NL1003650C2 - Werkwijze en inrichting voor het bedrukken van textiellabels, in het bijzonder heat-sealable textiellabels. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bedrukken van textiellabels, in het bijzonder heat-sealable textiellabels.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedrukken van textiellabels. Een dergelijke werkwijze is uit de praktijk bekend.

Bij de bekende werkwijze wordt een spiegelbeeldige 5 afbeelding van een gewenste afdruk op papier afgedrukt met behulp van transferinkt. Vervolgens wordt dit papier met de afdruk tegen een te bedrukken oppervlak geperst en verhit, zodanig dat de transferinkt in kunststof vezels van het te bedrukken oppervlak wordt opgenomen. De inkt wordt, na 10 afkoeling, in de kunststof vezels vastgehouden. Daardoor is een aldus bedrukt product bijvoorbeeld industrieel wasbaar en chemisch reinigbaar.

Deze bekende werkwijze heeft als nadeel dat een relatief groot aantal bewerkingsstappen noodzakelijk is voor 15 het verkrijgen van het gewenste resultaat. Daardoor is deze bekende werkwijze omslachtig en relatief kostbaar in gebruik. Bovendien heeft een spiegelbeeldige afdruk het nadeel dat deze moeilijk controleerbaar is voor een gebruiker. Immers, met name tekst zal moeilijk leesbaar 20 worden. Een verder nadeel van deze bekende werkwijze is dat het bedrukte product en het papier gezamenlijk verwarmd dienen te worden, bij voorkeur door het papier heen. Dit heeft tot gevolg dat relatief lang verwarmd dient te worden, hetgeen met name voor kunststof vezels in het te bedrukken 25 oppervlak nadelige effecten kan hebben, terwijl bovendien vloeiing van de inkt kan optreden, met als gevolg dat de afdruk op het bedrukte product enigszins onscherp kan worden.

Voorts is uit de praktijk een werkwijze bekend voor 30 het bedrukken van textiellabels, waarbij via bijvoorbeeld zeefdruktechnieken een afbeelding op de bovenzijde van een textiellabel wordt aangebracht met behulp van verf. Daarbij blijft de verf in hoofdzaak als een film op het textiellabel liggen en is daardoor relatief kwetsbaar, met name tijdens '10 0 3 6 5 9 2 bijvoorbeeld industrieel wassen en chemisch reinigen doch ook tijdens normaal gebruik. Bovendien dient bij deze bekende werkwijze voor elke bedrukking een aparte zeef vervaardigd te worden, hetgeen een tijdrovende en kostbare 5 zaak is, terwijl daardoor gebruikers niet zelf, individueel gebruik kunnen maken van deze werkwijze zonder dat daartoe kostbare investeringen worden gedaan in bijvoorbeeld apparatuur en opleidingen. Een verdere beperking van deze bekende werkwijze is dat relatief visceuse verfsoorten 10 dienen te worden gebruikt teneinde voldoende scherpe afdrukken te verkrijgen, waardoor de vormgevingsvrijheid voor de gebruiker aanmerkelijk wordt verminderd.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn 15 vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Bij een werkwijze volgens de uitvinding kan een bedrukking met behulp van de sublimerende- of transferinkt 20 direct, dat wil zeggen zonder tussenkomst van een spiegelbeeldige afdruk welke als sjabloon functioneert, op een textiellabel worden aangebracht. Verrassenderwijs is gebleken dat door gebruik te maken van textiel dat naast de gebruikelijke kunststof vezels inkt opnemende middelen 25 omvat, de inkt door het textiellabel wordt vastgehouden, zowel voor als na het verwarmen van het textiellabel voor opname van de inkt in de kunststof vezels. Dit verrassende effect treedt op doordat de inkt tijdens het aanbrengen bij relatief lage temperatuur door de inkt opnemende middelen 30 wordt opgenomen en vastgehouden, zodanig dat vloeien en smeren van de inkt wordt tegengegaan, terwijl bij voldoende verwarming van het textiellabel de inkt door de inkt opnemende middelen wordt afgegeven en wordt opgenomen door de kunststof vezels, waarbij een hoge mate van hechting 35 ontstaat tussen de inkt en de kunststof vezels. Daardoor is het aldus bedrukte textiellabel eenvoudig, op economische 1003650 3 wijze te vervaardigen en toch wasbaar, in het bijzonder industrieel wasbaar of chemisch reinigbaar.

