NL1005603C2 - Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. - Google Patents
Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005603C2 NL1005603C2 NL1005603A NL1005603A NL1005603C2 NL 1005603 C2 NL1005603 C2 NL 1005603C2 NL 1005603 A NL1005603 A NL 1005603A NL 1005603 A NL1005603 A NL 1005603A NL 1005603 C2 NL1005603 C2 NL 1005603C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chamber
- shaft
- drive means
- waste
- compartments
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F1/00—Refuse receptacles; Accessories therefor
- B65F1/14—Other constructional features; Accessories
- B65F1/1426—Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles
- B65F1/1447—Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles located underground
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F1/00—Refuse receptacles; Accessories therefor
- B65F1/10—Refuse receptacles; Accessories therefor with refuse filling means, e.g. air-locks
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F2210/00—Equipment of refuse receptacles
- B65F2210/108—Authorization means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F2210/00—Equipment of refuse receptacles
- B65F2210/128—Data transmitting means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F2210/00—Equipment of refuse receptacles
- B65F2210/144—Level detecting means
- B65F2210/1443—Electrical
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F2210/00—Equipment of refuse receptacles
- B65F2210/184—Weighing means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
Description
Korte aanduiding: Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's.
De uitvinding heeft betrekking op een afvalverzamelinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.
Een inrichting van deze soort is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9500170. Bij de bekende inrichting 5 vormen de compartimenten van het verzamelgedeelte en de schachten van het hogere inwerpgedeelte één geheel. De compartimenten staan via de bijbehorende schachten en inwerpopeningen van de schachten in vrije verbinding met de omgeving (buitenlucht) van de inrichting. Aan de bovenkant 10 van de inrichting bevindt zich centraal een hijsoog dat door een afneembaar deksel afgedekt is.
Wanneer de inrichting vervangen of geleegd moet worden, moet het deksel boven het hijsoog verwijderd worden en moet de gehele inrichting aan het hijsoog geheven worden. 15 Omdat de onderkant van de compartimenten tot boven een laadvloer van een vrachtauto of zelfs tot boven reeds op de laadvloer gedeponeerd afval gehesen moet kunnen worden, moet een arm van een kraan van de auto een relatief lange arm hebben. Dit maakt de kraan relatief duur, terwijl 20 toepassing van een dergelijke kraan voor verschillende soorten auto's beperkt is.
De bekende inrichting heeft geen middelen en is ongeschikt is om uitgevoerd te worden met permanente middelen voor het onder voorwaarden bewaken van de toestand van de 25 inrichting en het toestaan van deponeren van af val in de inrichting.
De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende inrichting op te heffen.
Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt 30 door middel van de afvalverzamelinrichting volgens conclusie 1.
Hierdoor kunnen alle middelen die nodig zijn voor het bewaken van de toestand van de inrichting en voor het 100 56C Λ - 2 - toelaten van het deponeren van afval in de inrichting in het onafhankelijke inwerpgedeelte opgenomen worden, welk gedeelte tijdens het vervangen of legen van de silo's niet mede opgehesen hoeft te worden. Omdat alleen de silo's 5 gehesen hoeven te worden, terwijl deze zich in hoofdzaak ondergronds bevinden, kan de arm van een kraan relatief kort zijn, waardoor de kraan relatief goedkoop is en gemakkelijker op diverse typen auto's te installeren is.
Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding 10 zullen hierna toegelicht worden met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvalverzamelinrichting volgens de uitvinding in een rusttoestand; 15 fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van de in richting van fig. 1 in een toestand voor het verplaatsen van silo's ervan; fig. 3 een doorsnede toont van een onderste gedeelte van een schacht van het bovengrondse inwerpgedeelte van de 20 inrichting van fig. 1; fig. 4 een vooraanzicht toont van één van de schachten van de inrichting van fig. 1; fig. 5 een perspectivisch aanzicht toont van een in een inwerpopening van elke schacht aangebrachte sluisbol; 25 fig. 6 schematisch een ruststand of weegstand van de bol van fig. 5 in een schacht toont; fig. 7 schematisch een inwerpstand van de bol van fig. 5 in een schacht toont; en fig. 8 schematisch een stortstand van de bol van fig. 30 5 in een schacht toont.
