25 de lineaire vermogensversterker geheel te elimineren. Bijgevolg onderdrukt de lineaire vermogensversterker volgens de beschreven uitvoeringsvorm allereerst het intermodulatiesignaal in de voorvervormer 213 en onderdrukt tenslotte het intermodulatiesignaal met behulp van 30 het vooruitkoppelstelsel. De lineaire vermogensversterker gebruikt in het vooruitkoppelstelsel elimineert zuivere RF signaalvervorming aan de uitgang van de hoofdvermogensversterker, neemt het intermodulatiesignaal uit en voert het uitgenomen intermodulatiesignaal 35 toe aan de signaalkoppelaar 223, daarmee de intermodula-tievervorming opheffend. Door gebruikmaking van het vooruitkoppelstelsel kan het intermodulatievervormings- 1006031 12 signaal aanwezig in het signaal zoals uiteindelijk versterkt door de lineaire vermogensversterker worden onderdrukt zodat een zuiver versterkt RF signaal kan worden uitgevoerd.
5 In de bovenomschreven uitvoeringsvorm wordt het intermodulatiesignaal dat wordt opgewekt bij versterking in de hoofdvermogensversterker 214 allereerst door het voorvervormingsstelsel onderdrukt en wordt daarna het intermodulatiesignaal dat nog overblijft aan de uitgang 10 van de hoog-vermogen versterker 214 door het vooruitkop-pelstelsel onderdrukt. Ter vereenvoudiging van de toelichting zal eerst het onderdrukken van het intermodulatiesignaal in het voorvervormingsstelsel worden beschreven en daarna de onderdrukking van de intermodulatiever-15 vorming door het vooruitkoppelstelsel.
Fig. 6A tot en met 6G tonen signaalspectra ter toelichting van de werking van de lineaire vermogensversterker volgens de uitvinding waarbij wordt uitgegaan van het optreden van twee frequenties. Fig. 6A toont het 20 ingevoerde RF signaal, fig. 6B de harmonischen van het RF signaal gegenereerd in de harmonischengenerator 314, fig. 6C het signaal dat de harmonischen kan beïnvloeden via de variabele verzwakker 315 in de voorvervormingske-ten 213 met de instelbare fase en als tegenfase toe te 25 voeren in de hoog-vermogen versterker 214 via de variabele faseverschuiver 316; fig. 6D toont het versterkte RF signaal met het intermodulatiesignaal verkregen door het versterken van het voorvervormingssignaal toegevoerd in de hoofdversterker 214 en met de vorm volgens fig. 30 6C. Fig. 6E toont het intermodulatiesignaal verkregen door het neutraliseren van de signaal vervorming in het versterkte RF signaal in de signaalopheffer 219 volgens fig. 6A; fig. 6F toont het signaal dat het intermodulatiesignaal volgens fig. 6E bijregelt en de tegenfase 35 bijstelt in de uitvoer van de hoofdversterker 215 zoals in fig. 6D getoond, en fig. 6G tenslotte toont het uiteindelijke uitgangssignaal met onderdrukking van het i 1006031 13 intermodulatiesignaal door het koppelen van het uitgenomen intermodulatiesignaal met het versterkte RF signaal, een en ander in tegenfase.
Fig. 3 toont de opbouw van de voorvervormingsketen 5 213 volgens fig. 2. De deler 312 neemt een deel uit van het RF signaal aan de ingangsaansluiting en levert het Rf (RF; vert.) deelsignaal. Een automatische niveaube-sturing (hierna aangeduid als ALC) houdt het niveau constant van het ingevoerde RF signaal teneinde, onaf-10 hankelijk van variaties van het niveau van het ingevoerde RF signaal, constant harmonischen te genereren. De harmonischengenerator 314 krijgt het RF signaal met in de automatische niveaubesturing 313 bijgeregeld niveau toegevoerd en genereert derde, vijfde, zevende en hogere 15 harmonischen van het RF signaal. Een variabele verzwakking 315 krijgt het harmonischensignaal toegevoerd dat wordt geleverd door de harmonischengenerator 314 en regelt de versterking van de harmonischenvervorming door het verzwakkingsregelsignaal ATT3 dat wordt uitgevoerd 20 vanuit de besturing 237. De variabele faseverschuiver 316 krijgt toegevoerd het harmonischensignaal uitgevoerd door de harmonischenvervormingsketen onder besturing van het faseregelsignaal PIC3 geleverd door de besturing 237. Een tweede vertragingsketen 311 vertraagt het RF 25 signaal ingevoerd via de hoofdweg gedurende de tijdsperiode waarin de voorvervorming optreedt. Een signaalkop-pelaar 317 bevindt zich tussen de uitgangsaansluiting van de tweede vertrager 311 en de ingangsaansluiting van de hoofdvermogensversterker 214, daarmee het voorvervor-30 mingssignaal aan het vertraagde RF signaal toevoegend.
De harmonischengenerator 314, aangegeven in fig. 3, is opgebouwd met een signaalkoppelaar en een Schottky-diode. Het RF signaal wordt toegevoerd aan de Schottky-diode, de Schottky-diode genereert de hogere harmoni-35 schen afhankelijk van het niveau van het ingevoerde RF signaal. Bijgevolg met het RF signaal toegevoerd aan de Schottky-diode worden ingesteld op een niveau dat het 1006031 14 meest gewenst is voor het onderdrukken van het intermo-dulatiesignaal dat optreedt in het uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker 214. Hiertoe is de automatische niveaubesturing 313 aangebracht voor de aansluiting 5 van de harmonischengenerator 314 zodat het RF signaal altijd met een bepaald niveau kan worden toegevoerd.
De automatische niveaubesturing 313 bestuurt en levert het RF signaal met een bepaald niveau, onafhankelijk van variaties van het niveau van het aan de lineai-10 re versterker toegevoerde RF signaal. Fig. 4 toont de opbouw van de automatische niveauregeling 313 in fig. 3; een variabele verzwakker 412 is opgenomen tussen de deler 312 en de harmonischengenerator 314. De deler 414 is aangebracht aan de ingangsaansluiting van de harmoni-15 schengenerator 314 en levert een gedeelte van het RF signaal met bijgeregeld niveau dat wordt toegevoerd aan de harmonischengenerator 314. De detector 315 zet het RF signaal om in een gelijkspanning en voert het omgezette signaal toe aan de niveaubesturing 416. De niveaubestu-20 ring 416 regelt de variabele verzwakker 412 in overeenstemming met de gelijkspanning geleverd door de detector 415 zodat het RF signaal met altijd het juiste niveau wordt toegevoerd aan de harmonischengenerator 314.
De detector 415 (fig. 4) moet de meervoudige drager 25 detecteren. De detector 415 moet het RF signaal toegevoerd krijgen en dit omzetten in een gelijkspanning. Fig. 5 toont de opbouw van de detector 415 volgens fig. 4; een RF transformator 451 krijgt het RF signaal toegevoerd en wekt twee signalen op met een onderling fase-30 verschil van 180°; deze twee signalen, geleverd door de RF transformator 451 worden via de lijnen 452 en 453 toegevoerd aan de Schottky-dioden 454 en 455, omgezet in een gelijkspanningsniveau terwijl het resulterend signaal wordt gefilterd door de condensator 456 en de weer-35 stand 457 en als gefilterd uitgangssignaal wordt uitgevoerd.
i 1006031 15
Voor wat betreft de werking van de keten volgens fig. 3 en 4: de RF transformator 451 wekt signalen op met een faseverschil van 180° en de detector 415 wekt twee signalen op door het scheiden van het ingevoerde RF 5 signaal over een halve golf. De Schottky-dioden 454 en 455 zetten de twee, via de transmissielijnen 452 en 453 toegevoerde signalen om in een gelijkspanningsniveau. Aldus wordt het gemiddeld vermogen van de meervoudige drager foutloos waargenomen zodat het niveau van het aan 10 de harmonischengenerator 314 toegevoerde RF signaal exact in een gelijk spanning kan worden omgezet.
De niveaubesturing 416 genereert het besturingssig-naal afhankelijk van de gelijkspanning van het RF signaal uitgevoerd door de detector 415 en levert het opge-15 wekte stuursignaal aan de variabele verzwakker 412. De niveaubesturing 314 kan zijn uitgevoerd met een operationele versterker. Het regelsignaal uitgevoerd in de niveaubesturing 416 wordt opgewekt opdat de verzwak-kingsregeling sterker wordt naarmate de spanning toe-20 neemt, dit in overeenstemming met de gelijkspanning van het gedetecteerde RF signaal waardoor de verzwakking minder wordt wanneer deze spanning afneemt. Aldus verzwakt de variabele verzwakker 412 het RF signaal tot een bepaald niveau onafhankelijk van het niveau van het 25 ingevoerde RF signaal en voert die verzwakte signaal toe aan de harmonischengenerator 314.
Wanneer de variatie van het niveau van de toegevoerde RF signalen 10 dB is moet het werkgebied van de automatische niveaubesturing 313 zodanig zijn dat het 30 niveau tot boven ten minste 10 dB wordt geregeld. Het uitgangsniveau van het RF signaal van de automatische niveaubesturing 313 moet worden ingesteld voor het optimaal onderdrukken van het intermodulatiesignaal dat de harmonischengenerator 314 opwekt in de hoofdvermogens-35 versterker 214 als het voorvervormd signaal. Daar de harmonischengenerator 314 die het uitgangssignaal van de automatische niveaubesturing toegevoerd krijgt het RF
1006031 16 signaal op een vastgelegd niveau ontvangt kunnen stabiel harmonischen worden opgewekt. Voorzover de harmonischen uitgevoerd door de harmonischengenerator 314 worden ingevoerd aan de hoofdversterker 214 gekoppeld met het 5 RF signaal kan de hoofdversterker 214 bij het versterken van het RF signaal voorkomen dat er harmonischen optreden.
Bij het invoeren van de harmonischen aan de hoofdversterker 214 zoals hierboven beschreven moeten grootte 10 en faseligging van de harmonischen tijdens de versterking opgewekt kunnen worden ingesteld. De variabele verzwakker 315 en de variabele faseverschuiver 316 (fig.
3) regelen de harmonischen naar wens bij.
De besturing 237 stuurt de signaalkiezer 235 en 15 kiest de uitvoer van de hoofdversterker 214 toe te voeren aan de deler 232, en de signaaldetector 236 detecteert de RSSI van het intermodulatiesignaal in de uitvoer van de hoofdversterker 214 - zie fig. 6D. Na het vergelijken en analyseren van de RSSI waarde van het 20 intermodulatiesignaal uitgevoerd in de signaaldetector 236 met de RSSI waarde van de vorige toestand worden het verzwakkingsregelsignaal ATT3 en het faseregelsignaal PIC3 opgewekt zodat het onderdrukken van het intermodulatiesignaal door de hoofdversterker 214 goed verloopt.
25 Daarna stelt de variabele verzwakker 315 de ampli tude bij van het voorvervormd signaal opgewekt in de harmonischengenerator 315 door het verzwakkingsregelsignaal ATT3, en stelt de variabele faseverschuiver 316 de fase zodanig bij dat het voorvervormd signaal in tegen-30 fase aan de hoofdversterker 214 kan worden toegevoerd. Op deze wijze bijgesteld wordt het harmonischensignaal volgens fig. 6D opgewekt in de generator 314 met juiste amplitude en fase en de signaalkoppelaar 317 brengt het intermodulatiesignaal op de ingangsaansluiting van de 35 hoofdversterker 214. Dan zal, zoals in fig. 3 getoond, de tweede vertrager 311 voor het vertragen van het ingevoerde RF signaal het RF signaal vertragen tot het voor- 1006031 17 vervormd signaal wordt gekoppeld met de ingangsaanslui-ting van de hoofdversterker 214. Het heeft de voorkeur de positie waar het intermodulatiesignaal gekoppeld met het RF signaal zoals getoond in fig. 6 met tegenfase te 5 kiezen aan de ingangsaansluiting van de verraogenstran-sistor in de hoofdversterker 214.