Zoals reeds uit het voorgaande blijkt dient onder de benaming textiel in deze ten minste begrepen te worden 5 materiaal dat althans gedeeltelijk door bijvoorbeeld weven, breien, haken of dergelijke is vervaardigd uit bijvoorbeeld kunststof vezels en/of natuurlijke vezels. Onder een textiellabel dient ten minste begrepen te worden een stuk textiel dat kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld merken, 10 repareren of versieren van een product, in het bijzonder een textielproduct zoals kleding en dergelijke of voor informatieve doeleinden.

In nadere uitwerking wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 15 conclusie 2.

De inkt opnemende middelen bieden het voordeel dat de inkt bij relatief lage temperatuur reeds voldoende door het textiellabel wordt vastgehouden, zodat nadien slechts het textiellabel, in het bijzonder slechts de inkt dragende 20 laag daarvan verwarmd behoeft te worden teneinde de inkt op geschikte wijze in de kunststof vezels opgenomen te doen worden. De kunststof vezels zorgen daarna voor een adequate bescherming van de bedrukking.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een 25 werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.

Door een textiellabel te voorzien van ten minste een toplaag welke is samengesteld uit kunststof vezels en inkt absorberende vezels, bij voorkeur natuurlijke vezels of ten 30 minste dergelijke vezels omvat, kan op eenvoudige wijze een textiellabel worden verkregen met een geschikte, bij voorkeur regelmatige verdeling van de verschillende materialen. Daardoor kan een grote nauwkeurigheid worden verkregen in de aan te brengen bedrukkingen, met een hoge 35 scherpte.

1 0 0 3 6 5 0 4

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een werkwijze gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.

Door het textiellabel uit te rusten met een toplaag, 5 vervaardigd met kunststof vezels die althans deels zijn voorzien van bijvoorbeeld een inkt opnemende coating, kan het textiellabel eenvoudig worden vervaardigd en op de gewenste posities van de gewenste hoeveelheid inkt opnemende middelen worden voorzien.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.

Door gebruik te maken van een printer voor het bedrukken van de textiellabels wordt een gebruiker de 15 mogelijkheid geboden op bijzonder eenvoudige wijze individueel bepaalde textiellabels te vervaardigen, bijvoorbeeld op een computerscherm. Daarbij kunnen eigen ontwerpen worden toegepast, zowel als voor-ingevoerde ontwerpen en combinaties daarvan. Bedrukkingen kunnen 20 eenvoudig worden aangepast in bijvoorbeeld stand, formaat, aantal, kleur en dergelijke, zonder dat daartoe steeds een nieuw druksjabloon vervaardigd hoeft te worden. Bovendien kunnen eenvoudig meerdere textiellabels tegelijkertijd worden vervaardigd. Juist bij een werkwijze volgens de 25 uitvinding bestaat daarbij de mogelijkheid een keuze te maken uit een groot aantal verschillende printers, afhankelijk van de individuele eisen en wensen van de gebruikers.

In een bijzonder voordelige nadere uitvoeringsvorm 30 wordt een werkwijze volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.

