NL1003535C2 - Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. - Google Patents
Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1003535C2 NL1003535C2 NL1003535A NL1003535A NL1003535C2 NL 1003535 C2 NL1003535 C2 NL 1003535C2 NL 1003535 A NL1003535 A NL 1003535A NL 1003535 A NL1003535 A NL 1003535A NL 1003535 C2 NL1003535 C2 NL 1003535C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- loading device
- collection vehicle
- refuse collection
- detection member
- vehicle according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F3/00—Vehicles particularly adapted for collecting refuse
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F3/00—Vehicles particularly adapted for collecting refuse
- B65F3/001—Vehicles particularly adapted for collecting refuse for segregated refuse collecting, e.g. vehicles with several compartments
- B65F2003/003—Footboards
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F3/00—Vehicles particularly adapted for collecting refuse
- B65F3/001—Vehicles particularly adapted for collecting refuse for segregated refuse collecting, e.g. vehicles with several compartments
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Refuse-Collection Vehicles (AREA)
- Filters For Electric Vacuum Cleaners (AREA)
- Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
Description
Korte aanduiding: Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen.
De uitvinding heeft betrekking op een afvalinzamel-voertuig omvattende een chassis, een op het chassis gemonteerde laadbak en een beladingsinrichting voor het legen van afvalcontainers in de laadbak, waarbij het voertuig is 5 voorzien van beveiligingsmiddelen voor het voorkomen van onveilige situaties, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste één aanrakingsvrij detectieorgaan omvatten dat verbonden is met besturingsmiddelen van het afvalinzamelvoertuig.
10 Een dergelijk afvalinzamelvoertuig is bekend uit EP-A- 0 699 601. Dit bekende afvalinzamelvoertuig is voorzien van een automatische beladingsinrichting. Het werkgebied van de beladingsinrichting wordt afgeschermd door middel van aan de zijkanten van het voertuig aangebrachte barrière-elemen-15 ten. Aan het vrije einde van de barrière-elementen is een foto-elektrische detectie-orgaan aangebracht, bestaande uit een op het ene barrière-element aangebrachte zender en een op het andere barrière-element aangebrachte ontvanger. Het foto-elektrische detectie-orgaan is verbonden met de bestu-20 ringsmiddelen van de beladingsinrichting, zodanig dat, indien ten minste tijdens een deel van de bewegingscyclus van de beladingsinrichting door het detectie-orgaan een persoon of voorwerp of dergelijke wordt gesignaleerd, de beweging van de beladingsinrichting wordt verhinderd of 25 afgebroken. Het bekende afvalinzamelvoertuig heeft als nadeel, dat de barrière-elementen een persoon die een te legen afvalcontainer naar de beladingsinrichting moet brengen (belader) hinderen, op een moment dat hij vanaf een zijkant met de container de beladingsinrichting nadert. Dit 30 hinderen door de barrière-elementen is voor de veiligheid niet noodzakelijk op het moment dat de beladingsinrichting niet beweegt, omdat er zich bij een stilstaande beladingsinrichting geen gevaarlijke situaties kunnen voordoen. De belader moet echter een langere weg om het barrière-element 1003535.
-2- heen afleggen om een container aan de beladingsinrichting aan te bieden. Dit is voor de belader extra vermoeiend en betekent dat het beladen meer tijd in beslag neemt. Een ander nadeel is dat kinderen onder de barrière-elementen 5 door kunnen kruipen, waarna zij kunnen worden geraakt door de beladingsinrichting of een container die door de beladingsinrichting wordt neergezet.
De uitvinding heeft tot doel een afvalinzamelvoertuig te verschaffen met zodanige beveiligingsmiddelen, dat het 10 werkgebied van beweegbare delen van het voertuig doelmatig worden beveiligd, zodanig dat zich geen onveilige situaties kunnen voordoen, maar waarbij de belader niet onnodig wordt gehinderd door afschermende delen.
Dit doel wordt bij een afvalinzamelvoertuig van het 15 aan het begin genoemde type volgens de uitvinding bereikt, doordat het afvalinzamelvoertuig in hoofdzaak vrij is van mechanische afschermmiddelen voor het afschermen van het werkgebied van de beladingsinrichting en het detectieorgaan op een beweegbaar deel van de beladingsinrichting en/of op 2 0 een vast deel van het voertuig is aangebracht en is ingericht voor het aftasten van een twee- of driedimensionaal aftastgebied (venster).