De voorvervormer 213 geeft, zoals gezegd, een "voorspelling" betreffende het intermodulatiesignaal dat zal worden opgewekt in de hoofdvermogensversterker 214 10 voor het opwekken van het voorvervormd signaal en regelt fase en verzwakking van de harmonischen om te voorkomen dat een maximaal intermodulatiesignaal wordt opgewekt, en voert het verzwakt en in fase bestuurd signaal toe aan de hoofdversterker 214. De voorvervormer 213 elimi-15 neert in hoofdzaak de derde harmonischen die roet het hoogste niveau worden opgewekt tussen de harmonischen die in de hoofdversterker 214 zouden kunnen worden gevormd. Het elimineren van het intermodulatiesignaal in het voorvervormingsstelsel kan de belasting door inter-20 modulatie van het signaal aanzienlijk elimineren door het toepassen van het vooruitkoppelstelsel. Voorzover het instellen van het vooruitkoppelstelsel nauwkeurig geschiedt geeft het voorvervormingsstelsel een verbetering van een aantal dB.
25 Na het onderdrukken van het intermodulatiesignaal dat wordt vervormd in de hoofdvermogensversterker 214 door het voorvervormingsstelsel als hierboven beschreven wordt het intermodulatiesignaal dat niet kan worden onderdrukt in tweede aanleg door het vooruitkoppelstel-30 sel onderdrukt. In het vooruitkoppelstelsel kunnen de stappen voor het reduceren van het intermodulatiesignaal van de hoofdvermogensversterker 214 in twee stappen worden onderverdeeld. Een is het uitnemen van de zuivere intermodulatiesignaalvervorming door het neutraliseren 35 van het ingevoerde RF signaal en de uitvoer van de hoofdversterker 214. De andere is het neutraliseren van het intermodulatiesignaalvervorming in de uitvoer van de 1 0 0 <5 0 3 1 18 hoofdversterker 214 na correctie van amplitude en fase van het uitgenomen intermodulatiesignaal voor het reduceren van het intermodulatiesignaal in het uitgangssignaal dat uiteindelijk de perfecte vorm krijgt.
5 Eerst zal een toelichting worden gegeven van de eerste stap van het vooruitkoppelstelsel. De signaalde-ler 216 in de onder-weg deelt het RF signaal toegevoerd als volgens fig. 6A in de onder-weg, en de eerste ver-tragingseenheid 217 vertraagt het in de deler 216 ge-10 deelde RF signaal gedurende de tijd nodig voor de voor-vervorming en RF versterking, waarna het vertraagde signaal wordt toegevoerd aan de signaalopheffer 219. Aldus wordt de RF signaalvervorming volgens fig. 6A uitgevoerd uit de eerste vertraging 217 geneutraliseerd 15 met de RF signaalvervorming van het versterkte signaal volgens fig. 6D, dat wordt gedeeld in de deler 218 voor het uitnemen en uitvoeren van het zuivere intermodula-tie-vervormd signaal.
De signaalopheffer 219 als de kern van het vooruit-20 koppelstelsel is bestemd voor het uitsluitend detecteren van het intermodulatiesignaal in de hoofdvermogensver-sterker 214. De signaalopheffer 219 kan als aftrekketen of als sommeerder zijn opgebouwd. Wanneer de keten is opgebouwd als aftrekketen moeten twee RF signalen worden 25 ingevoerd met dezelfde fase. Wanneer de keten 219 is opgebouwd als sommeerder moeten de twee RF signalen in tegenfase worden ingevoerd. In de voorkeursuitvoeringsvorm is de signaalopheffer 219 niet uitgevoerd als aftrekketen doch als sommeerder. In dat geval heeft de 30 aftrekketen een signaalkoppelaar, wordt een signaal van de twee RF signalen toegevoerd aan de signaalkoppelaar met dezelfde fase als het andere signaal, en wordt het andere signaal in fase omgekeerd waarbij dit omgekeerde signaal aan de signaalkoppelaar wordt toegevoerd. Wan-35 neer het RF signaal volgens fig. 6A en het RF signaal volgens fig. 6D worden toegevoerd aan de signaalopheffer 219 die is uitgevoerd als aftrekketen, zullen de twee i 1006031 19 vervormde RF signalen een gelijke fase hebben zodat het RF signaal wordt geneutraliseerd en uitsluitend het intermodulatievervormingssignaal wordt geleverd.
Hier moeten de niveaus en fasen van de twee aan de 5 signaalopheffer 219 toegevoerde RF signalen exact aan elkaar gelijk zijn. Hiertoe moet het versterkte RF signaal uitgevoerd in de hoofdversterker 214 van de hoofd-signaalweg en het RF signaal ingevoerd via de onder-weg dezelfde groepsvertraging en vertragingskarakteristieken 10 hebben waarbij bij voorkeur fasevervorming van het RF signaal moet worden voorkomen.
Zoals beschreven wordt, wanneer niveau en fase van het RF signaal geleverd in de eerste vertraging 217 en de uitvoer van de hoofdversterker 214 niet exact op 15 elkaar zijn afgestemd, het RF signaal niet nauwkeurig in de signaalopheffer 219 verwijderd. Om dit te voorkomen stelt de eerste variabele verzwakker 211 in fig. 2 het niveau bij van het RF signaal ingevoerd door het ver-zwakkingsregelsignaal ATT1 uitgevoerd in de besturing 20 237 en stelt de tweede variabele faseverschuiver 212 de fase bij van het RF signaal ingevoerd door het fasere-gelsignaal PIC1 uitgevoerd door de besturing 237. De eerste variabele verzwakker 211 respectievelijk de tweede variabele faseverschuiver 212 stellen de fase en het 25 niveau bij van het RF signaal in de onder-weg op die van het RF signaal van de hoofdweg. De signaalopheffer 219 neutraliseert dan onderling deze twee RF signalen die met gelijk niveau en fase worden toegevoerd.
voor het besturen van fase en niveau van twee RF 30 signalen levert de besturing 237 een schakelbesturings-signaal SWC ter keuze van een derde signaal SF3 voor de signaalkiezer 235 en voert de besturingsdata PCD uit voor de detectie van de RSSI van de RF signaalvervorming van het derde signaal SF3 in de signaaldetector 236. 35 Bijgevolg kiest de signaalkiezer 235 selectief het derde signaal SF3 als de uitvoer van de signaalopheffer 219, waarbij de uitvoer van de signaalkiezer 219 wordt ge- 1006031 20 deeld in de deler 233, en genereert de signaalkiezer 236 de RSSI, die de RF signaal vervorming van het derde signaal SF3 omzet in een gelijkspanning. De besturing 237 genereert het verzwakkingsregelsignaal ATT1 en het fase-5 regelsignaal PIC1 voor de verzwakking van de RF signaal-vervorming in de signaalopheffer 219.
De eerste variabele verzwakker 211 verzwakt het ingevoerde RF signaal door het bepalen van de verzwak-kingsfactor via het verzwakkingsregelsignaal ATT1, en de 10 eerste variabele faseverschuiver 212 regelt de fase van het ingevoerde RF signaal via het faseregelsignaal PIC1. Daar het verzwakkingsregelsignaal ATT1 en het fasregel-signaal PIC1 worden opgewekt na vergelijking en analyse van de RSSI van het RF signaal uit te voeren naar de 15 signaalophef fer 219 en de voorgaande RSSI bestuurt de eerste variabele verzwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 212 twee RF signalen volgens fig. 6D en 6A zodanig dat deze RF signalen uiteindelijk gelijke fase en niveau hebben.
20 De reden voor het opheffen van het RF signaal in de signaalophef fer 219 is dat dit geen invloed mag hebben op de foutversterker 222 die daarop is aangesloten zodat, wanneer het RF signaal geheel is onderdrukt, uitsluitend de intermodulatiesignaalvervorming overblijft. 25 Wanneer het RF signaal niet effectief wordt geëlimineerd zal, wanneer een RF signaal met een betrekkelijk hoog niveau wordt toegevoerd aan de foutversterker 222 deze kunnen worden beschadigd.
De tweede stap van het vooruitkoppelstelsel is als 30 volgt: het intermodulatiesignaal uitgevoerd door de signaalopheffer 219 krijgt fase en niveau bijgeregeld in de tweede variabele verzwakker 220 respectievelijk de tweede variabele faseverschuiver 221 en de intermodula-tievervorming die nog aanwezig is in het uitgangssignaal 35 van de hoofdversterker wordt verwijderd door het aldus bijgestelde signaal in de hoofdsignaalweg te brengen. Het intermodulatiesignaal ingevoerd via de signaalkoppe- 1006031 21 laar 223 moet met het versterkte en uitgevoerde signaal in tegenfase zijn.
De besturing 237 genereert het schakelbesturings-signaal SWC voor het kiezen van het vierde signaal SF4 5 als het uiteindelijk uitgevoerde signaal dat wordt gedeeld in de deler 234 en dat resulteert in de bestu-ringsdata PCD voor de detectie van de RSSI van de harmo-nischen van het intermodulatiesignaal van het vierde signaal SF4. De signaalkiezer 235 voert selectief het 10 vierde signaal SF4 uit via de deler 234 onder invloed van het schakelbesturingssignaal SWC, de signaaldetector 236 en gaat naar de besturing 237 voor het detecteren van de RSSI der harmonischen van het vierde signaal SF4 door de besturingsdata PCD. De besturing 237 vergelijkt 15 en analyseert de RSSI van het intermodulatiesignaal in het uiteindelijk uitgevoerde signaal met de RSSI van het eerder verkregen intermodulatiesignaal zodat het ver-zwakkingsregelsignaal ATT2 en het faseregelsignaal PIC2 ter onderdrukking van het uiteindelijk in het eindsig-20 naai optredende intermodulatiesignaal afhankelijk van het resultaat der analyse kan worden ingesteld.
De tweede variabele verzwakker 220 via welke het uitgangssignaal van de signaalopheffer 219 gaat stelt het niveau bij van het intermodulatiesignaal onder in-25 vloed van het verzwakkingsregelsignaal ATT2 en de tweede variabele faseverschuiver 221 waaraan het signaal uitgevoerd door de tweede variabele verzwakker 220 wordt toegevoerd, stelt de fase bij van het intermodulatiesignaal via het faseregelsignaal PIC2. Dan bestuurt de 30 tweede variabele faseverschuiver 221 de fase van het intermodulatiesignaal zodanig dat dit de tegenfase heeft van het signaal op de koppelaar 223 door middel van het faseregelsignaal PIC2. De foutversterker 222 tussen de tweede variabele faseverschuiver 221 en de signaalkoppe-35 laar 223 versterkt en levert het intermodulatiesignaal met niveau en fase als boven beschreven bijgeregeld.
1006031 22
De lineaire vermogensversterker volgens de beschreven uitvoeringsvorm der uitvinding gebruikt het vooruit-koppelstelsel en het voorvervormingsstelsel voor het onderdrukken van het intermodulatiesignaal optredend in 5 het versterkingssignaal. Voor het onderdrukken van het intermodulatiesignaal wordt het intermodulatiesignaal dat zou kunnen worden gegenereerd in de hoofdversterker 214 vooraf onderdrukt door het voorvervormingsstelsel en aldus wordt het intermodulatiesignaal optredend in de 10 uitvoer van de hoofdvermogensversterker 214 door het vooruitkoppelstelsel gedetecteerd, daarmee het gedetecteerde signaal koppelend met het uiteindelijk uitgevoerde signaal en het intermodulatiesignaal stapsgewijs reducerend. Wanneer het intermodulatiesignaal uitslui-15 tend door het vooruitkoppelstelsel wordt onderdrukt omdat het ontwerp en de opbouw van de hoofdversterker 214 en de foutver sterker 222 moeilijk zijn wordt een intermodulatiesignaal van bepaalde amplituden vooraf onderdrukt door de voorvervormer 213 en de rest van de 20 intermodulatiesignalen wordt dan door het vooruitkoppelstelsel onderdrukt. Hierdoor kunnen ontwerp en opbouw van de lineaire vermogensversterker worden vergemakkelijkt.
In het nuvolgende zullen de stappen van het onder-25 drukken van het intermodulatiesignaal door toepassing van het vooruitkoppelstelsel en het voorvervormingsstelsel, toegespitst op de besturing 237 concreet worden beschreven.