Gebruik van een heat-sealable textiellabel biedt het voordeel dat het textiellabel eenvoudig in bijvoorbeeld een textielproduct bevestigbaar is. Door het textiellabel aan de 35 achterzijde, dat wil zeggen de niet te bedrukken zijde te voorzien van een rug wordt de heat-sealable laag die aan de betreffende zijde gebruikelijk is aangebracht op geschikte 1003650 5 wijze beschermd tegen beschadigingen en vervuilingen. Door de betreffende rug thermisch isolerend uit te voeren wordt bovendien het voordeel bereikt dat de heat-sealable laag tijdens het bedrukken van het textiellabel en/of eventueel 5 daarop volgende verwarming voor het doen overgaan van de inkt naar de kunststof vezels op eenvoudige en geschikte wijze is beschermd tegen te sterke verhitting. Immers, deze laag mag pas dan zodanig verwarmd worden wanneer het textiellabel in of op een geschikt product dient te worden 10 vastgezet door heat-sealing.

Onder heat-sealing dient in deze ten minste begrepen te worden verwarming van een thermisch lijmbare laag of dergelijke middelen, zodanig dat het textiellabel door deze thermisch lijmbare middelen op een product wordt vastgezet, 15 bijvoorbeeld door een thermische reactie tussen polymeren en het product of door versmelting.

Door de rug met behulp van een kleeflaag aan de achterzijde van het textiellabel, bij voorkeur tegen de thermisch lijmbare laag te bevestigen, zodanig dat de rug 20 eenvoudig losneembaar is terwijl de kleefmiddelen hun klevende werking ten minste tot aan de heat-sealing behouden, wordt het voordeel bereikt dat de rug eenvoudig in de beschermende stand behouden blijft, terwijl het textiellabel na verwijdering van de rug eenvoudig tijdelijk, 25 losneembaar in of op een product kan worden bevestigd, bijvoorbeeld ter illustratie, als proef of als presentatiehulpmiddel, terwijl de kleefmiddelen bovendien tijdens het heat-sealen ervoor zorgen dat het textiellabel in de gewenste positie blijft zitten.

30 De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor gebruik bij een werkwijze volgens de uitvinding, welke wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12. De uitvinding heeft bovendien betrekking op een inkthouder voor gebruik in een inrichting 35 volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 13 en een textiellabel, geschikt voor gebruik bij een werkwijze volgens de uitvinding.

Ί0 03 650 6

Nadere voordelige uitvoeringsvormen van werkwijzen en inrichtingen zijn weergegeven in de beschrijving en de conclusies.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen 5 uitvoeringsvoorbeelden van werkwijzen en een inrichting, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: fig. 1 schematisch een textiellabel in een inrichting volgens de uitvinding; 10 fig. 2 een bovenaanzicht van een gedeelte van een textiellabel volgens de uitvinding, in een eerste uitvoeringsvorm; fig. 3A een dwarsdoorsnede van een textielabel volgens de lijn III - III in fig. 2, waarbij een bedrukking 15 is aangebracht, voor verwarming c.q. voor overdracht van de inkt ; fig. 3B een textiellabel volgens de lijn III - III in fig. 3A, na verwarming c.q. na overdracht van de inkt; fig. 4 een dwarsdoorsnede van een textiellabel 20 volgens de uitvinding, in êen tweede uitvoeringsvorm.

In fig. 1 is schematisch een textiellabel 1 getoond, opgenomen in een drukinrichting 2, voorzien van middelen voor het direct op het textiellabel 1 overbrengen van inkt, bijvoorbeeld een printer van het bubbeljet-, inktjet- of 25 lasertype. De printer 2 omvat daartoe een printerkop 3 en één of bij voorkeur meerdere inkthouders 4, elk gevuld met inkt van het transfer- of sublimerende type, bij voorkeur in verschillende kleuren. De printer 2 is aanstuurbaar met behulp van een stuurinrichting 5, welke in fig. 1 is 30 weergegeven in de vorm van een computer.