Door deze combinatie van maatregelen is het gebied van de beladingsinrichting vrij toegankelijk voor de belader, 25 maar wanneer zich binnen het aftastgebied van het detectieorgaan een persoon of voorwerp of dergelijke bevindt, kunnen bewegende delen van het voertuig worden stopgezet, zodat er geen gevaarlijke situaties ontstaan.
Voorkeursuitvoeringsvormen van een afvalinzamelvoer-30 tuig volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.
De uitvinding in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 35 Fig. 1 een zijaanzicht is van een afvalinzamelvoertuig volgens de uitvinding van het type achterlader,
Fig. 2 het achterste gedeelte van het afvalinzamel- 1003535.
-3- voertuig van fig. 1 weergeeft, waarbij de beladingsinrich-ting zich in de stand bevindt, waarin een in de beladings-inrichting opgenomen afvalcontainer wordt leeggestort,
Fig. 3 een zijaanzicht is van een af val inzaïnel voertuig 5 van het type zij lader, en
Fig. 4 een achteraanzicht is van het afvalinzamelvoer-tuig van fig. 3.
In fig. 1 is in zijaanzicht een afval inzamel voertuig van het type achterlader weergegeven. Het voertuig omvat 10 een chassis 1 en een op het chassis gemonteerde laadbak 2. Aan de laadbak is een achterlader 3 gemonteerd, die in de punten 12 scharnierbaar is verbonden met de laadbak 2. De achterlader 3 is scharnierbaar door middel van cilinders 15, die tussen de laadbak 2 en de achterlader 3 zijn aange-15 bracht.
Aan de achterlader 3 is een beladingsinrichting 4 bevestigd, waarmee afvalcontainers kunnen worden geleegd door hun inhoud in een trog 5 van de achterlader 3 te storten. Ook kan handmatig afval in de trog 5 worden gewor-20 pen. De achterlader 3 is voorzien van een persmechanisme 11 waarmee het afval vanuit de trog 5 in de laadbak 2 wordt geperst.
Het werkgebied van de beladingsinrichting 4, in het bijzonder van de bewegende delen ervan, dient te worden 25 beveiligd, in de zin dat zich geen onveilige situaties kunnen voordoen als een persoon, voorwerp of dergelijke zich in dit werkgebied bevindt. De beladingsinrichting 4 mag dan niet bewegen. Onder het werkgebied van de beladingsinrichting dient te worden verstaan het gebied waarin 30 zich de beweegbare delen van de beladingsinrichting kunnen bewegen, maar eveneens het daaromheen liggende gebied, dat vrij dient te zijn van personen, voorwerpen of dergelijke om een veilig bewegen van deze delen te kunnen garanderen. Het werkgebied van de beladingsinrichting 4 bevindt zich 35 aan de achterzijde van het voertuig. Om dit gebied zijdelings af te schermen, is op een linker- en rechter hefarm 6 van de beladingsinrichting 4 een aanrakingsvrij detectie- 1003535.
-4- orgaan 7 aangebracht. Het detectie-orgaan 7 is zodanig afgesteld en gericht dat een twee of driedimensionaal aftastgebied of venster 7a kan worden afgetast, zoals in fig. 1 is weergegeven met onderbroken lijnen, met een 5 vensterlengte 1 en een vensterhoek a. Door dit venster 7a wordt zowel de beladingsinrichting als een door de bela-dingsinrichting te behandelen afvalcontainer zijdelings afgeschermd. Als tijdens het (automatisch) bewegen van de beladingsinrichting een persoon met delen van zijn lichaam 10 in het venster 7a komt, zal de beladingsinrichting 4 stoppen roet bewegen, waardoor het gevaar is geweken. Aangezien er geen barrière-elementen aanwezig zijn, wordt een belader niet gehinderd tijdens het zijdelings naar en van de beladingsinrichting 4 brengen van afvalcontainers, zoals bij 15 het bekende afvalinzamelvoertuig het geval is.