Zoals getoond in de fig. 1 en 2 omvat de afvalverzamelinrichting volgens de uitvinding een verzamelgedeelte 1 en een boven het verzamelgedeelte 1 aangebracht inwerpgedeelte 2.
35 Het verzamelgedeelte 1 is in hoofdzaak ingegraven in de grond, bijvoorbeeld van een trottoir 4.
Het verzamelgedeelte 1 is bij voorkeur geplaatst in een betonnen bak (niet getoond) en is af gedekt door een 1005603 - 3 - afdekplaat 5 van bijvoorbeeld beton.
Het verzamelgedeelte 1 omvat één of meer afvalverza-melcompartimenten, die in het bijzonder elk gevormd worden door een afvalsilo 7. Elke silo 7 is aan de bovenkant 5 afgedekt door een vast deksel met een centrale vulopening 8, die begrensd wordt door een verticale flens 9. De bovenkanten van de silo's 7 passen met geringe speling in ope-ningen 12 van de plaat 5. De bovenkant van de plaat 5 en de bovenkant van het deksel van elke silo 7 liggen in hoofd-10 zaak in hetzelfde horizontale vlak.
Het onderste gedeelte van de flens 9 is, bijvoorbeeld door middel van een hijsopening 10, geschikt om door middel van een bijbehorend hulpstuk aan het einde van een kraan (niet getoond) aangegrepen te worden. De kraan is in het 15 bijzonder een kraan van een auto (niet getoond) met een laadbak waarvan de bovenzijde open is. De kraan is in staat in de in fig. 2 getoonde situatie elke silo 7 uit de bak waarin zij zich bevinden te hijsen. Vervolgens kan de kraan de opgehesen silo 7 op de laadbak van de auto plaatsen. Bij 20 voorkeur heeft elke silo 7 echter, als op zich bekend, een bodem die door hulpmiddelen van de vrachtauto geopend kan worden. In de silo 7 aanwezig afval kan dan in de laadbak storten. Vervolgens kan de geleegde silo 7 in de opening ll van de bak met de plaat 5 teruggeplaatst worden.
25 Het inwerpgedeelte 2 omvat volgens de uitvinding voor elk afvalcompartiment, in het bijzonder voor elke silo 7 een schacht 20. Aan de bovenkant heeft de schacht 20 een inwerpopening 21 die is afgesloten door een hierna toegelichte, gedeeltelijk holle en draaibare bol 22.
30 De diameter van de schacht 20 neemt naar beneden enigszins af.
Zoals getoond in fig. 3 is de schacht 20 dubbelwandig uitgevoerd door middel van een cilindrische binnenste buis 23 en een daarmee concentrische buitenste buis 24, die een 35 naar beneden afnemende diameter heeft en die zich verder naar beneden uitstrekt dan de binnenste buis 23. Aan de onderzijde is de spouw tussen de buizen 23, 24 afgesloten door middel van een platte ring 25. Onder de ring 25 be- 1005603 - 4 - vindt zich tussen de buizen 23, 24 een ruimte 26 die aan de onderzijde open is. De ruimte 26 heeft een zodanige vorm en afmetingen dat de flens 9 in de ruimte 26 past en de ring 25 over de gehele omtrek op de bovenzijde van de flens 9 5 steunt. Hierdoor vormen de flens 9 en de ring 25 een stank-afdichting.
Zoals getoond in fig. 1 is op elke silo 7 een schacht 20 geplaatst. Elke schacht 20 is door middel van een constructie 30, 31 aan een centrale, verticale zuil 32 beves-10 tigd. De zuil 32 heeft een later toegelicht bedieningspaneel 33.
De zuil 32 bevindt zich in de situatie van fig. 1 in een onderste toestand, waarbij de zuil 32 op de plaat 5 kan steunen.
15 De zuil 32 is hol en bevat hefmiddelen, waarvan in fig. 2 een verticale buis 35 getoond is die onbeweeglijk ten opzichte van de plaat 5 aangebracht is. De buis 35 is bijvoorbeeld voorzien van schroefdraad of een tandbaan waarop een in de zuil 32 aangebrachte electrische aandrij-20 ving aangrijpt. Omdat deze of andere geschikte hefmiddelen op zich bekend zijn zijn hiervan geen andere details getoond .