Het textiellabel 1 is opgebouwd uit een toplaag 6, welke ten minste kunststof vezels en inkt opnemende middelen omvat. Op deze toplaag 6 wordt nog nader teruggekomen. Onder de toplaag 6 is een thermisch lijmbare laag 7 aangebracht, 35 bijvoorbeeld vervaardigd uit polymeren zoals poly-urethaan, polyester-urethaan, polyether-urethaan of polyester. Deze laag strekt zich bij voorkeur onder het gehele oppervlak van 1003650 7 de toplaag 6 uit en is geschikt voor het bevestigen van het textiellabel 1 op bijvoorbeeld textiel door middel van heat-sealing, een warmtebehandeling waarbij de thermisch lijmbare laag 7 door verhitting tot bijvoorbeeld boven de 60°C, bij 5 voorkeur boven 90°C en daarop volgende afkoeling een chemische en/of mechanische verbinding vormt met een hechtoppervlak waarop het textiellabel is gedrukt. Onder de thermisch lijmbare laag 7 is een kleeflaag 8 aangebracht, bijvoorbeeld gevormd uit een drukgevoelige lijmsoort zoals 10 acrylaten. Ook deze kleeflaag 8 strekt zich bij voorkeur onder het gehele oppervlak van de toplaag 6 uit. In de praktijk kunnen sealtemperaturen van 200°C of meer geschikt zi jn.

Met behulp van de kleeflaag 8 is het textiellabel 15 losneembaar verbonden met een rug 9, bijvoorbeeld vervaardigd uit papier, kunststof of textiel. Zoals getoond in fig. 1 is een reeks textiellabels 1 in doorvoerrichting P van de printer achter elkaar op één rug 9 aangebracht. Op vergelijkbare wijze kunnen textiellabels 1 naast elkaar op 20 een rug 9 zijn aangebracht, zodanig dat rijen en/of kolommen textiellabels op één rug 9 worden verkregen. Elke rij en/of elke kolom kan daarbij één of meer textiellabels 1 omvatten met gelijke of verschillende vormen, afmetingen en beoogde bedrukkingen. De textiellabels 1 kunnen met behulp van de 25 rug 9 en een transportinrichting 10, in fig. 1 schematisch weergegeven als twee aandrijvende drukrollen 11, door een printer 2 of dergelijke drukinrichting worden gevoerd. Uiteraard is het eveneens mogelijk gebruik te maken van een andersoortige drukinrichting, bijvoorbeeld een plotter, 30 waarbij de inktkop 3 ten opzichte van een stationair opgesteld of mede bewegende textiellabel beweegt voor het aanbrengen van de bedrukking.

Aan de in doorvoerrichting achterliggende zijde van de printerkop 3 is een verwarmingsmiddel 12 opgenomen, voor 35 het verwarmen van ten minste het of elk bedrukte deel van een textiellabel, zodanig dat de bedrukking althans in hoofdzaak droog is bij het verlaten van de printer 2. Een 1 0 0 3 6 5 0 8 nader doel van deze verwarmingsinrichting 12, welke bijvoorbeeld ook in één van de of beide drukrollen 11 kan zijn aangebracht, zal nog nader worden toegelicht.

Door gebruik van de kleeflaag 8 kan een textiel-5 label 1 volgens de uitvinding eenvoudig op een product worden gekleefd, voorafgaand aan de heat-sealing, zodanig dat het textiellabel niet kan verschuiven tijdens het heat-sealen. Door aanbrengen van de thermisch lijmbare middelen 7 en/of de kleeflaag 8 onder het gehele oppervlak van de 10 toplaag 6 wordt ervoor zorggedragen dat tijdens het tijdelijk (losneembaar) vastkleven en/of heat-sealen op bijzonder eenvoudige, snelle en economische wijze een optimale verbinding wordt verkregen tussen het textiellabel en het product. Daardoor worden verschuivingen, vervorming, 15 plooivorming en beschadigingen van het textiellabel 1 voorafgaand en tijdens gebruik verhinderd. Overigens wordt opgemerkt dat bij een werkwijze volgens de uitvinding ook textiellabels kunnen worden toegepast die anders zijn opgebouwd, bijvoorbeeld zonder thermisch lijmbare middelen, 20 zonder kleeflaag en/cf zonder rug.