In fig. 2 is te zien, dat het bevestigen van de detec-tie-organen 7 op de hefarmen 6 het voordeel heeft dat door het met de hefarmen 6 meebewegen van de detectie-organen 7, het eigenlijke, steeds wijzigende, werkgebied van de bela-20 dingsinrichting 4 met container 16 wordt beveiligd. Dit in tegenstelling tot de beveiliging door middel van barrière-elementen zoals bij het bekende afvalinzamelvoertuig. Als bij het bekende voertuig de beladingsinrichting tot boven het barrière-element is bewogen, schermt het barrière-25 element de beladingsinrichting niet meer volledig af, en is het mogelijk om in aanraking te komen met de bewegende beladingsinrichting.
Een ander voordeel van de constructie volgens de uitvinding is, dat telkens tijdens het starten van de 30 bewegingscyclus van de beladingsinrichting 4 de juiste werking van het detectie-orgaan 7 kan worden gecontroleerd. In de onderste stand van de beladingsinrichting 4 is het detectie-orgaan 7 naar de bodem toe gericht (zie fig. 1) . Als het detectie-orgaan 7 dan niet de bodem signaleert, 35 betekent dit automatisch dat het detectie-orgaan 7 defect is, en wordt de beladingsinrichting 4 buiten werking gesteld. In het onderste traject van de beweging van de 1003535.
-5- beladingsinrichting 4 dient het detectie-orgaan 7 dus anders op de besturingsmiddelen in te werken dan in de rest van dit traject, namelijk de beladingsinrichting uitschakelen als er niets gesignaleerd wordt en de beweging ervan 5 vrijgeven als er iets gesignaleerd wordt. De eerder beschreven beveiliging werkt dan tijdelijk niet. Dit is in het onderste bewegingstraject van de beladingsinrichting veiligheidstechnisch aanvaardbaar, omdat het traject kort is en de snelheid van de beladingsinrichting in dit traject 10 erg laag is, teneinde een afvalcontainer correct te kunnen opnemen.
In fig. 2 is eveneens een voorkeurspositie voor ten minste één ander detectie-orgaan 8 weergegeven, met een aftastgebied dat zich in hoofdzaak in horizontale richting 15 naar achteren toe uitstrekt. Door één of meerdere detectie-organen 8 aan te brengen, kan over de volledige breedte de achterzijde van het voertuig worden bestreken met een aftastgebied of venster 8a. De detectie-organen 8 zijn aan de onderzijde van de trog 5 bevestigd tot een zodanige 2 0 hoogte, dat het venster 8a de bodem niet raakt. Als een persoon het door de detectie-organen 8 bestreken venster 8a betreedt, zal de automatische beweging van de beladingsinrichting stoppen. Hierdoor wordt onder andere voorkomen dat men vanaf de achterzijde het gevaarlijke werkgebied van de 25 beladingsinrichting kan betreden. Een voordeel hierbij is ook dat, doordat het venster 8a tot vlak boven de bodem kan worden afgesteld, ook kleine (kruipende) kinderen kunnen worden gesignaleerd. Door toepassing van een detectie-orgaan 8 van een bepaald type met een venster 8a waarvan de 30 grenzen op een veilige afstand buiten de beide zijkanten en de achterkant van het werkgebied van de beladingsinrichting vallen, kan zelfs worden afgezien van de detectie-organen 7 op de beladingsinrichting 4 zelf.
Door de detectie-organen 8 zodanig te plaatsen, dat 35 beladingsinrichting 4 in zijn onderste stand zich in het venster 8a bevindt, hetgeen echter in de tekening niet is weergegeven, kan telkens tijdens het starten van de bewe- 1003535.
-6- gingscyclus van de beladingsinrichting 4 de juiste werking van de detectie-organen 8 worden gecontroleerd. Als de detectie-organen 8 de beladingsinrichting in zijn onderste stand niet signaleren, betekent dit automatisch dat ze 5 defect zijn en wordt de beladingsinrichting 4 buiten werking gesteld. Ook de detectie-organen 8 werken dan, zoals hiervoor voor de detectie-organen 7 is beschreven, in het onderste bewegingstraject van de beladingsinrichting 4 anders in op de besturingsmiddelen.