De werking van de inrichting volgens de uitvinding zoals tot hier beschreven is als volgt: 25 Wanneer de silo's 7 vervangen of geleegd moeten wor den, zal een chauffeur van een daarvoor aangewezen vrachtauto via het bedieningspaneel 33 een authorisatiekenmerk aan met het bedieningspaneel 33 verbonden electrische stuurmiddelen (niet getoond) leveren. Het authorisatieken-30 merk bevindt zich bijvoorbeeld in electronische of magnetische geheugenmiddelen van een kaart van het formaat kredietkaart.
Nadat de electrische stuurmiddelen het authorisatie-kenmerk correct bevonden hebben, zullen de electrische 35 stuurmiddelen, eventueel nadat de chauffeur op een start-toets van het bedieningspaneel 33 gedrukt heeft, de electrische aandrijfmiddelen binnen de zuil 32 aandrijven voor het heffen van het inwerpgedeelte 2 tot een hoogte waarbij 1005603 - 5 - de onderrand van elke schacht 20 zich boven de flens 9 van de bijbehorende silo 7 bevindt.
Vervolgens kan de chauffeur het inwerpgedeelte 2 net de hand roteren, zodat de in fig. 2 getoonde situatie 5 bereikt wordt. In deze situatie is de ruinte boven de silo's 7 vrij on net een kraan van de vrachtauto de silo's 7 uit de ondergrondse bak te heffen en on daarna dezelfde silo 7 na het legen ervan of een andere silo 7 in de bak terug te plaatsen. Hoewel niet getoond bevat de ondergrond-10 se bak voor elke silo 7 een constructie net een horizontale bodenplaat waarop de silo 7 rust en die door niddel van contragewichten onhoog verplaatst wanneer de silo 7 geheven wordt. De contragewichten zijn bij voorkeur zwaarder dan het gewicht van de beweegbare steunboden plus het gewicht 15 van twee volwassen personen. Hierdoor wordt voorkonen dat personen in een gedurende korte of langere tijd lege ruinte zonder silo 7 van de ondergrondse bak kunnen vallen. Het gewicht van een lege silo 7 is voldoende groot on na plaatsing ervan op de beweegbare bodenplaat het geheel naar 20 beneden te laten zakken.
Ondat de kraan van de vrachtauto alleen de ondergrondse silo's 7 tot boven de laadbak van de vrachtauto hoeft te kunnen heffen, kan de totale hefarn van de kraan korter zijn dan wanneer een silo een vast daaraan bevestigde 25 schacht net een inwerpopening heeft. Een kraan net een kortere hefarn is genakkelijker te nanoeuvreren, past genakkelijker op meerdere type vrachtauto's en is goedkoper in aanschaf.
De aparte realisatie van het verzamelgedeelte 1 en van 30 het inwerpgedeelte 2 heeft verder als voordeel dat door de permanente opstelling van het inwerpgedeelte 2 kabels en/of buizen voor het voeden van de aandrijfmiddelen binnen de zuil 32, het bedieningspaneel 33 en voor eventuele communicatie permanent aangebracht kunnen zijn. Deze kabels en/of 35 buizen voor de voeding of communicatie kunnen bovendien veilig vanuit de ondergrondse bak via de stationaire buis 35 in de zuil 32 geleid worden.
De gescheiden realisatie van het verzamelgedeelte 1 en 1005603 - 6 - het inwerpgedeelte 2 en de permanente installatiemogelijkheid van voedingskabels en -buizen biedt tevens de mogelijkheid een verdere, doch samenhangende functionaliteit aan te brengen.
5 De verdere functionaliteit omvat in de inwerpopening 21 van elke schacht 20 aangebrachte sluismiddelen, die door de eerder genoemde voordelen aandrijfmiddelen kunnen omvatten.
Volgens de uitvinding bestaan de sluismiddelen in het 10 bijzonder uit een bol 22, die apart in fig. 5 getoond is. De bol 22 heeft twee evenwijdige vlakke zijgedeelten 40, die elk een centrale astap 41 met een gemeenschappelijke hartlijn of rotatie-as 42 hebben. De astappen 41 zijn gekoppeld met aandrijfmiddelen (niet getoond) die voor elke 15 bol 22 onafhankelijk zijn. De bol heeft een ruimte 44 met een toegangsopening 45. De ruimte 44 heeft in hoofdzaak de vorm van een emmer en is bestemd voor het daarin deponeren van afval.