Fig. 7 toont de opbouw van de signaaldetector 236 30 in fig. 2.
De verzwakker 711 verzwakt een SF signaal afkomstig van de signaalkiezer 235. Een filter 712, dat een breed-doorlaatbandfilter is, filtert het signaal in de door-laatband. Een fasevergrendellus (hierna aangeduid als 35 PLL) 713 met de oscillator 714 genereert een corresponderende lokale frequentie LF1 via de besturingsdata PCD die wordt geleverd door de besturing 237. Genoemde loka- 1006031 23 le frequentie LF1 bepaalt de detectiefrequentie voor de RSSI van het gekozen SF signaal. Een menger 715 mengt het signaal van het filter 712 met de lokale frequentie LF1 en genereert de tussenfrequentie IF. Een filter 716, 5 werkzaam als tussenfrequentfilter filtert een aftreksig-naal SF - LF1 van de twee frequenties in de uitvoer van de menger 715 en genereert op deze wijze als gefilterd signaal een tussenfrequentie LF1. Een oscillator 719 genereert een vaste lokale frequentie LF2. De menger 718 10 mengt de tussenfrequentie LF1, uitgevoerd door de tus-senfrequente versterker 717 tot de tussenfrequentie IF2. Het filter 720 filtert een signaal IF1 - IF2 uit de twee frequenties in de uitvoer van de menger 718 en levert het gefilterd signaal als lokale frequentie LF2. Een 15 logaritmische versterker 721 zet de tussenfrequentie IF2 uitgevoerd door het filter 720 om in een gelijkspanning en genereert deze als het RSSI signaal.
Voor wat betreft de werking van fig. 7: de signaal-kiezer 235 voert selectief het corresponderend RF sig-20 naai uit als een der signalen van het eerste tot en met vierde signaal, SF1 tot en met SF4, door middel van het schakelbesturingssignaal SWC van de besturing 237. Het filter 712 van de signaaldetector 236 filtert het RF signaal en voert het gefilterd RF signaal toe aan de 25 menger 715. De PLL 713 en de oscillator 714 genereren de lokale frequentie LF1 voor de keuze van het RF signaal of de harmonischen van het signaal gekozen door de be-sturingsdata PCD1 van de besturing 237. Bijgevolg voert de menger 715 gemengd de SF en lokale frequentie LF1 30 signalen uit en het filter 716 filtert de frequentie die correspondeert met de aftrekbewerking van deze twee signalen en levert de gefilterde frequentie als tussenfrequentie IF1. De opbouw als hierboven beschreven bepaalt de frequentie voor de detectie van de RSSI in het 35 gekozen SF signaal en voert tegelijkertijd de omlaag-conversie van de frequentie uit.
1006031 24
De menger 718 mengt de lokale frequentie LF2 van de oscillator 719 en de tussenfrequentie IF1 en het filter 720 filtert de frequentie die correspondeert met het verschil tussen de tussenfrequentie IF1 en de lokale 5 frequentie LF2 tot de tweede tussenfrequentie IF2. De omlaag-conversie in de tweede stap geschiedt via deze opbouw. De logische versterker 721 krijgt als ingangssignaal de tussenfrequentie IF2 en zet de toegevoerde tussenfrequentie IF2 om in de uit te voeren gelijkspan-10 ning. Het uitgevoerde signaal wordt dan de RSSI.
Fig. 8 toont de opbouw van de besturing 237 volgens fig. 2. Volgens fig. 8 zet een analoog-digitaal omzetter 814 (hierna aangeduid als ADC) de RSSI, uitgevoerd in de signaalkiezer 236, om in de uit te voeren digitale data. 15 Een uitsluitend uitleesbaar geheugen 812 (hierna aangeduid als ROM) heeft opgeslagen het programma voor het besturen van verzwakking en fase in deze uitvoeringsvorm. Een centrale verwerkingseenheid (CPU) genereert de besturingsdata PCD voor de keuze van de frequentie voor 20 het kiezen van de gewenste RSSI in het gekozen SF signaal en het schakelbesturingssignaal SWC ter keuze van het RF signaal, afhankelijk van het programma in ROM 812, en genereert de verzwakkingsregelsignalen ATT en faseregelsignalen PIC na een vergelijking en analyse van 25 de RSSI uitgevoerd in de ADC 814. Een willekeurig toegankelijk geheugen 813 (RAM) slaat tijdelijk alle soorten data op die tijdens de uitvoering van het programma wordt gegenereerd. Een digitaal-analoog omzetter 815 (DAC) zet de verzwakkingsregeldata en faseregeldata 30 uitgevoerd in de besturing 811 om in analoge data en voert de omgezette data uit als verzwakkingsregelsignalen ATT en faseregelsignalen PIC. Een communicator 816 geeft toestandsinformatie betreffende de lineaire vermo-gensversterker onder besturing van CPU 816.
35 Fig. 9 is een stroomkaart die de bewerking toelicht van het bijstellen van niveau en fase onder besturing van de bovengenoemde variabele verzwakkers en de varia- 1006031 25 bele faseverschuivers door de besturing 237 volgens een uitvoeringsvorm der uitvinding. In fig. 9 zijn langs de x-as uitgezet verzwakkingswaarden en langs de Y-as fase-variatiewaarden. Bij het veranderen van de waarde van de 5 variabele verzwakker van Pa naar Pb op het punt waar de RSSI wordt ingevoerd zal, wanneer de amplitude van het gedetecteerde signaal afneemt, de fasevariatiewaarde veranderen van Pb naar Pc. Wanneer daarna de waarde van de variabele verzwakker verandert van Pc naar Pd op het 10 punt waar de RSSI wordt ingevoerd zal, wanneer het gedetecteerde signaal opnieuw wordt vergroot, de fasevariatiewaarde in de richting van Pc veranderen. Hier is Pc het punt waar de grootte van de verzwakkingswaarde tijdelijk is. Wanneer de fasevariatiewaarde verandert van 15 Pc naar Pe en de amplitude van de gedetecteerde RSSI afneemt verschuift de variabele faseverschuiving de fasevariatiewaarde in de richting van Pf.
Wanneer verzwakking en fase herhaald worden bestuurd op de hierboven beschreven wijze kan een waarde 20 worden gevonden voor de variabele verzwakker en de variabele faseverschuiver waarin het gedetecteerde SF signaal minimaal is. Fig. 10 is een stroomkaart voor de werking van de variabele verzwakker en de variabele faseverschuiver van de besturing 237 bij de beschreven 25 uitvoeringsvorm. Zoals getoond in fig. 10 wordt, na een eerste regeling van de fase van het gedetecteerde signaal, de verzwakking van het signaal uitgevoerd. Het is echter ook mogelijk de fase van het signaal te regelen na de verzwakking ervan.
30 Zoals fig. 10 toont zijn de stappen voor het elimi neren van de intermodulatievervorming ruwweg in vieren gedeeld. Allereerst wordt de RSSI van het eerste signaal SF1 gedetecteerd, een kanaal waarin het RF signaal in de zendband is gedetecteerd wordt ingesteld, daarmee 35 dienstkanalen bepalend. In de tweede plaats wordt de RSSI van het tweede signaal SF2 gedetecteerd en onderdrukt de hoog-vermogen versterker 214 het intermodula- 1006031 26 tiesignaal voor het versterken van het ontvangen RF signaal, daarmee het voorvervormd signaal genererend. In de derde plaats wordt de RSSI van het derde signaal SF3 gedetecteerd en aldus wordt het intermodulatiesignaal 5 voor het neutraliseren van de RF signaalvervorming in de signaalopheffer 219 gedetecteerd. In de vierde plaats wordt de RSSI van het vierde signaal SF4 gedetecteerd en kan het intermodulatiesignaal aanwezig in het uiteindelijk uitgevoerde signaal, dat wordt uitgevoerd naar de 10 hoofdversterker 214 op de hoofdweg worden onderdrukt.
Fig. 11A tot en met 11C tonen de karakteristieken van de frequentie-instelling ter besturing van de verzwakking en de fase van het signaal, waarbij fig. 11A het tweede signaal SF2 toont als het uitgangssignaal van 15 de hoofdversterker 214, welk signaal wordt gedeeld door de signaalkoppelaar 232; fig. 11B toont het signaal SF3 als het in de signaalkoppelaar 232 gedeelde signaal en fig. 11C toont het vierde signaal SF4 als het uiteindelijk uitgevoerde signaal van de signaalkoppelaar 224.
20 Zoals in fig. 10 en 11 getoond bestuurt de bestu ring 237 de initialisatiebewerking van de lineaire ver-mogensversterker in stap 100. Na het initialiseren leest CPU 881 de spanningswaarden uit van de verzwakkingsre-gelsignalen ATT1 tot en met ATT3 en de faseregelsignalen 25 PIC1 tot en met PIC3 met de daarbijbehorende specifieke spanningen en frequenties, slaat de uitgelezen spanningswaarden op in het corresponderend gebied van RAM 813 en initialiseert de corresponderende gebieden van RAM 813 voor het opslaan van de RSSI waarde corresponde-30 rend met het nummer van het zendkanaal en de dienstka-naalinformatie. De initialisatie als hierboven beschreven wordt slechts bij het eerste inschakelen van de lineaire vermogensversterker uitgevoerd.
Wanneer het initialiseren is voltooid levert CPU 35 811 het schakelbesturingssignaal SWC voor het kiezen van het eerste signaal SF1 uitgevoerd in de deler 231 voor het in stap 1011 bepalen van het dienstkanaal en voert 1 0 0 6 0 3 f 27 de regeldata PCD uit voor het kiezen van het eerste kanaal van de zendband in stap 1013. In dat geval levert de signaalkiezer 253 selectief het eerste signaal SF1 door het schakelbesturingssignaal SWC en detecteert de 5 signaaldetector 236 de RSSI voor de eerste kanaalfre-guentie via de besturingsdata PCD. Daarna slaat de besturing 237 de ontvangen RSSI op in het ingestelde kanaal in het corresponderend kanaaloppervlak van RAM 813 in stap 1015 en verhoogt het kanaalnununer voor het de-10 tecteren van de RSSI van het volgend kanaal in stap 1017. Het aftasten van de kanalen als boven omschreven wordt uitgevoerd tot het laatste kanaal van de zendband onder het herhaald uitvoeren van de stappen 1011 tot en met 1019.
15 Voor wat betreft de hierboven beschreven kanaal- kiesbewerking detecteert de besturing 237 de in elk kanaal gedetecteerde RSSI en slaat de gedetecteerde RSSI op onder het sequentieel verhogen van het kanaalnummer vanaf het eerste kanaal tot aan het laatste kanaal over 20 het totaal der kanalen van de zendband. In het geval waarin het mobiele communicatiestelsel een codemulti-plex-toegankelijk stelsel is (zoals het CDMA stelsel) is de zendband van 869,640 MHz tot 893,19 MHz en is het kanaalinterval 1,23 MHz. In het geval van het CDMA stel-25 sel is de band van het eerste signaal SF1 869,640 MHz tot 893,19 MHz en moet de besturingsdata PCD het eerste signaal SFl van de eerste kanaalfrequentie 869,640 MHz aangeven als 20ste kanaalfrequentie, 893,10 MHz in een interval van 1,23 MHz en dit achtereenvolgens. In het 30 CDMA systeem detecteert de besturing 237 de RSSI van het aangewezen kanaal en slaat de gedetecteerde RSSI op in RAM 813 onder het achtereenvolgens aanwijzen van elke kanaalfrequentie van de zendband van 869,640 MHz tot 893,19 MHz tijdens het kanaalaftasten.
35 Wanneer het kanaalaftasten is beëindigd sommeert de besturing 237 de RSSI van alle in RAM 813 opgeslagen kanalen in stap 1021 en berekent de gemiddelde waarde 1 0 0 6 0 3 1 28 door het delen van de totaalwaarde van de RSSI van alle kanalen door het aantal kanalen in stap 1023. Daarna bepaalt, in de stappen 1015 tot 1035 de besturing 237 de dienstkanalen. Voor wat betreft de stappen van het bepa-5 len van het dienstkanaal heeft de besturing 237 toegang tot de RSSI waarden van elk kanaal opgeslagen in RAM 823 en vergelijkt de aangegrepen waarde met de gemiddelde waarde. Na het controleren in stap 1027 dat de RSSI van het kanaal hoger is dan de gemiddelde waarde controleert 10 de besturing 237 in stap 1029 of de RSSI waarde van het corresponderend kanaal al dan niet hoger is dan een referentiewaarde +a. Aangenomen wordt dat a = 3 dB.