Onder verwijzing naar fig. 2 zal een eerste uitvoeringsvorm van een toplaag 6 van een textiellabel 1 volgens de uitvinding worden beschreven. In deze uitvoeringsvorm is de toplaag 6 gevormd door weven, breien 25 of dergelijke techniek, omvattende afwisselende horizontale en verticale draden (scheringen en inslagen). Daarbij is een eerste reeks draden 13 althans gedeeltelijk vervaardigd uit inkt opnemend materiaal, een tweede reeks draden 14 althans gedeeltelijk uit een nog nader te beschrijven kunststof.

30 De eerste reeks draden 13 is bijvoorbeeld vervaardigd uit natuurlijke vezels en/of inkt ad- of absorberende materialen, bijvoorbeeld katoen, zijde, linnen of wol of combinaties van dergelijke materialen. Tijdens een bedrukking van het textiellabel wordt inkt 15 op de 35 toplaag 6 van het textiellabel 1 gebracht, zodanig dat de inkt 15 bijvoorbeeld een althans gedeeltelijk afdekkende laag vormt op ten minste de eerste draden 13 of gedeeltelijk 1003650 9 door deze draden 13 wordt geabsorbeerd. Als inkt 15 wordt daarbij een transferinkt of sublimerende inkt toegepast.

De kunststof waaruit de tweede draden 14 zijn vervaardigd is van een soort die bij verhoging van de 5 temperatuur tot een temperatuur Tw nabij of boven de transfer- of sublimatietemperatuur Ts van de te gebruiken inkt 15 enigszins 'werkt', zodanig dat van de betreffende tweede draden 14 ten minste de buitenste laag zich 'opent', teneinde de inkt 15 de mogelijkheid te bieden daarin door te 10 dringen. De inkt 15 wordt derhalve overgebracht vanuit of vanaf de eerste reeks draden 13 naar de tweede reeks draden 14. Bij verlaging van de temperatuur tot nabij of onder de temperatuur Ts sluit de buitenste laag van de tweede draden 14 zich weer onder insluiting van de inkt 15. 15 Daarbij kan bovendien een chemische reactie optreden die de inkt 15 verder vastzet in de tweede draden 14. Zolang de temperatuur Tg waaraan het textiellabel tijdens normaal gebruik wordt blootgesteld lager is dan de temperatuur Tw waarbij de kunststof 'werkt' zal de inkt 15 opgesloten 20 blijven in de kunststof draden 14 en derhalve tegen beschadiging worden beschermd. Wastemperaturen voor textiel zullen steeds onder de temperatuur Tw liggen. Daardoor blijft de bedrukking ook bij herhaald reinigen en langdurig gebruik tegen beschadigingen en slijtage beschermd. Als 25 kunststoffen kunnen bijvoorbeeld polyester, polyamide of acryl worden toegepast. Wastemperaturen zullen over het algemeen minder dan 100°C zijn, sealtemperaturen liggen over het algemeen veel hoger, bijvoorbeeld rond de 200°C. De werktemperatuur ligt steeds hoger dan de wastemperatuur.

30 Als thermisch lijmbare middelen 7 zijn bijvoorbeeld polymeren zoals polyurethaan, polyester-urethaan, polyeter-urethaan, polyester en dergelijke kunststoffen geschikt.

Voor de kleefmiddelen 8 komen bijvoorbeeld drukgevoelige lijmsoorten zoals acrylaten in aanmerking. De zelfklevende 35 laag 8 of dergelijk middel mag geen barrière vormen voor de thermisch lijmbare middelen 7. De kleefmiddelen 8 dienen derhalve bij voorkeur tijdens het sealen en/of tijdens 1003650 10 daarop volgende reinigingen uit het product waarop het textiellabel wordt bevestigd te worden verwijderd, bijvoorbeeld door oplossen in waswater. Bovendien kunnen de thermisch lijmbare middelen 7 en de kleefmiddelen 8 in dunne 5 strepen of kleine vlakjes naast elkaar zijn aangebracht.