De diameter van de bol is bijvoorbeeld 60 cm en de 20 inhoud van de ruimte 44 is bijvoorbeeld 60 liter, waardoor de ruimte 44 geschikt is voor het daarin deponeren van een gevulde standaard-vuilniszak.
Wanneer de afvalverzamelinrichting buiten bedrijf of in rust is is de bol 22 zodanig om de horizontale as 42 25 gedraaid dat een dicht bolgedeelte van de bol 22 de inwerpopening 21 van de schacht 20 afsluit. De fig. 1, 2, 4 en 6 tonen deze toestand. Door keuze van geschikte materialen, bijvoorbeeld kunststof, en door toepassing van eventuele extra af dicht ingsmiddelen, kan de bol 22 in deze toestand 30 de inwerpopening 21 in hoge mate stankdicht afsluiten.
Om een vuilniszak in een silo 7 te kunnen deponeren wordt de bol 22 van de bijbehorende schacht 20 zover, en bij voorkeur over de kortst mogelijke weg (in fig. 6 met de wijzers van de klok mee), gedraaid dat de opening 45 van de 35 ruimte 44 samenvalt met de inwerpopening 21 van de schacht 20. Nadat de vuilniszak in de ruimte 44 gedeponeerd is wordt de bol 22 naar de in fig. 6 getoonde positie teruggedraaid. In deze positie kunnen weegmiddelen (niet getoond) 1005603 - 7 - die met ophangmiddelen voor de astappen 41 van de bol 22 gekoppeld zijn, een in hoofdzaak constante belasting plus de inhoud van de ruimte 44 wegen.
Vervolgens kan de bol 22 verder gedraaid worden naar 5 de in fig. 8 getoonde positie waarin de opening 45 van de ruimte 44 van de bol 22 naar beneden gekeerd is, zodat in de ruimte 44 aanwezig af val via de schacht 20 in de silo 7 eronder gestort wordt.
Omdat het inwerpgedeelte 2 de beschikking heeft over 10 voedingskabels en/of buizen, kunnen electrische middelen aangebracht zijn voor het electrisch aandrijven van een met de astappen 41 gekoppelde motor (niet getoond). De electrische middelen kunnen gemeenschappelijk zijn met de electrische middelen voor het sturen van de aandrijfmiddelen voor 15 het heffen van de zuil 32.
De electrische middelen kunnen geschikt zijn om het draaien van de bol 22 slechts onder voorwaarden te laten plaatsvinden. Hiertoe zijn aan de bovenkant van de schacht 20 naast de inwerpopening 21 een enkele schakelaar 48 en 20 bij voorkeur twee toetsschakelaars 49 aangebracht. Bovendien heeft het bedieningspaneel 33 bij voorkeur middelen waarmee een persoon die afval wil deponeren een authorisa-tiekenmerk aan de electrische middelen kan leveren. Het authorisatiekenmerk kan zich in electronische of magneti-25 sche geheugenmiddelen van een kaart, bijvoorbeeld van het formaat van een kredietkaart, bevinden. De kaart kan een eenvoudige authorisatiekaart, een kredietkaart, een electronische portemonnee of een abonnementskaart zijn.
Wanneer de persoon die afval wil deponeren via het 30 bedieningspaneel 33 zijn author isatiekenmerk aan de electrische middelen geleverd heeft en dit kenmerk door de electrische middelen correct bevonden wordt, worden de schakelaars 48, 49, althans door deze schakelaars geleverde signalen, vrijgegeven. Wanneer de gebruiker de schakelaar 35 48 activeert zullen de aandrijfmiddelen de bol 22 naar de in fig. 7 getoonde inwerppositie draaien. Wanneer de gebruiker vervolgens, na het al of niet inwerpen van af val, ten minste één van de schakelaars 49 activeert zal de bol 1005603 - 8 - 22 door de aandrijfmiddelen naar de in fig. 6 getoonde weegpositie gedraaid worden. Nadat het gedeponeerde af val gewogen is zullen de aandrijfmiddelen de bol 22 naar de in fig. 8 getoonde stortpositie draaien. Daarna zullen de 5 aandrijfmiddelen de bol 22 naar de tevens in fig. 6 getoonde rustpositie draaien.