10 Met de detectie-organen 8 kunnen ook nog andere bevei ligingen worden gerealiseerd. Een zich in de achterlader 3 bevindend persmechanisme 11 is vanaf de achterzijde van de achterlader toegankelijk voor het in de trog 5 storten van afval. Hierdoor is echter ook het persmechanisme 11 toegan-15 kelijk voor personen. Doordat het gebied achter het voertuig door de detectie-organen 8 wordt bestreken, is de gevaarlijke automatische beweging van het persmechanisme 11 beveiligd. Indien iemand het door de detectie-organen 8 bestreken gebied 8a betreedt, zal de beweging van het 20 persmechanisme 11 stoppen, waardoor gevaarlijke situaties worden voorkomen.
In fig. 3 is te zien, dat detectie-organen 8 aan de achterzijde ook zodanig geplaatst kunnen worden, dat tevens wordt gesignaleerd of er een persoon op een treeplank 9 25 staat. De veiligheid van het voertuig kan dan verder worden verbeterd door de snelheid van het voertuig te beperken of te voorkomen dat het voertuig achterwaarts kan rijden, als wordt gesignaleerd dat er een persoon op de treeplank 9 staat. Uiteraard kan ook bij de uitvoeringsvorm van fig. 2 30 ook een treeplank op analoge wijze zijn aangebracht.
Ook kan door de plaatsing van de detectie-organen 8 volgens fig. 2 en 3 een algehele achteruitrijbeveiliging worden gerealiseerd. Als bij het achteruitrijden van het voertuig een persoon of voorwerp of dergelijke in het door 35 de detectie-organen 8 bestreken gebied komt, wordt achteruitrijden voorkomen.
Ook kan met de detectie-organen 8 de maximale ope- 1003535.
-7- ningshoek van de achterlader 5 worden beveiligd. Voor het legen van de laadbak 2 kan namelijk de achterlader 5 omhoogzwenken door de cilinders 15 te bedienen. De achterlader 3 scharniert dan om de punten 12. Wanneer de laadbak 2 5 in een gebouw wordt geleegd, kan door middel van de detec-tie-organen 8 het openzwaaien worden gestopt, voordat de achterlader 3 in aanraking komt met het dak van het gebouw.
In fig. 3 en 4 is een afvalinzamelvoertuig van het type zijlader met een zijbeladingsinrichting 10 weergege-10 ven. Deze beladingsinrichting 10 is een variant op de eerder beschreven beladingsinrichting 5 van fig. 1 en 2, die zich aan de achterzijde van het voertuig bevindt. Met de zijbeladingsinrichting 10 kunnen bijvoorbeeld op het trottoir opgestelde containers vanaf de zijkant van het 15 voertuig automatisch worden geleegd door met het voertuig langs de containers te rijden. Er bestaat dan ten opzichte van de eerder beschreven beladingsinrichting 4 aan de achterzijde een groter gevaar dat personen met de bewegende beladingsinrichting 10 in aanraking komen, doordat de 20 bewegende zijbeladingsinrichting 10, samen met de te legen container, haaks op de rijrichting, buiten de contouren van het voertuig uitsteekt. Het werkgebied van de zijbeladingsinrichting 10 is beveiligd door middel van detectie-organen 13 en 14. Hierbij wordt door de detectie-organen 13 het 25 werkgebied van de beladingsinrichting 10 aan de voor- en achterzijde afgeschermd, analoog aan de afscherming door de eerder beschreven detectie-organen 7, die de beladingsinrichting 4 vanaf de zijkanten afschermen. De detectie-organen 14 beveiligen het werkgebied naast de zijbeladings-30 inrichting 10 analoog aan de beveiliging met de detectie-organen 8, die het gebied achter de beladingsinrichting 4 afschermen.
Zoals in fig. 3 en 4 is weergegeven, zijn de detectie-organen 13 aangebracht op het vaste deel van de zijbela-35 dingsinrichting 10. Met deze detectie-organen 13 kan een beperkt aftastgebied of venster 13a worden bestreken. Als de zijbeladingsinrichting 10 echter over een grotere af- 1003535.