Wanneer de RSSI waarde van het onderhavige kanaal hoger is dan de gemiddelde waarde en de referentiewaarde in de 15 genoemde stappen 1027 en 1029 controleert de besturing in stap 1029 of de RSSI waarde van het corresponderend kanaal meer dan 30 dB hoger ligt dan de referentiewaarde +a. Dit om er zeker van te zijn dat de kanalen de betrouwbare signaalvervorming hebben van het dienstkanaal 20 zelfs wanneer de gedetecteerde RSSI waarde hoger is dan de gemiddelde waarde. Wanneer de RSSI waarde van het onderhavig kanaal meer is dan de gemiddelde waarde en de referentiewaarde +a zet de besturing 237 het corresponderend kanaal als het dienstkanaal in stap 1031. Onder 25 het herhaald uitvoeren van de stappen 1025 tot en met 1035 controleert de besturing 237 de grootte van de RSSI van alle kanalen en stelt de dienstkanalen in.
Na het kiezen van het eerste signaal SF1 als hierboven beschreven detecteert en analyseert de besturing 30 237 de RSSI waarde van alle kanalen van de band van het eerste signaal SF1, en stelt het uit te zenden en te bedienen kanaal in en slaat dit op. Daarna versterkt de besturing 237 de RF signalen van de ingestelde dienstkanalen en voert ze uit. Eenvoudigheidshalve echter zal 35 worden beschreven hoe twee opeenvolgende kanalen in de onderhavige uitvoeringsvorm worden behandeld. De frequentie van het RF signaal van elk kanaal wordt aangeno- 1006031 29 men te zijn fl en f2, en het intermodulatiesignaal wordt aangeduid als IM1 en IM2.
In de stappen 1111 tot en met 1163 in fig. 10 controleert de besturing 237 het intermodulatiesignaal 5 aanwezig in de uitvoer van de hoofdversterker 214 en stuurt de variabele verzwakker 315 en de variabele fase-verschuiver 316. De voorvervormer 213 wekt het voorver-vormingssignaal op voor het onderdrukken van het intermodulatiesignaal dat bij versterking zou kunnen worden 10 opgewekt in de hoofd ver sterker 214, en de besturing 237 detecteert de RSSI van het intermodulatiesignaal aanwezig in de uitvoer van de hoofdvermogensversterker 214 en stuurt fase en niveau van het voorvervormd signaal zodanig dat het intermodulatiesignaal goed in de hoofdver-15 sterker 214 kan worden onderdrukt. In de onderhavige uitvoeringsvorm wordt aangenomen dat, na detecteren van de RSSI van het intermodulatiesignaal uitgevoerd in de hoofdvermogensversterker 215 dat de besturing 237 de gedetecteerde waarde van de RSSI van het intermodulatie-20 signaal vergelijkt met de voorgaande toestand, en een besturing in drie stappen uitvoert in overeenstemming met de vergelijkingsresultaten. Hier wordt aangenomen dat de ADC 814 en ADC 815 16-bit omvormers zijn, de eerste stap wordt ingesteld op drie stappen, de tweede 25 stap op tien stappen en de derde stap op 20 stappen. De stap wordt bij A/D conversie een kwantiseringsstap. Op het moment waarop het aanvankelijk niveau en fase worden bestuurd verhoogt de besturing 237 het fase- en verzwak-kingsregelsignaal met een stap en wordt de RSSI van het 30 IM signaal uit de tweede tot en met de X-de besturings-werking gedetecteerd. De besturing 237 bestuurt als eerste stap in het geval waarin het vergelijkingsver-schil onder tien trappen is, bestuurt het als tweede stap waarin het vergelijkingsverschil onder 20 trappen 35 is en bestuurt het als derde stap in het geval waarin het vergelijkingsverschil boven 20 trappen is. zoals hierboven gezegd wordt de bewerking van het regelen van 1006031 30 niveau en fase van het voorvervormingssignaal X maal achtereenvolgens uitgevoerd.
De besturing 237 voert het schakelbesturingssignaal SWC uit voor de keuze van het tweede signaal SF2 in stap 5 1111. De signaalkiezer 235 kiest het signaal volgens fig. 11A uitgevoerd in de hoofdversterker 214, daarmee het gekozen signaal leverend aan de signaaldetector 236. Om daaraan tegemoet te komen controleert de besturing 237 in stap 1113 of de waarde van de HG telling al dan 10 niet op 0 is uitgekomen. Op dat moment telt de HG telling het onderdrukt getal van het intermodulatiesignaal aanwezig in de hoofdversterker 214. Wanneer de waarde van de HG telling 0 is gebleken levert de besturing 237 als uitvoer het fasebesturingssignaal PIC3 als het fase-15 besturingssignaal PPPIC3 (PPIC3; vert.) + 1 stapwaarde van de voorgaande toestand in stap 1115, en zet het het faseregelsignaal PIC3 om in het analoge signaal in DAC6 van de DAC 815 om dan te worden toegevoerd aan de variabele verzwakker 316. Aldus stelt de variabele verzwakker 20 316 van de voorvervormer 213 de fase bij van het voor vervormingssignaal uitgevoerd door de harmonischengene-rator 314 door het faseregelsignaal PIC3 en voert het bijgestelde niveau toe aan de ingangsaansluiting van de hoofdversterker 214. In stap 1117 slaat de besturing 237 25 het faseregelsignaal PIC3 op als het voorgaand faseregelsignaal PPIC3 voor de volgende toestand. De besturing 237 levert in stap 1119 het faseregelsignaal ATT3 als het verzwakkingsregelsignaal PATT3 + 1 van de voorgaande toestand en zet het faseregelsignaal ATT 3 om in een 30 analoog signaal door middel van DAC5 om te worden toegevoerd aan de variabele verzwakker 315. Dan stelt de variabele verzwakker 315 van de voorvervormer 213 het niveau in van het voorvervormingssignaal toegevoerd naar de harmonischengenerator 314 door het verzwakkingsregel-35 signaal ATT3 en voert het bijgestelde niveau tot aan de ingangsaansluiting van de hoofdversterker 214. Vervolgens slaat de besturing 237 het verzwakkingssignaal ATT3 1006031 31 op als het vorige verzwakkingsregelsignaal PATT3 in stap 1121.
Het blijkt dus dat de eerste fase- en niveaubestu-ring van het voorvervormingssignaal wordt uitgevoerd 5 door het toevoeren van een trap aan het vorige regelsig-naal. Het corresponderend regelsignaal kan echter weer optreden bij het vergelijken van het verschil tussen het huidige gedetecteerde regelsignaal en het vorige regelsignaal. Na het besturen van fase en niveau van het 10 voorvervormingssignaal op de hierboven beschreven wijze verhoogt de besturing 237 in stap 1161 de HG telling.
Na het regelen van fase en niveau van het voorvervormingssignaal als hierboven beschreven voert de besturing 237 opnieuw de stappen 1123 tot en met 1135 uit, 15 detecteert de RSSI's van de intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4 in het uitgangssignaal van de hoofdversterker 214 en kiest in stap 1139 de intermodulatie IM met de hoogste RSSI waarde.
Om daaraan te voldoen voert de besturing 237 se-20 quentieel de besturingsdata PCD uit voor het aanwijzen van de signalen IMl tot en met IM4 als intermodulatiesignalen in het uitgangssignaal van de hoofdversterker 214 geleverd aan de signaal detector 236, zoals in fig. 11A aangegeven, en ontvangt en onthoudt de RSSI waarde 25 van het corresponderend intermodulatiesignaal IMl tot en met IM4.
Daaropvolgend vergelijkt in stap 1141 de besturing 237 de RSSI van het IM signaal gekozen met het fasere-gelsignaal PPIC3 van de vorige toestand. Op dat moment 30 zet, wanneer het IM signaal hoger is dan het faseregel-signaal PPIC3, de besturing 237 in stap 1143 dat de fasebesturingswaarde moet worden verlaagd en, wanneer het IM signaal kleiner is dan het faseregelsignaal PPIC3 stelt de besturing 237 dat de fasebesturingswaarde in 35 stap 1145 moet worden verhoogd. Na het instellen van verhoging/verlaging van de fasebesturing verkrijgt de besturing 237 in stap 1147 het verschil tussen de waarde 1006031 32 van het IM signaal en het faseregelsignaal PPIC3 in de vorige stap, daarmee, afhankelijk van het resultaat van deze aftrekbewerking, het faseregelsignaal PIC3 opwekkend. Het faseregelsignaal PIC3 wordt via DAC 815 toege-5 voerd aan de variabele faseverschuiver 316. Daarna slaat de besturing 237 het faseregelsignaal PIC3 op als het "vorige” faseregelsignaal PPIC3, te gebruiken in de volgende stap.
Bovendien vergelijkt, na het opwekken van het fase-10 regelsignaal PIC3 zoals hierboven toegelicht, de besturing 237 de RSSI van het gekozen IM signaal met het verzwakkingsregelsignaal ΡΑΊΤ3 van de vorige toestand in stap 1151. Wanneer dan het IM signaal hoger is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT3 stelt de besturing 237 15 dat het verzwakkingsregelsignaal in stap 1153 moet worden verlaagd. Wanneer daarentegen het IM signaal lager is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT3 stelt de besturing 237 dat het verzwakkingsregelsignaal in stap 1155 moet worden verhoogd. Na het instellen van het 20 verhogen/verlagen van het verzwakkingsregelsignaal verkrijgt de besturing 237 het verschil tussen de waarde van het IM signaal en het verzwakkingsregelsignaal PATT3 van de vorige toestand in stap 1157, daarmee in overeenstemming met de aftrekbewerking het verzwakkingsregel-25 signaal ATT 3 opwekkend. Het verzwakkingsregelsignaal ATT3 wordt via DAC 815 toegevoerd aan de variabele ver-zwakker 315. Daarna slaat de besturing 237 het verzwakkingsregelsignaal ATT3 op als het "vorige” verzwakkingsregelsignaal PATT3 in stap 1159.
30 Daarna verhoogt in stap 1161 de besturing 237 de HG
telling met een en controleert of dan al dan niet de HG telling de X waarde wordt. Wanneer de HG telling niet gelijk wordt aan de X waarde komt de besturing 237 terug naar stap 1071, daarmee de hierboven beschreven stappen 35 herhalend. Onder herhaling van deze stappen detecteert de besturing 237 de RSSI van het intermodulatiesignaal aanwezig in de uitvoer van de hoog-vermogen versterker i 1006031 33 214 en stelt daarmee fase en niveau bij van het voorvervorm ings signaal door dit te vergelijken met fase- en verzwakkingsregelsignalen PIC en ATT en het bepalen van de regelrichting en regelgrootte. Het voorvervormings-5 signaal wordt in tegenfase met het in de hoofdversterker 214 te genereren intermodulatiesignaal aangelegd. Bij het bijstellen van fase en niveau van het voorvervor-mingssignaal voorkomt de besturing 237 het opwekken van het intermodulatiesignaal en completeert, wanneer de HG 10 telling X wordt de werking van het bijregelen van het voorvervormingssignaal.
Na het bijstellen van fase en niveau van het voorvervormingssignaal verricht de besturing 237 de werking van het onderdrukken van de RF signaalvervorming optre-15 dend in het uitgangssignaal van de signaalopheffer 219.