Wanneer het authorisatiekenmerk van de deposant zich op een daarvoor geschikte kaart bevond kunnen de electri-sche middelen geschikt zijn voor het van de kaart afboeken 10 van een bedrag voor de storting van het af val. Het af te boeken bedrag kan afhankelijk van het gemeten gewicht van het gestorte afval gemaakt worden. Ter verzekering dat dit correct gebeurt zullen de electrische middelen de ingestoken kaart volledig binnenhalen, buiten bereik van de depo-15 sant. Na de afboeking van het verschuldigde bedrag wordt de kaart geretourneerd.
Bij voorkeur dient de deposant beide schakelaars 49 tegelijk te bekrachtigen, zodat geen hand vrij is die per ongeluk bekneld kan raken wanneer de bol 22 vanuit de in 20 fig. 7 getoonde inwerppositie naar de in fig. 6 getoonde weeg- of rustpositie gedraaid wordt.
Omdat het inwerpgedeelte 2 met de electrische middelen onafhankelijk van de silo's 7 van het verzamelgedeelte 1 gerealiseerd zijn kan voor het meten van de vullingsgraad 25 van elke silo 7 volstaan worden met permanent in het inwerpgedeelte 1 aangebrachte detectiemiddelen. De detectie-middelen kunnen bestaan uit met de electrische middelen verbonden ultrasone detectiemiddelen (niet getoond) die aan de binnenkant van elke schacht 20 aangebracht zijn. De 30 ultrasone detectiemiddelen zenden via de vulopening 8 een ultrasoon signaal in de silo 7 eronder en detecteren een door het af val in de silo 7 gereflecteerd ultrasoon signaal. Het tijdsverschil tussen uitzending van het ultrasoon signaal en de ontvangst van het gereflecteerde ultrasoon 35 signaal en eventueel de verzwakking van het gereflecteerde signaal, kunnen verwerkt worden voor het bepalen van de vulhoogte van de silo 7.
Bij voorkeur omvatten de electrische middelen communi- 1005603 - 9 - catiemiddelen voor het aan een beheerder op afstand leveren van informatie over de vullingsgraad van de silo's 7 en eventueel van andere gegevens over de toestand van de inrichting. Afhankelijk van de omstandigheden kan de be-5 heerder via de communicatiemiddelen een commando leveren voor het blokkeren van in het bijzonder de met de bollen 22 gekoppelde aandrijfmiddelen.
1005603
Claims (17)
1. Afvalverzamelinrichting, omvattende een verzamelge-deelte (i) en een boven het verzamelgedeelte aangebracht inwerpgedeelte (2), waarbij het verzamelgedeelte (1) bestemd is om in hoofdzaak in een ingegraven bak met een open 5 bovenzijde geplaatst te worden, het verzamelgedeelte (1) een aantal afvalverzamelcompartimenten (7) heeft, en het inwerpgedeelte (2) voor elk compartiment (7) een boven een vulopening (8) van het compartiment (7) aangebrachte, in hoofdzaak verticale vulschacht (20) met een afvalinvoerope-10 ning (21) heeft, met het kenmerk dat het verzamelgedeelte (1) en het inwerpgedeelte (2) aparte gedeelten zijn, elke vulschacht (20) bevestigd is aan een constructie (30, 31, 32) met een verticale draaiïngsas (35), waarvan een hartlijn zich tot tussen de compartimenten (7) uitstrekt, aan 15 de verticale draaiïngsas hef- en draaimiddelen gekoppeld zijn die geschikt zijn om de schachten (20) verticaal te verplaatsen tussen lage en hoge posities waarin de schacht (20) niet respectievelijk wel om de verticale as (35) over de silo (7) draaibaar is. 20
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een onderste gedeelte (23) van de schacht (20) middelen (24) heeft die geschikt zijn om in combinatie met een flens (9) van de vulopening (8) van de silo (7) een afdichting te 25 vormen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de compartimenten aparte silo's (7) zijn.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de hefmiddelen eerste aandrijfmiddelen omvatten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat 35 het inwerpgedeelte (2) een bedieningsconsole (33) en met het bedieningsconsole en de eerste aandrijfmiddelen verbon- 1005603 - 11 - den eerste electrische middelen omvat, die bij ontvangst van een correct authorisatiekenmerk het sturen van de eerste aandrijfmiddelen vrijgeven.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, et het kennerk dat het inwerpgedeelte (2) middelen heeft voor het bepalen van een vullingsgraad van elk compartiment (7).