-8- stand kan uitschuiven, dient het venster 13a zich over deze grotere afstand uit te strekken. Dit kan als nadeel hebben, dat als de zijbeladingsinrichting 10 niet ver is uitgeschoven, het venster 13a zich onnodig ver uitstrekt en de bela-5 dingsinrichting 10 onnodig wordt uitgeschakeld, indien een persoon binnen het te ruime venster 13a komt. Beter is het dan om het detectie-orgaan 13 te vervangen door twee detec-tie-organen. Het ene detectie-orgaan met een beperkt venster 13a dient dan op het vaste deel van de zijbeladings-10 inrichting 10 te worden gemonteerd en het tweede detectie-orgaan dient dan op een beweegbaar (uitschuifbaar) deel te worden bevestigd, zodat de omvang van het venster 13a wordt aangepast aan de mate van uitschuiven van de zijbeladingsinrichting 10.
15 Door de detectie-organen op het zijwaarts beweegbare deel van de zi jbeladingsinrichting 10 te plaatsen, kan de zijbeladingsinrichting automatisch uitschuiven tot vlak voor een op te nemen container, waardoor de inrichting volledig automatisch kan functioneren.
20 In fig. 3 is tevens aangegeven, dat ook bij een afval- inzamelvoertuig van het type zij lader aan de achterzijde detectie-organen 8 kunnen zijn aangebracht.
Aanharingsvrije detectie-organen die bij een afvalin-zamelvoertuig volgens de uitvinding kunnen worden toege-25 past, zijn in de techniek bekend en kunnen van verschillende typen zijn.
Bij een sonartype detectie-orgaan wordt een persoon of voorwerp door geluidreflectie gesignaleerd. Hierbij wordt afhankelijk van het beoogde toepassing geluid gebruikt met 30 een frequentie van circa 100 tot 500 kHz.
Ook bestaan er opto-elektrische detectie-organen, die werken met lichtreflectie. Hierbij wordt veelal licht gebruikt met een frequentie van circa 1012 tot 1014 kHz (infrarood).
35 Een bijzondere vorm van opto-elektrisch detectie- orgaan is een detectie-orgaan, waarmee met behulp van een laserstraal een vooraf ingegeven gebied kan worden afge- 1003535.
-9- tast. Een sector van bijvoorbeeld 180° kan worden bestreken door de laserstraal bij hoekstappen van bijvoorbeeld 0,1° uit te zenden. Omdat het aftastgebied van de laserstraal snel is te wijzigen, kan voor elke zendhoek of uitzending 5 van een laserstraal de aftastafstand worden aangepast en vooraf ingesteld. Door de laserstraal bij een uitzendhoek van 0° onder een afstand van 1 meter te laten aftasten, de aftastafstand daarna te laten toenemen tot / 5 meter bij een uitzendhoek van circa 63,5°, de aftastafstand daarna te 10 laten afnemen tot 2 meter bij een uitzendhoek van 90°, en de aftastafstand daarna weer te laten toenemen resp. af nemen bij uitzendhoeken van 116,5° en 180°, zoals eerder beschreven, kan een vierkant gebied worden beveiligd van 2 bij 2 meter.
15 Ook kan een camera met beeldherkenning worden toege past, waarbij een persoon of voorwerp wordt gesignaleerd op het moment dat het door de camera waargenomen beeld wordt vergeleken met een vooraf ingesteld beeld.
1003535.
Claims (12)
1. Afvalinzamelvoertuig omvattende een chassis, een op het chassis gemonteerde laadbak en een beladingsinrichting voor het legen van afvalcontainers in de laadbak, waarbij het voertuig is voorzien van beveiligingsmiddelen voor het 5 voorkomen van onveilige situaties, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste één aanrakingsvrij detectieorgaan omvatten dat verbonden is met besturingsmiddelen van het afvalinzamelvoertuig, met het kenmerk, dat het afvalinzamelvoertuig in hoofdzaak vrij is van mechanische afscherm-10 middelen voor het afschermen van het werkgebied van de beladingsinrichting (4; 10) en het detectieorgaan (7; 8; 13; 14) op een beweegbaar deel van de beladingsinrichting en/of op een vast deel van het voertuig is aangebracht en is ingericht voor het aftasten van een twee- of driedimen-15 sionaal aftastgebied (venster) (7a; 8a; 13a; 14a).
2. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (7; 8; 13; 14) is verbonden met besturingsmiddelen van de beladingsinrichting (4; 10) en is ingericht voor het beveiligen van het werkgebied van 20 de beladingsinrichting (4; 10) en dat het aftastgebied (7a; 8a; 13a; 14a) van het detectie-orgaan (7; 8; 13; 14) overeenkomt met ten minste een deel van het werkgebied van de beladingsinrichting (4; 10).
3. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 1 of 2, met het 25 kenmerk, dat aan weerszijden van de beladingsinrichting (4; 10), op een beweegbaar deel ervan, een detectieorgaan (7) is aangebracht waarvan het aftastgebied (7a) zich steeds vanaf het detectieorgaan in de richting van een gebied waarin zich ten minste een deel van een door de beladings-30 inrichting opgenomen afvalcontainer kan bevinden, uitstrekt . 1003535. -11-
4. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de beladingsinrichting (10) op een vast deel van het voertuig een detectieorgaan (13) is aangebracht waarvan het aftastgebied (13a) zich 5 vanaf het detectieorgaan in een in hoofdzaak verticaal vlak, naar de zijde waar zich de beladingsinrichting be vindt, uitstrekt.
5. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat op een laag gelegen vast deel van het voertuig 10 ten minste één detectieorgaan (8; 14) is aangebracht waarvan het aftastgebied (8a; 14a) zich vanaf het detectie orgaan in hoofdzaak in een horizontale richting uitstrekt.
6. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (8; 14) onder de beladings- 15 inrichting (4; 10) is aangebracht en het aftastgebied (8a; 14a) zich naar de zijde van de beladingsinrichting toe uitstrekt.
7. Afvalinzamelvoertuig volgens een of meer der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat zowel aan weerszijden van de 20 beladingsinrichting (4; 10) als onder de beladingsinrich ting detectieorganen (7; 8; 13; 14) zijn aangebracht.
8. Afvalinzamelvoertuig volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (7; 8; 13; 14) is voorzien van middelen voor het controleren van de juiste 25 werking ervan, voorafgaande aan een bewegingscyclus van de beladingsinrichting (4; 10).
9. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het aftastgebied (8a) van het detectie-orgaan (8) ten minste gedeeltelijk boven een op het voertuig 30 aangebrachte treeplank (9) ligt.
10. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusie 5 of 6, met het 1003535. i -12- kenmerk, dat het detectieorgaan (8) deel uitmaakt van een achteruitrijbeveiliging.
11. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (8) is verbonden met 5 besturingsmiddelen van een in het voertuig aanwezig afval-persmechanisme (11).
12. Afvalinzamelvoertuig volgens conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (8) is verbonden met besturingsmiddelen voor het openen van de achterlader (3). *003535.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1003535A NL1003535C2 (nl) | 1996-07-08 | 1996-07-08 | Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. |
DK97202069T DK0818402T3 (da) | 1996-07-08 | 1997-07-04 | Affaldsindsamlingskøretøj, som er forsynet med sikkerhedsorgan |
ES97202069T ES2200116T3 (es) | 1996-07-08 | 1997-07-04 | Vehiculo de recogida de desechos con dispositivo de seguridad. |
EP97202069A EP0818402B1 (en) | 1996-07-08 | 1997-07-04 | Refuse collection vehicle provided with safety means |
AT97202069T ATE240890T1 (de) | 1996-07-08 | 1997-07-04 | Müllsammel-fahrzeug mit sicherheitseinrichtung |
DE69722081T DE69722081T2 (de) | 1996-07-08 | 1997-07-04 | Müllsammel-Fahrzeug mit Sicherheitseinrichtung |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1003535 | 1996-07-08 | ||