Volgens fig. 10 detecteert de besturing 237 in de stappen 1211 tot en met 1255 de RF signaalvervorming optredend in het uitgangssignaal van de signaalopheffer 219 en regelt de eerste variabele verzwakker 211 en de 20 eerste variabele faseverschuiver 212. De signaalopheffer 219 neutraliseert het uitgangssignaal van de hoofdversterker 214 zoals in fig. 11A weergegeven en het in te voeren RF signaal en detecteert slechts het bij versterking opgewekte intermodulatiesignaal. Hier detecteert de 25 besturing 237 de RSSI van het RF signaal aanwezig in de uitvoer van de signaalopheffer 219 (zie fig. 11B) en regelt op variabele wijze niveau en fase van het RF signaal voor het geleidelijk onderdrukken van het RF signaal in de signaalopheffer 219. In de onderhavige 30 uitvoeringsvorm vergelijkt de besturing 237 na detecteren van de RSSI van het in de signaalopheffer uitgevoerde RF signaal de gedetecteerde waarde met de RSSI van het RF signaal in de vorige toestand en voert deze re-gelwerking uit in drie stappen, afhankelijk van het 35 resultaat der vergelijking. Aangenomen wordt dat de ADC 814 een 16-bit omzetter is en dan is de eerste stap drie trappen, de tweede stap tien trappen en de derde stap 20 1006031 34 trappen. De trap wordt de kwantiseringstrap bij de A/D conversie. Op het moment waarop fase en niveau voor de eerste maal worden geregeld regelt de besturing 237 fase en niveau als eerste stap onafhankelijk van de in feite 5 gedetecteerde RSSI, regelt het als eerste stap in het geval waarin het vergelijkingsverschil lager is dan tien trappen, als tweede stap in het geval waarin het vergeli jkingsverschil lager is dan 20 trappen en als derde stap in het geval waarin het vergelijkingsverschil gro-10 ter is dan 20 trappen. Zoals hierboven beschreven worden de bewerkingen van het regelen van niveau en fase van het voorvervormingssignaal X maal achtereenvolgens uitgevoerd .
De besturing 237 voert het schakelbesturingssignaal 15 SWC voor de keuze van het derde signaal SF3 in stap 1211 uit. De signaalkiezer 235 kiest het signaal volgens fig. 11A dat wordt toegevoerd naar de signaalopheffer 219, daarmee het gekozen signaal toevoerend aan de signaalde-tector 236. Daarna detecteert en analyseert de besturing 20 237 de RSSI van het intermodulatiesignaal aanwezig in de signaalopheffer 219 en stuurt de eerste variabele ver-zwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 212 en stelt niveau en fase van het RF signaal bij.
De besturing 237 controleert in stap 1212 of de 25 subtelling op 0 is gezet. De subtelling telt het nummer van opheffen van het RF signaal in de signaalophef fer 219. Wanneer de waarde van de subtelling 0 is levert de besturing 237 het faseregelsignaal PIC1 als faseregel-signaal PPIC1 + 1 trap van het vorige signaal om in stap 30 1215 te worden opgeslagen en zet het faseregelsignaal PIC1 om in het analoge signaal door middel van DAC2 van DAC 815 voor toevoer aan de eerste variabele faseverschuiver 212. Aldus stelt de eerste variabele faseverschuiver 212 de fase bij het van het RF signaal inge-35 voerd door het faseregelsignaal PIC1 en levert de bijgestelde fase aan de hoof dver sterker 214. In stap 1217 slaat de besturing 237 het faseregelsignaal PIC1 op als 1006031 35 het "vorige" faseregelsignaal PPIC1 voor de volgende toestand. Voorts levert de besturing 237 het verzwak-kingsregelsignaal ATT1 als verzwakkingsregelsignaal PATTI + 1 trap van de vorige toestand in stap 1219, en 5 zet het verzwakkingsregelsignaal ATT1 om in het analoge signaal door DAC1 om dan te worden toegevoerd aan de variabele verzwakker 315. Aldus stelt de eerste variabele verzwakker 211 het niveau bij van het ingevoerde RF signaal via het verzwakkingsregelsignaal ATT1 en levert 10 het bijgesteld niveau aan de hoofdversterker 214.
De eerste fase en het eerste niveau van het RF signaal als boven omschreven wordt geregeld door het toevoegen van een trap aan het regel signaal van de vorige toestand. Echter kan het corresponderend regelsignaal 15 optreden bij een vergelijking van het verschil tussen het huidig gedetecteerd regelsignaal en het regelsignaal van de vorige toestand. Na het besturen van fase en niveau van het RF signaal op de hierboven beschreven wijze verhoogt de besturing 237 de subtelling in stap 20 1253.
Wanneer daarentegen in stap 1211 is vastgesteld dat de SUB telling 0 is levert de besturing 237 sequentieel de besturingsdata PCD voor het aangeven van de signalen fl en f2 in het uitgangssignaal van de signaalopheffer 25 219 volgens fig. 11B, ontvangt de RSSI waarde van het corresponderend signaal fl en f2 en slaat deze op. De besturing 237 kiest het f signaal met de grootste RSSI waarde uit de fl en f2 signalen in stap 1231.
Daarna vergelijkt de besturing 237 de RSSI van het 30 gekozen f signaal met het faseregelsignaal PPIC van de voorgaande toestand in stap 1233. Wanneer dan het f signaal groter is dan het faseregelsignaal PPIC1 regelt de besturing 237 dat de faseregelwaarde in stap 1235 moet worden verlaagd en, wanneer het f signaal lager is 35 dan het faseregelsignaal PPIC1 regelt de besturing 237 dat de faseregelwaarde in stap 1237 wordt verhoogd. Na het instellen van het verhogen/verlagen van de faserege- 1006031 36 ling verkrijgt de besturing 237 het verschil tussen de waarde van het f signaal en het faseregelsignaal PPIC3 van de vorige toestand in stap 1239, daarmee in overeenstemming met deze verschilvorming het faseregelsignaal 5 PICl opwekkend. Het faseregelsignaal PIC1 wordt via de DAC 815 toegevoerd aan de eerste variabele faseverschui-ver 212. Daarna slaat de besturing 237 het faseregelsignaal PICl op als het "voorgaande" faseregelsignaal PPIC1, te gebruiken in de volgende toestand.
10 Na het opwekken van het faseregelsignaal PICl in stap 1243 vergelijkt de besturing 237 de RSSI van het gekozen f signaal met de waarde van het verzwakkingsre-gelsignaal PATT1 in de vorige toestand. Wanneer het f signaal hoger is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT1 15 regelt de besturing 237 dat het verzwakkingsregelsignaal PATT1 in stap 1245 wordt verlaagd en, wanneer het f signaal lager is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT1 doet de besturing 237 de verzwakkingsregelwaarde PATT1 in stap 1247 verhogen. Na het instellen van de verho-20 ging/verlaging van de verzwakkingsregeling vormt de besturing 237 het verschil tussen de waarde van het f signaal en het verzwakkingsregelsignaal PPIC1 van de voorgaande toestand in stap 1249, daarmee in overeenstemming met deze verschilvorming het verzwakkingsregel-25 signaal ATT1 opwekkend. Het verzwakkingsregelsignaal ATT1 gaat via DAC 815 naar de eerste variabele verzwak-ker 211. Daarna slaat in stap 1251 de besturing 237 het verzwakkingsregelsignaal ATT1 op als het vorige verzwakkingsregelsignaal PATT1.
30 Na het verhogen van de SUB telling met een in stap 1253 controleer de besturing 237 of de SUB telling al dan niet de Y waarde wordt. Wanneer de SUB telling niet gelijk wordt aan de Y waarde komt de besturing 237 terug naar stap 1223, en voert daarmee opnieuw de hierboven 35 omschreven stappen uit. Bij het herhalen van de bovenomschreven stappen detecteert de besturing 237 de RSSI van het RF signaal aanwezig in de signaalopheffer 219 en 1006031 37 stelt daarmee fase en niveau bij van het RF signaal door het vergelijken van de RSSI van het RF signaal in de voorgaande fase uitgevoerd door de signaalopheffer 219 en het bepalen van richting en grootte van de uit te 5 voeren besturing. Bij het bijstellen van fase en niveau van het RF signaal voorkomt de besturing 237 het opwekken van een RF signaal zodat, wanneer de SUB telling Y wordt, de bewerking van het onderdrukken van het RF signaal in de signaalopheffer 219 is voltooid.
10 Zoals in fig. 10 aangegeven detecteert de besturing 237 in de stappen 1311 tot en met 1363 of het f signaal hoger is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT1, stelt de besturing 237 dat het verzwakkingsregelsignaal PATT1 in stap 1245 wordt verlaagd en stelt, wanneer het f 15 signaal lager is dan het verzwakkingsregelsignaal PATT1 dat in stap 1247 het verzwakkingsregelsignaal wordt verhoogd. Na het bepalen van het verhogen/verlagen van de verzwakkingsregeling verkrijgt de besturing 237 het verschil tussen de waarde van het f signaal en het ver-20 zwakkingsregelsignaal PPIC1 van de vorige toestand in stap 1249, daarmee in overeenstemming met het resultaat van deze verschilvorming het verzwakkingsregelsignaal ATT1 opwekkend. Het verzwakkingsregelsignaal ATTl wordt via DAC 815 toegevoerd aan de eerste variabele verzwak-25 ker 211. In stap 1251 slaat dan de besturing 237 het verzwakkingsregelsignaal ATTl als het voorgaand verzwakkingsregelsignaal PATT1 op.
Na het verhogen van de SUB telling met een in stap 1253 controleert in stap 1253 de besturing 237 of de SUB 30 telling al dan niet gelijk wordt aan de Y waarde. Wanneer de SUB telling niet gelijk wordt aan de Y waarde gaat de besturing 237 terug naar stap 1223, daarmee de hierboven beschreven stappen herhalend. Onder het herhalen van deze stappen detecteert de besturing 237 de RSSI 35 van het RF signaal aanwezig in de signaalopheffer 219 en regelt fase en niveau van het RF signaal door het vergelijken van de RSSI van het door de signaalopheffer 219 1006031 38 in de voorgaande fase geleverd RF signaal en het bepalen van de richting en grootte van de besturing. Door bijstellen van fase en niveau van het RF signaal voorkomt de besturing 237 dat een RF signaal wordt opgewekt en 5 completeert, wanneer de SUB telling Y wordt de bewerking van het onderdrukken van het RF signaal in de signaalop-heffer 219.
In fig. 10 detecteert de besturing 237 in de stappen 1311 tot en met 1363 het intermodulatiesignaal IM 10 optredend in het RF signaal zoals uiteindelijk door de hoofdversterker 214 geleverd en bestuurt de tweede variabele verzwakker 220 en de tweede variabele fasever-schuiver 221. Het RF signaal uitgevoerd door de hoofdversterker 214 wordt via de tweede vertraging 215 gecom-15 penseerd gedurende de tijd waarin het intermodulatiesignaal gedetecteerd in de onder-weg wordt verwerkt, en de intermodulatievervorming optredend in het RF signaal dat uiteindelijk wordt uitgevoerd wordt onderdrukt door het terugkoppelen met tegenfase via de signaalkoppelaar 223 20 van het intermodulatievervormingssignaal. Daardoor wordt verzekerd dat de intermodulatievervorming wordt onderdrukt. De besturing 237 detecteert de RSSI van de inter-modulatiesignalen IM1 tot en met IM4 in het uitgangssignaal van de hoofdversterker 214 (zie fig. 11C) en be-25 stuurt fase en niveau van de intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4 zodanig dat intermodulatiesignaalvervor-ming in het uiteindelijk uitgevoerde RF signaal wordt onderdrukt. Volgens de uitvinding wordt, na detecteren van de RSSI van de intermodulatiesignalen IM1 tot en met 30 IM4 optredend in het uiteindelijk versterkt en uitgevoerd RF signaal aangenomen dat de besturing 237 de gedetecteerde waarde van de RSSI van de intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4 van de vorige toestand vergelijkt en voert, afhankelijk van de vergelijkingsresul-35 taten de regelwerking in drie stappen uit. Aannemend dat de ADC 814 een 16-bit omzetter is heeft de eerste stap drie trappen, de tweede stap tien trappen en de derde i 1006031 39 stap 20 trappen. De trap wordt bij A/D conversie de kwantiseringstrap. Wanneer het initiële niveau en de initiële fase worden geregeld verhoogt de besturing 237 het fase- en verzwakkingsregelsignaal met een trap en 5 wordt de RSSI van het IM signaal gedetecteerd van de tweede regelingreep tot en met de X-de regelingreep. De besturing 237 regelt het als eerste stap in het geval waarin het vergelijkingsverschil kleiner is dan tien trappen, als tweede stap in het geval waarin het verge-10 lijkingsverschil kleiner is dan 20 trappen en als derde stap wanneer het vergelijkingsverschil binnen 20 trappen ligt. De werking van het regelen van niveau en fase van het voorvervormingssignaal wordt Z maal achtereenvolgens uitgevoerd.