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, et het kenmerk dat in de inwerpopening (21) van elke schacht (20) sluismiddelen met een sluiskamer (44) aangebracht zijn die geschikt zijn om de sluiskamer (44) te verplaatsen tussen een eerste positie waarin de sluiskamer 15 (44) uitsluitend naar de inwerpopening (21) geopend is voor het via de inwerpopening (21) in de kamer deponeren van een hoeveelheid afval, en een tweede positie waarin de sluiskamer (44) uitsluitend naar de schacht (20) open is voor het in de schacht (20) storten van in de kamer (44) aanwezig 20 afval.
8. Inrichting volgens conclusie 7, ut het kenmerk dat de sluismiddelen bestaan uit een transportlichaam (22) waarvan een aan één zijde (45) open ruimte (44) de sluiskamer 25 vormt, het transportiichaam (22) draaibaar is om een aan de open zijde (45) van de kamer (44) evenwijdige horizontale as voor het bereiken van de eerste en tweede posities van de kamer, en de inwerpopening (21) een aan de vorm van het transport lichaam (22) aangepaste vorm heeft voor het in de 30 eerste en tweede posities van de kamer (44) uitsluitend naar de inwerpopening (21) respectievelijk naar de schacht (20) open zijn van de kamer.
9. Inrichting volgens conclusie 8, ut het kenmerk dat 35 het transportiichaam (22) een bolschijf is.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de horizontale as van het transportlichaam (22) gekop- 1005603 - 12 - peld is met weegmiddelen voor het wegen van in de sluiska-mer (44) aanwezig afval.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat 5 de eerste en tweede posities van de sluiskamer (44) zich aan weerszijden van een derde positie bevinden waarin de kamer (44) vanuit de inwerpopening (21) ontoegankelijk is en de weegmiddelen het wegen uitvoeren.
12. Inrichting volgens één van de conclusies 8 t/m 11, met het kenmerk dat het transport lichaam (22) gekoppeld is met tweede aandrijfmiddelen en met de tweede aandrijfmiddelen gekoppelde tweede electrische middelen, die bij ontvangst van een correct authorisatiekenmerk de tweede aandrijfmid-15 delen vrijgeven.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de tweede electrische middelen een eerste schakelaar (48) en een tweede schakelaar (49) omvatten, wanneer de eerste 20 schakelaar (48) bekrachtigd wordt de tweede electrische middelen de tweede aandrijfmiddelen sturen om het lichaam (22) naar de eerste positie te draaien, zolang de tweede schakelaar (49) bekrachtigd wordt de tweede electrische middelen de tweede aandrijfmiddelen sturen om het lichaam 25 (22) naar de tweede positie te draaien, waarna de tweede stuurmiddelen onafhankelijk van het bekrachtigd zijn van de tweede schakelaar (49) de tweede aandrijfmiddelen sturen om het lichaam (22) achtereenvolgens naar de derde positie, de tweede positie en terug naar de derde positie te draaien. 30
14. Inrichting volgens één van de conclusies 5 t/m 13, met het kenmerk dat de electrische middelen communicatiemiddelen omvatten voor het overdragen van gegevens over de vullingsgraad van de compartimenten (7). 35
15. Inrichting volgens één van de conclusies 5 t/m 14, met het kenmerk dat de electrische middelen een electronische betaalinrichting omvatten. 1005603 - 13 -
16. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verzamelgedeelte (1) twee compartimenten (7) heeft, een gedeelte (32) van de verbindingscon-structie (30, 31, 32) van het inwerpgedeelte (2) dat ge- 5 meenschappelijk is voor twee bijbehorende schachten (20) centraal tussen en boven de compartimenten (7) aangebracht is, en een ruimte tussen de compartimenten voldoende groot is voor het naar het gemeenschappelijke gedeelte van het inwerpgedeelte (1) doorlaten van kabels en/of buizen voor 10 energietoevoer en/of communicatie.