NL1003535A NL1003535C2 (nl) | 1996-07-08 | 1996-07-08 | Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1003535C2 true NL1003535C2 (nl) | 1998-01-12 |
Family
ID=19763166
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1003535A NL1003535C2 (nl) | 1996-07-08 | 1996-07-08 | Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0818402B1 (nl) |
AT (1) | ATE240890T1 (nl) |
DE (1) | DE69722081T2 (nl) |
DK (1) | DK0818402T3 (nl) |
ES (1) | ES2200116T3 (nl) |
NL (1) | NL1003535C2 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1031520A1 (de) * | 1999-02-22 | 2000-08-30 | Zöller-Kipper GmbH | Vorrichtung zum Entleeren von Behältern, insbesondere Müllbehältern |
NL1015902C2 (nl) * | 2000-08-09 | 2002-02-12 | Geesink Bv | Afvalinzamelvoertuig met zijbelading. |
DE102004036363B4 (de) * | 2004-07-22 | 2006-11-23 | Zöller-Kipper GmbH | Verfahren und Vorrichtung zur Absicherung des Arbeitsbereiches von Entleervorrichtungen |
NL1027866C2 (nl) * | 2004-12-23 | 2006-06-26 | Geesink Bv | Afvalinzamelvoertuig. |
DE202007011784U1 (de) * | 2007-08-23 | 2009-01-02 | Faun Umwelttechnik Gmbh & Co. Kg | Abfallsammelfahrzeug mit Hecküberwachung |
CH703732A2 (it) * | 2010-09-14 | 2012-03-15 | Mondini Engineering Sa | Processo ed apparato per la movimentazione di contenitori per rifiuti e per lo svuotamento del loro contenuto. |
ES2361363B1 (es) * | 2011-02-04 | 2012-01-03 | RICARDO ROMERO MARTI (Titular al 40%) | Sistema inteligente para el control y gestión de un vehículo motorizado para la recogida de contenedores de residuos. |
DE202011103003U1 (de) * | 2011-07-08 | 2012-10-15 | Faun Umwelttechnik Gmbh & Co. Kg | Trittbrettaktivierungssystem und Fahrzeug mit einem Trittbrettaktivierungssystem |
NL2015164B1 (nl) * | 2015-07-14 | 2017-02-01 | Terberg Machines | Bewakingssysteem voor het bewaken van een hef-kanteltraject van een beladingssysteem, en werkwijze daarvoor. |
US20190225422A1 (en) * | 2016-07-13 | 2019-07-25 | Superior Pak Holdings Pty Ltd | Detection system for a side loading waste collection vehicle |
DE102019113507A1 (de) * | 2019-05-21 | 2020-11-26 | Zöller-Kipper GmbH | Sammelbehälter, Müllfahrzeug und Verfahren zur Überwachung eines Beschickungsbereichs |
EP4269279A1 (en) * | 2022-04-28 | 2023-11-01 | Geesink B.V. | Device for emptying garbage bins into a collecting container of a garbage truck |
EP4342817A1 (en) * | 2022-09-21 | 2024-03-27 | MOBA Mobile Automation AG | Waste disposal vehicle and lifting mechanism for a waste disposal vehicle |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3942601A (en) * | 1974-04-18 | 1976-03-09 | Sargent Industries, Inc. | Refuse collection apparatus with personnel protection means |
US4074787A (en) * | 1976-07-07 | 1978-02-21 | Lenmar Industries, Inc. | Safety device for a fork-lift equipped refuse vehicle |
DE9412508U1 (de) * | 1994-08-03 | 1994-10-06 | Schübler Fahrzeugtechnik GmbH, 46149 Oberhausen | Abfallsammelfahrzeug mit abgesichertem Arbeitsbereich und Geschwindigkeitsbegrenzung |
DE4343811C1 (de) * | 1993-12-22 | 1995-03-16 | Sutco Maschinenbau Gmbh | Verfahren zum vollautomatischen Entleeren von Müllgroßbehältern |
DE4430833C1 (de) * | 1994-08-31 | 1995-11-23 | Zoeller Kipper | Verfahren und Vorrichtung zum Absichern des Arbeitsbereichs von Entleereinrichtungen |
-
1996
- 1996-07-08 NL NL1003535A patent/NL1003535C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-07-04 ES ES97202069T patent/ES2200116T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1997-07-04 DK DK97202069T patent/DK0818402T3/da active
- 1997-07-04 DE DE69722081T patent/DE69722081T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1997-07-04 AT AT97202069T patent/ATE240890T1/de not_active IP Right Cessation