Als materiaal voor de rug 9 is bijvoorbeeld papier of textiel bijzonder geschikt.

Door gebruik van de rug 9 wordt verhinderd dat, indien heat-sealable (thermisch lijmbare) textiellabels 10 worden toegepast, de thermisch lijmbare middelen 7 tijdens het verhogen van de temperatuur van de kunststof draden 14 te warm worden, met name indien deze thermisch goed isolerend is of warmte snel kan wegleiden. Dit is van groot belang aangezien een te sterke verwarming van de thermisch 15 lijmbare middelen 7 tijdens en direct na het bedrukken immers tot gevolg zou hebben dat deze niet of althans veel minder geschikt worden voor het aansluitend heat-sealen van het textiellabel. Bovendien zou daardoor vervuiling van de drukinrichting 2 optreden.

20 Voordelig zijn gebleken textielsoorten bevattende een combinatie van polyester en natuurlijke vezels, in een verhouding 20% tot 80% polyester en 90% tot 10% natuurlijke vezels, in het bijzonder polyester/katoen 65/35. Dit voorbeeld dient uiteraard niet beperkend te worden 25 uitgelegd.

Uiteraard kunnen ook textiellabels met behulp van een werkwijze volgens de uitvinding worden bedrukt welke niet zijn voorzien van een thermisch lijmbare laag en/of een zelfklevende laag. Zo kunnen bijvoorbeeld innaailabels en 30 zelfklevende, niet heat-sealable textiellabels op vergelijkbare wijze worden bedrukt. Een rug 9 kan geheel of gedeeltelijk met de textiellabels zijn verbonden en kan deze geheel of gedeeltelijk overdekken aan de van de te bedrukken zijde afgekeerde zijde.

35 Fig. 3A en 3B tonen een doorgesneden zij-aanzicht van een toplaag 6 volgens fig. 2, respectievelijk voor en na verwarming tot boven de overdrachttemperatuur van de inkt.

1003650 11

In fig. 3A is een deel van een bedrukking, uitgevoerd in transferinkt, opgenomen in de inkt opnemende vezels van de eerste draden 13. In deze figuur zijn de inkt opnemende eerste draden 13 als draden in een eerste richting getoond 5 (haaks op het blad van de tekening) en de kunststof tweede draden 14 als draden in de tweede richting (evenwijdig aan het blad van de tekening), doch het zal duidelijk zijn dat eerste en tweede draden op allerlei verschillende wijzen kunnen zijn verweven of anderszins kunnen zijn samengevoegd, 10 afhankelijk van de gewenste verdeling daarvan. Bij verwarming van de toplaag 6 opent de structuur van de kunststof tweede draden 14 zich terwijl de transferinkt 15 de neiging vertoont zich vanaf de inkt opnemende draden 13 te verplaatsen naar ten minste de kunststof tweede draden 14 15 die daarnaast zijn gelegen. Daartoe kan de inkt 15 bijvoorbeeld door de verwarming sublimeren en door de zich openende kunststof draden 14 worden opgezogen. Deze situatie is grotendeels weergegeven in fig. 3B. Na afkoeling van de kunststof draden 14 sluiten deze zich wederom en sluiten 20 daarbij de inkt 15 op.

Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een toplaag 26 voor een textiellabel 21 volgens de uitvinding. Gelijke delen hebben met fig. 1 en 2 overeenkomstige verwijzingscijfers, vermeerderd met twintig. Bij deze 25 uitvoeringsvorm zijn eerste 23 en tweede draden 24 onderling verweven tot een netwerk, waarbij de eerste 23 en tweede draden 24 aan elkaar gelijk kunnen zijn en zijn vervaardigd uit kunststof van de hiervoor beschreven soort. Althans een aantal van de draden 23, 24 is voorzien van een inkt 30 absorberende laag 30 over het volledige oppervlak of over slechts een gedeelte daarvan. Bij verwarming van de toplaag tot boven Tw zal de inkt 15 die in eerste instantie door de inkt opnemende laag 30 is opgenomen door bijvoorbeeld ad- of absorbtie, overgaan naar de kunststof kernen van de 35 draden 23, 24. Daarbij is het bijzonder voordelig wanneer de inkt opnemende laag 30 vervolgens verdwijnt, bijvoorbeeld als gevolg van de temperatuurverhoging of tijdens een 1003650 12 aansluitende reiniging, zodanig dat de kunststof draden 23, 24 vrij komen te liggen. Overigens kan de inkt opnemende laag 30 ook doorzichtig worden uitgevoerd of worden tijdens de verwarming. De inkt absorberende laag kan voorafgaand aan 5 het samenstellen van de toplaag 26 op de draden 23, 24 worden aangebracht maar kan ook nadien worden aangebracht.

Op deze wijze wordt bij gelijke mesh een grotere dichtheid aan kunststof, inkt-insluitende draden verkregen, waardoor nauwkeurige scherpe afdrukken kunnen worden verkregen.

10 Gebruik van een hitte genererende printer of dergelijke drukinrichting heeft het voordeel dat daardoor op geschikte wijze, direct volgend op het aanbrengen van de inkt op de toplaag, de temperatuur Tw wordt bereikt, waardoor de inkt direct in de kunststof draden 13, 23 wordt 15 opgenomen. Daardoor wordt versmering van de inkt bij verdere behandeling op effectieve wijze verhinderd. Dit is met name gunstig bij gebruik van een werkwijze en textiellabel volgens de uitvinding voor meerkleurige bedrukkingen, doordat doorlopen van de kleuren daardoor op bijzonder 20 voordelige wijze wordt verhinderd, hetgeen bijzonder nauwkeurige en scherpe afdrukken tot gevolg heeft.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving gegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk.

25 Zo kunnen meerdere soorten vezels worden toegepast in een textiellabel volgens de uitvinding, waarbij bovendien draden kunnen worden toegepast die bijvoorbeeld zijn gesponnen uit twee of meer verschillende materialen. Bovendien kunnen bijvoorbeeld non-wovens worden toegepast 30 waarbij voorafgaand aan het aanbrengen van de bedrukking met bijvoorbeeld een printer een te bedrukken zijde geheel of gedeeltelijk wordt overdekt met een laag inkt opnemend materiaal van de eerder beschreven soort of wordt mee-geëxtrudeerd. Verwarming van de toplaag kan op vele andere 35 wijzen worden bereikt, bijvoorbeeld door stralingswarmte of met behulp van verwarmende aandrukrollen en dergelijke. Voorts zijn uiteraard combinaties van de beschreven 1003650 13 uitvoeringsvormen mogelijk. De in de beschrijving als voorbeelden genoemde materialen, temperaturen en dergelijke dienen niet beperkend te worden uitgelegd.

Deze en vele vergelijkbare aanpassingen worden 5 geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.

1003650

Claims (14)