17. Inrichting volgens één van de conclusies 12 t/m 16, met het kenmerk dat de tweede electrische middelen de tweede aandrijfmiddelen naar de tweede of derde positie 15 sturen en daarin handhaven wanneer een maximale vullings-graad van een compartiment (7) bereikt is en/of een geschikt commando op afstand ontvangen wordt. i 1005603
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005603A NL1005603C2 (nl) | 1997-03-21 | 1997-03-21 | Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. |
AU64237/98A AU6423798A (en) | 1997-03-21 | 1998-03-10 | Refuse-collection device with underground refuse silos |
EP98909867A EP0968124A1 (en) | 1997-03-21 | 1998-03-10 | Refuse-collection device with underground refuse silos |
PCT/NL1998/000139 WO1998042596A1 (en) | 1997-03-21 | 1998-03-10 | Refuse-collection device with underground refuse silos |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005603A NL1005603C2 (nl) | 1997-03-21 | 1997-03-21 | Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. |
NL1005603 | 1997-03-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005603C2 true NL1005603C2 (nl) | 1998-09-22 |
Family
ID=19764643
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005603A NL1005603C2 (nl) | 1997-03-21 | 1997-03-21 | Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0968124A1 (nl) |
AU (1) | AU6423798A (nl) |
NL (1) | NL1005603C2 (nl) |
WO (1) | WO1998042596A1 (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10056263C2 (de) * | 2000-11-14 | 2003-03-13 | Roland Kohler | Wertstoffsammelsystem |
EP1440918B1 (de) | 2003-01-22 | 2006-12-27 | Konrad Kohler | Wertstoffsammelsystem |
NL1037482C2 (nl) * | 2009-11-19 | 2011-05-23 | Rooij Milieutechniek B V De | Samenstel van een ondergrondse container en een zwenkbaar opgestelde toevoereenheid. |
FR2954299B1 (fr) * | 2009-12-21 | 2012-01-20 | Plastic Omnium Cie | Conteneur d'apport volontaire enterre ou semi-enterre, element de construction d'une cuve pour recevoir un tel conteneur, cuve et cadre de cuve pour recevoir un tel conteneur |
EP2514689B2 (de) | 2011-04-18 | 2020-02-12 | Patrick Bauer | Einwurfsäule eines Unterflur-Sammelbehälters |
EP2936324B1 (en) | 2012-12-19 | 2021-09-15 | Big Belly Solar LLC | Controlling electrically-powered trash compactors and receptacles |
EP2939954B1 (de) * | 2014-04-30 | 2020-02-26 | ESE World B.V. | Unterflur-müllsammeleinrichtung sowie verfahren zum befüllen einer solchen unterflur-müllsammeleinrichtung |
EP2939956A1 (de) * | 2014-04-30 | 2015-11-04 | ESE World B.V. | Einwurfeinrichtung für eine unterflur-müllsammeleinrichtung sowie unterflur-müllsammeleinrichtung |
NL2023538B1 (en) * | 2019-07-19 | 2021-02-08 | Mr Fill Holding B V | Refuse distribution and compaction device |
US20220267087A1 (en) * | 2019-07-19 | 2022-08-25 | Mr. Fill Holding B.V. | Refuse distribution and compaction devices and methods |
CN111217046A (zh) * | 2020-02-17 | 2020-06-02 | 南京工程学院 | 智能垃圾分类回收系统 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4217118A1 (de) * | 1992-05-25 | 1993-12-02 | Horst H Dr Seeber | Schutzbehälter für Abfallbehältnis |
DE8628678U1 (de) * | 1986-10-28 | 1995-02-16 | Illert, Christiane, 40470 Düsseldorf | Einrichtung für Recycling-Container |
EP0650908A1 (fr) * | 1993-11-02 | 1995-05-03 | ALLIBERT EQUIPEMENT (Société Anonyme), société dite: | Perfectionnements aux unités de réception de déchets à stockage souterrain |
DE4413034A1 (de) * | 1994-04-15 | 1995-10-19 | Alois Ziswiler | Einfüllvorrichtung für Stoffe |
WO1996022238A1 (en) * | 1995-01-19 | 1996-07-25 | Tecnocad S.R.L. | A plant and a process for differentiated refuse collection |