15 Zoals fig. 10 toont worden de stappen 1311 tot en met 1363 uitgevoerd in dezelfde volgorde als stappen 1111 tot en met 1163 voor het bijregelen van niveau en fase van het voorvervormingssignaal. De besturing 237 bestuurt de signaalkiezer 235, kiest het vierde signaal 20 SF4, bestuurt de signaaldetector 236 en kiest achtereenvolgens de intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4. Daarna ontvangt de besturing 237 achtereenvolgens de RSSI# s van de intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4, gedetecteerd in de signaaldetector 236. Na het kiezen 25 van het intermodulatiesignaal IM1 met de grootste RSSI in de ontvangen intermodulatiesignalen IM1 tot en met IM4 vergelijkt de besturing 237 de RSSI van het op dat moment gedetecteerde intermodulatiesignaal IM met het corresponderend intermodulatiesignaal lm van de vorige 30 toestand. De besturing 237 regelt de tweede variabele faseverschuiver 221 en de tweede variabele verzwakker 220 met het faseregelsignaal PIC2 en het verzwakkingsregelsignaal ATT 2 in overeenstemming met het vergelij-kingsresultaat tussen de twee intermodulatievervormin- 35 gen. Dan bestuurt de besturing 237 de tweede variabele verzwakker 220 en de tweede variabele faseverschuiver 221 Z maal.
1006031 40
De lineaire versterker volgens de uitvinding stelt, zoals fig. 10 toont, de dienstkanalen in en stelt het niveau en de fase van het voorvervormingssignaal in voor het onderdrukken van het intermodulatiesignaal dat wordt 5 gevormd in de hoofdversterker 214 op een sequentiële wijze. De versterker regelt fase en niveau van het RF signaal dat wordt ingevoerd in de hoofdweg ter onderdrukking van het RF signaal in de signaalopheffer 219, met het niveau en de fase van het intermodulatiesignaal 10 geleverd door de signaalopheffer 129 op zodanige wijze dat het intermodulatiesignaal in het uiteindelijk versterkte en uitgevoerde RF signaal wordt onderdrukt.
Als beschreven wordt in deze uitvoeringsvorm allereerst een keuze gemaakt van de dienstkanalen, daarna 15 worden fase en niveau van het voorvervormingssignaal geregeld, vervolgens worden fase en niveau van het ingevoerde RF signaal geregeld en in de vierde plaats worden fase en niveau van de intermodulatiesignaalvervorming in de signaalopheffer 219 geregeld. In een andere uitvoe-20 ringsvorm kan de werking van het kiezen van de dienstkanalen worden uitgevoerd via een tijdinterrupt in een bepaald tijdsinterval. Wanneer deze regelmethode wordt gebruikt voert de besturing 237 de werking van het zoeken van het dienstkanaal uit wanneer de tijdinterrupt 25 wordt opgewekt en regelt de variabele verzwakker zijn variabele faseverschuivers in de resterende perioden. Wanneer de tijdinterrupt wordt opgewekt tijdens het regelen van de variabele verzwakker en de variabele faseverschuiver onderbreekt de besturing 237 deze wer-30 king en voert de tijdinterruptroutine uit, terugkerend naar de hoofdroutine en de bewerking verder uitvoerend.
Het aantal, X, Y en Z, van de malen waarop de variabele verzwakkers en faseverschuivers worden gestuurd kan worden ingesteld als het aantal waarmee een effec-35 tieve regeling wordt verkregen van niveau en fase van het signaal toegevoerd aan de corresponderende variabele 1006031 41 verzwakkers en variabele faseverschuivers en dit aantal kan elk worden ingesteld op 5.
Fig. 12 is een blokschema van een lineaire vermo-gensversterker volgens een tweede uitvoeringsvorm. De 5 lineaire vermogensversterker volgens deze tweede uitvoeringsvorm heeft dezelfde opbouw als de eerste uitvoeringsvorm; het verschil is dat de eerste variabele ver-zwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 212 in een onder-weg zijn aangebracht.
10 Zoals fig. 12 toont heeft de voorvervormer 213 op de hoofdweg dezelfde opbouw als die getoond in fig. 3 en 5, genereert harmonischen die overeenkomen met het ingevoerde RF signaal, besturen niveau en fase van de harmonischen afhankelijk van het verzwakkingsregelsignaal 15 ATT3 en het faseregelsignaal PIC3 van de besturing 237, voert de bestuurde signalen toe aan het ingevoerde RF signaal, zet de toegevoerde signalen om in het voorvervormde RF signaal en levert de omgezette signalen aan de hoofdversterker 214. De hoofdversterker 214 krijgt de 20 uitgangsspanning van de voorvervormer 213 toegevoerd, versterkt het voorvervormd RF signaal en levert een RF signaal waarin de intermodulatiesignaalvervorming is onderdrukt.
De rest van de opbouw van de lineaire vermogensver-25 sterker is gelijk aan die van de eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 2 met uitzondering van de hierboven genoemde verschillen. De verwijzingscijfers gebruikt bij deze tweede uitvoeringsvorm zijn dan ook gelijk aan die gebruikt voor de eerste uitvoeringsvorm. Voorts voert de 30 besturing 237 selectief het eerste signaal SF1 tot en met vierde signaal SF4 toe op de wijze als beschreven aan de hand van fig. 10 en genereert verzwakkingsregel-signalen ATT1 tot en met ATT3 en faseregelsignalen PICl tot en met PIC3 met detectie van de RSSI van het RF 35 signaal of het interraodulatiesignaal in het gekozen SF signaal. Na het instellen van de dienstkanalen stelt de besturing 237 achtereenvolgens fase en niveau bij van 1005031 42 het voorvervormingssignaal ter onderdrukking van het intermodulatiesignaal gevormd in de hoofdversterker 214, stelt niveau en fase bij van het RF signaal ingevoerd in de onder-weg ter onderdrukking van de RF signaalvervor-5 ming in de signaalopheffer 219 en stelt tenslotte niveau en fase bij van de intermodulatievervorming in de signaalopheffer 129 (219; vert.) voor het onderdrukken van de intermodulatievervorming in het versterkt en uiteindelijk uitgevoerd RF signaal.
10 Fig. 13 toont in blokschemavorm de opbouw van een lineaire versterker volgens een derde uitvoeringsvorm. Deze versterker heeft dezelfde opbouw als de tweede uitvoeringsvorm; het verschil is dat de eerste variabele verzwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 15 212 tussen de hoofdweg en de onder-weg zijn aangebracht.
De voorvervormer 213 in de hoofdweg heeft de opbouw volgens fig. 3 en 5 en genereert de harmonischen van het ingevoerde RF signaal, niveau en fase van de harmonischen worden gestuurd door het verzwakkingsregelsignaal 20 ATT3 en het faseregelsignaal PIC3 van de besturing 213; de geregelde signalen besturen het ingevoerde RF signaal en het omgezette signaal wordt toegevoerd aan de hoofdversterker 214. De hoofdversterker 214 krijgt de uitvoer van de voorvervormer 213 toegevoerd en levert het RF 25 signaal waarin de intermodulatievervorming is onderdrukt .
De eerste vertraging 217 in de onder-weg krijgt toegevoerd het gedeelde RF signaal afkomstig van de deler 216, vertraagt het RF signaal in de mate waarin 30 het RF signaal in de voorvervormer 213 en de hoofdversterker 214 wordt verwerkt en levert het vertraagde RF signaal aan de signaalopheffer 219.
De eerste variabele verzwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 212 zijn opgenomen tussen de 35 deler 218 en de signaalopheffer 219 die niveau respectievelijk fase van het ingevoerde RF signaal besturen via het verzwakkingsregelsignaal ATT1 en het faseregel- 1006031 43 signaal PIC1 afkomstig van de besturing 237 en die het signaal met bestuurde niveau en fase toevoeren aan de signaalopheffer 219. De eerste variabele verzwakker 211 en de eerste variabele faseverschuiver 212 bevinden zich 5 tussen de hoofdweg en de onder-weg, en fase en niveau van het in de hoofdversterker 214 op de hoofdweg uitgevoerde RF signaal worden daarmee bestuurd.
De rest van de lineaire vermogensversterker is gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 2. 10 Aldus zijn daarvoor gelijke verwijzingscijfers gebruikt.
De besturing 237 voert selectief het eerste tot en met het vierde signaal SF1 tot en met SF4 toe op dezelfde wijze als aan de hand van fig. 10 beschreven en wekt de verzwakkingsregelsignalen ATT1 tot en met ATT3 en de 15 faseregelsignalen PIC1 tot en met PIC3 op met detectie van de RSSI van het RF signaal of het intermodulatiesig-naal in het gekozen SF signaal. Na het instellen van de dienstkanalen regelt de besturing 237 fase en niveau van het voorvervormingssignaal ter onderdrukking van het 20 intermodulatiesignaal in de hoofdversterker 214, regelt niveau en fase van het RF signaal ingevoerd in de onderweg ter onderdrukking van de RF signaalvervorming in de signaalopheffer 219 en regelt niveau en fase van de intermodulatievervorming in de signaalopheffer 129 (219; 25 vert.) ter onderdrukking daarvan.
Evenals de lineaire versterkers volgens de eerste uitvoeringsvormen kiezen de lineaire versterkers volgens de tweede en derde uitvoeringsvorm allereerst het dienstkanaal, besturen dan fase en niveau van het voor-30 vervormingssignaal, regelen fase en niveau van het ingevoerde RF signaal en regelen tenslotte fase en niveau van het in de signaalopheffer 219 gevormde intermodulatiesignaal. Als een andere uitvoeringsvorm kan het kiezen van het dienstkanaal via een tijdinterrupt worden 35 uitgevoerd. De besturing 237 voert dan de keuze van het kanaal uit wanneer de tijdinterrupt wordt gevormd en regelt de variabele verzwakkers en faseverschuivers in de 1006031 44 overblijvende perioden. Wanneer de tijdinterrupt wordt opgewekt wanneer de variabele verzwakker en fasever-schuiver worden bestuurd onderbreekt de besturing 237 deze werking en vormt de tijdinterruptdienstroutine uit, 5 daarna terugkerend naar de hoofdroutine en de betreffende bewerking verder uitvoerend.
Het aantal malen, X, Y, Z, dat de variabele ver-zwakkers respectievelijk variabele faseverschuivers worden geregeld kan worden ingesteld op een getal vol-10 doende voor het geschikt sturen van niveau en fase van het ingevoerde signaal; deze respectievelijke aantallen kunnen onderling gelijk zijn en meer in het bijzonder gelijk aan 5.
Zoals hierboven beschreven verwijdert de lineaire 15 vermogensversterker volgens de uitvinding intermodula-tiesignaalvervorming door middel van het voorvervor-mings- en vooruitkoppelstelsel. Allereerst wordt de intermodulatievervorming die in de hoofdversterker kan optreden onderdrukt door het voorvervorroingsstelsel en 20 daarna wordt het intermodulatiesignaal dat nog aan de uitgang van de versterker overblijft door het vooruit-koppelstelsel onderdrukt. Ontwerp van de hoofdversterker en de foutversterker 222 is gemakkelijk. Daar de variabele verzwakkers en variabele faseverschuivers een li-25 neaire werking hebben met een grote vlakke bandbreedte-karakteristiek kan de lineaire versterker volgens de uitvinding ook voor andere doeleinden als beschreven worden toegepast.
1006031