- 1997-07-04 EP EP97202069A patent/EP0818402B1/en not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3942601A (en) * | 1974-04-18 | 1976-03-09 | Sargent Industries, Inc. | Refuse collection apparatus with personnel protection means |
US4074787A (en) * | 1976-07-07 | 1978-02-21 | Lenmar Industries, Inc. | Safety device for a fork-lift equipped refuse vehicle |
DE4343811C1 (de) * | 1993-12-22 | 1995-03-16 | Sutco Maschinenbau Gmbh | Verfahren zum vollautomatischen Entleeren von Müllgroßbehältern |
DE9412508U1 (de) * | 1994-08-03 | 1994-10-06 | Schübler Fahrzeugtechnik GmbH, 46149 Oberhausen | Abfallsammelfahrzeug mit abgesichertem Arbeitsbereich und Geschwindigkeitsbegrenzung |
DE4430833C1 (de) * | 1994-08-31 | 1995-11-23 | Zoeller Kipper | Verfahren und Vorrichtung zum Absichern des Arbeitsbereichs von Entleereinrichtungen |
EP0699601A2 (de) * | 1994-08-31 | 1996-03-06 | Zöller-Kipper GmbH | Verfahren und Vorrichtung zum Absichern des Arbeitsbereichs von Entleereinrichtungen |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE69722081T2 (de) | 2003-12-11 |
EP0818402B1 (en) | 2003-05-21 |
DK0818402T3 (da) | 2003-09-01 |
DE69722081D1 (de) | 2003-06-26 |
EP0818402A1 (en) | 1998-01-14 |
ES2200116T3 (es) | 2004-03-01 |
ATE240890T1 (de) | 2003-06-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1003535C2 (nl) | Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. | |
US11401148B2 (en) | Aerial-lift working-platform control desk with protection against crushing of the operator | |
CA2996320C (en) | Methods and apparatus for monitoring a loading dock | |
CA1167949A (en) | Object sensing apparatus | |
US5486691A (en) | Monitoring apparatus in machines | |
US7084388B2 (en) | Device for automatically actuating a door, in particular a vertical door | |
EP3118141B1 (en) | Security system for safeguarding a lifting-tilting path of a loading system, and a method therefor | |
JP2003222295A (ja) | 機械の保安関連機能を制御する方法及び装置 | |
US20110202161A1 (en) | Securing a hazardous area in the regin surrounding the automatic loading of rrels on a reel changer | |
EP1674411A1 (en) | Refuse collection vehicle | |
NL1011031C2 (nl) | Afvalinzamelvoertuig met zijbeladingsinrichting. | |
WO2021039738A1 (ja) | 高所作業車における上方障害物の衝突防止方法及び衝突防止装置 | |
US20170045400A1 (en) | Oscillating Sensors at Loading Docks | |
ES2299919T3 (es) | Procedimiento y dispositivo para proteger la zona de trabajo de dispositivos de vaciado. | |
NL1007733C2 (nl) | Afvalinzamelvoertuig voorzien van beveiligingsmiddelen. | |
GB2272035A (en) | Safety means for bale opening machine | |
US20220382289A1 (en) | Transport system for transporting workpieces and method for operating a transport system of this type | |
NL2008407C2 (nl) | Bewakingsinrichting voor het bewaken van een werkgebied, een beladingsysteem en voertuig voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor. | |
NL2008408C2 (nl) | Beveiligingsinrichting voor het afschermen van een werkgebied, een beladingsysteem en voertuig voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor. | |
JPH0718641Y2 (ja) | 塵芥収集車の安全装置 | |
NL1033418C2 (nl) | Inrichting voor het legen van afvalhouders. | |
EP1201568A1 (en) | Protected device for emptying refuse bins in a collecting container | |
US20010025213A1 (en) | Fall-protected autonomous travel system with boundary markers | |
SU1727589A1 (ru) | Устройство автоматического управлени многосекционным транспортером сельскохоз йственной машины | |
JPH06259133A (ja) | 無人搬送台の衝突防止装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1B | A search report has been drawn up | ||
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050201 |