DE29607717U1 (de) * | 1996-04-16 | 1996-08-01 | CSL Computer-Service Lauchhammer GmbH, 01979 Lauchhammer | Bedieneinrichtung für Schüttgutbehälter-Einbauten |
DE19524629C1 (de) * | 1995-07-06 | 1997-02-13 | Helbing & Partner | Stationäre Bioabfallsammelanlage |
-
1997
- 1997-03-21 NL NL1005603A patent/NL1005603C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-03-10 EP EP98909867A patent/EP0968124A1/en not_active Ceased
- 1998-03-10 AU AU64237/98A patent/AU6423798A/en not_active Abandoned
- 1998-03-10 WO PCT/NL1998/000139 patent/WO1998042596A1/en not_active Application Discontinuation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8628678U1 (de) * | 1986-10-28 | 1995-02-16 | Illert, Christiane, 40470 Düsseldorf | Einrichtung für Recycling-Container |
DE4217118A1 (de) * | 1992-05-25 | 1993-12-02 | Horst H Dr Seeber | Schutzbehälter für Abfallbehältnis |
EP0650908A1 (fr) * | 1993-11-02 | 1995-05-03 | ALLIBERT EQUIPEMENT (Société Anonyme), société dite: | Perfectionnements aux unités de réception de déchets à stockage souterrain |
DE4413034A1 (de) * | 1994-04-15 | 1995-10-19 | Alois Ziswiler | Einfüllvorrichtung für Stoffe |
WO1996022238A1 (en) * | 1995-01-19 | 1996-07-25 | Tecnocad S.R.L. | A plant and a process for differentiated refuse collection |
DE19524629C1 (de) * | 1995-07-06 | 1997-02-13 | Helbing & Partner | Stationäre Bioabfallsammelanlage |
DE29607717U1 (de) * | 1996-04-16 | 1996-08-01 | CSL Computer-Service Lauchhammer GmbH, 01979 Lauchhammer | Bedieneinrichtung für Schüttgutbehälter-Einbauten |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0968124A1 (en) | 2000-01-05 |
AU6423798A (en) | 1998-10-20 |
WO1998042596A1 (en) | 1998-10-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1005603C2 (nl) | Afvalverzamelinrichting met ondergrondse afvalsilo's. | |
US5094582A (en) | Waste collection and disposal system | |
US4470747A (en) | Separated discards carrier with safety features | |
US5116184A (en) | Vehicle and method for collecting recyclable waste materials | |
US5181619A (en) | Apparatus and system for storing and collecting separated solid waste | |
JPH04500353A (ja) | くず収集車両 | |
US3490642A (en) | Garbage bin | |
CA1264702A (en) | Recyclable refuse collecting and transport vehicle with side bucket top loading | |
ES2056668T3 (es) | Vehiculo colector de basura con un dispositivo elevador basculante para alojar y vaciar cubos de basura en un agujero de vertido. | |
EP0576405A1 (en) | Equipment for the collection and removal of urban and similar solid waste | |
US5458452A (en) | Vehicle and method for collecting recyclable waste material | |
US4156386A (en) | Trash compactor | |
US6447235B1 (en) | Waste collection device | |
GB2277247A (en) | Improvements relating to waste disposal and like bins | |
EP0592530A4 (en) | Collection vehicle for recyclable elements | |
NL1010751C2 (nl) | Systeem, vrachtautomobiel en verzamelhouder voor het verzamelen van huishoudelijk afval. | |
WO2003011717A2 (en) | Device and procedure for refuse collection | |
NL1005959C2 (nl) | Afvalhouder die geschikt is voor plaatsing in een put. | |
EP0763487B1 (en) | Refuse collection vehicle | |
US2823818A (en) | Bin and truck refuse disposal device | |
US5950920A (en) | Compactor assembly for use with recycling bins | |
WO1993022227A1 (en) | Refuse collection apparatus | |
NL1008345C1 (nl) | Afvalinzamelsysteem. | |
CA2344801C (en) | Garbage or recyclable materials handling container | |
WO1999033718A1 (en) | Improvements relating to divided refuse vehicles |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: GEESINK GROUP B.V. |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20021001 |