Claims (15)

1. Lineaire vermogensversterker omvattende een hoofdversterker voor het elimineren van intermodulatie-signalen, gekenmerkt door: een voorvervormingsketen voor het onderdrukken van 5 een bij de versterking van het RF signaal in de hoofdversterker opgewekte intermodulatiesignalen door het opwekken van met het ingevoerde RF signaal corresponderende harmonischen en een voorvervormingssignaal door het combineren van het RF signaal met deze harmonischen; 10 en een vooruitkoppelketen voor het verder onderdrukken van het intermodulatiesignaal door het neutraliseren van het ingevoerde RF signaal met het uitgangssignaal van de hoofdversterker, het uitnemen van een intermodulatiever-15 vormingssignaal, het versterken van het uitgenomen in-termodulatiefoutsignaal en het toevoeren van het versterkte intermodulatiefoutsignaal aan de uitgang van de hoofdversterker.
2. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 20 dat de voorvervormingsketen bestaat uit: een deler voor het uitnemen van een deel van het ingevoerde RF signaal; een automatische niveauregeling voor het op een bepaald niveau regelen en uitvoeren van dit uitgenomen 25 RF signaal; een harmonischengenerator voor het opwekken van met het in niveau geregeld RF signaal corresponderende harmonischen; en een signaalkoppelaar voor het koppelen van dit 30 harmonischensignaal met het ingevoerde RF signaal ter vorming van een voorvervormd RF signaal.
3. Inrichting volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de vooruitkoppelketen bestaat uit: 1 0 0 6 03 1 een deler voor het delen van het in de hoofdweg ingevoerde RF signaal en het toevoeren van het uitgenomen gedeelte daarvan aan een onder-weg; een signaalopheffer voor het opheffen van het RF 5 signaal in de onder-weg en aan de uitgang van de hoofdversterker en het detecteren van het intermodulatiesig-naal; een foutversterker voor het versterken van het intermodulatievervormingssignaal geleverd door de sig- 10 naalopheffer; en een signaalkoppelaar voor het toevoeren van het uitgangssignaal van de foutversterker aan het uitgangssignaal van de hoofdversterker op de hoofdweg ter onderdrukking van de intermodulatievervorming in het uitge- 15 voerde RF signaal.
4. Lineaire vermogensversterker, gekenmerkt door: een eerste variabele verzwakker en faseverschuiver in de hoofdsignaalweg voor het bijregelen van niveau en fase van het ingevoerde RF signaal; 20 een voorvervormingsketen voor het opwekken van harmonischen corresponderend met het RF signaal geleverd door de eerste variabele verzwakker en faseverschuiver en het aldus opwekken van het voorvervormd RF signaal te combineren met het RF signaal; 25 een hoofdversterker voor het versterken en uitvoe ren van het voorvervormde RF signaal; een vertragingsketen in de onder-weg voor het vertragen van het gedeelde RF signaal aangepast aan de vertraging in de hoofdweg; 30 een signaalopheffer in de onder-weg voor het neu traliseren van de gedeelde uitgangsspanning op de hoofdweg en de uitgangsspanning van de eerste vertragingsketen, daarmee een in het versterkte RF signaal aanwezig intermodulatiesignaal verkrijgend; 35 een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver voor het bijregelen van niveau en fase van dit intermodulatiesignaal ; 1 0 0 6 03 1 een foutversterker voor het versterken van het intermodulatiesignaal geleverd door de tweede variabele verzwakker en faseverschuiver? een tweede vertragingsketen voor het vertragen van 5 het uitgangssignaal van de hoofdversterker; en een signaalkoppelaar voor het koppelen van het intermodulatiesignaal geleverd in de foutversterker met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee het intermodulatiesignaal van het uiteindelijk 10 RF signaal onderdrukkend.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de voorvervormingsketen omvat; een deler voor het delen van het RF signaal; een automatische niveaubesturingsketen voor het 15 regelen en met een bepaald niveau uitvoeren van het RF signaal; een harmonischengenerator voor het genereren van met het in niveau geregeld RF signaal corresponderende harmonischen; 20 een derde variabele verzwakker en faseverschuiver voor het bijregelen van niveau en fase van de in de harmonischengenerator gevormde harmonischen; een vertragingsketen voor het vertragen van het ingevoerde RF signaal; en 25 een signaalkoppelaar voor het koppelen van de har monischen opgewekt in de derde variabele verzwakker en faseverschuiver met het uitgangssignaal van de vertragingsketen en het opwekken van een voorvervormd RF signaal .
6. Lineaire vermogensversterker, gekenmerkt door: een voorvervormingsketen in een hoofdweg voor het opwekken van met een ingevoerd RF signaal corresponderende harmonischen, het combineren van deze harmonischen met het RF signaal en het opwekken van een voorvervormd 35 RF signaal; een hoofdvermogensversterker voor het versterken en uitvoeren van het voorvervormde RF signaal; 1006031 een eerste verzwakker en faseverschuiver in een ondersignaalweg voor het regelen van niveau en fase van het uit de hoofdweg uitgenomen, gedeelde, RF signaal; een eerste vertragingsketen voor het vertragen van 5 het RF signaal daaraan toegevoerd vanuit de eerste variabele verzwakker en faseverschuiver; een in de onderweg opgenomen signaalopheffer voor het opheffen van het gedeelte van het uit de hoofdweg van de hoofdversterker uitgenomen uitgangssignaal met 10 het uitgangssignaal der vertragingsketen, daarmee een interraodulatiesignaal verkri jgend; een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver voor het regelen van niveau en fase van dit intermodula-tiesignaal; 15 een foutversterker voor het versterken van het door de tweede variabele verzwakker en faseverschuiver geleverd intermodulatiesignaal; een tweede vertragingsketen voor het vertragen van het uitgangssignaal van de hoofdversterker en een sig-20 naalkoppelaar voor het combineren van het intermodulatiesignaal aan de uitgang van de foutversterker met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee intermodulatiesignalen in het uiteindelijk uitgevoerde RF signaal onderdrukkend.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de voorvervormingsketen omvat: een deler voor het verkrijgen van een gedeelte van het ingevoerde RF signaal; een automatische niveaubesturingsketen voor het 30 regelen van het niveau van dit RF signaalgedeelte op een bepaald vastgelegd niveau; een harmonischengenerator voor het genereren van harmonischen van dit in niveau geregeld RF signaal; een derde variabele verzwakker en faseverschuiver 35 voor het regelen van niveau en fase van de in de harmonischengenerator gevormde harmonischen; 1006031 een vertragingsketen voor het vertragen van het ingevoerde RF signaal; en een signaalkoppelaar voor het combineren van harmo-nischen uitgevoerd in de derde variabele verzwakker en 5 faseverschuiver met het uitgangssignaal van de vertragingsketen en het opwekken van een voorvervormd RF signaal.
8. Lineaire vermogensversterker omvattende: een voorvervormingsketen in de hoofdsignaalweg voor 10 het genereren van een harmonischensignaal corresponderend met een ingevoerd RF signaal, het combineren van dit harmonischensignaal met het RF signaal en het opwekken van een voorvervormd RF signaal; een hoofdvermogensversterker voor het versterken en 15 uitvoeren van het voorvervormde RF signaal; een eerste vertragingsketen in een ondersignaalweg voor het vertragen van het uit de hoofdweg uitgevoerde RF signaalgedeelte; een eerste variabele verzwakker en faseverschuiver 20 tussen de onderweg en de hoofdweg voor het regelen van niveau en fase van het uit de hoofdweg uitgenomen signaalgedeelte; een signaalopheffer in deze hoofdsignaalweg voor het opheffen van het RF signaal van de eerste variabele 25 verzwakker en faseverschuiver met het uitgangssignaal van de eerste vertragingsketen, daarmee een in het versterkte RF signaal aanwezig intermodulatiesignaal verkrijgend; een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver 30 voor het regelen van niveau en fase van het door de signaalopheffer geleverd uitgangssignaal; een foutversterker voor het versterken van het door de tweede variabele verzwakker en faseverschuiver geleverd intermodulatiesignaal; 35 een tweede vertragingsketen voor het vertragen van het uitgangssignaal van de hoofdversterker; en 1 0 0 6 03 1 een signaalkoppelaar voor het combineren van het intermodulatiesignaal uitgevoerd in de foutversterker met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee het intermodulatiesignaal in het uiteindelijk 5 uitgevoerde RF signaal onderdrukkend.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de voorvervormingsketen omvat: een deler voor het verkrijgen van een gedeelte van het ingevoerde RF signaal; 10 een automatische niveaubesturingsketen voor het brengen en uitvoeren van het gedeelte van het RF signaal op een bepaald niveau; een harmonischengenerator voor het genereren van met het in niveau bestuurd RF signaal corresponderende 15 harmonischen; een derde variabele verzwakker en faseverschuiver voor regelen van niveau en fase van de in de harmonischengenerator gevormde harmonischen; een vertragingsketen voor het vertragen van een 20 ingevoerd RF signaal; en een signaalkoppelaar voor het combineren van de harmonischen geleverd door de derde variabele verzwakker en faseverschuiver met het uitgangssignaal van de vertragingsketen en het genereren van een voorvervormd RF 25 signaal.
10. Lineaire vermogensversterkerketen, met het kenmerk, dat deze omvat: een eerste variabele verzwakker en faseverschuiver in een hoofdsignaalweg voor het regelen van niveau en 30 fase van een ingevoerd RF signaal door middel van een eerste verzwakkingsregelsignaal en een eerste faseregel-signaal; een voorvervormingsketen voor het genereren van harmonischen corresponderend met het in de eerste varia-35 bele verzwakker en faseverschuiver ingevoerde RF signaal, het regelen van niveau en fase van deze harmonischen door een derde verzwakkingsregelsignaal en een i 1006031 derde faseregelsignaal en het aldus genereren van het voorvervormde RF signaal te koppelen met het RF signaal; een hoofdvermogensversterker voor het versterken en uitvoeren van het voorvervormde RF signaal; 5 een eerste vertragingsketen in een onder-weg voor het gedeelte van het in de hoofdweg optredend RF signaal ; een signaalopheffer in de onderweg voor het opheffen van het gedeelte van het uitgangssignaal der hoofd-10 versterker in de hoofdweg en het uitgangssignaal der vertragingsketen, daarmee het intermodulatiesignaal in het versterkte RF signaal verkrijgend; een tweede variabele verzwakker en faseverschuiver waaraan een intermodulatiesignaal wordt toegevoerd gele-15 verd door de signaalophef fer en waarvan niveau en fase wordt geregeld door een tweede verzwakkingsregelsignaal en een tweede faseregelsignaal; een foutversterker voor het versterken van het intermodulatiesignaal geleverd door de tweede variabele 20 verzwakker en faseverschuiver; een tweede vertragingsketen voor het vertragen van het uitgangssignaal van de hoofdversterker; een signaalkoppelaar voor het combineren van het intermodulatiesignaal geleverd door de foutversterker 25 met het uitgangssignaal van de tweede vertragingsketen, daarmee het intermodulatiesignaal optredend in het uiteindelijk uitgevoerde RF signaal onderdrukkend; een signaalkiezer met delers welke respectievelijk het uitgangssignaal van de hoofdversterker, het uit-30 gangssignaal van de signaalopheffer en het uiteindelijk uitgangssignaal delen voor het selectief uitvoeren van een corresponderend gedeeld signaal door middel van schakelbesturingssignalen; een signaaldetector voor het toevoeren van het 35 uitgangssignaal van de signaalkiezer, synchronisatiefre-quenties van RF signalen en intermodulatiesignalen via 10Θ 6 0 3 1 besturingsdata en het detecteren van de RSSI van dit signaal; een besturingsketen voor het genereren van de scha-kelbesturingssignalen voor sequentiële besturing van de 5 signaalkiezer, het uitvoeren van de uitgangsdata ter synchronisatie van de intermodulatiesignalen van de hoofdvermogensversterker door het kiezen van het uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker, het vergelijken van de RSSI van het intermodulatiesignaal in de 10 signaaldetector met de RSSI van het intermodulatiesignaal van een voorgaande toestand, het opwekken van het derde intermodulatieregelsignaal en het derde faseregel-signaal in overeenstemming met het vergelijkingsresul-taat, het uitvoeren van regeldata ter synchronisatie van 15 de RF signalen van de uitgang van de signaalopheffer bij het kiezen van het uitgangssignaal van de signaalophef-fer, het vergelijken van de RSSI van de aan de signaaldetector toegevoerde RF signalen met de RSSI van dit RF signaal in een vorige toestand, het opwekken van het 20 eerste verzwakkingsregelsignaal en het eerste faseregel-signaal in overeenstemming met het vergelijkingsresul-taat, het uitvoeren van de regeldata ter synchronisatie van de intermodulatiesignalen aanwezig in het RF signaal bij de keuze van het uiteindelijk uitgevoerd RF signaal, 25 het vergelijken van de RSSI van de intermodulatiesignalen uitgevoerd door de signaaldetector met de RSSI van het intermodulatiesignaal in de voorgaande toestand en het genereren van het tweede verzwakkingsregelsignaal en het tweede faseregelsignaal in overeenstemming met het 30 vergelijkingsresultaat.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de voorvervormingsketen omvat: een deler voor het verkrijgen van een gedeelte van het ingevoerde RF signaal; 35 een automatische niveaubesturing voor het regelen en uitvoeren van het gedeelde RF signaal op een bepaald niveau; 1006031 een harmonischengenerator voor het genereren van harmonischen corresponderend met het in niveau geregeld RF signaal; een derde variabele verzwakker en faseverschuiver 5 voor het bijregelen van niveau en fase van de in deze harmonischengenerator gegenereerde harmonischen; een vertragingsketen voor het vertragen van het ingevoerde RF signaal; en een signaalkoppelaar voor het koppelen van een 10 harmonischensignaal uitgevoerd in de derde variabele verzwakker en faseverschuiver met het uitgangssignaal van de vertragingsketen en het aldus opwekken van een voorvervormd RF signaal.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het 15 kenmerk, dat de signaaldetector omvat: een fasevergrendellus waaraan wordt ingevoerd de regeldata voor het genereren van een met de ingevoerde regeldata corresponderende lokale frequentie; een menger voor het mengen van een door de signaal-20 detector geleverd signaal met het uitgangssignaal van de fasevergrendelde lus; een filter voor het in frequentie omlaag omzetten tot een door de menger geleverde frequentie; en een logaritmische versterker voor het omzetten van 25 het uitgangssignaal van de filter in een gelijkspanning en het leveren van de omgezette spanning als de RSSI waarde.
13. Werkwijze voor het elimineren van een intermo-dulatiesignaal in een lineaire vermogensversterkerin- 30 richting welke een hoofdvermogensversterker omvat, gekenmerkt door de stappen van: (a) allereerst onderdrukken van het intermodulatie-signaal gegenereerd bij versterking van een RF signaal in de hoofdversterker door het genereren van met het 35 ingevoerde RF signaal corresponderende harmonischen en een voorvervormingssignaal door koppeling van het RF signaal met deze harmonischen; en 1006031 (b) daarna onderdrukken van het intermodulatiesig-naal door het opheffen van het ingevoerde RF signaal met het uitgangssignaal van de hoofdvermogensversterker, het uitnemen van een intermodulatievervormingssignaal, het 5 versterken van het uitgenomen intermodulatievervormings-signaal en het combineren van het versterkte intermodu-latiesignaal met het uitgangssignaal van de hoofdversterker.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het ken- 10 merk, dat stap (a) bestaat uit het: delen van het ingevoerde RF signaal en het constant houden van het niveau van het gedeelde RF signaal; genereren van een harmonischensignaal corresponderend met het RF signaal; 15 combineren van het harmonischensignaal met het RF signaal en het opwekken van een voorvervormd RF signaal; en onderdrukken van een intermodulatiesignaal opgewekt bij het versterken van het voorvervormd signaal.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat stap (b) bestaat uit het: neutraliseren van het onderdrukt vermogen-versterkt signaal en het ingevoerde RF signaal en het uitnemen van het intermodulatiesignaal; 25 versterken van het uitgenomen intermodulatiesig naal; en onderdrukken van het intermodulatiesignaal in het RF signaal door het koppelen van het versterkte intermodulatiesignaal met het onderdrukte vermogen-versterkt 30 signaal. 10 0 &03 1
NL1006031A 1996-11-04 1997-05-12 Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze. NL1006031C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR1019960051910A KR100217416B1 (ko) 1995-11-16 1996-11-04 선형 증폭 장치 및 방법
KR19960051910 1996-11-04