1. Werkwijze voor het bedrukken van een textiellabel (1, 21), voorzien van ten minste een toplaag (6, 26), welke toplaag (6, 26) ten minste kunststof, in het bijzonder onderling verweven kunststof vezels (14, 24) en inkt 5 opnemende middelen (13, 23, 30) omvat, omvattende de volgende stappen: aanbrengen van een bedrukking met behulp van inkt (15) van het sublimerende- of transfertype, welke inkt (15) direct op het textiellabel (1, 21) wordt aangebracht en door 10 de inkt opnemende middelen (13, 23, 30) wordt geabsorbeerd of althans vastgehouden; verwarmen van het textiellabel (1, 21), zodanig dat de inkt (15) althans in hoofdzaak vanaf of vanuit de inkt opnemende middelen (13, 23, 30) wordt overgebracht naar de 15 kunststof (14, 24); en afkoeling van het textiellabel (1, 21), zodanig dat de inkt (15) vast met de kunststof (14, 24) wordt verbonden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat ten minste de kunststof (14, 24) wordt verwarmd tot een 20 temperatuur (Tw) waarbij de vezelstructuur daarvan nabij de inkt opnemende middelen (13, 23, 30) wordt geopend, waarbij de inkt (15) vanaf of vanuit de inkt opnemende middelen (13, 23, 30) naar de kunststof (14, 24) wordt overgebracht en althans in hoofdzaak in de kunststof (14, 24) wordt 25 opgenomen, en waarbij het textiellabel (1, 21) zodanig wordt afgekoeld dat de vezelstructuur van de kunststof (14, 24) zich sluit, onder insluiting van de de bedrukking vormende inkt (15).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat 30 een textiellabel (1, 21) wordt toegepast waarvan ten minste de toplaag (6) een mengsel van kunststof vezels (14) en inkt 1003650 opnemende vezels (13), bij voorkeur natuurlijke vezels omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat een textiellabel (1) wordt toegepast waarbij de toplaag (6) 5 tussen 40 en 90%, meer in het bijzonder tussen 50 en 80% en bij voorkeur ongeveer 65% kunststof vezels (14) omvat, in het bijzonder polyester of polyamide, en tussen 10 en 60%, meer in het bijzonder tussen 20 en 50% en bij voorkeur ongeveer 35% natuurlijke vezels (13) omvat, in het bijzonder 10 katoen.

5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat een textiellabel (21) wordt toegepast waarvan ten minste de toplaag (26) een aantal kunststof vezels (23, 24) omvat, althans gedeeltelijk voorzien van een laag inkt opnemende 15 middelen (30).

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de of elke bedrukking direct op de toplaag (6, 26) van het of elk textiellabel (1, 21) wordt geprint met behulp van een printer (2), waarbij de 20 transferinkt of sublimerende inkt (15) is opgenomen in ten minste één inktcassette of -patroon (4).

7. Werkwijze volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat de of elke bedrukking veelkleurig wordt uitgevoerd, waarbij de inkt (15) tijdens of na het aanbrengen door verwarming 25 althans gedeeltelijk wordt gedroogd, welke verwarming althans gedeeltelijk zorgt voor de overdracht van de inkt (15) naar en/of in de kunststof vezels (14, 24).

8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat als textiellabel (1, 21) een heat- 30 sealable textiellabel wordt toegepast, waarbij aan de van de te bedrukken toplaag (6, 26) afgekeerde zijde van het texttiellabel een rug (9) is aangebracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat als rug (9) een thermisch isolerende rug wordt toegepast.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat de rug (9) losneembaar met de van de toplaag afgekeerde zijde van het textiellabel (1, 21) is verbonden, bij 1 0 0 3 6 5 0 voorkeur door middel van een kleeflaag (8), waarbij de rug (9) tijdens het bedrukken van het textiellabel (1, 21) met het textiellabel verbonden blijft in een de genoemde zijde van het textiellabel bedekkende stand.

11. Werkwijze volgens conclusie 6 en één der conclusies 7 - 10, gekenmerkt doordat als printer (2) een warmte genererende printer wordt toegepast, in het bijzonder een printer van het inktjet-, bubbeljet- of laserjet- of lasertype.

12. Inrichting voor gebruik bij een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de inrichting een printer (2) van een warmtegenererend type omvat, in het bijzonder een inktjet-, bubbeljet-, laserjet- of laserprinter, voorzien van ten minste één inkthouder (4) 15 welke transferinkt of sublimerende inkt (15) bevat.

13. Inkthouder, in het bijzonder een inktpatroon of inktcassette (4), voor gebruik in een inrichting volgens conclusie 12, bevattende transferinkt of sublimerende inkt (15) .

14. Textiellabel, geschikt voor gebruik bij een werkwijze volgens één der conclusies 1-11. 1003650