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1006031A1 NL1006031A1 (nl) 1998-05-08
NL1006031C2 true NL1006031C2 (nl) 1999-06-17

Family

ID=19480758

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006031A NL1006031C2 (nl) 1996-11-04 1997-05-12 Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze.

Country Status (11)

Country Link
JP (1) JP3260295B2 (nl)
KR (1) KR100217416B1 (nl)
AU (1) AU698665B2 (nl)
BR (1) BR9703140B1 (nl)
DE (1) DE19720019B4 (nl)
FI (1) FI116339B (nl)
FR (1) FR2755551B1 (nl)
GB (1) GB2318938B (nl)
IN (1) IN192286B (nl)
NL (1) NL1006031C2 (nl)
SE (1) SE519812C2 (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6075411A (en) * 1997-12-22 2000-06-13 Telefonaktiebolaget Lm Ericsson Method and apparatus for wideband predistortion linearization
US6339701B1 (en) 1998-06-17 2002-01-15 Lucent Technologies, Inc. Method and apparatus for extending the dynamic range of a frequency mixer
US6097324A (en) * 1998-06-17 2000-08-01 Lucent Technologies Inc. Method and apparatus for extending the spurious free dynamic range of an analog-to-digital converter
US6363120B1 (en) 1998-06-17 2002-03-26 Lucent Technologies Inc. Apparatus and method for extending the dynamic range of a mixer using feed forward distortion reduction
DE60002437T2 (de) 1999-02-12 2004-04-01 Wireless Systems International Ltd. Signalverarbeitungsvorrichtung
JP2001053552A (ja) * 1999-08-10 2001-02-23 Nec Corp フィードフォワード増幅回路、及びフィードフォワード増幅回路における非線形歪の補償方法。
US6392480B1 (en) * 1999-08-19 2002-05-21 Lucent Technologies Inc. Alternating gain and phase control system and method
GB2353646A (en) * 1999-08-27 2001-02-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd A multistage amplifier with multistage predistortion and a predistorter
GB2354126B (en) * 1999-09-13 2004-07-21 Wireless Systems Int Ltd Signal processing
GB2358748A (en) * 2000-01-31 2001-08-01 Wireless Systems Int Ltd An arrangement in a predistortion or feedforward linearizer for an amplifier in which I and Q components are adjusted to achieve a desired phase and amplitude
US6275106B1 (en) * 2000-02-25 2001-08-14 Spectrian Corporation Spectral distortion monitor for controlling pre-distortion and feed-forward linearization of rf power amplifier
WO2001099316A1 (en) 2000-06-16 2001-12-27 Fujitsu Limited Multi-carrier amplifier
US6496064B2 (en) * 2000-08-15 2002-12-17 Eugene Rzyski Intermodulation product cancellation circuit
US6674324B1 (en) * 2000-08-24 2004-01-06 Lucent Technologies Inc. System and method for producing an amplified signal using plurality of amplitudes across spectrum
US6545487B1 (en) 2000-08-24 2003-04-08 Lucent Technologies Inc. System and method for producing an amplified signal with reduced distortion
JP3850649B2 (ja) * 2000-09-22 2006-11-29 株式会社日立国際電気 歪補償増幅器
EP1353438B1 (en) * 2000-12-04 2008-08-06 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Feedforward amplifier, communication apparatus, feedforward amplifying method, program and medium
EP1249930A3 (en) * 2001-04-10 2004-06-02 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Predistortion linearizer and predistortion compensation method and program
KR100395502B1 (ko) * 2001-08-08 2003-08-25 한국전자통신연구원 적응형 피드포워드 선형 증폭 장치
JP3502087B2 (ja) * 2002-05-14 2004-03-02 松下電器産業株式会社 ハイブリッド歪補償方法およびハイブリッド歪補償装置
GB2395077A (en) * 2002-11-01 2004-05-12 N & L Ltd An amplifier arrangement linearised by predistortion and feedforward; adaptive bias for improved efficiency; thermal overload protection
KR100766201B1 (ko) 2005-11-09 2007-10-10 학교법인 포항공과대학교 알에프 전력 증폭기의 위상 변화 측정 장치 및 그 방법
EP3146630B1 (en) 2014-05-23 2020-01-15 Teko Telecom S.r.l. Power amplification system for radiofrequency communications
SG11201610674QA (en) 2014-06-26 2017-02-27 Huawei Tech Co Ltd Interference cancellation apparatus and method
EP3139556B1 (en) 2014-06-26 2018-10-03 Huawei Technologies Co., Ltd. Interference cancellation device and method
KR102163050B1 (ko) 2015-03-12 2020-10-08 삼성전기주식회사 전력 증폭기 및 전력 증폭기의 위상 보정 방법
US11038474B2 (en) 2017-11-01 2021-06-15 Analog Devices Global Unlimited Company Phased array amplifier linearization
US11974178B2 (en) 2018-09-04 2024-04-30 Beijing Xiaomi Mobile Software Co., Ltd. Cell handover method, device and readable storage medium
KR102080202B1 (ko) 2019-08-23 2020-02-21 주식회사 패러다임 선형 전력 증폭 장치

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4879519A (en) * 1988-10-31 1989-11-07 American Telephone And Telegraph Company, At&T Bell Labs Predistortion compensated linear amplifier
US4885551A (en) * 1988-10-31 1989-12-05 American Telephone And Telegraph Company At&T Bell Laboratories Feed forward linear amplifier
US4943783A (en) * 1989-07-31 1990-07-24 Nippon Telegraph And Telephone Corporation Feed forward distortion correction circuit
WO1991007813A1 (en) * 1989-11-16 1991-05-30 Motorola, Inc. Improvements in or relating to amplifiers
US5023565A (en) * 1990-01-26 1991-06-11 At&T Bell Laboratories Linear amplifier with automatic adjustment of feed forward loop gain and phase
EP0678976A1 (en) * 1990-04-25 1995-10-25 Btg International Limited Apparatus and method for reducing distortion in amplification
US5570063A (en) * 1995-05-18 1996-10-29 Spectrian, Inc. RF power amplifier with signal predistortion for improved linearity

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1495264A (en) * 1975-02-19 1977-12-14 Plessey Co Ltd Amplifier arrangements
US4987378A (en) * 1989-11-28 1991-01-22 General Electric Company Feedforward predistortion linearizer
US5130663A (en) * 1991-04-15 1992-07-14 Motorola, Inc. Feed forward amplifier network with frequency swept pilot tone

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4879519A (en) * 1988-10-31 1989-11-07 American Telephone And Telegraph Company, At&T Bell Labs Predistortion compensated linear amplifier
US4885551A (en) * 1988-10-31 1989-12-05 American Telephone And Telegraph Company At&T Bell Laboratories Feed forward linear amplifier
US4943783A (en) * 1989-07-31 1990-07-24 Nippon Telegraph And Telephone Corporation Feed forward distortion correction circuit
WO1991007813A1 (en) * 1989-11-16 1991-05-30 Motorola, Inc. Improvements in or relating to amplifiers
US5023565A (en) * 1990-01-26 1991-06-11 At&T Bell Laboratories Linear amplifier with automatic adjustment of feed forward loop gain and phase
EP0678976A1 (en) * 1990-04-25 1995-10-25 Btg International Limited Apparatus and method for reducing distortion in amplification
US5570063A (en) * 1995-05-18 1996-10-29 Spectrian, Inc. RF power amplifier with signal predistortion for improved linearity

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
KENINGTON P B ET AL: "LINEAR DISTORTION CORRECTION USING A FEEDFORWARD SYSTEM", IEEE TRANSACTIONS ON VEHICULAR TECHNOLOGY, vol. 45, no. 1, 1 February 1996 (1996-02-01), pages 74 - 81, XP000594668 *

Also Published As

Publication number Publication date
GB9709622D0 (en) 1997-07-02
SE519812C2 (sv) 2003-04-15
KR970031238A (ko) 1997-06-26
FI972005A (fi) 1998-05-05
FR2755551B1 (fr) 2001-09-07
FR2755551A1 (fr) 1998-05-07
JP3260295B2 (ja) 2002-02-25
AU2014897A (en) 1998-05-07
KR100217416B1 (ko) 1999-09-01
GB2318938A (en) 1998-05-06
DE19720019B4 (de) 2006-04-06
JPH10190361A (ja) 1998-07-21
AU698665B2 (en) 1998-11-05
BR9703140B1 (pt) 2011-04-05
FI116339B (fi) 2005-10-31
SE9701760L (sv) 1998-05-05
IN192286B (nl) 2004-03-27
SE9701760D0 (sv) 1997-05-13
FI972005A0 (fi) 1997-05-12
NL1006031A1 (nl) 1998-05-08
GB2318938B (en) 1999-07-28
BR9703140A (pt) 1998-11-10
DE19720019A1 (de) 1998-05-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006031C2 (nl) Lineaire vermogensversterkingsinrichting en -werkwijze.
RU2142670C1 (ru) Устройство линейного усиления мощности
KR100296090B1 (ko) 기준신호를사용한신호처리용방법및장치
JP2654255B2 (ja) 増幅回路
JP3025183B2 (ja) Cdma受信器
EP0704983B1 (en) Method and apparatus for processing multicarrier signals
EP1802065A1 (en) Apparatus and method for crest factor reduction in a communication system
US8140106B2 (en) Peak factor reduction device and base station
EP0541789A1 (en) Feed forward amplifier network with frequency swept pilot tone
US6775336B1 (en) Receiver and gain control method of the same
WO2005053171A1 (ja) 自動利得制御装置
JP2001515690A (ja) Rfアンプの拡散スペクトルパイロットを抽出する方法および装置
JP5011317B2 (ja) 信号のピーク・トゥ・アベレージ電力比の低減
WO1997008822A1 (en) Wideband power amplifier control systems
US6359507B1 (en) Method and apparatus for an automatic predistortion system
KR100353709B1 (ko) 혼변조신호의개별차수조정전치왜곡선형화장치및방법
US7123644B2 (en) Peak cancellation apparatus of base station transmission unit
JP2003198273A (ja) 増幅回路
KR100737621B1 (ko) 고주파 신호 송신기의 신호변환기 및 컴바인 성능 개선방법
JP4869874B2 (ja) 高周波増幅器
WO2004062091A1 (en) Feed forward amplifier system using penalties and floors for optimal control
GB2273622A (en) Spread spectrum pilot tone for distortion or instability correction
US6593808B2 (en) Set-up method for a linearizing circuit
KR19980069488A (ko) 선형증폭 장치 및 방법
CN1723670A (zh) 用于调谐器的agc电路布置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19990415

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601